Gratis reisvoorstel aanvragen

Sri Lanka 2006

Landkaart met overzicht van deze reis

Bestemming: A. Negombo (Sri Lanka) , B. Polonnaruwa , C. Kandy , D. Nuwara Eilya , E. Tissamaharama , F. Hikkaduwa , G. Colombo
Periode: augustus 2006
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Hotels/diverse

Foto van deze vakantie

Sri Lanka, het vroegere Ceylon, betekent 'mooi eiland'. En daarmee is geen woord te veel gezegd. Afwisselende landschappen, zeer vriendelijke mensen, groene rijstvelden, historische sites, boeddha's, dagoba's en een mooi festival in Kandy. Een opsomming waar we Sri Lanka ongetwijfeld te kort meedoen.

Amsterdam – Colombo

Om twaalf uur vertrekken we uit Strijen naar Schiphol. Rond vier uur in de middag vertrekken we van Schiphol met maar liefst 8.374 kilometer voor de boeg naar Colombo, Sri Lanka.

Colombo – Negombo

Vroeg in de morgen landen we op het vliegveld in Sri Lanka. We zeggen Colombo, maar het vliegveld ligt dichter bij Negombo (16 km) dan Colombo (40 km). We worden opgepikt door mensen van de plaatselijke reisagent en de reisleider. In een half uurtje zitten we in ons hotel en gaan eerst nog een paar uurtjes slapen. 's Middags maken we een boottochtje over een kanaal, deels aangelegd door de Nederlanders in de VOC-tijd. Op deze manier konden zij tot ver vanuit Sri Lanka allerlei grondstoffen, waaronder specerijen, vervoeren naar de havensteden. Buiten de vele vogels, zien we ook een aantal grote varanen, die aan het einde van de middag op zoek gaan naar een lekker hapje. We leggen aan bij een toddytapper. Een toddytapper wint sap in kokospalmen, door de bloem weg te snijden en vervolgens een pot aan de steel te koppelen. Om niet iedere keer van beneden naar boven en weer terug te hoeven klimmen, zijn er touwen tussen de palmen gespannen en kan de tapper makkelijk van de ene naar de andere boom. De buurman van de toddytapper is een illegale arak-stoker. Hij destilleert van kokosbloemsap een sterke drank. Wil je een fles drank van hem kopen, dan gaat hij naar zijn geheime bergplaats aan de andere kant van de rivier. 's Avonds eten we bij Coconutbar, onder andere verse kreeft tegen een zeer betaalbare prijs.

Colombo, Sri Lanka
Colombo, Sri Lanka

Negombo - Dambulla – Polonnaruwa

We vertrekken rond acht uur uit Negombo en bereiken aan het begin van de middag
Dambulla. Op zich is de afstand niet groot, maar het verkeer schiet echt niet op. Op de tweebaansweg moet de bus regelmatig inhouden voor tuktuk's, langzaam rijdend verkeer en aanstormende Singalese bussen. Dambulla is een tempelcomplex bestaande uit een vijftal grotten. Hiervoor moet je ruim honderd meter omhoog. De wanden en het plafond zijn beschilderd met Boeddha's en andere figuratieve en abstracte elementen. Verdeeld over de vijf grotten staan ongeveer 150 Boeddha's. Om een idee te geven, de tweede grot is de grootste: 52 meter lang, 23 meter diep en op het hoogste punt 7 meter hoog. In 1938 zijn de ingangen van de grotten opgenomen in een overdekte galerij van zuilengangen. Hier spelen nu groepen apen en peuzelen zij van de offergaven uit de verschillende tempelruimten. Na ons bezoek aan Dambulla, rijden we door naar Polonnarua. Hier nemen we onze intrek in hotel The Village.

Polonnaruwa

Polonnaruwa is een van de zeven van World Heritage Sites in Sri Lanka. Om acht uur stappen we op de fiets (Shingalese kwaliteit!) en rijden naar het ticketoffice voor kaartjes en dan door naar de site. Polonnaruwa, de middeleeuwse hoofdstad van Sri Lanka. Op het hoogtepunt van de bloei werd de stad beschermd door verdedigingswallen met een totale lengte van zes kilometer! In 933 werd Sri Lanka aangevallen door de Chola's (India!), die Polonnararuwa 77 jaar lang als militaire vestiging gebruikten, wat heeft geresulteerd in een menging van de Zuid-Indiase hindoecultuur en de Singalese boeddhistische kunst en architectuur. Na allerlei oorlogen met een wisselend publiek aan bewoners, werd omstreeks 1293 werd Polonnaruwa verlaten en aan de jungle prijsgegeven. We bezoeken eerst de 'quadrangle', een plek met een hoge concentratie religieuze gebouwen. De Vatadage heeft een centrale dagoba, vergelijkbaar met een stoepa in bijvoorbeeld Nepal. Het gebouw kent vier ingangen, ieder met een maansteen onder aan de trap. Bovenaan ieder trappetje staat een zittende Boeddha. De Thuparama is een tempel met een mix tussen Boeddhisme en Hindoeïsme. Om de drukte voor te zijn, rijden we een heel stuk door op zoek naar de zittende, staande en liggende Boeddha's bij Gal Vihara. Een vierde Boeddha is gemaakt in een uitgehouwen rotskamer. De staande Boeddha is zeven meter hoog, de liggende Boeddha veertien meter lang. De Boeddha’s zijn uitgehouwen uit één stuk rots. Een stuk verderop vinden we de Lotus Pond, een groot bad vormgegeven naar voorbeeld van een lotusbloem. Het Tivanga Image House bevat nog enkele fragmenten van de vele muurschilderingen die deze tempel sierden.

Op de terugweg passeren we de Kiri Vihara. Kiri Vihara is de huidige naam van de dagoba en betekent melkwit. Vernoemd naar de goede staat waarin het pleisterwerk verkeerde nadat 700 jaar junglebegroeiing was verwijderd. Nabij Kiri Vihara ligt Lankatilaka. Lankatilaka is een tempel, zonder dak, met 17 meter hoge muren en een gigantisch hoge Boeddhabeeld. Althans dat wat er van over is, het gaat nu zonder hoofd door het leven. De bas-reliëfs aan de buitenkant zijn typisch voor Polonnaruwa. Rankot Vihara is de drie na grootste dagoba van Sri Lanka en meet 55 meter hoog. We lopen er alleen omheen, want bij het betreden van heiligdommen moeten de schoenen uit, maar met blote voeten op de stenen en het zand lopen is inmiddels onmogelijk vanwege de hitte. Meer richting Quadrangle fietsen we tussen twee Hindu-tempels door, fantasieloos Shiva Devale 7 en Vishnu Devale 2 genoemd, met een mooi Vishnu-beeld in de laatste tempel. We nemen nog een afslag naar Shiva Devale 2, een compact uitziende Hindu-tempel, die afwijkt van datgene wat we al hebben gezien. Later in het museum zien een replica op schaal met een vermoedelijke weergave van het gebouw in hoogtijdagen. Voor de tempel zou nog een tweemaal zo groot houten gebouw hebben gestaan. We sluiten ons bezoek aan de site af met de citadel, de voormalige verblijfplaats met van de koningen met paleis, audiëntiehal en 'zwembad'. Op de terugweg rijden we langs het museum. Er staan mooie stukken en schaalmodellen, maar je mag er (eigenlijk) niet fotograferen. Rond een uur of twee zijn we terug en nemen een verkoelende duik in het zwembad. Op half vijf stappen we met de groep in een paar visserskano's, op zoek naar olifanten. De olifanten krijgen we niet te zien, maar wel een mooi landschap en vogels (w.o. grote groepen ooievaars en ibissen). Overigens hadden de begeleiders hier geen oog voor, die waren blijkbaar geprogrammeerd op olifanten. Na het buffet zochten we onze te warme kamer op om te gaan slapen.

Polonnaruwa
Polonnaruwa

Polonnaruwa

Vandaag gaan we weer op stap met de groep. Met twee jeeps worden we op een stationnetje neergezet en maken we een tochtje met de trein, derde klasse, tussen de locals. Een leuke rit van stationnetje naar stationnetje, tussen de rijstvelden door. De jeeps staan al weer klaar bij een station en brengen ons naar een klooster, waar met tussenpozen al eeuwen monniken wonen. Deze monniken mediteren de hele dag, dag in dag uit, in de verwachting zo het nirwana te bereiken. We krijgen een lesje boeddhisme aan de hand van een aantal muurschilderingen. De mix tussen boeddhisme en hindoeïsme wordt ook duidelijk gemaakt. Boeddha staat in rangorde boven de goden. De goden kunnen voor allerlei zaken worden gebruikt, onder andere voor het vergaren van goed karma. Hoe meer karma, hoe dichter bij het nirwana. In een ander gebouw treffen we een liggende Boeddha, overgegaan naar het nirwana, omringd door zijn volgelingen. De muurschilderingen moeten een indruk geven hoe de omgeving er toen uitzag: volgelingen, bomen, goden met bloemslingers. Na dit indrukwekkende bezoek rijden we langs de kanalen naar een plek waar we aan de rand van een rijstveld en een echte Shingalese lunch gebruiken. Via allerlei binnendoor weggetjes worden we rond twee uur weer teruggebracht bij het hotel.

Polonnaruwa - Sigiriya – Kandy

We moeten vroeg vertrekken vanwege een toeristische olifantenrit die de mensen uit onze groep willen meemaken. Dus zitten we al vroeg aan een meertje met mooie paarse lelies en een badderende olifant. Na een uurtje kunnen we gelukkig doorrijden naar Sigiriya. Sigiriya is een koninklijk paleis, compleet met tuinen, fonteinen, vijvers, zwembad en ander moois, gelegen op een 180 meter hoge rots, die uit het niets lijkt te verrijzen boven de omliggende jungle. De financier en hoofdbewoner van Sigiriya was Kasyapa, regerend van 477 tot 495. Kasyapa kwam aan de macht door een staatsgreep. Hij liet zijn vader, de koning, levend inmetselen in een muur. Zijn halfbroer Mogallana, de beoogde troonopvolger, vluchtte naar India, maar zweerde wraak te nemen. Om zich tegen een mogelijke aanval te beschermen, liet Kasyapa Sigiriya ombouwen tot paleis en verdedigbaar bastion. Na 18 jaar kwam de langverwachte wraak van Mogallana. In plaats van braaf op zijn rots de aanval af te wachten, reed Kasyapa op zijn olifant en zijn leger, zijn halfbroer tegemoet. Door een foute manoeuvre komt Kasyapa met zijn olifant vast te zitten in het moeras. Zijn mannen vluchten en Kasyapa pleegt zelfmoord. Sigiriya gaan we binnen via de lager gelegen watertuinen. Een pad van de ingang naar de rots verdeelt de tuinen in twee helften. Ten opzichte van het pad waren de tuinen volkomen geometrisch aangelegd. Een helft is intussen opgegraven, de andere helft wordt overgelaten aan andere generaties. De tuinen doen nu een beetje kaal aan, maar moeten in hoogtijdagen, compleet met planten, bomen, fonteinen en paviljoens, er sprookjesachtig hebben uitgezien.

Olifanten in Sri Lanka
Olifanten in Sri Lanka


Dichter bij de rots ligt de rotstuin. De zogenaamde Audience Hall Rock is een enorme gespleten rots. In het omgevallen deel is een vijf meter lange troon uitgehouwen met een aangrenzende vierkante geëgaliseerde vloer, die waarschijnlijk de vloer van de audiëntiezaal was. Een andere interessante rotsformatie is de Cobra Hood Cave. De vorm van deze rots lijkt op het nekschild van een cobra. De rots heeft een beschilderd plafond. Vanuit de rotstuin beginnen we aan het eerste deel van onze klim naar boven. Via een wenteltrap bereiken we de 'wolkenmaagden'. Geheel in afwijking van de shingalese kunst, die is geïnspireerd op het boeddhisme welke predikt alle lustgevoelens af te zweren om zo het eeuwige geluk te verwerven, worden hier sensuele schilderingen van vrouwelijke schoonheden getoond. De 23 bewaard gebleven fresco's maakten deel uit van ongeveer 500 afbeeldingen, die samen een wand ter grootte van twee voetbalvelden besloegen.

Via een andere wenteltrap dalen we af en komen bij de Spiegelmuur terecht. De muur is voorzien van een laag gepolijst kalksteen en spiegelt nog steeds. Op de muur zijn ongeveer 1.500 stukjes proza en poëzie gekrabbeld door bezoekers tussen de 7de en 13de eeuw en vormen de oudste graffiti van Sri Lanka. De graffiti is een belangrijke bron van materiaal van cultuurhistorisch en taalkundig onderzoek. Een kleine tweede klim brengt ons op het Leeuwenplatform. De twee overgebleven poten zijn gerestaureerd en geven een indruk van de grootte van de leeuwenkop die verantwoordelijk is voor de naamgeving van de rots: Leeuwenrots. Vroeger liep je dus de bek van de leeuw in en ging je binnendoor met trappen naar het paleis op de top. Nu moeten we onze derde klim maken over metalen, tegen de wand geplakte trappen. Op de top is het grondplan van het paleis met bijgebouwen, vijvers en tuinen nog waarneembaar. De paden en trappen moeten met marmer bekleed zijn geweest. Sigiriya was een en al praal en pracht. In een paar uur rijden van Sigiriya naar Kandy, waar we twee hele dagen zullen verblijven. We zitten precies in de tien dagen durende Perahera. Tijdens de Perahera trekt iedere avond een steeds langer wordende optocht van aangeklede olifanten, dansers, drummers en andere artiesten door de straten, allemaal ter ere van het heilige tandrelikwie dat in een kistje op een olifant door de straten wordt vervoerd. Het tandrelikwie moet de tand van Boeddha voorstellen. Het wordt bewaard in de Tempel van de Tand.
Sigiriya, Sri Lanka
Sigiriya, Sri Lanka


We slapen in Queen's Hotel, midden in de stad, aan de rand van het meer en tegenover de Tempel van de Tand. Queen's Hotel is een oud koloniaal hotel dat door de gestaag voortgaande restauratiewerkzaamheden weer zijn oude allure begint terug te krijgen. Wanneer we in restaurant The Pub op het balkon langs de straat willen eten, mag dat alleen wanneer we ieder kiezen uit de 'main dishes' op de kaart. Alleen dan mag je blijven zitten terwijl de perahera langskomt! Voor 1.500 rupees (12 euro!) hebben we gegeten, gedronken en de perahera gezien. Over twee avonden hebben we gereserveerde stoelen die voor de twee plaatsen alleen al 70 euro kosten. Anderhalf uur lang werden we getrakteerd op een schitterend spektakel.

Kandy

De tempel van de Tand (Dalada Maligawa) huisvest Sri Lanka's meest belangrijke relikwie: een heilige tand van Boeddha. Bij de crematie van Boeddha hebben rouwenden enkele stoffelijke resten weten te 'redden'. Enkele van deze resten werden al aan Sri Lanka gegeven, de tand bleef zeven eeuwen achter in India. De tand zou in handen van de Hindoes zijn gevallen, maar de pogingen om de relikwie met een hamer kapot te slaan hadden als resultaat dat de hamer in stukken brak, dus gaven de Hindoes de tand terug. Toen de koning van Kalinga in 1590 een oorlog dreigde te verliezen, liet hij zijn dochter in het allergrootste geheim met de tand vertrekken naar Sri Lanka. Zij overhandigde de tand in Kandy aan de koning van Sri Lanka, die een heiligdom voor de tand liet bouwen. Kort daarop werd de eerste perahera gehouden.

Latere koningen hebben vernieuwingen en uitbreidingen aangebracht. Eind 13de eeuw hadden Zuid-Indiase indringers de tand ontvreemd. De koning van Polonnaruwa begon een oorlog om de tand terug te veroveren op de Tamils. In de 16de eeuw veroverden de Portugezen het eiland en namen de tand mee naar Goa. Hier werd de tand verpulverd, verbrand en de as op zee verstrooid. Echter, de resten verzamelden zich op de zeebodem waarna de tand op eigen kracht naar het eiland terugvloog! In 1815 veroverden de Britten Kandy. Zij openden de kisten en troffen een tand aan ... van vijf centimeter! In 1998 werd de tempel zwaar beschadigd door een bomaanslag van de Tamil Tijgers. Na een ingrijpende renovatie is de tempel weer toegankelijk voor het publiek, maar wordt de tempel zwaar beveiligd. Tussen half tien en tien uur en tussen half twee en twee uur worden offerdiensten gehouden. Wij zorgen voor het eerste ritueel aanwezig te zijn. Schoenen uit, diverse controles door en we kunnen de tempel betreden. Geluiden van drums vullen de tempel. Mensen offeren bloemen. Iedereen gaat uiteindelijk in de rij om geld te doneren en even een blik te mogen werpen op de kist waarin het relikwie ligt, omsloten door zes kisten. In de zogenaamde nieuwe relikwiezaal liggen de kleden van de olifanten die zij tijdens de perahera dragen in bundels te wachten op de volgende processie. Grote schilderijen aan de muur vertellen het verhaal van de heilige tand. Boven deze zaal ligt een museum, met foto's van de gevolgen van de recente bomaanslag en een tentoonstelling van offeranden. De tempel kent nog verschillende kleinere tempelruimten. Even buiten de tempel staat een gebouwtje met een opgezette olifant die na 50 jaar trouw het relikwie te hebben rondgedragen in de perahera, is bezweken. Via een ander ommuurd terrein verlaten we het tempelcomplex. Op het terrein staan nu de olifanten die meedoen aan de perahera het nodige gebladerte en gras weg te werken. 's Avonds eten we bij Thilanka, een loungerestaurant, langs het meer, net buiten het stadscentrum. Wanneer we rond tien uur proberen terug te keren, is de perahera nog gaande en maken we er nog een half uurtje van mee.

Tempel van de Tand, Kandy
Tempel van de Tand, Kandy

Kandy

Terwijl onze reisgroep Pinawella Elefant Orphanage bezoekt, nemen wij de tuktuk
naar Peradeniya Botanical Gardens. De botanische tuin is met 60 hectare de grootste in Sri Lanka. Je kunt hier een groot deel van je dag doorbrengen zonder in herhaling te vervallen. Hoogtepunten zijn de orchideenkas, de duizenden vliegende honden die in de bomen hangen en de Indonesische vijgenboom die 2.500 vierkante meter in beslag neemt. Voor de avond hebben we kaarten voor gereserveerde stoelen op een van de vele tribunes langs de perahera. We zitten dan echter te ver van de straat en besluiten op de stoeprand tussen de locals te gaan zitten. Vanavond is de laatste avondperahera. Iedere avond wordt de optocht iets langer en iedere avond neemt de intensiteit van de uitvoering toe, dus vanavond maken we de meest spectaculaire optocht mee. Vanavond is ook de enige avond waarop het relikwieschrijn wordt meegedragen! De perahera schijnt al eeuwen op dezelfde wijze te worden uitgevoerd. Van oorsprong is het een ritueel om de regen op te wekken. De zweepslagen en de drummers symboliseren donderslagen, de vuurartiesten beelden de bliksem uit en de olifanten staan voor regenwolken. De olifantendichtheid is duidelijk groter dan twee avonden geleden. Wanneer de olifanten met het relikwieschrijn eraan komen, gaat iedereen langs de weg staan als teken van respect. Rond twaalf uur zijn we terug in ons hotel.

Kandy - Nuwara Eilya

Rond negen uur vertrekken we voor een vijf uur durende tocht naar Nuwara Eilya. Al spoedig zien we de eerste theeplantages. Ongeveer honderd jaar geleden zijn de eerste theeplantages aangelegd nadat de koffieplanten op Sri Lanka doodgingen aan een virusziekte. Veel Engelsen hebben zich toentertijd in dit gebied gevestigd en hebben enorme theeplantages aangelegd. Het gebied dat we nu inrijden ligt in berggebied en is een stuk koeler dan de gebieden waar we nu zijn geweest. Regelmatig zien we theeplukkers als kleurige stipjes tussen de groene velden aan het werk. Een theeplukker plukt per dag gemiddeld 16 kilo theeblaadjes en verdient daarmee 300 roepies per dag. Meestal zijn het de Tamils die dit werk verrichten. Tegen het einde van onze reis worden we nog getrakteerd op twee mooie watervallen. Nuwara Eilya is een kleine stad waar nog opvallend veel huizen staan die een duidelijke Engelse stijl uitstralen. In het stadje op zich is niet veel te zoeken. We nemen onze intrek in Windsor hotel. In het stadje is een pleintje met kramen waar je voor een paar euro vooral merkkleding jassen kunt kopen. Suzanne is toe aan een jasje en we koper een windstopper van Hellen Hansen voor nog geen zes euro. 's Avonds eten we in het Grant Hotel, nu eenvoudig omdat alles al vol zit, maar morgenavond nemen we revanche!

Theevelden Sri Lanka
Theevelden Sri Lanka

Nuwara Eilya

Om half zeven moeten we paraat staan voor ons vervoer naar het national park Horton Plains. We moeten ruim twintig kilometer rijden, steeds hoger de bergen in. De Horton Plains liggen op ruim 2.000 meter hoogte. Horton Plains is een plateau met veel open ruimte en bossen. Overal op dit plateau stromen beken. Op onze tocht van ongeveer tien kilometer passeren we little World's End, Great World's End en een mooie waterval. In het gebied zitten een vijftiental luipaarden, maar die zijn moeilijk waarneembaar. Vroeger liepen hier kuddes olifanten rond, maar die zijn in plezierjachten door de Engelsen compleet uitgemoord. Wanneer we vertrekken is het koud en mistig, maar wanneer we gaan lopen breekt de zon door.

World's End is een immense afgrond van ruim een kilometer diep. Het gebied staat erom bekend dat het dal halverwege de ochtend dichttrekt. Wanneer we World's End bereiken kunnen we nog net vijf minuten genieten van een schitterend vergezicht. Direct daarna trekt het dal in een hoog tempo dicht. Door de grasvelden lopen we naar de waterval. Intussen wisselen regenbuitjes en zon elkaar in een hoog tempo af. Rond een uur zijn we weer terug bij het hotel. 's Middags bezoeken we een theefabriek in buurt. De fabriek staat tussen de theeplantages en de vele groentebedden. Tot ver in de wijde omtrek van Nuwara Eilya worden hier groenten verbouwd: prei, wortelen, uien, kool en dergelijke. In de fabriek worden we in een redelijk hoog tempo door het hele proces meegenomen. Halverwege de uitleg komen de pluksters voor de laatste keer die dag de manden met theeblaadjes legen, een prettige onderbreking van een redelijk mechanische rondleiding door een al bijna verlaten fabriek.

Theeplukkers in Sri Lanka
Theeplukkers in Sri Lanka

Nuwara Eilya – Tissamaharama

Weer een lange reisdag. We vertrekken rondom een beschaafde tijd, half negen, maar zullen tot een uur of vier onderweg zijn. We dalen van een hoogte van 1.900 meter, Nuwara Eilya, af naar 0 meter, Tissamaharama. Na een theestop belanden tegen het einde van de ochtend bij de langste waterval van Sri Lanka. Na een lunchstop en een bezoekje aan een pottenbakkerij belanden we rond vier uur in ons hotel. Om zes uur gaan we samen naar Kataragama, een belangrijk religieus centrum met boeddhistische en hindoeïstisch tempels en een islamitische moskee. Het is een drukbezocht centrum. Het aantal fruitstalletjes is enorm. De fruitschalen met slingers en wierook zijn bedoeld als offer. Na het offeren blijft een deel in de tempel, het andere gedeelte eten de mensen buiten zelf op. Aan de rand van het boeddhistische complex staat een lange rij mensen te wachten tot zij de tempel in kunnen om te offeren. De wachttijden kunnen tot drie, vier uur oplopen. In en net buiten het boeddhistische complex staan verschillende kleinere hindoeïstische tempels. Opvallend is het offeren van kokosnoten. Mensen bidden op bepaalde plekken met een kokosnoot met een kaarsje, of een of ander brandbaar goedje, en gooien dan de kokosnoot met een harde klap kapot op een steen. Een ander fenomeen zijn de 'dweilbandjes'. Drums, fluiten en trompet maken een vrolijke muziek en een aantal mensen, vooral kinderen, dansen rondom het bandje. Vlak na onze aankomst is het donker geworden en zijn overal lampjes aangegaan. Pauwenbeelden op de muren zijn mooi uitgelicht. Rond acht uur keren we weer terug bij het hotel. We hebben vooraf al besteld, zodat we dit keer ons eten redelijk snel krijgen opgediend.

Tissamaharama (Bundala en Yalapark)

Vandaag een safaridag: 's morgens Bundala en 's middags Yala. De zon gaat net op wanneer we Bundala binnenrijden. We zijn om half zes vertrokken. Bundala is een minder bekend park, waarschijnlijk door de geringe kans op het spotten van olifanten. In het hele park lopen er maar vier rond. Voor vogelliefhebbers is het echter een schitterend park. Bij een poel treffen we ooievaars (painted stork), lepelaars, zilverreigers en ibissen aan. Er zitten verschillende soorten roofvogels, pauwen, papagaaitjes, bijeneters en andere vogels. Naast de vogels komen we regelmatig leguanen, krokodillen en apen tegen. We sluiten de safari af met een blik op de Indische Oceaan. Een mooie baai, brede stranden, rieten vissershutten en bootjes. Ook hier heeft de tsunami in december 2004 huisgehouden, maar op deze plek is daar niets meer van te herkennen. Rond tien uur zijn we weer terug bij het hotel. Tussen de twee safari's lezen we wat en lopen in de omgeving rond. Een eindje verderop staat een spierwitte dagoba, maar leuker is de dagoba die na lange tijd (eeuwen?) onder een laag aarde en begroeiing wordt weggehaald en beetje bij beetje weer wordt gerestaureerd. Het blijkt dat in deze omgeving nog veel onder de grond zit.

Op de terugweg kopen we een watermeloen die ter plekke in stukken wordt gehakt en we langs het riviertje oppeuzelen. Halverwege de middag vertrekken we alweer voor Yala National Park. Het park is vele malen groter dan Bundala NP, maar tegelijkertijd veel toeristischer. Rijd je in Bundala met een stuk of vijf jeeps rond, in Yala zijn dat er meer dan twintig, die zich ook nog beperken tot een bepaald gebied. Met als gevolg dat wanneer er iets is te zien er ware verkeersopstoppingen ontstaan. Yala staan bekend om zijn olifanten en luipaarden. Tijdens de grote tsunami van december 2004 zijn er nauwelijks dieren omgekomen. Blijkbaar hadden zij de beving voelen aankomen en hebben zij voor die tijd het gebied langs de kust verlaten. Wanneer we vlak bij de kust zijn, kunnen we op een grote rots in de verte een luipaard waarnemen. Echter te klein om mee te tellen. Wel treffen we vossen, zwijnen, axisherten, apen, allerlei vogels en olifanten. Wanneer we bijna het park gaan verlaten zien we twee grote olifanten in een innige slurfomhelzing in het water staan. Een schitterend gezicht! We eten in restaurant Refresh, een soort keten in Sri Lanka, met een omvangrijke kaart en een paar goede koks.

Yala Nationaal Park
Yala Nationaal Park

Tissamaharama - Galle – Hikkaduwa

We verlaten Tissamaharama vroeg in de morgen. Weer een lange reisdag, via Galle
naar Hikkaduwa. Onderweg maken we een tussenstop bij een groot en drukbezocht heiligdom met een groot staande Boeddhabeeld en diverse Hindoetempels. Aan het begin van de middag bereiken we Galle. Galle zou volgens de overlevering de mogelijke locatie van het bijbelse Tarsis (ten tijde van koning Salomo) zijn geweest, de bron van een drukke handel in goud, zilver, ivoor, apen en pauwen. De Portugezen waren de eerste koloniale mogendheid die voet aan wal zette in Sri Lanka (1505). Een Portugese vloot was onderweg om een vloot Moorse schepen te overvallen, maar raakte uit de koers en legde aan bij wat nu Galle heet. Gallus is de Latijnse naam voor kip, basis voor de naamgeving van het havenstadje, veroorzaakt door de kraaiende hanen die de Portugezen aan het einde van de middag hoorden.

In 1602 werd de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht, met de bedoeling de diverse, elkaar fel beconcurrerende compagnieën te bundelen tot een samenwerkingsverband dat zich een monopoliepositie in de specerijenhandel zou verwerven. Vanaf de oprichting tot en met 1658 is de VOC steeds in aanvaring geweest met de Portugezen en de koning van Kandy. Pas in 1658 werden de Portugezen definitief van het eiland verdreven. De Hollanders maakten van Galle een belangrijke vestingstad in het toenmalige Ceylon. Met vestigingen als Galle, Negombo en Jaffna beheersten zij het eiland en de bijbehorende handel. De vesting kent een aantal bastions, gebouwd met koraalsteen. Rondom de vesting ligt een plateau in ondiep water, waardoor het voor schepen onmogelijk was de vesting dicht te benaderen. Binnen de muren van het fort lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Helaas zijn de monumenten meestal verwaarloosd. Het meest opvallende bouwwerk in het fort is de Nederlands Gereformeerde Kerk, met een voor ons zo herkenbaar interieur, compleet met Nederlandstalige grafzerken. Na Galle rijden we door naar Hikkaduwa. We nemen onze intrek in het Coral Hotel. Het is een net en ruim hotel. Coral Hotel is zwaargetroffen door de tsunami. De hele benedenverdieping was weggeslagen. Er staan nogal wat kamers leeg omdat er nog geen geld is om deze kamers opnieuw in te richten. Aan het einde van de middag komt er van zee een stevige regenbui aandrijven.

Galle, Sri Lanka
Galle, Sri Lanka

Hikkaduwa

Vandaan een luie dag. We brengen een bezoekje aan het treinstation waar drie wagons staan die tijdens de tsunami omver zijn gespoeld. Ze maakten deel uit van een langere trein met 1.270 passagiers. Terug lopen we langs het strand. De rest van de dag brengen we lezend bij het zwembad door.

Hikkaduwa – Negombo

We hebben maar een paar keer even regen gehad en meestal op de momenten dat het niet echt uitmaakte. Vandaan hebben we echter pech, een bezoek aan het schildpaddencentrum zit er niet in. We brengen een kort bezoek aan een maskermuseum. Rond het middaguur komen we in Colombo aan en worden we afgezet bij Odel, een soort Bijenkorf, waar een Delifranche is gevestigd en we weer eens echte koffie kunnen drinken. In Sri Lanka zijn ze niet in staat goede koffie te zetten, dus deze koffie was een verademing. Rond vier uur komen we in Negombo aan en nemen weer onze intrek in Palace Hotel. 's Avonds eten we weer bij Coconut aan het strand.

Negombo - Colombo - Amsterdam

Om vier uur rijden we aan naar het vliegveld. Eerst een vlucht naar Male op de
Malediven, waar we een tussenstop maken. Vanuit het vliegtuig hebben we een
schitterend uitzicht op de atollen van de Malediven. Aan het einde van de middag landen we weer op Schiphol, waar we worden. opgewacht en weer terug naar Strijen worden gebracht.

Heb je interesse in een reis naar Sri Lanka? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Sri Lanka, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.

Vertel ons uw vakantie wensen. Onze reisexperts geven u gratis en vrijblijvend reisadvies op maat.

 Aangesloten bij ANVR,SGR, Calamiteitenfonds
 9,6 in reviews
 Veel kennis en ervaring
 3.879 klanten gingen u voor

Uw gegevens

* = verplicht. Privacy beleid is van toepassing

Vakantieverhalen / reisverslagen

Gerelateerde artikelen