In de stad Abomey vind je het Musée historique d'Abomey. Het ligt ongeveer 100 km net noordoosten van Porto-Novo. Je vindt er onder andere paleizen uit het Abomey koninkrijk en 1050 tentoongestelde objecten die vooral betrekking hebben op de koningen die het land regeerden. Je vindt er traditionele trommels, een 'konings'quilt en schilderingen over ceremonies. Ook staat er een troon die van menselijke schedels is gemaakt.
In het noordwesten van Benin vind je het Pendjari Nationaal Park. Het park beslaat ongeveer 2.755 hectare en huisvest vele diersoorten. Het is de thuisbasis van enkele laatste populaties van bijvoorbeeld de olifant, de West-Afrikaanse leeuw, het nijlpaard, de buffel en verschillende antilopes. Het park staat ook bekend om zijn vele vogelsoorten.
Een ander (minder ontwikkeld) park in Benin is het W Nationaal Park. Het is een groot nationaal park in West-Afrika vernoemd naar de bocht in de rivier de Niger die eruit ziet als een W. Het park bevindt zich in drie landen; Niger, Benin en Burkina Faso. Het park staat bekend om de grote zoogdieren die er leven. Dit zijn bijvoorbeeld aardvarkens, bavianen, buffels, jachtluipaarden, caracals, olifanten, nijlpaarden, luipaarden, leeuwen en wrattenzwijnen. Er leven ook ongeveer 350 soorten vogels in het park.
De watersportfaciliteiten aan de kust van Benin zijn niet erg uitgebreid. Toch zijn er erg mooie stranden bij bijvoorbeeld Ouidah en Grand Popo. Het wordt echter afgeraden om in de zee te zwemmen. Deze kan namelijk erg gevaarlijk zijn door sterke stromingen. Ga alleen in zee zwemmen als je uitstekend kunt zwemmen. Je kunt wel in de zee zeilen. Dit kan o.a. bij de zeilvereniging in Cotonou.
Omdat Benin een redelijk onderontwikkeld land is, kun je er niet heel goed winkelen. Wel zijn de plaatselijke markten, zoals die in Cotonou de moeite waard. Je ziet hier veel lokale producten die je voor een klein prijsje kunt kopen. Verder kun je er ook vaak eten en drinken kopen.
Etnografische museum 'Alexandre Sènou Adandé' in Porto-Novo is zeker een bezoek waard. Het museum is vernoemd naar Alexandre Sènou Adandé, een getalenteerde Afrikaanse etnoloog, politicus en internationaal ambtenaar die ervoor gevochten heeft dat het culturele erfgoed van Benin niet verloren ging. In het museum vind je bijvoorbeeld wapens, gereedschap, muziekinstrumenten, religieuze objecten en meubels van verschillende culturele groepen van Benin.
Het King Toffa's Palace (of: het Royal Palace Museum) is helemaal gewijd aan koninklijke figuren. Het was eerst een paleis voor koning Toffa maar is nu een museum. Het laat zien hoe het leven van een Afrikaanse edelen in de 19e en 20e eeuw was. In het museum vind je onder andere spullen van koning Toffa zoals foto's.
Het Centre Songhai is een project dat studenten uit West-Afrika aantrekt om landbouwstudies te volgen. Ze zijn de pioniers in afvalbeheer en vindingrijkheid. Het Centre Songhai bevat studentenhuisvesting, conferentiecentra in de open lucht, een cybercafé, leuke restaurantjes en bars en een kleine winkel waar je verse producten kunt kopen.
Ongeveer 10 km van Porto-Novo wordt de Adjarra markt gehouden. De markt is om de vier dagen geopend en staat bekend als een van de beste van Benin. Je kunt er onder andere unieke stoffen, aardewerk, muziekinstrumenten, voodoo-ornamenten en eten en drinken vinden. De plaatselijke bewoners lopen in traditionele klederdracht rond wat ook een bezienswaardigheid op zich is.
In Cotonou vind je het Centre Artisanal, het ambachtelijke centrum. Je vindt er onder andere traditionele houten maskers, manden, potten en geweven stoffen. Deze producten hebben vaak mooie verhalen over waar ze voor gebruikt worden. Je kunt de producten tegen redelijke prijzen kopen.
Een andere markt in Cotonou is Dan Tokpa, deze wordt normaal gesproken eens in de vier dagen gehouden. Het is een kleurrijke markt met rondom verschillende boetiekjes. Je vindt er producten van goede kwaliteit. Op deze markt is afdingen aan de orde van de dag.
Lake Nokoué is een meer in het zuiden van Benin ten noorden van Cotonou. Aan de westerse oever vind je het waterdorp Ganvié. De huizen hier zijn gebouwd van bamboe of boomstammen die in het water verdwijnen. Het meer is een belangrijk gebied voor veel verschillende vogels die hier dus ook in groten getale voorkomen.
Een overblijfsel van de Portugese tijd van Benin is het Fort van São João Baptista de Ajudá, in Ouidah. Het fort is vooral belangrijk geweest voor de slavenhandel. Nadat de slavenhandel werd afgeschaft, verloor het fort zijn belangrijke betekenis. Nadat de Fransen dreigden het land binnen te vallen, werd het fort weer veel gebruikt. Het fort is een klein vierkant gebouw met op elke hoek een toren. Ook vind je er een kerk en een kwartier voor de officier. In het fort vind je nu een museum.
In Ouidah staat een tempel gewijd aan de python. Er leven 50 volwassen pythons in het gebouw. De tempel beslaat ongeveer 12 m². In de tempel kun je op de foto met een slang om je nek, hier moet je wel voor betalen. Ook mag je ze aaien, want het aanraken van een python zou geluk brengen. De tempel is dagelijks geopend.
Door de vroegere slavenhandel zijn er veel monumenten in Ouidah die te maken hebben hiermee. Een voorbeeld hiervan is de Route des Esclaves (de slavenroute). Dit is een 4 km lange weg van het Ouidah Museum of History naar het strand. Vroeger was dit de weg waarover slaven liepen om bij de kust te komen. Langs de weg staan enkele monumenten om de slaven te herdenken. Een voorbeeld hiervan is de Door of No return. Dit is een boog die wel 15 miljoen slaven gepasseerd hebben. En de Tree of Forgetfulness. De slaven moesten hier rondjes omheen lopen, zodat ze hun geboorteland zouden vergeten.
Aan de Route des Esclaves bevindt zich het Ouidah Museum of History. Hier vind je veel objecten en illustraties van historisch en cultureel belang. De bezoeker krijgt hier een goed beeld van het verleden van de regio. De collecties zijn opgedeeld in zes thema's: Portugese forten, het Koninkrijk Xwéda, het Koninkrijk Dahomey, de slavenhandel, Voodoo en de culturele banden tussen Benin en de nieuwe wereld.
