Gratis reisvoorstel aanvragen

Peru

Landkaart met overzicht van deze reis

Bestemming: A. Lima (Peru) , B. Pisco , C. Nazca , D. Arequipa , E. Chivay , F. Puno , G. Cuzco , H. Machu Picchu , I. Puerto Maldonado , J. Lima
Periode: september 2000
Vervoer: Vliegtuig, minivan, boot
Accommodatie: Diverse/hotels

Foto van deze vakantie

Eenmaal aangekomen in Lima worden we buiten het luchthavengebouw opgewacht door Caroline. Zij is de reisbegeleidster van Summum. Wat gelijk opvalt, is het feit dat de zon niet voluit schijnt, zoals je zou verwachten van een land zo dicht aan de evenaar. Volgens Caroline is dat ook het eerste wat haar opviel toen zij hier voor het eerst aankwam. In een minivan worden we naar het hotel gebracht. Nieuwsgierig kijken we om ons heen. We belanden in een hotel op het centrale plein van Lima. Slapen lukt altijd wel, maar als je naar de wc moet, moet je je wel herinneren, dat er op de grond een grote gelijkrichter staat voor de koelkast.

Voorstelrondje SUMMUM-groep

We hebben ons ontbijt in een restaurantje om de hoek. Een leuke plek om kennis te maken met elkaar. We vertellen allemaal wie we zijn en wat we doen. Maar waar is die ketting voor, die aan de tafelpoot vastzit? Dat is om je eigendom aan vast te maken, zodat het niet gestolen wordt. We krijgen uitleg over de stad Lima en wat er te zien en te doen is. De hele dag brengen we op eigen gelegenheid door. Zo kan je er gelijk aan wennen dat een Summum reis alle vrijheid geeft die je wenst.

Wij gaan naar het Museo de la Nación. Dan krijg je een goede indruk van de historie. Natuurlijk zien we de mooiste dingen; prachtig geconserveerd en mooi uitgestald. Van dingen uit het zuiden van Peru, tot recente vondsten van de Moche cultuur in het noorden. Daarna gaan we naar de kust. In een bustaxi gaan we naar Baranco, een wijk aan zee. We hebben daar een leuk uitzicht langs de kust, omdat de kustlijn daar in een boog loopt. Langs een steile trap gaan we naar het strand. We maken een flinke strandwandeling. Gelukkig konden we ons hotel nog terug vinden. ‘s Avonds komen we weer elkaar bij een restaurant aan de kust. De temperatuur valt wat tegen, een paar van ons doen de rits van het fleecejack snel dicht. We maken voor het eerst kennis met Pisco sour, de Peruaanse cocktail. De sfeer zit er gelijk al helemaal in binnen de groep. We hebben het waarschijnlijk goed getroffen met de groep. Caroline vertelde ons, dat er in Peru moeilijkheden zijn met de hoge benzineprijzen. Er zal de volgende dag zelfs een staking zijn van alle bus- en taxichauffeurs. Dus is ze druk in de weer om voor alternatief vervoer te zorgen voor de volgende dag.

De kustlijn van Lima
De kustlijn van Lima

Met de taxi naar Pisco

Als het goed is, zijn we vanavond in Pisco. Maar er is inderdaad een staking. Caroline heeft ”wilde” taxi’s besproken, maar die komen niet allemaal op tijd opdagen. Met enige vertraging vertrekken we in zuidelijke richting. Na een half uur begeeft de eerste taxi het al. Er moet een andere taxi komen, maar die zijn niet dik gezaaid. We brengen dus een paar uur door in de berm, maar alles komt toch weer goed. Het tijdverlies valt mee. We kunnen vanmiddag nog naar Paracas. Maar eerst de koffers in de hotelkamer zetten. Leuk hotel. In Pisco was geen staking, dus konden we in een bus naar het Reserva Nacional de Paracas rijden. Paracas is vooral bekend om de vele vogels. In het visitorcenter krijgen we uitleg van een plaatselijke gids. Met de bus rijden we over de kale top langs de kust. Opmerkelijk om te zien hoe droog het daar is. We zien een prachtig uitgeholde rots aan zee, el Catedral.

El Catedral in Paracas
El Catedral in Paracas


We gaan omlaag naar het strand om een kijkje nemen. In de holten van de Catedral maken we foto’s. De zee is er prachtig, mooie blauwe golfen. Toch anders dan in Nederland. Na weer een stukje met de bus stappen we uit om iets te drinken. Ook daar kan je een stuk langs de kust lopen. Je ziet er veel vogels op kleine eilandjes. ‘s Avonds gaat iedereen op eigen gelegenheid eten, maar de meesten kom je toch op de zelfde plaats tegen.

De Balestas eilanden

Voor we vertrekken kijken we buiten nog even rond. We moeten even op Caroline wachten, want die moet nog wat inkopen doen voor de lunch. Op het pleintje bij het hotel staat een vrouw met een machientje sinaasappelen uit te persen. Even proeven; lekker! Zo daar is Caroline. We vertrekken naar de Balestas eilanden. Dat worden ook wel de kleine Galapagos eilanden genoemd. Aangekomen in de haven van Pisco, stappen we allemaal aan boord van een motorboot. Een hele vlucht pelikanen omsingelt de boot. Ritsen dicht, want het is koud op het water. De gids die we hebben, is erg enthousiast. Een eindje buitengaats zien we de Candelabra. Dat is een eeuwenoude gravure in de vorm van een kandelaar, die uitgegraven lijkt uit het zandstrand. Nog een stuk verder komen wij bij de eilanden waar de zeeleeuwen nestelen. Een gekrioel en een lawaai van jewelste en onderlinge gevechten. Prachtig om ze vlak langs de boot te zien zwemmen.

Klikkende camera’s. Niet alleen zeeleeuwen zie je daar, maar ook Jan van Genten. Pinguïns zijn er in dit jaargetijde niet veel. Een eindje verder komen we langs een eiland waar nog steeds guano wordt gewonnen. Deze vogelmest dient nog steeds als gewas bevordering. Maar veel bedrijvigheid is er niet meer te zien. Uitgewaaid komen terug in de haven. We doen wat inkopen in de marktstalletjes en we drinken wat in het havencafé. Dan worden we uitgewuifd door de gids en gaan we in de bus verder in de richting van Ica.

Ica is bekend om de geweldige zandduinen. Die zijn al van een afstand te zien. Binnen de duinen bevindt zich een echte oase, de Laguna de Huacachina. Aan de rand van het meer staat een muziekpaviljoen in de stijl van de dertiger jaren. We lopen het meer rond en we beginnen de picknickmand uit te pakken. Echt een gezellige geschiedenis. En Caroline vertelt er ook nog een anekdote bij: “Ooit was er een stel, dat heeft het gepresteerd om drie weken lang niets anders te eten dan vacuüm verpakte krentenbollen. Ze waren te bang om het voedsel van het land te eten!”

Laguna de Huacachina
Laguna de Huacachina


Na de lunch trekt een aantal de stoute schoenen aan en begint aan de beklimming van de zandduinen. Dat valt niet mee, want als je 3 stappen omhoog genomen hebt, ben je er ook weer 2 terug gegleden. Moe en voldaan stappen we even later weer in de bus. Maar de dag is nog niet om. We moeten nog door naar Nazca. Tegen het vallen van de avond komen we langs de plek waar Maria Reiche gewoond heeft. Deze Duitse heeft de lijnen in de woestijn van Nazca 40 jaar lang bestudeerd en beschermd. Haar huis is nu een museum dat naar haar is genoemd. Zij ligt in de achtertuin begraven. Haar werkkamer ziet er nog uit alsof ze er nog is. Haar teenslippers staan nog naast haar bed. Het is al donker als we aankomen in ons hotel in Nazca.

Warme dag in Peru

Lekker ontbijt in het hotel. Om te beginnen gaan we vandaag een bedrijfje bezoeken waar ze goud uit steen halen. Rijk zullen ze er niet van worden. De begraafplaats van Chauchilla is onze volgende bestemming. We stappen uit de bus en worden gelijk bevangen door de hitte. Maar in die hitte staat toch doodleuk iemand, zonder bescherming, toegangskaartjes te verkopen. We lopen van graf naar graf en vallen van de ene verbazing in de andere. De haren van de doden zitten nog op de schedels. En overal rondom de graven zie je botstukjes liggen en resten van de katoenen grafgiften. Die zijn daar terecht gekomen door de talrijke leeggeroofde graven. Alhoewel Chauchilla op een plek ligt waar het nooit regent, heeft de plek erg te lijden gehad van de Huricane Mitch, het jaar daarvoor. Veel graven waren vol gelopen omdat er toen nog geen afdakjes boven de graven zaten. Dat is nu wel het geval.

Aquaducten van Cantalloc

Niet ver van Nazca liggen de Aquaducten van Cantalloc. Wij kennen aquaducten als bovengrondse uitvoering, maar bij Cantolloc zijn ze ondergronds. Er zijn gaten in de grond gegraven, die de vorm hebben van een kegel met de punt omlaag. Langs de wand van de kegel is een spiraaltrap naar beneden. Het water welt op in de bodem van de put en bij een hogere waterstand loopt het water een horizontale gang in, die leidt naar een put een eind verderop. Zo zijn er daar een heel stel putten gemaakt. Het systeem is eeuwen geleden aangelegd en het wordt nu nog steeds gebruikt voor irrigatie. De wanden van het systeem zijn bekleed met grof grind en dat vergt regelmatig onderhoud.

Gisteren waren we al even in het museum van Maria Reiche, maar nu gaan we de beroemde lijnen van Nazca zelf bekijken. Ze zijn ontdekt door de Amerikaanse wetenschapper Paul Kossok, toen hij in 1939 in een klein vliegtuigje over de woestijn vloog. De lijnen en figuren zijn zo immens groot, dat je er alleen maar een beeld van krijgt, als je er met een vliegtuig boven vliegt. Dus gaan we naar het vliegveld van Nazca. Daar stappen we in kleine 4-persoons vliegtuigjes. Wat we te zien krijgen is niet uit te leggen. Hoe hebben die mensen het voor elkaar gekregen! Bijvoorbeeld de figuur van een kolibrie, getekend met 1 ononderbroken lijn. De hele figuur is 300 meter lang. Er zijn ook mysterieuze lijnen gevonden, die kilometers lang zijn. En ze zijn echt kaarsrecht. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen met de beperkte middelen van toen? In den beginnen was de woestijn bij Nazca bezaaid met stenen van uiteenlopend formaat. De lijnen zijn ontstaan, doordat men op die plekken alle stenen weg heeft gehaald. De lijnen zijn eeuwen bewaard gebleven, omdat het daar nooit regent.

Kolibrie, Nazca
Kolibrie, Nazca

Naar Arequipa, de witte stad

We gaan weer verder, naar Arequipa. De weg daar naar toe gaat bijna helemaal langs de kust. Nu zien we pas goed, hoe dor de kust is. Op sommige plaatsen wijkt de weg van de kust af en gaat door een baranco; de loop van een rivier naar de kust. Alleen daar zien we het groen van bomen en gewassen. In Arequipa verblijven we in hotel La Casa de mi Abuela, oftewel het huis van mijn grootmoeder. Dit hotel is een doolhof van aan elkaar geplakte uitbreidingen. Maar je kan er wel op internet! Verder hebben ze een leuke tuin met zwembad. In een hoek van de tuin zit een alpaca in een kooi. Zielig; zijn hoeven zijn zodanig uitgegroeid, dat hij er toonbaar last van heeft. We hebben dat natuurlijk aan het management doorgegeven, maar of dat geholpen heeft, weten we niet.

Arequipa, de witte stad. Haar inwoners beschouwen hun stad als de culturele hoofdstad van Peru. We gaan individueel de stad in. Op straat worden we aangesproken door een vrouw, die ons iets aan het verstand probeert te brengen. Met onze beperkte kennis van de Spaanse taal, snappen wij niet direct wat zij bedoelt, maar na een tweede poging snappen we het. Het is beter om je rugzak op je buik te dragen. Dan merk je gelijk als er iemand aan gaat zitten.

In onze tour door de stad gaan we eerst naar het Santa Catalina klooster. Dit is na een 400-jarig bestaan als klooster in 1970 opengesteld voor het publiek. In de 16e eeuw konden novices tot de orde toetreden als zij konden aantonen, dat zij van Spaanse afkomst waren en ze moesten een bruidsschat meebrengen van 1000 gouden Peso’s. De nonnen hadden hun eigen bedienden, aten met zilveren bestek van porseleinen borden aan een met damast gedekte tafel. Het klooster is net een stad in een stad. De veelal rood geschilderde muren en de vele prieeltjes maken dit tot een heel fotogenieke plek. Uiteindelijk komen we op het dak van het klooster terecht en daar kunnen we de stad zien. Tot onze verbazing zien we optochten met grote spandoeken en bij het centrale plein kringelt rook de lucht in. Er zijn demonstraties aan de gang tegen de hoge benzineprijzen.

Op weg naar ons volgende doel, worden we door de politie tegengehouden. Dus besluiten we maar een andere kant op te gaan. We gaan naar een ander klooster; Convento la Recoleta. Voor de verandering is dit klooster hemelsblauw geschilderd. Ook hier mooie binnenplaatsen, maar het is niet half zo groot als Santa Catalina. Ze hebben daar wel een heel oude bibliotheek.

Convento la Recoleta, Arequipa
Convento la Recoleta, Arequipa


Op weg naar het centrum blijkt het politiecordon verdwenen te zijn. Dus kunnen we eens op het centrale plein gaan kijken. Daar zien we oorzaak van de rook. Er zijn op verschillende plekken op het plein stapels autobanden in brand gestoken. We zijn net op tijd om de laatste auto met gewapende militairen weg te zien rijden, Ze worden joelend uitgezwaaid door een restant demonstranten. We hebben wel zin in een kop koffie dus duiken we een bistro in. De eigenaar is erg bang voor de demonstraties. Als het rumor op het plein weer aanzwelt, laat hij de luiken maar zakken. Maar na verloop van tijd keert de rust weer terug. Daarna gaan we de indrukwekkende kathedraal bekijken. Als wij na onze tour weer terug komen in ons hotel, worden we met bewondering opgevangen. Vlak nadat wij het hotel ‘s morgens hadden verlaten was er namelijk een uitgangsverbod uitgevaardigd. In verband met de demonstraties. Wij hebben blijkbaar iets gevaarlijks gedaan. Iets gevaarlijks is dus heel leuk om te zien.

De Andes

Het is eindelijk zo ver; we gaan de Andes in. We gaan met de bus naar Chivay in de Colca Canyon. Voor deze trip nemen we alleen maar een rugtas mee. De koffers blijven in het hotel achter. Na aankomst in Chivay gaan we naar een heetwaterbad. Lekker uitstomen. Aan het eind van de dag eten we in een lokaal restaurant. Na een week in Peru zijn er al een aantal dat zich waagt aan de lokale dis.

In de Andes moet je weleens klimmen en door de hoogte kom je soms in zuurstof-nood. Dus gaan we oefenen. We stappen in de bus en worden afgezet in Coporaque, voor een flinke wandeling. In Coporaque worden we spontaan uitgenodigd om een feest bij te wonen ter ere van een lokale heilige. Op een binnenplaatsje zit een stel muzikanten en in een hoekje zit een vrouw te kokkerellen. Er wordt maisbier rondgedeeld. De heer des huizes heeft een hoed op zijn hoofd, waar bankbiljetten tussen zitten. Dus doen wij ook een duit in het zakje. We hebben maar niet afgewacht hoe het zou aflopen. Als we het dorp uitlopen, krijgen we voor het eerst uitzicht op de Colca Canyon. Even verderop lopen we tegen een stel jongetjes aan, dat alpaca’s aan het weiden is.

Colca Canyon
Colca Canyon


Via een brug over het ravijn komen we in Yanque terecht, waar we even uitrusten op het centrale pleintje. In Yanque wachtte de bus ons op, om ons naar een kaasfabriekje te brengen. De kaas is natuurlijk ook te koop. Onderweg naar het eindpunt van vandaag (Cabanaconde) steekt de wind op. Het kan daar blijkbaar geweldig tochten in dat ravijn. Nadat we de koffers in het hotel hebben afgezet, gaan we nog even kijken op een uitkijkpunt. Het is daar geweldig hoog en diep. ‘s Avonds zijn we uitgenodigd voor een doopplechtigheid in de kerk van Cabanaconde. De zit is lang, het is er fris en we kunnen er geen touw aan vastknopen.

Cruz del Condor

We gaan naar een uitkijkpunt, waar we condors langs kunnen zien vliegen, Cruz del Condor. Caroline neemt een slag om de arm: het gebeurt helaas wel eens, dat er zich weinig condors vertonen. Laten we hopen dat we deze keer geluk hebben. We komen hier tenslotte niet elke dag. Aangekomen op het uitkijkpunt zien we een heel stel kraampjes, waar snuisterijen worden verkocht. Daar zitten leuke spullen bij en er zijn dus ook kopers. Phien trekt een zuur gezicht bij het proeven van een vreemde vrucht. Na enige tijd komen de condors aanvliegen. En we hebben geluk deze keer. We zien er een heel stel. Er zijn zelfs twee condors, die een rusplaats kiezen, vlak bij de plek waar wij staan te kijken. Ze zijn ontzettend groot als ze langs vliegen met hun vleugels wijd. Ze vliegen van de pieken van de Andes door de Canyon naar de Balestas eilanden. Daar zoeken ze bijvoorbeeld naar placenta’s van zeeleeuwen en die nemen ze dan mee terug naar hun nest.

Condor in Colca Canyon
Condor in Colca Canyon


Onderweg terug naar Chivay stoppen we even in een plaatsje waar pas een aardbeving is geweest. Sommigen gaan een kop koffie drinken en anderen lopen even rond. Daar staat een man, die geld probeert te verdienen door het laten fotograferen van een Andes arend op een stokje. Wij zien ze liever vliegen. Op een plek met een mooi uitzicht stoppen we voor het maken van een groepsfoto. We weten ook nog een paar Peruaanse vrouwen te strikken om er bij te komen zitten. In Chivay pikken we onze bagage weer op en we rijden weer terug naar het hotel in Arequipa.

De wegen door de Andes zijn niet overal even goed. Met de bus naar Juliaca kan wel, maar dat zou te lang duren. Daarom gaan we met het vliegtuig. Laat in de middag komen we in Juliaca aan. Weer een bus in, die ons naar Puno zal brengen, aan het Titicacameer, dat het hoogste bevaarbare meer ter wereld is. Onderweg stappen we uit bij Sillustani. Bij een prachtige ondergaande zon bekijken we de Chulpa’s van de Colla’s, een volk dat hier woonde voor de tijd van de Inca’s. Chulpa’s zijn cilindervormige graftorens voor overleden vorsten. De Chulpa’s zijn gebouwd op heuvels. Van de top van die heuvels hebben we een geweldig uitzicht over het Umayomeer. Aangekomen in Puno betrekken we het Hotel Ferrocaril, tegenover het spoorwegstation. Een groot hotel, waar op dit moment maar weinig gasten zijn.

Zilverstadje Puno

Deze twee dagen zijn bestemd voor een bezoek aan de Urus rieteilanden. Maar soms zit het niet mee, er wordt iemand ziek. Dus gaan wij niet mee naar de rieteilanden. In die twee dagen nemen wij de gelegenheid om Puno te bekijken. Puno was vroeger een plaats waar zilver werd gedolven. Maar van die vroegere welstand is nu nog maar weinig over. Natuurlijk laten wij de kans niet voorbijgaan om de markt af te stropen. We kopen een extra weekendtas voor de souvenirs. Op het eind van de middag van 4 oktober komen onze reisgenoten verkleumd, maar een ervaring rijker, aan in de haven van Puno. We zijn ze natuurlijk af gaan halen. Ze hebben hier immers zo weinig familie wonen.

Puno
Puno

Met de trein naar Cuzco

Toch handig als je een hotel hebt tegenover het station. Vooral als je met de trein naar Cuzco wilt. En dat willen wij maar wat graag! Caroline heeft de kaartjes gekocht en wij zitten in het deel waar ook de lokale bevolking zit. Rijdend langs het Titicacameer zien we scheepswerven. Een vreemd gezicht in de Andes. We komen weer langs Juliaca. Hier wordt van locomotief gewisseld. Dat duurt wat langer dan bij ons. Maar we hebben geen haast. Nu begint de treinreis pas echt. Een reis van 11 uur. Dansend over de rails. Er wordt verteld, dat hij er soms ook wel eens naast danst. En dan duurt de reis nog langer, want dan moet de trein weer met beperkte middelen op de rails getild worden. Ria is het opgevallen, dat er een wagon verder, in de eerste klas, een bloemenvaasje op de tafels staat. Prompt krijgt zij er ook één. ”En nog wel in mijn kleur!”, zegt ze. Roze. Maar helaas is het een plastic bloem. Met een plastic dauwdruppel erop.

We mogen opgeven wat we tussen de middag als lunch willen. Als de lunch wordt geserveerd, zien we even verderop een vrouw gebraden vlees verkopen aan de lokale bevolking. Hadden we dat maar eerder geweten. De trein schommelt zo erg, dat Patrick zijn plastic vork breekt op de bodem van zijn bord. Na de lunch schommelt de trein rustig door. Alleen is dat nu niet zo erg, want de meesten van ons doen een middagslaapje. Jammer, want nu zien zij niet hoe het landschap gaandeweg ruwer wordt. De bergen worden hoger. Het is al donker als we Cuzco naderen. Cuzco, volgens de Inca’s de navel van de wereld, is een grote stad. Je ziet hem dus al een tijdje liggen, voordat de trein op het station aankomt. Met alle lichtjes aan is dat een prachtig gezicht. We komen laat aan in ons hotel aan de Tandopata, 20 minuten van het centrale plein. We worden gastvrij onthaald door de Duitse eigenaresse. Mooi hotel. Alleen is het maar voor 1 nacht. Morgen hebben we een ander hotel.

De Heilige Vallei van de Inca’s

We gaan naar de Heilige Vallei van de Inca’s. Met de bus klimmen we uit de kom, waar Cuzco in ligt. Aangekomen op de rand, zien we Sacsayhuaman. Dit was de verdediging van de stad in de Incatijd. Het is een grillig gevormde kam of muur, in de vorm van de muil van een Jaguar. De muur bestaat uit geweldig grote stenen (soms wel tot 120 ton zwaar) die van ver hier naartoe gesleept zijn. Let wel, de Inca’s kenden het wiel niet! De stenen passen naadloos op elkaar. Er zit geen cement tussen en toch zijn de Inca muren bestand tegen aardbevingen. Het uitzicht op Cuzco is hier vandaan prachtig. Via een souvenirstop gaan we de Heilige Vallei in. In deze vallei verbouwden de Inca’s hun voedsel. In deze vallei ook hebben ze hun laatste slag tegen de Spanjaarden gevoerd.

Bij Pisac krijgen we de proef op de som. Hebben we wel genoeg geoefend? We gaan een wandeling maken langs een aantal Inca ruïnes. Het is een tamelijk vermoeiende tocht, die soms langs de rand van de afgrond loopt. De ruïnes liggen op de hellingen van de vallei. Daar zijn militaire ruïnes bij, maar ook gewone huizen. Wonderlijk om te zien hoe de Inca’s bouwden. We hebben een gids, die ons ook uitlegt, hoe het Inca-cross er uit ziet en wat het allemaal betekent. Goeie gids, alleen bleek later, dat hij ons nog van alles en nog wat wilde aansmeren. En daar had niemand zin in.

De bus brengt ons naar Ollantaytambo, de plaats waar de Inca’s hun laatste slag voerden. Tegen de bergwand bevinden zich daar een aantal gevangencellen. Daar kon je waarschijnlijk niet zo makkelijk uit ontsnappen. Alsof de wandeling bij Pisac al niet vermoeiend genoeg was, worden wij hier weer uitgedaagd om de helling aan het eind van de vallei te beklimmen. Ook weer via Inca trappen gaan we omhoog. Daar vinden we ook weer van die kolossale stenen die naadloos op elkaar passen. Aan het eind van de dag rijden we Cuzco weer binnen. Lekker eten in een restaurant op het Centrale Plein.

De zondagmarkt van Pisac

Vandaag hebben we een ”vrije dag”. Aan de hand van een kaart zoeken we een busstation op en vandaar nemen we de bus naar Pisac. Daar is op zondag markt. In de bus zitten we tussen de mensen die met kippen en al op weg zijn naar de markt. Op de markt hebben wij ons prima vermaakt. Je kunt er schoenen kopen die gemaakt zijn van versleten autobanden. Maar ook van die mooie Peruaanse potten.

Peruaanse vrouw op de markt
Peruaanse vrouw op de markt


Tussen de middag eten we een broodje bij een bakker, die de oven voor iedereen te kijk heeft staan. Hij schuift daar een plaat broodjes in, terwijl zijn vrouw afrekent. De broodjes zijn lekker gevuld. Je kunt er trouwens in vele stalletjes allerlei dingen eten, die er werkelijk heerlijk uitzien. Maar eigenlijk hebben wij daar niet zo veel tijd voor. Er valt hier zoveel kleurrijks te zien. Vooral de kleding van de mensen is daar een attractie. Dat weten ze zelf waarschijnlijk ook, want ze verwachten wel een kleine bijdrage van je, als je een foto van ze neemt. Als we voldaan zijn, gaan we weer met de bus terug naar Cuzco.

Machu Picchu

Ook voor de reis naar Machu Picchu nemen we de trein. Alleen gaat het nu zo mogelijk nog moeizamer. Cuzco ligt in een kom. Dus moet de trein diverse ”switch backs” nemen om boven te komen. Daarbij komt, dat de locomotief niet goed werkt. Hij komt niet boven het tempo van een man in looppas. Maar nogmaals: wij hebben geen haast. De vijf jongsten van ons gezelschap heeft besloten om de Incatrail te lopen. Zij zijn daarom de vorige dag al met de trein vertrokken. Op een punt dat men Kilómetro 88 noemt, stappen zij uit en lopen dan in 4 dagen over de bergen naar Machu Picchu. Ze krijgen dragers mee voor de bagage en er wordt voor ze gekookt. Toch is deze trail een echte uitdaging. Wij hebben daar geen last van, want wij gaan helemaal met de trein door naar Aguas Calientes, een stationnetje vlak voor Machu Picchu.

We stappen uit en we pakken onze koffers op. Het kan niet ver zijn, want we krijgen geen hulp en het gaat lopend. Nou, dat was de grootste vergissing die we op deze reis gemaakt hebben. Het hotel was een geweldig eind de berg op, langs weer allemaal trappen. Het bedrieglijke was, dat je niet wist hoe lang je nog door moest zeulen met die koffers. Telkens hoopte je weer dat het bij de volgende bocht toch wel zou moeten zijn. Ach, maar wij hebben geen haast... Omdat de dag nog niet voorbij is, besluiten we om nog een eindje te gaan wandelen. Eens kijken wat er nog verder aan de spoorlijn ligt. De spoorlijn volgt de loop van de rivier de Urubamba. Hij gaat door een paar tunnels heen en dan komt hij bij het station Machu Picchu. Dat station is daar na 1915 (toen Machu Picchu is ontdekt door Hiram Bingam) gebouwd voor de toeristische ontsluiting van het gebied. Er was daar niets meer te zien dan een vervallen ijscowinkeltje. Op de terugweg viel het ons op, dat we aan onze armen liepen te krabben. Later hebben we tientallen muggenbeten kunnen tellen. ‘s Avonds hebben we pizza gegeten in een restaurant dat blijkbaar erg blij was met onze klandizie. De hele familie kookte mee. Opa inclusief.

Als je Machu Picchu goed wilt bekijken, moet je zorgen, dat je de grote toeloop voorblijft. Dus zijn wij al om 8.00 uur bij de ingang. Tussen twee haakjes, er gaat een busdienst van Aguas Calientes naar Machu Picchu. En die bus gaat omhoog over een traject van een aantal indrukwekkende haarspeldbochten. Op diverse plekken onderweg zie je die bochten liggen, maar ook de Urubamba. We krijgen een erg goede gids toegewezen, die Walther heet.

Machu Picchu
Machu Picchu


We zijn tegen lunchtijd weer terug in Aguas Calientes. Dus gaan we maar op zoek naar een eettentje. Dit lijkt ons wel iets. Met zijn allen vallen we neer. Ook deze restauranthouder is verguld met ons bezoek. Hij neemt de bestellingen op en dan zien we hem een tijd niet meer. Naar later bleek is hij toen alle spullen gaan kopen die hij nodig had voor het bestelde eten. Die man zei nergens "nee" op. Op de vraag of hij geld kon wisselen zij hij ook prompt "ja". Ook daarna verdween hij minstens drie kwartier. En gelachen dat we hebben! Want wij hebben geen haast.

Na de middag stappen we weer op de trein, terug naar Cuzco. De locomotief heeft nog meer problemen dan op de heenweg. Onderweg vormen een paar toeristen en een paar Peruanen een commitee, dat zich voorneemt om zich te gaan beklagen. Maar wij hebben geen haast. Met een vertraging van enige uren komen we gezond en wel aan in Cuzco.
Cuzco
Cuzco

Het Amazonegebied

Wij waren het enige stel dat had gekozen voor een driedaags verblijf in het Amazonegebied. De rest van het gezelschap gaat dus Cuzco verder bekijken. Wij stappen weer in het vliegtuig. Deze keer naar Puerto Maldonado. In deze plaats heeft Fitzgeraldo gewoond. Dat was een vreemde man, die gek was op opera’s. Hij had het plan opgevat om het ruwe rubber dat daar werd gewonnen, sneller naar de zeehavens te vervoeren. Om dat te bereiken, heeft hij een schip over een berg laten slepen. Met behulp van de Indianen. Naar deze geschiedenis is ooit een film gemaakt, met Klaus Kinski in de hoofdrol.

Wij worden op het vliegveld opgehaald door een vrouw in een jeep, die ook een tijdje in Nederland heeft gewerkt. Na een tijdje komen we bij een plek waar een bordje staat met het Spaanse woord voor Haven. Het is niet meer dan een kale plek aan de rivier. Kinderen zwemmen met veel gekakel in de rivier terwijl wij instappen. In een Longboat. Achter elkaar. Er zijn ook twee Indiase dames bij, die wij eerder op Machu Picchu waren tegen gekomen. Onderweg naar de Posada Amazonas Lodge worden wij getrakteerd op Arroz Chauffa. Dat is net zoiets als nasi, geserveerd op een bananenblad. Dat maak je ook niet elke dag mee.

Aangekomen bij de lodge worden we verwelkomd met een koel glas limonade. Wij vragen ons af hoe het komt dat die limonade zo koel is. Ze vertellen ons dat ze een koelkast hebben die op gas loopt. Want er is daar helemaal geen elektriciteit. Ze hebben ook geen aggregaat. De verlichting is met olielampen. Tijdens het inschenken wordt ons verteld, dat we nog met de avondexcursie mee kunnen als we opschieten. En eindelijk hebben we een keer wel haast. We worden op sleeptouw genomen door een jongedame en we zien van alles, waar we aan voorbij zouden zijn gelopen, als zij er niet bij zou zijn geweest. We komen bij een uitkijktoren en klimmen naar de top. Daar kunnen we uitkijken over het oerwoud. We zien papegaaien in vrije vlucht en even verderop zit een stel roodbruine apen te vrijen. De zon gaat (speciaal voor ons) uitmuntend onder. Terwijl het almaar donkerder wordt, lopen we terug naar de lodge.

Als we daar aankomen vertelt de jongedame ons dat het diner om 19.00 uur zal worden opgediend. Tot die tijd kunnen wij ons te ruste leggen. Maar daar komt weinig van terecht. Terwijl wij terug lopen naar onze kamer (of hoe heet zoiets in een lodge) komen we voorbij de kamer van de twee dames uit India. We horen dat de ene dame een lieflijk lied zingt voor de ander. Kunnen wij dat in Nederland ook niet gaan invoeren? Om 19.00 uur gaan we naar de eetzaal. Dat is in wezen een groot plankier met een strooien dakkap. Het diner is een ruim buffet. Er ontbreekt ons hier werkelijk aan niets. En in de nacht luisteren we ademloos naar de mooie geluiden van het oerwoud.

We moeten al weer vroeg op. ‘s Morgens is het immers nog niet zo warm. Met een internationaal gezelschap gaan wij aan boord van een longboat. We maken een wandeling door het oerwoud en komen bij een meer. Daar ligt een platbodem, die met een boom kan worden voortbewogen. Een Amerikaanse student is zo vriendelijk om voor de voortstuwing te zorgen. Onze jongedame heeft een verrekijker op een statief meegenomen. Daarmee kunnen we dieren dichterbij halen. Van een respectabele afstand zien we reuzenotters. Die kunnen twee meter lang worden. De Amerikaanse student bestudeert deze dieren. Even later zien we Hoatzins. Dat zijn vogels met een nogal prehistorisch uiterlijk. Als ze jong zijn hebben ze nog klauwtjes aan hun vleugels. Als ze dan onverhoeds uit het nest vallen, kunnen ze met die klauwtjes weer omhoog klimmen.

Het amazonegebied in Peru
Het amazonegebied in Peru


Na geruime tijd op het meer gaan we weer over land naar de rivier. Met de longboat gaan we een eind verder weer aan land. Daar zien we een Clay Lick. Daar likken papegaaien mineralen uit een kleimuur, ter compensatie van de onrijpe vruchten die ze eten. Fluisterend communiceren we met elkaar om de vogels niet op te schrikken. We zien de mooiste kleuren voor onze lens. We worden voor de lunch weer terug gebracht naar de lodge. Na de lunch wordt je geacht een middagdutje te gaan doen. Het is toch te warm. Maar wij gaan kijken waar toch die grote papegaaien zitten, die wij de hele tijd horen.

Het zit er al weer op! Wat ons betreft had het hier beslist nog een paar dagen langer mogen duren! Dit is een ware happening. In een boot worden we weer terug gebracht naar Puerto Maldonado. Daar pakken we het vliegtuig en we vliegen via Cuzco door naar Lima. Daar ontmoeten we onze reisgenoten weer. En nu hebben wij iets te vertellen. Ze waren wel benieuwd. We hebben op het vliegveld van Lima het laatste Peruaanse geld opgemaakt. Op Schiphol zijn we als oude vrienden uit elkaar gegaan. De band was zo goed, dat we snel na de reis een reünie hebben gehouden, waar we alles nog een keer hebben gevierd.

Heb je interesse in een reis naar Peru? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Peru, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.

Vertel ons uw vakantie wensen. Onze reisexperts geven u gratis en vrijblijvend reisadvies op maat.

 Aangesloten bij ANVR,SGR, Calamiteitenfonds
 9,6 in reviews
 Veel kennis en ervaring
 3.879 klanten gingen u voor

Uw gegevens

* = verplicht. Privacy beleid is van toepassing

Vakantieverhalen / reisverslagen

Gerelateerde artikelen