Costa Rica en Panama
Het is eindelijk zover, wij vertrekken vandaag naar Midden-Amerika. We gaan een 18-daagse...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. San José
(Costa Rica)
, B. Manuel Antonio
, C. Ojochal
, D. San Gerardo de Dota
, E. Turrialba
, F. Jaco
Periode: oktober 2015
Vervoer: Vliegtuig en auto
Accommodatie: Diverse hotels
Opgelucht en een tikkeltje vermoeid loop ik richting de bagageband op de luchthaven van San José. De voorafgaande twintig uur bestonden voornamelijk uit wachten, douanebeambten die hun dag niet hadden en vliegtuigeten. Gelukkig is mijn knalrode koffer meegekomen vanuit New York. Eerder die dag zijn we van Nederlandse bodem vertrokken naar Newark, om daar na een overstap op het vliegtuig te stappen naar Costa Rica. Voor mij is het de eerste keer in Midden-Amerika. Ik zal voor de eerste keer dat imposante regenwoud mogen aanschouwen, dieren spotten die ik alleen nog maar in de dierentuin heb gezien en kennis maken met de inwoners van dit dunbevolkte land.
De truien en vesten mogen uit, buiten wacht ons een aangename 25 graden Celsius en een fikse regenbui, maar dat terzijde. 'Het is een van de eerste hevige regenbuien sinds lange tijd', laat Juve (de gids voor de aankomende week) weten. We belanden in de avondspits van San José, in een kleine 40 minuten zijn we bij het hotel waar een heerlijk diner op ons wacht. Hotel Bougainvillea wordt gerund door de Nederlandse Hans. Een absoluut hoogtepunt bij je verblijf in dit hotel is een wandeling door de 4 hectare grote tuin, vol met de meest bijzondere en tropische boomsoorten bij elkaar. Achter veel van de planten zit een verhaal, die Hans tijdens een rondleiding door de tuin maar al te graag ten gehore brengt. De Bonsai Bouggainvillea is een van de topstukken in de tuin. 'Ik kreeg hem voor mijn verjaardag van mijn vrouw, hij bleek 80 jaar oud te zijn en 2000 dollar te hebben gekost. Volgens mij wilde mijn vrouw hem gewoon graag hebben', zegt Hans lachend. De bijzondere Amazonemotwot wordt gespot als we verder lopen, een van de tuinmannen plukt de Jaboticaba vruchten van de boom en we lopen langs een boom met enorme stekels. Dit is bedoeld om de dieren beneden te houden, zodat ze de vruchten niet opeten. Volgens mij kan je je uren vermaken in deze tuin.
Het overgrote deel van de Tico's, zoals de Costa Ricanen zichzelf noemen, woont in de hoofdstad San José. Verstopt verkeer, veel drukte en slecht onderhouden stoepen domineren het straatbeeld van de stad. Tel daar de niet al te spannende architectuur bij op en San José lijkt een plek waar je als toerist niet al te lang wilt door brengen. En dat doen wij ook niet. Wel bezoeken we een aantal plekken in de stad die je verblijf in deze stad wat aangenamer maken. Bezoek bijvoorbeeld het Nationaal Theater voor de nodige muzikale klanken, het Goudmuseum waar je een goudcollectie uit de pre-Columbiaanse periode kan aanschouwen of ontmoet de locals op de centrale markt. Wij kiezen voor het laatste. Een wirwar aan kleine gebouwen, buizen, snoeren en mensen doemen op als we naar binnenlopen. Vers fruit, de meest bijzondere soorten kruiden, lokale soda's, vleeswaren en koffietentjes zijn in een grote hal samengebracht. De dagelijkse boodschappen worden hier gedaan, ook eet men hier graag met elkaar. Wij eten een typische ceviche in een van de soda's (lokale eettentjes) en de koffieliefhebbers proberen, zo wordt ons verteld, de beste koffie van San José in een koffietentje.
Die middag vertrekken we richting de Turrialba Vallei. We maken een rondje door Costa Rica die de meeste toeristen niet maken, iets wat ik erg leuk vind. Na een rit van ongeveer anderhalf uur rijden we een zeer hobbelige weg op, met aan het einde onze accommodatie voor de aankomende twee dagen. Rosanna, eigenaresse van de Guayabo Lodge waar we verblijven, laat ons al snel merken dat het zonde is dat deze plek niet op de 'vaste route' zit. 'We zitten feitelijk in het centrum van een heel groot gebied', zegt ze. 'De Irasu vulkaan, de nationale parken, maar ook riverrafting en Santa Cruz zijn in de buurt. Deze plek is eigenlijk een soort transitpunt naar de zuidelijke Cariben en de Grote Oceaan, omdat het zo centraal ligt'. Zo op het eerste oog een heerlijke plek lijkt mij. Als ik de volgende ochtend wakker wordt met uitzicht op een rokende vulkaan en de vallei, wordt dit gevoel bevestigd.
Vanuit de lodge vertrekken we richting het Guayabo National Monument. Het blijkt de grootste en meest belangrijke archeologische site te zijn in Costa Rica. Een deel van de ruïnes, wat voorheen een dorp bleek te zijn met zeker 1.000 inwoners, is blootgelegd en gerestaureerd. Geschat wordt dat het monument ongeveer 3000 jaar oud is. Om het te bezoeken maak je een een mooie wandeling door het bos, waarbij je onderweg vele bijzondere planten en dieren spot. Een uniek stukje cultuur dat kan worden gecombineerd met een fijne wandeling.
Finca La Flortia staat vervolgens op de planning. Op deze kaasboerderij maken ze de beroemde Turrialba kaas die je in heel het land tijdens het ontbijt, maar ook in andere gerechten terug ziet komen. Het is een kleine boerderij met een aantal koeien en een plek waar de kaas wordt gemaakt. Tijdens een demonstratie laat de eigenaresse zien hoe de kaas wordt gemaakt, waarna we natuurlijk ook nog even mogen proeven. Kom je op tijd, dan zou je ook nog zomaar eens de koeien mogen melken.
Na een ontbijt waarbij we weer eens overladen worden met het lekkerste verse fruit dat ik ooit heb gegeten, beginnen we aan een sportieve activiteit. Ik sta niet meteen te popelen en twijfel nog wat, als we in ons harnas worden gehesen blijkt al vrij snel dat de begeleiders ervan uitgaan dat we allemaal meedoen met de canyoning. Misschien maar beter ook. Deze activiteit is erg populair bij de sportievelingen, maar zou ook te doen moeten zijn voor personen met een iets minder sportieve aanleg. Wat je doet bij canyoning? Aan een touw abseil je van kliffen en watervallen. In dit geval vijf watervallen van verschillende hoogtes. En dan niet netjes naast de waterval zodat je niet nat wordt, maar dwars door de waterval is de bedoeling. Bij de eerste waterval voel ik mijn hartslag sneller gaan, het moment dat je achterover moet leunen blijft wat onwennig aanvoelen. Als je daar eenmaal hangt is het best te doen en nog leuk ook! Tussen de watervallen door verplaatsen we ons te voet en per zipline. In totaal mogen we er vier doen en vlieg je door de hoge boomtoppen van Costa Rica. Een heerlijk gevoel. Al wiebelend pakken we aan het einde nog een loopbrug mee, dat was misschien nog wel het engste deel van de activiteiten.
Gelijk de eerste dag was het al vrij snel duidelijk dat rijst en bonen een vrij populaire combinatie is. Ze eten rijst en bonen bij het ontbijt, bij de lunch en als het mogelijk is ook nog bij het avondmaal. Het is dus ook niet heel verwonderlijk dat wij een grote portie rijst met bonen voorgeschoteld krijgen na de canyoning. Naderhand vertrekken we richting San Gerardo de Dota. De hemel voor vogelspotters en wandelaars en letterlijk en figuurlijk een van de hoogtepunten van Costa Rica. Via de Cerro de la Muerte rijden we naar de acht kilometer lange weg die ons naar het dal van San Gerardo de Dota brengt. Van een aangename 25 graden Celsius, belanden we in een klimaat dat voor de Costa Ricanen koud te noemen is. In dit nevelwoud ligt de temperatuur een stuk lager, als we aankomen is het slechts 14 graden. De mist geeft de bomen een hele mystieke sfeer. Eenmaal bij de Trogon Lodge schemert het al. De open haard staat aan en we hebben een paraplu nodig om bij de huisjes te komen. De huisjes worden verwarmd door een gaskacheltje, er is een heerlijk bed aanwezig en het is gezellig aangekleed. Na het aantrekken van wat warmere kleren eten we die avond in het restaurant van de Trogon Lodge, wat erg goed is. Eenmaal terug bij het huisje ontdek ik een rare bult in mijn bed. Ik loop ernaartoe en merk dat er iets warms onder mijn dekbed ligt. Een beetje vertwijfeld sla ik het dekbed opzij, wat later geheel onnodig blijkt te zijn. Vol verbazing staar ik naar een heerlijke warme kruik die door de medewerkers in mijn bed is gelegd, als dat geen service is. Het geeft ook weer even aan hoe fris het hier is, ik had niet gedacht een kruik in Costa Rica nodig te hebben.
In San Gerardo de Dota leven meer dan 175 geïdentificeerde vogelsoorten, waaronder de prachtige quetzal. Deze vogel wordt een van de mooiste vogels van Zuid-Amerika genoemd en is rondom de Trogon Lodge uitstekend te spotten en dat ook nog eens het hele jaar door. We willen deze vogel natuurlijk niet missen, daarvoor moet je echter wel vroeg uit de veren. Om half 5 in de ochtend gaat de wekker, het is nog vrij donker buiten maar gelukkig is het droog. Onder begeleiding van een gids gaan we op zoek naar de vogel, op slechts een kleine afstand van de lodge. De gids, die de geluiden van de vogel perfect weet te imiteren (ik dacht even dat het een echte vogel was), probeert de vogels met zijn gezang te lokken. De reden dat we zo vroeg zijn is omdat de vogels niet van het volle zonlicht houden. De quetzal leeft in dit gebied omdat hier de wilde avocado's te vinden zijn, wat het belangrijkste voedsel is voor de vogel. De wilde avocado, die overigens kleiner zijn dan de avocado's die wij kennen, slikt het vogeltje in een keer door en poept de grote pit vervolgens uit. Dit vogeltje heeft overigens het formaat van een grote duif, wel met prachtige kleuren en vooral het mannetje doet zijn best de vrouwtjes voor zich te winnen met zijn lange veren.
Je bent in dit gebied voor 99% zeker dat je de quetzal zal zien
Omdat er nog geen zon is en we de hele tijd stil staan, voelt het vrij fris aan. Na ongeveer 10 minuten staren naar de boven wordt er een quetzal gespot. Een vrouwtje om precies te zijn, die nog wel eens van het ene op het andere takje wil springen. De telescoop wordt op zijn plek gezet, zodat we het diertje ook van dichtbij kunnen bekijken. Niet veel later horen we een bus aankomen, een dertigtal grijze kopjes kijken ons vanachter de ramen aan. Langzaamaan strompelt de een naar de ander naar buiten, om zich richting onze kant de begeven. Volgens mij is het gedaan met de rust. Het blijkt een Amerikaanse groep ouderen te zijn die een reis maken door Costa Rica. Ik kan er wel om lachen. Na nog een quetzal te hebben gespot en diverse gesprekken te hebben gevoerd met de Amerikanen, gaan we op zoek naar de mannetjes quetzal op een andere plek. Hiervoor is een kleine klim vereist, nadat we de top hebben bereikt zien we de groep Amerikanen ook weer aankomen, die deze klim gelukkig overslaan. Al snel spotten we de mannetjes quetzal, prachtig is hij! Door de telescoop is hij goed te bewonderen en met de telefoons kunnen we door de telescoop heen een foto maken. De staart van de mannetjes kunnen wel 70 cm of meer worden. 'Je bent in dit gebied voor 99% zeker dat je de quetzal zal zien', laat de gids weten. Onze missie is geslaagd!
De middag staat er nog niet veel op de planning. Rondom de Trogon Lodge zijn verschillende wandelroutes aangelegd die je kunt lopen zonder gids. Deze verschillen in hoogte en moeilijkheidsgraad, maar zijn eigenlijk allemaal goed te doen. Je moet er wel rekening mee houden dat je je op een hoogte van 2.100 meter bevindt. Ik merk heuvel op dat ik veel sneller uitgeput ben dan normaal. Eenmaal hoog in de bossen ben je dit al snel weer vergeten. Het is er zo stil, groen en de mist geeft het hele plaatje een hele bijzondere sfeer. We hebben onze gids Juve meegenomen. Hij weet werkelijk alles over de natuur en is een wandelende encyclopedie. We komen de raarste soorten planten tegen. Denk maar aan de Old Man's Beard, in het Nederlands Baardmos genoemd. De benaming is vrij snel te verklaren, het mos ziet er namelijk uit als een witte baard. Even verder blijft Juve stil staan bij een dik blad. 'Dit is Copei', legt hij uit. 'Dit blad is zo sterk, dat ze er vroeger kaarten van maakten om kaartspellen mee te spelen'. Als je de tijd hebt en de mogelijkheid met een gids te lopen, dan is dat zeker aan te raden. De jungle zit vol met mooie planten en geheimen.
Die middag staat er een paardrijtocht op de planning. Ik ben niet bepaald een paardenmeisje, ondanks dat ik de dieren erg leuk vind. Tel daarbij op dat ik allergisch voor ze ben en het sommetje is compleet. Toch gaan we het proberen, nog wat onwennig klim ik op het brede paard, bij de eerste bewegingen moet ik mij nog goed vasthouden maar eenmaal onderweg gaat het best. Het tempo is rustig, daar is mijn paard het overduidelijk niet mee eens. Na wat kribbige hapjes naar het buurpaard en wat mislukte inhaalmanoeuvres krijg ik hem weer netjes in het rijtje. Ze luisteren opvallend goed. Totdat er een wat diepe geul komt waar we door moeten. Mijn paard twijfelt, wat ik goed snap, maar doet het na een aantal schopjes toch. Als we aankomen bij de rivier heeft hij weer zijn bedenkingen. Ik krijg een stok van de begeleider in mijn handen gedrukt om hem wat meer te pushen. Dat helpt en de rest van de tocht doet hij het heel netjes. De regen gooit helaas wat roet in het eten. Na een kleine anderhalf uur zijn we weer terug bij de lodge. Het was een heerlijk ritje en zeker voor herhaling vatbaar, maar dan zonder regen.
De wekker gaat vroeg die ochtend, we vertrekken vandaag namelijk uit San Gerardo de Dota om richting Ojochal te gaan. Aan de kust gaan we hier walvissen spotten. Met een ontbijtpakketje in de auto beginnen we aan de lange reis richting de kust. Onderweg blijkt er een miscommunicatie te zijn over het tijdstip, de boot zou al veel eerder vertrekken waardoor we het nu niet meer halen. Dit geeft ons wel de mogelijkheid eerst lang het hotel te gaan. We logeren in Hotel El Mono Feliz, gerund door de Nederlandse Otto en Anja. We hebben de rest van de ochtend om te genieten van de omgeving en besluiten het strand op te zoeken. Ventanas Beach ligt in de buurt en is prachtig. Er is een kleine entree nodig om binnen te komen, maar het is er daardoor niet erg druk en vrij veilig. Iedereen gaat zijn eigen gang en ik maak een wandeling richting een grot in de zee. Twee Tico's spelen in het water met hun hond. 'Het strand is vernoemd naar de twee grotten hier, je kunt er zelfs doorheen lopen als het water laag staat', zegt een van de twee. Hiervoor zijn we helaas te vroeg. Op het strand tussen de palmbomen staat een klein tentje waar ze ceviche verkopen. Deze soort vissoep gemaakt in citrusvruchten heb ik eerder deze trip al eens mogen proeven, maar deze wint het zeker van de andere. En dat ondanks dat ik niet eens zo'n visliefhebber ben. Het zure in combinatie met de vis maakt het gewoon erg lekker. De hele setting eromheen laat het natuurlijk nog iets beter smaken.
Het is in de middag dan toch tijd om de walvissen te gaan opzoeken. Dit doen we in Marina Ballena National Park. Dit is het broedgebied van een groot aantal bultruggen, waardoor de kans om ze hier te zien erg groot is. De gidsen nemen ons mee de zee op, maar leggen uit dat de kans dat we ze 's middags zien kleiner is dan in de ochtend. Dan varen er namelijk veel meer boten rond die elkaar kunnen waarschuwen als ze er een zien. Wij varen ongeveer een half uur langs de prachtige kust van Costa Rica. Het land vanaf het water zien blijft bijzonder.
Een van medewerkers van Bahia Aventures, het bedrijf dat de tour organiseert, ziet op een gegeven moment een walvis. De boot vaart er rustig naartoe en inderdaad, een enorme moeder met haar jong zwemt daar rustig rond. Het is voor mij de eerste keer dat ik ze in het wild zie. En dat is bijzonder! Dat deze enorme beesten daar gewoon zwemmen en wij er met ons toch wel kleine bootje zo dichtbij kunnen komen. De gids legt uit dat dit gaat om een moeder en haar jong, die nu een meter of 3 à 4 is. Volwassen bultruggen kunnen tot wel 16 meter groot worden. Ze begeven zich op deze plek omdat het hier veilig is om hun jong groot te brengen. Hier heb je namelijk geen dreiging van witte haaien en is de watertemperatuur aangenaam. Na vele mooie foto's en filmpjes te hebben gemaakt, vertrekt het bootje met volle vaart weer terug naar het beginpunt. Het was een geweldige ervaring deze beesten eens in het wild te mogen aanschouwen.
Spinnen, kikkers en de meest giftige slangen van Zuid-Amerika kruipen rond in de jungle van Costa Rica. Overdag zijn veel van deze dieren niet te zien, als de zon echter ondergaat komt er een hele andere wereld tevoorschijn in de bossen. Van hoteleigenaar Otto krijgen wij de tip deze bijzondere wereld te gaan ontdekken met een collega hoteleigenaar in Costa Rica. Mario Montenegro is bioloog en hoteleigenaar en heeft een tijd in Nederland gewoond met zijn Nederlandse vrouw, waardoor hij nu goed Nederlands spreekt. We pikken Mario samen met een collega op en rijden een zijweg van de hoofdweg in. Niet veel later staan we midden in de jungle. Het is pikkedonker en als we de auto uitstappen hoor je de geluiden van de jungle. 'Ik wil hier geen massatoerisme', zegt Mario. De exacte plek moet dan ook geheim blijven. De kaplaarzen, paraplu's en regenjacks worden tevoorschijn getoverd, het regent helaas maar dat mag de pret niet drukken. Ook een zaklamp is niet overbodig. We krijgen uitleg over de tour. Zo laat hij weten dat zijn collega mee is om ervoor te zorgen dat er zich geen slangen bevinden op ons looppad. Hij voegt hier nog even doodleuk aan toe dat een van de meest giftige slangen van Zuid-Amerika in dit stukje bos leeft. De beet van een lanspuntslang is genoeg voor een dodelijke afloop. Ook de meeste spinnen die hier rondlopen zijn giftig. We beginnen ons toch een beetje af te vragen of het wel zo veilig is om dit te doen. Mario geeft de opdracht precies achter hem te blijven lopen en ook te gaan staan waar hij staat. Dit doen we natuurlijk, nog een beetje argwanend.
Het is de meest gefotografeerde kikker ter wereld
We zijn nog geen vijf meter het stuk bos in of we blijven al stil staan. Rondom een poel wordt gezocht naar de roodoogmakikikker. Opeens hoor ik 'wow, moet je kijken' achter me. Ik draai me om en zie een enorme, maar dan ook echt enorme kikker zitten! Hij blijft als een standbeeld naar ons kijken, om vervolgens rustig weg te springen. Te laat voor een foto helaas, maar wat was dit beest groot. De roodoogmakikikker is inmiddels gevonden, Mario laat hem ons zien en legt het een en ander uit over het mooie beestje. 'Het is de meest gefotografeerde kikker ter wereld', zegt hij. Als we verder lopen, ontdekken we nog een glaskikker. Deze kikker is erg klein en zowat doorzichtig van kleur. In een insectenpotje kan je als de kikker goed zit, zelfs zijn hart zien. Om het feest helemaal compleet te maken vinden per toeval een baby glaskikker. 'Het orgasme van iedere bioloog', noemt Mario het. Dit beestje is zeer moeilijk te vinden, Mario heeft hem zelf nog maar één keer eerder mogen zien in het wild. Wederom duikt iets verder de enorme kikker weer op, precies op de plek waar we langs moeten lopen. Hij blijft dit keer gelukkig rustig stil zitten. De kikker met de blauwe spijkerbroek aan, genaamd Blue Jeans Frog, komen we ook nog tegen. Een erg grappig diertje, dat eruit ziet alsof hij een oranje shirt aan heeft met een blauwe broek aan. Tot slot pakken we nog even een enorme spin mee. Ik maak er voor mijn eigen bestwil geen foto van, die zie ik later namelijk liever niet meer terug. In totaal hebben we zeven verschillende soorten kikkers gezien, één slang en twee spinnen.
Manuel Antonio National Park is een bekend natuurpark in Costa Rica en tevens een van de meest populaire parken in het land. Er zijn goed aangelegde wandelpaden en je kan er diverse wandelingen maken. Het park is sinds 1972 beschermd en staat bekend om de vele doodshoofdaapjes en de prachtige stranden, die op een vrij korte loopafstand van de ingang liggen. Wij maken een leuke wandeling door het park, waarbij we na ongeveer een kilometer al de eerste aapjes tegenkomen. Je ziet ze hier gewoon in het wild in de bomen zitten, de meeste zijn totaal niet bang voor mensen en voeren zelfs een soort show op in de bomen. Iets verder zit een groepje wasberen op het strand. Die zijn iets minder lief en zitten maar al te graag in de tassen van de mensen op het strand. Ik blijf het een beetje dubbel vinden, wij zitten tenslotte in hun natuurlijke leefgebied. De stranden zijn hier overigens wel prachtig, het zijn zeker een van de mooiste stranden die ik deze trip heb gezien. We genieten ongeveer een uur van de zon en het uitzicht, waarna we weer verder gaan.
De dag zou helemaal compleet zijn als we een luiaard zouden spotten. Een dier dat hier leeft, maar waar je geluk bij moet hebben wil je er een zien. Als we terug lopen van het strand zien we er zowaar een zitten. Hij zit erg hoog, met de camera weet ik er een redelijke foto van te maken. Ook komen we een groepje witschouderkapucijnaapjes tegen, waarmee we veel van de grotere dieren die in dit park leven wel gezien hebben.
Overnachten doen we die dag bij Hotel Playa Bejuco. Een hotel met wederom een Nederlandse eigenaar en gelegen op ongeveer een uur rijden vanaf het nationale park. Het hotel ziet er prachtig uit en heeft een ideale ligging. Op slechts 50 meter afstand vind je het strand. Daarnaast is er een zwembad aanwezig, die we natuurlijk even uitproberen.
De volgende ochtend staat ons een activiteit te wachten waar ik de hele reis al best naar uitkijk: we gaan surfen! Ondanks dat ik nog nooit op de plank heb gestaan, ben ik erg benieuwd of er wat van te maken valt. Na een goede introductie en de nodige technieken gaan we het water in. De surfleraren helpen je de juiste golf te pakken en geven je in het begin nog een duwtje op de golf. De eerste paar keren val ik van de plank af, maar al snel voel ik dat het beter gaat en blijf ik zowaar even staan. Aan het eind van het uur weet ik tot bijna aan het strand op de surfplank te blijven staan. Iets wat ik nooit gedacht had aan het begin van de lessen. Een ontzettend leuke en vermoeiende ervaring.
Die middag is het alweer tijd om terug richting San Jose te gaan. Onderweg maken we nog een paar stops, onder andere om het plaatsje Jaco te bezoeken en hier wat te eten. Vervolgens maken we nog een stop bij de Tarcoles rivier, waar je eigenlijk altijd een groep krokodillen kan zien liggen in de rivier. Ook als wij komen zijn ze aanwezig, veel meer dan stil liggen op het zand en in het water doen ze niet, maar ze zien er wel machtig en gevaarlijk uit. Een ander dier dat we onderweg nog zien is de toekan en later ook nog de Geelvleugelara. Wat een prachtige dieren en wat een mooie afsluiting van deze heerlijke reis.
De laatste nacht, een nacht kun je het eigenlijk niet noemen, slapen we in Hotel Rincon de San Jose. Een prachtig hotel in een leuke wijk in San José. We dineren hier met de eigenaar Jos en gaan vroeg het bed in. De wekker gaat namelijk om half drie. Eenmaal terug op de kamer pak ik mijn koffer in en bekijk ik de foto's van de afgelopen reis. Ik was nog nooit in Zuid- of Midden-Amerika geweest, maar een betere eerste indruk van dit continent had ik niet kunnen krijgen. Costa Rica is zo enorm groen, daar kun je je hier zowat geen voorstelling van maken. Ik stond versteld van de wilde dieren die we hebben gezien, maar ook van de verschillen in hoogtes, klimaten en temperaturen. Je hebt zo ontiegelijk veel mooie en diverse natuur, in een land dat maar iets groter is dan Nederland. De stranden, met op de achtergrond de jungle en de bergen, lijken zo uit een reisgids te komen. Ik heb het geluk gehad om een klein deel van dit land te ontdekken, daarbij hebben we de Caribische kust nog niet eens gezien. Dit is voor mij reden genoeg om nog eens terug te komen!
Heb je interesse in een reis naar Costa Rica? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Costa Rica, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.