Een weekje rust op Sal; Cabo Verde

Bestemming: A. Sal (Kaapverdië)
Periode: juni 2006
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Hotel

De winters zijn hier koud en duren lang, vandaar dat we zin hadden om eens lekker niks te doen en er voor een weekje op uit te trekken. Op internet zochten we naar een bestemming, waar het 'niksen' verheerlijkt wordt, dit valt niet mee! Op een gegeven moment kwamen we het woord 'Morabeza' tegen. Dit betekent 'gezellig volk' in de Creoolse taal. Het is echter meer dan alleen een betekenis, het is namelijk een filosofie die zegt dat het hele leven genieten is! Deze filosofie wordt gedragen door de Kaapverdianen, vandaar dat wij kozen voor deze bestemming.

Ilha do Sal
Rond middernacht komen we aan op de luchthaven Amilcar Cabral van Sal. Het tijdverschil met Nederland en België bedraagt 3 uur (in de zomer). Voor ons was het dus als drie uur 's morgens. Sal is onderdeel van Barlavento, wat een archipel is van de eilandengroep Kaapverdië. Kaapverdië is een archipel en bestaat uit 12 eilanden, hiervan zijn 6 eilanden bewoond. Allemaal zijn ze van vulkanische oorsprong en gelegen in de Atlantische Oceaan, op zo'n 600 kilometer van de Afrikaanse kust. Sal is een klein eilandje van maar 32 kilometer lang en tussen de 8 en 12 kilometer breed. De meeste inwoners van Sal wonen in drie dorpen: de haven Palmeira, de hoofdstad Espargos en een vakantiedorp Santa Maria. Vroeger had Sal de naam Llana, dit betekent 'plat'. Sal is namelijk niet meer dan één grote woestijn met in het noorden de overblijfselen van een vulkaan. Deze vulkaan heeft een piek van 400 meter. De naam veranderde vanaf 1640, omdat men toen begon met het winnen van zout op het eiland. In Salinas van Pedra Lume zijn de restanten van deze zoutwinning nog te zien.

Santa Maria
Santa Maria is een vissersdorpje dat het meest zuidelijk is gelegen op Sal. Het dorpje heeft amper 1.860 inwoners en ligt op 18 kilometer afstand van de luchthaven. Santa Maria ligt aan een van de mooiste stranden van het land en is 8 kilometer lang. Op sommige plekken zijn de stranden wel meer dan honderd meter breed! We hebben gekozen voor het Morabeza Hotel. Dit was een van de eerste hotels op het eiland en is in Belgisch beheer. Tussen 1963 en 1967 lieten de Gentse Gaspard en Georges Vynckier hier een guesthouse bouwen voor zichzelf en vrienden. Op aandringen van South African Airlines gingen ze er ook kamers verhuren, voor de crew van de S.A.A.

De luchthaven
Dit brengt mij terug naar het ontstaan van de luchthaven van Sal. In 1939 is de luchthaven gebouwd omdat de Italianen, onder de leiding van Mussolini, zochten naar een plek om te tanken tijdens hun vluchten naar Zuid-Amerika. Ook de Zuid-Afrikaanse luchtvaartmaatschappij maakte dit toen tot zijn vaste stopplaats. Er was toen boycot in hun land tegen het apartheidsregime, daarom mochten ze de andere Afrikaanse landen niet overvliegen. Daarom was Sal tot 1986 de tussenstop voor vluchten tussen Johannesburg en New York. Tegenwoordig is de luchthaven een van de belangrijkste tussenstop van de hele wereld. Ook de toeristen beginnen steeds meet interesse te tonen voor vluchten naar deze luchthaven.

Santa Maria wordt als vakantiebestemming steeds bekender. Het klimaat is hier namelijk zeer aangenaam. Het hele jaar door varieert de temperatuur tussen de 22 en 28 graden. Ook regent het er bijna nooit. Je voelt eigenlijk constant een aangename zeewind waaien, de Atlantische Oceaan is onbezoedeld blauwgroen en de stranden zijn prachtig. Toen wisten wij het zeker: strand, zee en zon: de ideale plek voor familie en alle soorten watersport. Dit alles ligt op nog geen zes uur vliegen van Brussel.

De pier
We lopen naar de pier, die op het moment deels is afgebroken. Dit is het centrale punt en tevens de ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking. Rond elf uur is er dagelijks de aankomst van de vissers. Het is zeker de moeite om hier een kijkje te gaan nemen. Ook de bootexcursies en de duikers vertrekken vanaf dit punt. Vanuit het centrale punt lopen we links tot aan hotel Odje d’Agua, waar je een mooi uitzicht hebt op de baai vanaf het terras. Als je bij de pier rechts af gaat, kom je bij het kilometers lange strand. Nergens op de stranden vind je hier mensenmassa’s en dat geeft het eiland echt zijn charme: een weelde aan ruimte om je heen.

Het dorp zelf beperkt zich tot een aantal straatjes en zijstraatjes. Die lopen allemaal gelijk uit in het oneindige maanlandschap. Wel is het er erg gezellig met pastelkleurige huisjes waarin het binnen zeer netjes oogt. Verder bevat het dorpje een leuk dorpspleintje met restaurants, een krantenkiosk en het kleurrijke Cultural Café. Verderop heb je de overdekte markt waar je voornamelijk Afrikaanse souvenirs kunt kopen. Ook zijn hier al meerdere winkeltjes waar ze merkkleding verkopen. In de minimercados is zowat alles te koop trouwens. Verder staan er veel kraampjes met groenten en fruit. Je moet niet vergeten dat alles op dit eiland moet worden ingevoerd, zelfs tot water aan toe! Hiervan komt het meeste voedsel van andere eilanden, Zuid-Afrika of Portugal. Vis vangen ze wel zelf. De prijzen zijn hierdoor op het eiland redelijk hoog, naar Afrikaanse normen. Naast een paar eenvoudige eethuisjes in creoolse stijl zijn er ook leuke bars als Pirata of the Chill Out. Een echt bruisend uitgaansleven heb je niet in Santa Maria, je komt hier echt om uit te rusten, te surfen, duiken, vissen of zwemmen. Daarnaast is de bevolking van het dorp erg gastvrij en vriendelijk.

Palmeira
Met een taxi zijn we naar het havendorpje Palmeira gereden. Dit ging via de enige verharde weg op het eiland die er is, midden in een erg desolaat landschap waar je eigenlijk bijna niets tegenkomt. Rondom de luchthaven is wel wat drukte, dit komt echter door de NATO manoeuvres in plaats van wat anders. Het dorpje Palmeira ligt er nog stil bij als we aankomen. Joelende kinderen die over de schoolpleinen rennen brengen nog wat leven in de brouwerij. Rondom de gemeenschappelijke waterfontein leeft er ook wat. Dit is typisch Cabo Verde; mooi, eenvoudig en ongerept.

Morabeza
Terwijl wij verbleven op Sal, was het WK voetbal aan de gang. Dit eilandje is echt voetbalgek. Het is half Afrikaans, half Portugees en half Braziliaans. Iedere wedstrijd is weer een feest. Voor die ene Hollander is het toen even mis gegaan tegen Portugal. ‘De Belgen’ hadden daar verder geen last van. Wat de uitslag ook mocht zijn, er werd feest gevierd in een bar genaamd La Tortue. Want wat is er nou leuker dan genieten van een Caipiroska onder de prachtige sterrenhemel, na een heerlijk diner (catchupa) met op de achtergrond Kaapverdische muziek. De Kaapverdische muziek is ook weer een mengelsmoes: Portugese fado, Braziliaanse bossa nova en Afrikaanse ritmes. Deze lokale muziek kreeg de naam Funana.

Tijdens een vakantie op Cabo Verde denk je dat de tijd hier stil heeft gestaan. Toch gaat een week zeer snel voorbij. Wel blijft de vraag hoelang ze dit nog vol gaan houden, voordat het massatoerisme toeslaat?

Bron - Travelblues.be

Gratis reisvoorstel Kaapverdië

Bekijk onze reizen naar Kaapverdië

Heb je interesse in een reis naar Kaapverdië? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Kaapverdië, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.