Reistips voor Sri Lanka
Palmbomen, mooie stranden, zon, warm zeewater, lieve, aardige en eerlijke mensen, bijzondere...
Bekijk verhaal
Bestemming:
,
Sri Lanka
Periode: september 2016
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Hostels
Ken je dat gevoel?
Dag in dag uit. Die leegte. Dat knagende gevoel van een verlangen naar meer: de drang naar avontuur. Maar dagen worden weken en weken worden maanden: de dagelijkse sleur zit erin. Gelukkig is er in de verte een lichtpuntje. Annika en ik hebben een vliegticket geboekt naar Sri Lanka. Drie weken lang genieten, dat geeft genoeg voorpret om voorlopig op te kunnen teren.
Dagen worden weer weken en weken worden maanden. En dan is het plots zo ver! Hoog in de lucht staar ik naar de wolken en begint het besef door te dringen. We zijn onderweg naar de andere kant van de wereld!
Na een nachtelijke vlucht van 16 uur en amper slaap komen we eindelijk aan in Colombo. Ondanks dat we uitgeput zijn, hebben we besloten om meteen op de bus te stappen richting Anuradhapura. Afgezien van de zware backpack en hitte waaraan we nog moeten wennen, blijkt het openbaar vervoer in Sri Lanka een bijzondere ervaring. Ze rijden echt als idioten: als een gek de bocht om scheuren, inhalen wanneer het eigenlijk niet kan en keihard op de rem trappen als er plots een tuktuk opduikt of er iemand met de bus mee wil.
Knikkebollend zitten we verdwaasd uit het raampje te staren naar het landschap dat voorbij vliegt. Het komt allemaal nog niet echt binnen omdat we moeten vechten tegen de slaap. Af en toe valt mijn hoofd op de schouder naast me en schrik ik weer wakker. Hoe krijg ik het voor elkaar om in zo’n drukke bus met keiharde bollywood muziek en heftige rijstijl weg te zakken richting dromeland? Dan ben je moe, echt heel moe. Plots tikt er een man op mijn schouder en roept iets onverstaanbaars. Shit, Annika - wakker worden, we moeten eruit!
Dankzij een handige GPS app lopen we zonder moeite richting het stipje op de kaart dat we vooraf geplaatst hebben op de locatie van het geboekte hostel. Ideaal! Hoe deden ze dat toch vroeger, ik zou echt constant verdwalen!
Bed, we gaan naar bed. Dat is het enige wat we kunnen denken, ook al is het nog midden op de dag. We belandden in een hotelkamer zonder raam, zo klein dat er enkel een bed in past en waar de schimmelgeur ons een ‘warm’ welkom bezorgt. Gelukkig zijn we zo afgepeigerd dat we ondanks de niet al te frisse lakens snel in slaap sukkelen.
Een dag later zitten we op de fiets en ben ik alle stress van het Nederlandse leven al compleet vergeten. We rijden door een eeuwenoud tempelcomplex maar komen er al snel achter dat we een stomme fout hebben gemaakt: in en rondom de tempels moet je je slippers uit doen. Maar de tegels zijn zo bloedheet van de zon dat we er onmogelijk overheen kunnen lopen. Bij de eerste tempel doen we nog een poging van schaduw stukje naar schaduw stukje te rennen, maar daarmee halen we de ingang helaas niet en dus druipen we maar af. Volgende keer sokken mee!
Vanuit het noorden dalen we af richting Dambulla. Daar nemen we een kijkje bij de ‘Golden Bhudda’ en ‘cave temples’. Deze waren schijnbaar in de 7e Eeuw voor Christus al bewoond en zijn van binnen gevuld met prachtige muurschilderingen en standbeelden. Ook het landschap is niet mis, al heb ik stiekem het meeste oog voor de schattige aapjes die met je mee omhoog klimmen richting de grotten.
S’avonds is het zoeken van een avondmaal een uitdaging. We leven al een paar dagen op koekjes omdat er niks anders te vinden is en die komen ons nu toch echt onze neus uit. Wanneer we denken een restaurant te hebben gevonden blijkt de keuken al vanaf 17.00 te zijn gesloten. Het is laagseizoen en dat is te merken. Wanneer we dan toch eindelijk een menukaart voor onze neus hebben en ik me verheug op een heerlijke curry, blijk ik enkel de saus geserveerd te krijgen. Dat je daar rijst bij hoort te bestellen bedacht de ober er niet bij te vermelden en als onze borden eenmaal op tafel staan is hij nergens meer te vinden. Annika bestelde een spaghetti, wat bij nader inzien al helemaal geen goed idee was in een Aziatisch land. Een beetje pasta met ketchup erover en wat harde stukjes kauwgumkaas. Bij terugkomst in het hotel eten we toch nog maar een rol koekjes op..
S’nachts valt de stroom met een harde knal uit en krijgen we opeens allemaal spookbeelden in ons hoofd. Ik heb op een forum gelezen over een meisje dat in Dambulla verbleef en een man onder haar bed aantrof. Nu kunnen we natuurlijk niet meer slapen en wanneer we een geluid horen in de badkamer is het gillen geblazen.
De volgende ochtend staat er al om 05.30 een tuktuk voor ons klaar om ons naar ‘de leeuwenrots’ te brengen. Al vanaf kilometers ver zien we de 180 meter hoge rots opdoemen en beginnen meteen de hoogtevrees kriebels bij Annika op te spelen. Je moet via een wenteltrap en niet al te stevig uitziende constructie met doorzichtige treden omhoog en alsof dat nog niet genoeg is, staan er overal borden die waarschuwen voor de wespen. Op nog geen paar meter van de trap hangen gigantische nesten en je wordt dan ook geacht om stil te zijn zodat ze geen aanval uitvoeren.
Maar het uitzicht waarop je beloond wordt wanneer je eenmaal boven bent is het meer dan waard. Oorspronkelijk was dit een paleis en we lopen dus tussen de resten van het koninklijk complex en kijken uit over de tuinen en het achterliggende berglandschap. Adembenemend mooi!
De volgende ochtend meteen weer door. We raken al gewend aan het bussysteem hier, waarbij je rijdend in en uit springt (lekker met zo’n backpack op je rug) en worden ook steeds beter in afdingen met de tuktuk drivers. Vandaag bezoeken we de Royal Botanical Gardens in Peradeniya, een oase van rust binnen de drukke omgeving van Kandy. We slenteren langs duizenden verschillende boomsoorten, een bizar hoog bamboebos en de meest kleurrijke bloemen. Een heerlijk relaxte dag.
We zien andere toeristen omhoog kijken en ontdekken daardoor dat er flying foxes in de bomen hangen. Niet enkel een paar, maar wel honderden! Het is de grootste vleermuizen soort ter wereld en ze zijn erg indrukwekkend om te zien. In de schemer vliegen ze met z’n allen over het meer, wat een betoverend plaatje oplevert. Alweer een dag om niet snel te vergeten.
De volgende ochtend staat ons een minder leuke verrassing te wachten bij het afrekenen van ons hotel. Deze blijkt bijna het dubbele van ons dagbudget te zijn. Dat klopt niet met de prijs die wij zagen toen we hem online boekten? Wat blijkt is dat deze vermeld stond in Indische Rupees in plaats van Sri Lankaanse.. oeps, foutje. We vonden het al een behoorlijk luxe kamer voor een prima prijs.
We nemen de trein naar Dalhousie en maken ons klaar voor de komende nacht waarin we om 1.30 uur op staan om aan de klim van de heilige Adam’s Peak te beginnen. De wandeling naar de top van deze berg staat bekend als pelgrimtocht voor boeddhisten, hindoes en christenen, omdat op het hoogste puntje zowel Bhudda, Sri Pada alswel Adam hun eerste voeten op aarde zouden hebben gezet. De pelgrimslieden komen voor het aanschouwen van deze voetafdruk, maar als toerist schijnt het ook echt de moeite waard te zijn om de zonsopgang te aanschouwen. In het hoogseizoen stikt het hier van de mensen, maar op dit moment zijn we blij als we een handjevol anderen tegen komen waarvan we ook horen dat zij die nacht zullen startten.
We hadden al gehoord dat het een zware klim zou worden, maar ik heb me er echt in verkeken. In het pikkedonker 7 kilometer omhoog lopen zonder dat je enige idee hebt hoe ver je nog moet en dan ook nog 5500 traptreden die gaandeweg steeds stijler worden.
Onderweg komen we een Duitse jongen tegen die bij ons aanhaakt. Annika is druk met hem in gesprek, maar ik ben zo buiten adem dat het me niet eens lukt om me in het gesprek te mengen. Mijn hemel wat is er gebeurt met mijn conditie? Ik neem me voor om als ik thuis ben de sportschool weer wat vaker te bezoeken.
Eenmaal boven treffen we een groepje andere toeristen aan dat met zijn allen staat te bibberen van de kou. Op de top staat een tempeltje, waar je zoals overal enkel met blote voeten naar binnen mag. Gekkenwerk! Onze voeten slaan blauw uit: de stenen vloer is zo ijzig koud dat we het niet lang volhouden binnen het hekwerk van de tempel te blijven.
Als dan eindelijk het moment van de waarheid komt en er langzaamaan wat meer licht verschijnt, begint bij ons allen het besef door te dringen dat we helemaal voor niets naar boven zijn geklommen. Het is zo mistig dat er helaas niets te zien is. Wat een domper…
Desondanks blijft dit een van de hoogtepunten van de vakantie. Vanwege de teamspirit die je voelt met de andere klimmers, het mysterieuze sfeertje van de nachtelijke klim en het trotse gevoel van voldoening wanneer je de top hebt bereikt. Oh en als je dan ein-de-lijk mag gaan zitten en met de benen gestrekt gaat… wat is dat heerlijk zeg!
Maar uitrusten kan voorlopig nog even niet, want aangezien er verder niet veel in het kleine bergdorpje te beleven valt vertrekken we na een stevig ontbijt meteen weer met de backpack op de rug richting de trein. We kopen een derde klas ticket, waar ze aan de balie niet blij mee zijn, omdat de duurdere eerste en tweede klasses voor toeristen bedoeld zijn, maar wij doen het liever goedkoop en op de ‘echte’ manier. Dat betekent dat we de komende uren opgepropt staan in een wagon vlak naast de deur. Die blijft de hele rit open en de locals hangen er nochalant door naar buiten om van het windje en het uitzicht te genieten – veiligheidsregels kennen ze hier niet.
Waar we maar niet aan kunnen wennen zijn de starende blikken. Hier wordt dat niet als iets asociaals of ongemakkelijks gezien en aangezien we als twee blondjes nogal opvallen, voelen we overal prikkende ogen. Desondanks is iedereen erg vriendelijk en maken we hier en daar een praatje, krijgen we liefdesverklaringen en wordt er eten uitgewisseld. Wat een verschil met de Nederlandse treinen, waarin iedereen chagrijnig voor zich uit staart of afwezig op zijn mobieltje loopt te staren. Op dit soort momenten vraag ik me echt af of welvaart wel gelukkig maakt.
De volgende morgen hebben we de grootste moeite ons bed uit te komen. Onze benen staan stijf van de spierpijn en liefst blijven we de hele dag liggen, maar we zitten met een dilemma. In het dorpje waar we nu zijn bevindt zich ‘Little Adam’s Peak’, de baby variant van degene die wij gisteren hebben beklommen. Maar uiteraard is het vandaag wél prachtig weer en besluiten we dus om toch ook deze te gaan beklimmen om toch nog een beetje uitzicht te kunnen meepakken. Dat levert een hilarische wandeling op want onze benen werken niet echt mee. Vooral het laatste stukje omhoog is echt een marteling. Traptredes nemen we met veel gesteun en gekreun en we doen er dubbel zo lang over als de gemiddelde wandelaar, maar we halen de top. En dit keer worden we beloond met een prachtig uitzicht!
Hierna gaan we op zoek naar de Nine arches bridge. We hebben een scooter gehuurd, wat hilarische taferelen oplevert. Want een vrouw achter het stuur, dat vinden ze maar gek hoor die mannen uit Sri Lanka! Er wordt dus onderweg heel wat af getoeterd en gezwaaid naar ons. Mijn rijkunsten worden ook flink op de proef gesteld: het begint al met een grindpad waar we met slippende banden maar net vanaf komen en vervolgens raken we de weg kwijt waardoor we midden tussen de thee plantages rijden op een kronkelend zandpaadje. Gelukkig zijn we weer heelhuids ‘thuis’ gekomen!
Na alle avonturen van de afgelopen week hebben we behoefte aan rust. En dat is precies wat we vinden in Arugam Bay. Wanneer we het strand oplopen weet ik niet wat ik zie. Dit is er zoééntje uit de bladen. Een perfect strand met prachtige baai van palmen, helder water, hoge golven en vele gekleurde vissersbootjes. Tot onze verbazing zijn er amper andere toeristen. Dit wordt genieten!
Tijdsbesef verdwijnt. Ik weet zelfs niet meer op wat voor dag we leven. Maar dat geeft niet. Routine bestaat hier niet. Elke dag is anders en dat maakt dat ik elke ochtend vol energie opsta als de wekker gaat. De wekker ja, want te lang in bed liggen is zonde. Dat is thuis wel anders!
Het plaatsje is relaxed en heeft een goede vibe. Elke avond komt iedereen samen bij een andere bar en drinken toeristen en locals samen drankjes bij het kampvuur. De DJ’s, die duidelijk weten waar ze mee bezig zijn, overheerlijke cocktails en vele nieuwe vrienden maken dat we hier veel langer blijven plakken dan gepland.
Na meerdere dagen strandhangen werd het weer tijd voor actie en plannen we een safari in naar Yala East – het Kumana National Park. Uitgerekend deze ochtend word ik wakker met de meest heftige kater ever. En daarmee ben ik dus met grote moeite en tegenzin in een Jeep gestapt om een hele dag door elkaar te worden gehotseklotst! Ik kan je zeggen, dat is geenpretje. Maar oh, wat ben ik blij dat ik toch mee ben gegaan. Sri Lanka blijft me verbazen met zijn prachtige natuur en ik geniet volop van de prachtige dieren die we spotten. Olifanten, buffels, krokodillen, vogels, reptielen, herten en wilde zwijnen, maar helaas niet één van de befaamde luipaarden die er rondlopen.
Onze volgende kustbestemming ligt aan de zuidkust van Sri Lanka. Onze laatste week is aangebroken en ons reistempo gaat duidelijk omlaag. We hadden van tevoren nog geen duidelijk omlijnd plan en dat is fijn, want nu kunnen we precies doen waar we zin in hebben: luieren! De afgelopen week hebben we flink gefeest dus echt uitgerust zijn we niet en dat willen we wel worden. Gelukkig blijkt Mirissa daarvoor perfect geschikt. Helemaal wanneer we door hebben dat s’avonds de restaurantjes langs de baai hun tafels uitspreiden over het strand en je dus met je voeten in het zand kunt dineren bij kaarslicht.
De zonsondergang is hier wederom een spektakel en ik kan maar niet stoppen met foto’s maken. Heel dubbel vind ik dat altijd, omdat ik me er soms zo in kan verliezen dat ik vergeet te genieten van het moment. Dus na tig keer klikken stop ik mijn camera weg en zakken we neer op een oude boomstronk om de zon achter de palmen te zien verdwijnen. *zucht* ‘Zullen we gewoon voor altijd blijven?’
Ik heb het geluk mijn verjaardag hier te mogen vieren dus na een dag lang pendelen tussen strandbedje en zee, proosten we om middernacht met een aantal andere reizigers en cocktails in de hand mijn 28e levensjaar tegemoet. Ik kan me geen betere avond wensen!
Als er een Nederlands fort is in Sri Lanka dat op de UNESCO werelderfgoedlijst staat, dan moeten we dat natuurlijk wel gaan bezoeken. Dus tussen het lui doen door, doen we een culturele tussenstop met overnachting in het plaatsje Galle. We slenteren door de straatjes met koloniale gebouwen, tempels, kerken en moskeeën en komen onderweg een prachtige oriental garden lizard tegen. Vervolgens gaan we op zoek naar een apotheek want ik ben ongesteld en heb te weinig tampons bij me. Dit wordt nog een stress puntje wanneer we deze nergens kunnen vinden en ik online lees dat ze in dit land geloven dat PMS betekent dat een vrouw is bezeten door demonen en daardoor emotioneel instabiel is. Menstruatie is hier een ‘vies’ woord en wordt vermeden. Net als het praten over tampons, aangezien er een stima heerst over de manier van inbrengen.
Die avond alweer een bijzondere zonsondergang. En die gaan toch echt nog steeds niet vervelen.. Net als de warmte van de zon en het dagelijkse avontuur. Thuis? Daar willen we nog even niet aan denken!
Nog zo’n prachtig strand en dit keer compleet verlaten. We maken een lange wandeling langs de kust en verbazen ons dat we nog steeds last hebben van onze kuiten van de Adam’s Peak beklimming van de week hiervoor.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ook nu is de zon in de zee zien zakken weer een kleurrijk feestje. Dit keer aanschouwen we hem met goed gezelschap en een pina colada in de hand onderuitgezakt op een loungestoel. Wat een paradijsje!
De locals vieren dat het toeristen seizoen voorbij is en daarom komen er van ver feestgangers naar Hikkaduwa toe om samen te proosten. Wij besluiten ook een kijkje te gaan nemen en treffen een druk strand aan met enkel en alleen mannen. Dat zou in Nederland een vreemd tafereel zijn. Zet een nachtclub vol met testosteron en het gaat geheid fout. Maar hier schijnt het de normaalste zaak van de wereld te zijn en dansen de mannen er met zijn allen op los. De sfeer is gemoedelijk en ondanks dat we nogal opvallen als blondjes voelen we ons niet ongemakkelijk.
Van het ene op het andere moment lig ik opeens op de grond. Ik heb het gevoel alsof ik lekker aan het dromen ben en hoor van heel ver Annika in paniek roepen. Of ik op wil staan, maar ik begrijp niet waarom. Ik lig net zo lekker.
Langzaamaan begin ik te beseffen dat er iets niet klopt. Ik lig niet in bed, maar in het zand en boven me hangen een aantal hoofden die me bezorgd aankijken. Wanneer deze realisatie goed tot me doordringt schiet ik in de paniek. Ik wil hier weg, haal me hier alsjeblieft weg.
Ik weet niet meer hoe we het feest hebben verlaten, maar als ik weer bij zinnen kom zit ik bij een hotel met een groot glas water in mijn handen en wrijft een zeer vriendelijke Srilankaan met schijfjes lime onder de bal van mijn voeten. Dat schijnt te helpen om af te koelen.
Met bibberende benen word ik naar huis begeleid en komen we tot de conclusie dat ik ben flauw gevallen vanwege een zonnesteek. Mijn schenen zijn die ochtend flink verbrand en ik ben zo stom geweest om aan de alcohol te gaan in plaats van water. Verder kom ik er dus met de schrik vanaf en is het een goede les voor de toekomst!
Nu moeten we toch echt weer gaan nadenken over de terugreis. We hangen de hele dag rond in het zwembad en kletsen aan één stuk door over de reis en hoe erg we géén zin hebben om terug te keren. Zelfs na drie weken op elkaars lip hebben we elkaar nog genoeg te vertellen. Helemaal nu we nog weer zoveel extra avonturen kunnen toevoegen aan ons verhalenboekje!
Onze spullen zijn gepakt en we maken ons klaar voor vertrek. Maar Sri Lanka heeft nog een laatste verrassing voor ons in petto. Wanneer we op zoek zijn naar een restaurantje, zien we een klein paadje richting het strand. Omdat we nieuwsgierig zijn gaan we toch even kijken en krijgen we daar een van de meest kleurvolle zonsondergangen te zien die we tot dan toe hebben meegemaakt. Wat een perfect einde..
Dagen worden weken en weken worden maanden. Die onvergetelijke reis glipt steeds verder weg in het geheugen. Dit keer zou ik dat relaxte gevoel vasthouden had ik mezelf voorgenomen. Maar hij lijkt juist wel sneller verdwenen dan ooit.
Onderweg naar kantoor staar ik uit het treinraampje en bespeur een akelig herkenbare leegte vanbinnen. Nu al? Echt? Ik denk dat ik verslaafd ben, want ik kan al aan niets anders meer denken. Ik moet weer weg. Zo snel mogelijk.
Ken je dat gevoel?
Geschreven door Zilla van den Born