Welkom in het land van legendes: Armenië!
Bestemming:
A. Jerevan
(Armenië)
Periode: april 2010
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Appartement
Ik ben gevraagd om Armenia Holidays (vrijwillig) te assisteren in hun toeristische werkzaamheden. Dit is al mijn 25e missie voor de organisatie. Armenië ligt op circa 4,5 uurtjes vliegen vanaf Amsterdam en het tijdsverschil is 3 uur. Met Armavia Airlines vlieg je in modern materiaal naar Jerevan. Voor Armenië heb je een geldig paspoort nodig en een visum koop je voor 7 euro op het vliegveld. Ik land om 22.00 uur en de buitentemperatuur is op dat moment maar liefst 30 graden. Het vliegveld is gelegen op korte afstand van de hoofdstad Jerevan.
Via goed begaanbare wegen word ik naar mijn appartement gebracht, gelegen op loopafstand van het centrum. Volgens mijn chauffeur is Jerevan niet alleen heel gastvrij, maar ook heel veilig. Het centrum van Jerevan is indrukwekkend, modern en vrijwel iedere avond zijn er gekleurde waterfonteinen actief, begeleid door klassieke muziek. Deze begint om 21.00 uur en eindigt om 24.00 uur. Mensen zitten tot laat in de nacht in cafeetjes rond het Zwanenmeer met elkaar te kletsen, te eten en te drinken. Er zijn verschillende wijken in Jerevan. Bijvoorbeeld de Las Vegas wijk, waar veel wordt gegokt in kleurrijke gokhuizen. Daarnaast zijn er verschillende bierbrouwerijen en fabrieken waar wodka, wijn en heerlijke Armeense Ararat brandies worden gemaakt. Deze wil ik de komende dagen ook gaan proeven.
's Ochtends is er in het appartement vers brood, kan ik koffie of thee zetten en eieren bakken. Om 10.00 uur word ik opgehaald om naar mijn werk te gaan. De temperatuur loopt overdag tegen de 40 graden. Het vreemde is dat deze temperatuur niet zo heet aanvoelt als in Nederland. We rijden door behoorlijk drukke straten met veel westerse auto’s maar ook de oude Lada’s zijn er nog volop te vinden. Er zijn kleine en grote winkels met veel westerse merken. De mensen lopen er modern bij, veel ouderwets zul je niet in Jerevan aantreffen. In de middag gaan we rond 15.00 uur lunchen, een normale lunchtijd in Armenië. Op nog geen 5 minuten lopen van mijn werkplek zijn meerdere luxe restaurants gelegen. Armeniërs eten gedurende de lunch een warme maaltijd, inclusief vlees. 's Avonds rond 20.00 uur gaan we in een Armeens restaurant eten. Omdat we met elkaar willen praten, kiezen we voor een restaurant waar geen luide muziek wordt gespeeld. Een Armeense grill besteld wordt besteld. Leuk om te vermelden is dat de meeste groenten in Armenië biologisch geteelde zijn. Van elk product wat is besteld, wordt slechts 1 schotel opgediend: men eet met elkaar van dezelfde schotels. Wijn, water, cola, bier bij de maaltijden is heel normaal. We praten wat over het werk en na twaalven beland ik pas in mijn bed (gelukkig in een appartement met airco).
De volgende dag is de lunch in een gezellig kelderrestaurant. Typisch Armeens brood (Lavash: heel dun, heel breed, lijkt een beetje op een hele grote pannenkoek) aangevuld met veel salades en andere spijzen. Ik ga verder met werken voor de reisorganisatie tot in de avond. We eten die avond in een restaurant waar ook gasten van de reisorganisatie hun afscheidsdiner hadden. Ik krijg de kans om in contact te komen met Spaanse en Italiaanse gasten van hen. Ze vertellen mij dat ze uiterst tevreden waren over de services van de reisorganisatie. Om 21.00 uur wil ik eens vroeg naar bed en de directeur van de reisorganisatie brengt me naar mijn appartement. Maar eerst rijden we naar het gezellige en drukke centrum met vele barretjes, gelegen aan het Zwanenmeer (zwanen zijn zeldzaam in Armenië). Hierna lopen we naar de gekleurde fonteinen met de klassieke muziek. Het is heel druk met toeschouwers.
Ik slaap uit tot 08.30 uur en breng eigenlijk de hele dag bij de reisorganisatie door. Tegen 18.00 uur gaan we richting mijn appartement om te dineren. Gedurende het diner spreken we over de cultuur van Armenië. Je gaat hier niet zomaar samenwonen, eerst trouw je vanaf je 18e en op je 21e moet je getrouwd zijn. Ben je 27 en nog niet getrouwd? Dan kom je bijna niet meer aan de bak. Homoseksuelen worden (bijna) niet geaccepteerd, maar er zijn in Jerevan wel clubs voor hen. Op het platteland praat men er niet over. Het minimum inkomen is 100 euro per maand. Een gemiddeld inkomen is 200 tot 300 euro per maand. Het pensioen is zeer laag, dus wonen veel ouderen bij hun kind(eren).
De volgende ochtend bezoek ik een straatmarkt. Honderden kraampjes, bedekt met blauw zeil, tegen de hete zon, bieden allerlei koopwaar, van nieuwe spullen tot oude spullen aan. Ik kom van alles tegen: Armeense handgeknoopte tapijten, barnstenen souvenirs, kleding, geborduurde tafelkleden, muziekinstrumenten, vele schilderijen, houtsnijwerken, etc. De markt is enkele kilometers lang. Na een uurtje ga ik naar mijn appartement en vervolgens naar mijn werk. De volgende dag rijd ik met reisleiding de bergen in. Via afglijdende wegen, rijden we richting de berg Ararat met een hoogte iets boven de 5000 meter. Volgens het verhaal in de Bijbel, strandde Noah met zijn boot hier op deze berg. Een fragment van de ark van Noah wordt in Armenië bewaard. De weg gaat hoger en hoger en bovenop is een klooster met de naam Khor Virap, welke voor een gedeelte uitgehouwen is in de rotsen. Wat mij opvalt, is dat er geen iconen en muurschilderingen zijn. In de rotsen zijn in de verschillende tijden heilige beeltenissen uitgehouwen. Er zijn verschillende ruimtes en in 1 van de ruimtes stroomt er heilig water uit de rotsen. De staatsgodsdienst van Armenië was al in het jaar 301 het Christelijke geloof. Na het bezoek aan het klooster, dalen we weer de bergen af en bezoeken we een tempelcomplex met de naam Garni, uit de eerste eeuw na Christus. Nabij het marktje (huiden, snoep, jam, honing, etc.) is er een uit de oudheid stammende sauna. Heel speciaal en je kunt er alleen onder begeleiding van een gids binnenkomen. Verder zien we heel veel vossen. We rijden ten slotte naar Levan, een prachtig blauw gekleurd meer, hoog gelegen in de bergen. Hier komt menig toerist om te ontspannen en te wandelen. Een bezoek aan een klooster uit de 4e eeuw is een must, niet ver gelegen van het meer.
Twee dagen later ben ik na het werken 's avonds uitgenodigd door Sati om bij haar thuis te komen eten. Sati werkt bij de reisorganisatie, is getrouwd en heeft met haar man een baby. Ze eten later dan gemiddeld in Nederland en iedereen eet weer van dezelfde schalen. Men prikt met de vork van het bord of schaal en eet dat op. In Sati's piepkleine éénkamerwoning, waarin ook het tweepersoonsbed staat en het babybed, wordt de tafel gedekt met zes zitplaatsen, waarvan twee mensen op de zitbank achter de tafel kunnen zitten. Samen met haar zus heeft ze erg haar best gedaan. Op het menu staat: boersj (een soort van meelproduct aangemaakt met vlees en kip), tomaten, komkommer, een andere scherp gekruide groente, lavash en Armeense kaas. Zelfgemaakte vruchtensap en Armeense wijn wordt ingeschonken. Ten slotte worden twee soorten meloen op tafel gezet, wordt er koffie ingeschonken en een groot stuk taart aangesneden.
De daaropvolgende vrijdag ben ik om 09.00 uur opgehaald voor een vlug bezoek aan 2 kerken gelegen op enkele tientallen kilometers van Jerevan. Met een Lada en snelle chauffeur rijden we naar Echmiadrine Kathedraal. Rondom deze kathedraal zijn er vele gebouwen waarin nonnen en monniken wonen en leven. In deze Kathedraal zijn geen banken. Er zijn wel schilderijen van Heiligen te zien, geen iconen, maar ze noemen deze wel zo. De kathedraal is indrukwekkend en omgeven door groene tuinen. Priesters lopen er af en aan. Iets verder op de weg terug naar Jerevan ligt de Sint Gayaneh kerk. Via stijl oplopende trappen komt men in een geheel andere soort kerk. Interessant is de grafkelder met een geschilderde afbeelding van een vrouw, die ik aanneem in het kleine graf is gelegen.
Hierna zijn er verschillende musea aan de beurt. Het Nationaal Museum is gelegen in het centrum van Jerevan. Vier etages met historische opgravingen, tafelkleden, gebruiksvoorwerpen, oude wapens, potten, vloerkleden etc. De voorwerpen zijn zeer duidelijk opgesteld met beschrijvingen in het Engels. Vervolgens zijn we verder getrokken naar het genocide museum. Boven de grond bevindt zich een gedenknaald en een eeuwigdurende vlam. Er speelt rustige muziek en toeschouwers zitten rustig naar de vlam te kijken. Via grote zuilen worden de provincies aangegeven waar de massamoorden hebben plaatsgevonden. Een indrukwekkend gezicht. In het museum krijg ik een Engelstalige gids toegewezen, die van begin tot eind een lezing geeft over deze massamoorden. Er is een film van gemaakt van 20 minuten die de afschuwelijke gebeurtenis laat zien. Indrukwekkend is een tweeledige foto: de eerste toont de stad, inclusief moskee, vóór de verwoestingen en de andere foto toont dezelfde plaats volledig in puin.
Zaterdag om 09.00 uur word ik opgehaald voor een 250 kilometer reis door Armenië. De berg Ararat komt al snel in zicht. Langs de autoweg zitten mensen met koopwaar als abrikozen en andere vruchten. We slaan rechtsaf bij het bord Khor Virap. We zien een ommuurd klooster vlakbij de grens met Turkije. Armenen kunnen niet de Turkse grens over, in verband met de geschiedenis van de Turkse genocide. De genocide leeft zeker nog bij zowel de ouderen als de jeugd in Armenië. We parkeren de auto nabij een begraafplaats. We lopen de trappen op en komen, door onder een poort heen te gaan, op het kloosterplein aan. Onder het kloostercomplex is een smalle gevangeniscel waar, nu een heilige, zijn geïsoleerde gevangenschap moest ondergaan.
Na enige tijd rond en door het klooster gewandeld te hebben, dalen we de trappen af en rijden terug naar de grote weg voor een bezoek aan een ander kloostercomplex met de naam Noravark. We rijden langs zeer kleurrijke voedsel en fruitstalletjes. Tegenover de fruitstallen staan op hoge palen, nesten van ooievaars met op de verschillende nesten ooievaars met hu jongeren. Het landschap varieert van zware rotsen, zandstenen duinen, groene dorpjes en stroompjes water.
We komen bij de Areni wijnfabriek aan, waar ik geen wijnranken zie. Overal fruitbomen met appels, peren, abrikozen, etc. We dalen diep de kelders in waar grote eikenhouten wijnvaten, vol met wijnen, liggen opgeslagen. Het is er lekker koel. We gaan wijnproeven, eerst rode, daarna rosé en vervolgens witte wijnen. Verder word ik door de master geïnformeerd, dat de lege flessen uit Armenië komen en de kurken uit Portugal. Een fles wijn kost echt bijna niets. Tegenover de wijnfabriek is een een rots met holen, waarin archeologen bezig zijn met opgravingen. Onder meer heeft men hier de oudste leren schoen gevonden die door mensen is gedragen. Via een smalle weg, uitgehouwen in de rotsen, stijgen we langzaam maar zeker door donkere bergspleten begroeid met bomen. We komen na een tijdje weer aan bij een klein kloostercomplex. Mensen worden door een priester gezegend. Als we later in de openluchtbar een cola willen gaan drinken, is de priester plotseling de barman: “God is goed, maar ik ben ook maar een mens en moet ook eten hebben.”
We rijden in één keer terug naar Jerevan. We bezoeken de drukke groente- en fruitmarkt. Gedroogde vruchten worden tot een soort van schilderij gemaakt, het is een prachtig gezicht. Ik koop er eentje voor thuis. Het is mijn laatste avond in Armenië. Als verrassing wordt er een barbecue georganiseerd door de reisorganisatie in de tuin van een speciaal restaurant. Ik kreeg mijn afscheidscadeautjes en tevens kreeg ik de uitnodiging om in april 2011 terug te komen. Dat vind ik een eer.
Geschreven door Fred Vorstenbosch