Autorondreis Albanië
Bestemming:
A. Shkodër
(Albanië)
, B. Tirana
, C. Pogradec
, D. Durrës
, E. Niksic
(Montenegro)
Periode: september 2007
Vervoer: auto
Accommodatie: Hotels
In september 2007 zijn we met de auto naar het oosten van Europa afgereisd om vakantie te vieren in onder andere Albanië (naast Kroatië en Bosnië). Hieronder een indruk van wat wij tijdens onze vakantie in dit nog redelijk onbekende Balkanland allemaal ontdekt hebben.
Dubrovnik – Shkodër
Na onze laatste nacht in Kroatië gaan we na het ontbijt rond een uurtje of 09.00 op weg naar Albanië. Eerst rijden we nog een klein stukje door Kroatië en na een mooie route door Montenegro komen we uiteindelijk aan bij de grenspost in Sukobin, een klein plaatsje aan de Albanese grens. Gelukkig is het er niet druk en zijn we snel door de douane heen. Onze papieren worden door twee verschillende douaniers gecontroleerd en vervolgens moeten we bij een derde nog € 10,00 per persoon betalen aan visumkosten betalen. Naast een stempel in ons paspoort, krijgen we ook nog een papier overhandigd met daarop alle autogegevens en de datum waarop we het land zijn binnengekomen. Daarmee hebben we officieel toestemming om Albanië binnen te rijden.
Net nadat we de grens zijn overgestoken, staat ons de eerste uitdaging al te wachten: we moeten over een smalle houten brug de rivier Buna oversteken. We rijden de brug al op maar worden door tegemoetkomende auto's al snel achteruit weer teruggestuurd. Dan valt ons pas op dat andere automobilisten aan onze kant van de brug blijven staan wachten en daarop besluiten wij dit ook maar te doen. Terwijl we rustig af staan te wachten tot we de brug over kunnen, worden we lastig gevallen door kinderen uit de zigeunerwijk die bij de brug in de buurt ligt. Als we uiteindelijk de brug over zijn gestoken, door maar achter de auto aan te rijden die als eerste de brug opging, blijkt dat aan de andere kant een mannetje het verkeer staat te regelen. Voor ons is het tot nu toe een complete cultuurshock.
Shkodër is nu niet zo ver meer en rond een uurtje of drie ’s middags rijden we de stad binnen en hebben we ons hotel snel gevonden. We parkeren de auto bij het hotel en vinden het toch allemaal wel een beetje eng. Na het inchecken kunnen we de auto op een afgesloten parkeerplaats achter het hotel neerzetten. De jongen in het hotel spreekt alleen maar Albanees en Italiaans, maar weet ons alles met handen en voeten toch redelijk duidelijk te maken. We gaan een stuk lopen om de boel een beetje te verkennen en al snel blijkt dat onze angst voor niks is geweest, want op het eerste gezicht is het een vriendelijke stad. Aan het eind van de middag/begin van de avond is de lokale bevolking massaal op de straat te vinden en is het erg druk. We eten bij een Grieks restaurant, waar we een heerlijke maaltijd krijgen voorgeschoteld. Hier maken we ook voor het eerst kennis met stroomuitval in Albanië. Later als we in een internetcafé zitten, valt opnieuw de stroom uit. Schijnbaar gebeurt dat hier wel met enige regelmaat, want bijna iedereen heeft een generator en al snel zijn alle computers weer opgestart. Vol van eerste indrukken keren we terug naar ons hotel.
Shkodër – Tirana
Vandaag hoeven we niet zover te rijden, dus vertrekken we pas rond 10.30 uur. Eenmaal onderweg stuiten we al snel op de enorme verkeersdrukte in Shkodër en dan worden we door een verkeersagent ook nog een andere kant opgestuurd dan waar we eigenlijk naartoe willen. Het is dus een hele klus voor we de stad uit zijn, maar dan zitten we al snel op de weg in de richting van Tirana. De weg waar we overheen rijden is vrij nieuw en ook weer erg druk: we worden voortdurend van beiden kanten ingehaald en vaak gaat dat maar net goed. Als we Tirana eenmaal hebben bereikt, komen we er al snel achter dat het hier ook een complete verkeerschaos is. Auto's rijden kriskras door elkaar heen en daar tussendoor steken ook nog eens voetgangers over, maar gelukkig staat er op veel kruispunten politie het verkeer te regelen om het enigszins in goede banen te leiden. We kunnen de weg niet vinden, dus na al twee keer de weg te hebben gevraagd en talloze rondjes te hebben gereden, schieten we op het Skanderbegplein twee agenten aan die we om hulp vragen. In eerste instantie denken ze dat we de auto willen parkeren, maar als we ze duidelijk hebben weten te maken dat we de weg willen vragen, zijn ze heel behulpzaam. Met gebarentaal en in gebrekkig Engels proberen ze ons duidelijk te maken waar we naartoe moeten en een beetje per ongeluk komen we uiteindelijk toch in de goede straat terecht. Met wat hulp van omwonenden weten we de auto precies tussen een boompje en een paaltje in een smal straatje vlak bij het hotel te parkeren.
Rond 14.00 uur hebben we ons op onze kamer geïnstalleerd, maar op dat moment is er geen stroom en wordt de generator niet aangezet. Zonder stroom hebben we ook geen water, maar gelukkig staat er een grote emmer die vol is waar we voorlopig even mee vooruit kunnen en die we kunnen bijvullen zodra we weer stroom hebben.
Het is heerlijk weer om de stad beter te bekijken, dus we besluiten eropuit te trekken. In 1920 werd Tirana tot hoofdstad van Albanië benoemd, hoewel het in dat jaar nog maar een klein plaatsje was. Bij wijze van compromis tussen het noorden en het zuiden van Albanië werd de plaats toch als hoofdstad aangewezen en is het in de loop van de 20ste eeuw in vrijwel alle opzichten uitgegroeid tot de belangrijkste stad van het land. Het Skanderbegplein, dat kolossale afmetingen heeft, vormt het centrale punt van de stad en is vernoemd naar de Albanese nationale held Skanderbeg. Aan het plein liggen onder meer het parlementsgebouw en diverse andere regeringsgebouwen en meteen valt op dat de in de architectuur veel invloeden van de Turken, Romeinen en vooral van de Russen zichtbaar zijn.
Bovendien is op het plein een gebouw te vinden dat door zijn vorm ‘de piramide van Hoxha’ wordt genoemd. Enver Hoxha was als secretaris-generaal van de Albanese Partij van de Arbeid lange tijd de politieke leider van Albanië, maar hij was een meedogenloze dictator en duldde geen vrije geloofs- en meningsuiting. Na zijn dood werd in Tirana dit mausoleum, ontworpen door zijn dochter, voor hem gebouwd en tegenwoordig dient het als cultuurcentrum. Na een hele middag rond te hebben gelopen door de stad, hebben we geen zin om uitgebreid te eten dus nemen een döner kebab. Daarna schrijven we in het internetcafé tegenover het hotel nog weer even een reisavontuur en voor we terug naar het hotel gaan, kopen we in de supermarkt daarnaast nog een fles Albanese ouzo die we ’s avonds lekker opdrinken terwijl we genieten van weer een mooie dag.
Tirana – Pogradec
Vandaag vertrekken we om kwart voor 10 bij het hotel en zijn, boven verwachting, snel de stad uit. De weg die we vandaag moeten afleggen, is weer een mooie route, alleen is het asfalt tot aan Elbasan op veel stukken slecht. De plaats ligt in het gelijknamige district en is één van de grootste steden van Albanië. Het openbaar vervoer dat we op onze weg tegenkomen, bestaat uit oude rode stadsbussen die aan het land geschonken zijn door het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht en verder rijden de meeste inwoners die in het bezit zijn van een eigen auto rond in een oude Mercedes. Ook zijn er nog veel mensen die paard en wagen gebruiken of gewoon met hun vee op de weg lopen.
Als we net voorbij Elbasan zijn gereden, halverwege onze rit van vandaag, zien we langs de weg een leuk restaurantje en besluiten we een stop in te lassen. Na de pauze voorloopt de reis richting Pogracec voorspoedig want de rest van de weg is wel goed begaanbaar. Naarmate we steeds dichter bij Macedonië komen, zien we overal in het landschap kleine schuttersputjes opduiken. Dit zijn overblijfselen van enkele maatregelen die Hoxha in het verleden heeft genomen om zo de onafhankelijkheid van zijn land zeker te stellen. Zo liet hij bijvoorbeeld ook op iedere plek die maar enigszins van strategisch belang was een bunker bouwen, waarvan er in heel Albanië dan ook zo’n 600.000 te vinden zijn.
Rond een uur of twee zijn we in Pogradec en daar laten we bij een pompstation de tank even vol gooien, waarna we doorrijden naar ons hotel in het kleine plaatsje Tuskemisth, dat aan het meer van Ohrid op een kilometer of 10 van Pogradec en op 2 kilometer voor de grens van Macedonië ligt. De kamer in het hotel is met uitzicht op het meer de mooiste die we tot nu toe gehad hebben. Behalve op het strand is er in Tuskemisht niet veel te beleven en omdat het nog vroeg is, besluiten we even rond te gaan kijken in Pogradec en daar meteen wat boodschappen te doen. ’s Avonds eten we in het hotel en na het diner kruipen we nog even achter een computer, waar we gratis gebruik van kunnen maken.
Pogradec – Dürres
Vandaag reizen we alweer verder naar de volgende bestemming op het programma, namelijk Dürres. Maar als we ’s ochtends na het ontbijt uit willen checken, worden we door een ober tegengehouden omdat we volgens hem het ontbijt nog moeten betalen. Op ons boekingsformulier staat echter dat het ontbijt is inbegrepen bij de prijs die we hebben betaald, dus laten we hem dit formulier zien en gaat hij uiteindelijk, maar wel met tegenzin, akkoord dat we niet betalen. Om kwart voor 10 stappen we in de auto en rijden we tot aan Elbasan dezelfde route als gisteren, maar van daaruit gaan we deze keer via de plaatsen Peqin, Progozhinë en Kavajë in de richting van Dürres. We kunnen lekker opschieten over de weg die van goede kwaliteit is en we rijden toevallig aan de goede kant Golem binnen, ongeveer 15 km voor Dürres. In deze plaats ligt het hotel waar we de komende twee nachten zullen verblijven. Omdat de bewegwijzering niet erg duidelijk is, is het nog een hele klus om ons hotel te vinden, maar na een paar keer heen en weer te zijn gereden, komen we aan het eind van de weg dan toch uit bij ons hotel. De auto kunnen we kwijt in de gratis parkeergarage die bij het hotel hoort.
Rond 13.30 uur hebben we alle spullen uit de auto geladen en staan we in de hal van het hotel te wachten tot iemand ons kan inchecken. Het personeel dat op dat moment aanwezig is, spreekt helaas alleen Albanees, maar er is wel een Albanese gast die ons met gebrekkig Duits aan een kamer helpt. Het is een mooie kamer met uitzicht op zowel het zwembad als het strand. Gelukkig is er later die middag een receptioniste in het hotel aanwezig die wel goed Engels spreekt en ons het één en ander kan uitleggen en vertellen. Zo komen we erachter dat er vlakbij een kleine supermarkt is, waar we wat dingen kunnen kopen die we nodig hebben en bovendien nemen we een spel kaarten mee als souvenir. Verder verkennen we het strand en nemen nog even een duik in het water, voor we naar het hotel terugkeren om te eten.
Tijdens het eten valt de stroom weer eens uit en moet de generator er weer aan te pas komen om alles weer draaiende te krijgen. Maar als we het eten net op hebben, begeeft ook de generator het. Helaas hebben ze in het hotel maar weinig kaarsen en zaklampen ter beschikking en is het personeel genoodzaakt zich een weg te zoeken bij het licht van een mobiele telefoon. Zo lopen ze ook even mee naar onze kamer om daar een zaklamp op te halen. Met het licht van onze zaklamp en wat hulp van Ted krijgen ze de generator weer op gang, maar aan het eind van de avond valt de stroom opnieuw uit en moeten we de (uit voorzorg meegenomen) kaars op onze kamer toch nog aansteken.
Dürres
Vanmorgen zijn we in de auto gestapt en zijn we door Dürres heen gereden. Al snel komen we tot de conclusie dat we het geen leuke, veel te drukke stad vinden, waar net als in heel Albanië ook overal stalletjes langs de kant van de weg staan waar ze fruit en olie verkopen. Na aan de rand van de stad wat inkopen gedaan te hebben, gaan we dan ook terug naar het hotel. De rest van de dag doen we verder niet zo veel meer en rusten we voornamelijk uit. We slenteren op ons gemak wat over het strand, lezen een boek bij het zwembad en nemen af en toe een duik in het verkoelende water. Aan het eind van de dag genieten we op ons balkon van een borrel en aanschouwen we de schitterende zonsondergang. Als het personeel ons aan ziet komen met de zaklamp wanneer we naar de eetzaal lopen om te dineren, beginnen ze al te lachen. Deze twee dagen hebben we helaas vaker geen dan wel stroom gehad, maar daar hebben we ons toch redelijk goed doorheen geslagen.
Dürres – Niksic
Omdat we vandaag een flinke rit voor de boeg hebben, vertrekken we al om 09.00 uur. We gooien de tank nog vol om ons laatste Albanese geld op te maken en kunnen tot aan Shkodër goed doorrijden over een fijne weg. We moeten dwars door de stad heen, maar omdat we hier een paar dagen terug al zijn geweest, weten de weg nog een beetje. Ook moeten we nog een flink stuk over onverharde wegen met veel kuilen erin en terwijl we blij zijn dat we het overleefd hebben en denken een betere weg in vooruitzicht te hebben, blijkt dat toch even vies tegen te vallen. Want de weg tot aan de grens is wel geasfalteerd maar daar is dan ook alles mee gezegd, want de laatste 25 kilometer stuiteren we letterlijk Albanië uit. Bij de grens in Hani i Hotit moeten we de bij binnenkomst verkregen papieren met alle autogegevens inleveren. Aan de hand hiervan wordt namelijk nagekeken hoe lang we in het land zijn geweest en moeten we voor iedere dag dat we er hebben verbleven nog € 1,00 betalen. Vervolgens mogen we de grens oversteken, verlaten we Albanië en vervolgen we onze reis naar Nikšić, de tweede grootste stad van Montenegro.
Albanië is voor ons het Balkanland van brommende generatoren, vriendelijke mensen en chaotisch verkeer. Maar we hebben ook zoveel prachtige dingen gezien in dit Oost-Europese land, dus het is zeker de moeite waard om eens te gaan ontdekken!
Door - Ted en Erika