Edinburgh en de Schotse Hooglanden
Wij zijn naar Schotland geweest! Het land van de doedelzak, kilt, whisky en haggis! Edinburgh...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Milngavie
(Schotland)
, B. Drymen
, C. Rowardennan
, D. Tyndrum
, E. Kinochsleven
Periode: augustus 1993
Vervoer:
Accommodatie: Tent
De afgelopen jaren is er van mijn grote passie, lange afstand-wandelingen, niet veel meer terecht gekomen. Dit heeft allerlei persoonlijke oorzaken. Tot dat ik een nieuwe relatie kreeg met een vriendin die ik al jaren kende. Ook zij houdt erg van wandelen. Zij heeft twee kinderen, en we wilden wel eens kijken of die het lange afstand wandelen ook leuk zouden vinden. Dus we besloten naar Schotland te gaan, om de West Highland Way te gaan lopen. Ik met mijn zoon en mijn vriendin met haar twee dochters.
De kinderen zijn nog vrij jong, maar ik en mijn vriendin verwachten dat ze het wel aankunnen en het één en ander aan bagage mee kunnen dragen. Maar goed, met vijf personen heb je natuurlijk heel wat bagage. Daarom besloot ik een Bergans rugzak met een inhoud van negentig liter te kopen. Hier kunnen we dus veel in kwijt.
Dan is het eindelijk 11 augustus, de dag om te vertrekken. Rond een uur of zes in de avond gaan we naar het centraal station in Den Haag. We gaan weer eens een keer op reis met de bus, dat is sinds mijn vakantie naar Griekenland niet meer voorgekomen. De bus zou om kwart over zeven vertrekken, maar is er pas om kwart voor acht. Vroeger kon je zeggen: 'we gaan met de Magic Bus naar Groot-Brittannië'. Tegenwoordig is het Eurolines. Klinkt alweer minder spectaculair. Niet alleen is er een verschil in naam, maar ook de organisatie en de prijzen zijn veranderd en zijn er ook niet beter op geworden.
Ondanks de kleine vertraging verloopt de reis naar Oostende redelijk snel. In Oostende moeten we op de boot. Onze kinderen zijn al redelijk vermoeid en vinden dan al gauw een plekje in een zaal met lange banken. Onze zoon valt direct in slaap, maar de beide dochters vinden het allemaal nog reuze spannend en blijven wakker. Ik ga vast in een slaapzak op de grond liggen, en al snel volgen mijn vriendin en haar dochters ook.
Na vijf uur varen komen we aan in Dover. Een echt goede nachtrust hebben we niet gehad, dus we zijn allemaal nog wel een beetje moe. Dan komen we in de terminal bij de Engelse grens, het doet me een beetje denken aan de grens van Duitsland een aantal jaar terug. Veel camera's, door-kijk-spiegels en onvriendelijke controleurs. Gelukkig kunnen wij doorlopen, maar veel andere worden wel gecontroleerd.
Om zes uur zijn we in Londen, waar we drie uur op de bus, die ons naar Glasgow zal brengen, moeten wachten. Wel een half uur lang wordt er omgeroepen dat de bus over 'ten minutes' zal komen. Dan komt de bus eindelijk en kan de reis naar Glasgow beginnen. Doordat we alle vijf nog redelijk vermoeid zijn, dommelen we steeds in slaap. Tussen de slaapjes door kijk ik af en toe naar buiten, maar de route naar Glasgow is niet echt interessant. Dus het is ook niet erg om weer even de ogen dicht te doen.
Als we eenmaal in Glasgow zijn aangekomen, hebben we een half uur om over te stappen op de bus naar Milngavie. Vanaf daar zal voor ons het avontuur van de West Highland Way beginnen. Enigszins vermoeid zullen wij gaan starten aan de wandeltocht van 152 kilometer door de Schotse hooglanden!
Al vrij snel vinden we een plek om de tent neer te zetten. Het begint ook windstil, vochtig en benauwd te worden. Een ideale situatie voor de 'midges', klein bijt-grage insecten, om actief te worden. In een tijdschrift had ik hier al iets over gelezen, maar ik dacht dat het wel mee zou vallen. Nou, niet dus. Ze zijn verschrikkelijk, overal waar je gestoken kan worden wordt je gestoken!
Iedereen duikt snel de tent in achter het beschermende gaas. Er moet toch gekookt worden, en ik ben weer de pineut. Met een sigaretje, een muskietennet over mijn hoofd, handschoenen aan, broek in de sokken en de jas tot bovenaan dicht sta ik buiten de tent te koken. Al met al lukt het een hapje te serveren. Ondanks de vele bescherming zit ik toch nog onder de bulten. Onvoorstelbaar dat zulke kleine beestjes, zulke grote bulten kunnen veroorzaken!
Na het eten van mijn culinaire hoogstandje: rijst met linzen, gedroogde groenten en kruiden, controleren we de gehele tent op gaatjes en kieren. Dit doen we omdat we geen zin hebben de hele nacht lek gestoken te moeten worden door de midges. Ondanks de jeuk hebben we allemaal toch redelijk geslapen.
Dan breekt al vroeg de ochtend aan. Het is aardig droog en warm, al bijna 25°C. Voor we vertrekken gaan we even wat inlopen, maar het gaat allemaal nog wat moeizaam. Als we een paar uur gelopen hebben komen we bij Loch Graigallian op zo'n vier kilometer van Strathblane. Terwijl de anderen de tent opbouwen ga ik naar Strathblane om inkopen te doen. Het winkeltje die er zit is niet erg groot, en er is bijna alleen maar eten uit blik te krijgen. Gelukkig hadden ze ook nog sinaasappelsap en hobnobs, zodat het toch nog een beetje feest werd. Ik heb voor twee dagen eten ingeslagen, dus kunnen we nog even lekker op dit prachtige plekje blijven. De kinderen spelen wat in het meer en slijpen hun zakmessen op de stenen. Ze zijn al helemaal klaar voor het avontuur van de Schotse Higlands.
Na een dagje relaxen is iedereen weer fit en helemaal klaar voor het wandelen. Het is vannacht trouwens gaan regenen. Hier was ik al bang voor, want er wordt hier gezegd als je de top van de Ben Nevis niet kan zien dat het regent en als je hem wel kan zien het gaat regenen. Dus er is of er komt bijna altijd wel regen in dit gebied. Ondanks de regen is het nog wel steeds erg warm.
Aan mijn zoon kun je wel zien dat hij al redelijk wat ervaring in het wandelen heeft. De meiden van mijn vriendin beginnen echter ook al te wennen aan het lopen. Om half vijf stoppen we, want er is een mooi plekje om te zitten langs het wandelpad. Gelukkig is het nu droog, al zal dit niet lang meer duren. Daarom wil ik van de gelegenheid gebruik maken om een maaltijd klaar te maken.
Als ik bezig ben met het maken van burgers en brood, verschijnen mijn grote vrienden de midges ook weer. Dit keer heb ik mij echter beter beschermd en ik kan redelijk ongestoord het eten bereiden. Als we eenmaal in de tent zitten te eten begint het weer te regenen. We kunnen niet naar buiten, dus doen we maar spelletjes in de tent. We hebben een piramide tent voor vier personen, een beetje krap maar wel knus. En beter mee te nemen dan twee verschillende tenten.
De volgende ochtend als we de tent inpakken is het droog. Wanneer we beginnen te lopen begint het al vrij snel weer te regenen. We komen in de buurt van Killearn en hier stoppen we. Ik pak alle bagage onder een zeiltje en de rest gaat naar beneden om een winkel te zoeken. Het duurt lang voor ze weer terug zijn, want de klim terug naar boven bleek erg lastig te zijn. Op het nat geworden hout probeer ik het middageten klaar te maken. Het duurt lang voordat het eten gaar is, en het middageten is dan ook avondeten geworden. Het is al redelijk laat, maar we moeten nog opzoek naar een plek voor de tent.
Op zoek naar een plek lopen we over een smal dicht begroeid pad in de stromende regen. Volgens de kinderen lopen we door het regenwoud. Als je logisch nadenkt klopt dit ook wel, we lopen in de regen door het woud. Na een stukje lopen klimmen we over een hek en komen op een plek waar onze tent prima kan staan. Als we de tent opzetten is het gelukkig even droog. Zodra we in onze slaapzakken liggen, begint het water weer met bakken uit de hemel te vallen. Het is de hele nacht ook niet meer droog geweest.
Door de hevige regenval worden alle onze spullen steeds natter. Gelukkig kunnen we dit keer wel bijna alles droog inpakken. Onze zoon vindt het wel mooi al die regen, hij loopt heerlijk door de plassen heen te stampen. Hij heeft nu al zijn laatste paar sokken aan. De schoenen van mijn vriendin vallen ook bijna uit elkaar. Ook niet gek, want deze zijn ook al een aantal jaar niet meer actief geweest. Verder hebben we veel natte kleding en alle rugzakken worden als maar zwaarder door al het water. De slaapzakken zijn nog wel droog, want deze hadden we uit voorzorg al in vuilniszakken gedaan. Erg handig die vuilniszakken, want de jas van één van onze dochters begon water door te laten en van een vuilniszak hebben we een poncho gemaakt.
We komen in de buurt van Drymen op een plek om van te dromen. Veel ruimte, mooie beekjes en een zonnetje! Als ik de tent op ga zetten, gaat mijn vriendin op zoek naar een winkel. Ze wil wat lijm kopen om haar schoenen te maken. Ze vindt uiteindelijk een winkeltje, maar ze kan de lijm alleen gebruiken wanneer haar schoenen droog zijn. 's Avonds is het meeste van onze bagage al weer droog, maar de schoenen niet. We hebben lekker gegeten en wat dingen uitgewassen. We besluiten hier nog maar een extra dag te blijven.
In de ochtend ben ik naar het dorp geweest om inkopen te doen, en heb een grote pan met pap van havervlokken gemaakt. Net al we klaar zijn met smikkelen komt er een vriendelijke man in een groen uniform op bezoek. Hij vertelt ons dat we op privé-terrein staan en hier dus niet mogen verblijven. Een nacht overnachten is nog niet zo'n probleem, maar een hele dag kamperen is niet de bedoeling. We bieden onze verontschuldigingen aan en pakken snel onze spullen.
Om half twee beginnen we weer met lopen. We lopen in een Forestry Commission gebied, dat betekent dat het hier sowieso niet toegestaan is te overnachten. Na een paar korte rustpauzes nemen we een zijweg en zetten toch ergens de tent neer. De kinderen zijn te moe om verder te lopen. Ik en mijn vriendin zijn trouwens ook best wel moe door het extra aantal kilo's boodschappen die we mee moesten dragen. Reden genoeg om de wet een keer te overtreden, waarschijnlijk komt er toch niemand controleren.
Iedereen heeft reuze honger, en we eten of ons leven ervan af hangt. We hebben wel een schitterend gebied uitgekozen om te overnachten. Een uitzicht op Conic Hill en een mooie tunnel van wolken met daarachter de zon die onder gaat. Ook vliegen er zwermen met miljoenen midges. Ondanks onze voorzorgsmaatregelen komen er toch elke keer weer een aantal de tent binnen. Een voordeel ten opzichte van de muggen in Nederland is dat de midges erg traag en makkelijk weg te vegen zijn. Er wordt hier trouwens beweerd dat de irritante insecten goed zijn tegen reuma. Misschien klopt dit wel, want je ziet weinig Schotten die krom lopen. Maar dat kan natuurlijk ook van de Schotse whisky komen.
In de ochtend eten we ons ontbijt terwijl we heen en weer lopen door een open veld. Dit om zo weinig mogelijk last van de midges te hebben. Midges kunnen namelijk niet goed tegen de wind en ze vliegen erg traag. Als we het ontbijt op hebben komen we op Conic Hill de bewaker van de West Highland Way weer tegen. Ik vertel hem dat we langzaam en vasthoudend doorlopen, net als een 'turtle'. De bewaker legt uit dat een turtle een zeeschildpad is en een tortoise een landschildpad. Ik had dus tortoise moeten zeggen. Ik zeg dat ik turtles, vanwege de vele regen, toch beter bij Schotland vind passen en de bewaker moet lachen. Om bij het onderwerp schildpadden te blijven, vertelt de bewaker over zijn plannen voor een reis naar de Galapagos Eilanden. Daar worden de schildpadden tortuga genoemd. Bij het vertellen straalt de bewaker helemaal, zo te zien heeft hij erg veel zin in de reis. Na een kort praatje gaat de bewaker weer verder met het opruimen van het afval dat door de toeristen is achtergelaten.
Ook wij gaan verder. We moeten omhoog via een pad dat aardig steil is. Mijn vriendin heeft er moeite mee, dit komt door haar slechte longen. Op een hoogte van 350 meter is de beklimming de moeite waard, een prachtig uitzicht. We houden even een kleine pauze, het middageten hadden we een stukje terug al bij een waterval genuttigd. Dan gaan we weer naar beneden, dit is nog steiler dan het stuk naar boven.
Het is de hele dag mooi droog weer geweest. Als we uitzicht hebben op Loch Lomond, dan zien we de lucht betrekken. Wanneer we een plekje voor ons kamp aan het zoeken zijn beginnen er alweer druppels uit de lucht te vallen. Door de ervaring en het goede samenwerking hebben we ons kamp in minder dan tien minuten staan. Al onze kleren zijn ook weer droog door het zonnige dagje en het gebruik van de slaapzak als droogtrommel, vochtige sokken in je slaapzak stoppen en deze drogen dan door je eigen warmte. We zitten nu dichtbij Balmaha, op dertig kilometer van het punt waar we gestart zijn. Dan hebben we dus een gemiddelde van vijf kilometer. Niet per uur, maar per dag. Niet erg snel, maar volgens mij haalt een tortoise of een turtle dat nog niet eens!
Inmiddels worden de vervelende midges ook een beetje door ons geaccepteerd. We willen dit avontuur niet door deze beestjes laten verpesten. Vooral onze zoon ziet er uit als een wrattenzwijn, maar hij heeft geen last van alle bultjes. Hij is erg gevoelig voor zulke dingen, ik trouwens ook. Ik heb zelfs een bult op mijn voet zitten, erg lastig met lopen.
Vandaag komen we maar tot Arrochymore Point. We houden in Balmaha een pauze. Ik geniet er van een grote beker koffie en de kinderen van een ijsje. Mijn vriendin is ondertussen op zoek naar een winkel. Wij zitten voor het raam en we zien hoe ze de straat doorloopt te zoeken. Dan zien we haar niet meer, maar al snel is ze terug. Blijkbaar kan ze geen winkel vinden. En opeens zien we haar erg lachen, het blijkt dat de winkel naast het restaurant is waar wij zitten.
Na deze pauze gaan we verder. Eerst hebben we een stevige klim en daling bij Balmaha. Daarna lopen we een hele tijd langs Loch Lomond. Het is een mooie dag en de zon schijnt heerlijk. Het water en het zand brengen de kinderen in verleiding. We stoppen even om te kunnen zwemmen. Misschien hadden we dat beter niet kunnen doen, want er beginnen weer druppels te vallen. De kinderen besluiten toch even te gaan zwemmen. Het begint er op te lijken dat we niet de hele West Highland Way zullen lopen, maar dat is niet erg want het gaat ons toch om het plezier. De kinderen vragen al wel de hele tijd of we het einde wel gaan halen.
Er staat een stevig briesje, dus we hebben bijna geen last van de midges. Het zonnetje komt er ook door en het blijkt dat we op een prachtig plek zitten. Daarom besluiten we om hier nog maar een dag te blijven. Ik ga terug naar Balmaha om wat extra inkopen te doen. Ik ga over de gewone weg en bereik Balmaha met tien minuten, en gisteren hebben we er uren over gedaan. Een verschil van dag en nacht, het wandelpad of de verharde weg.
De volgende dag hebben we als voornemen om een aardige afstand te gaan lopen. Onderweg moeten we flink klimmen en klauteren, dus al vrij snel houden we een pauze en maken een vuurtje voor een warme maaltijd. We bevinden ons nu op een kwart van de West Highland Way bij Rowardennan. De wandelaars die wij tegemoet komen vertellen telkens dat het mooiste nog moet komen. Nu maar hopen dat dit echt zo is. Gelukkig is het de laatste dagen steeds droog. Naast onze tent liggen enkele grote rotsblokken en de kinderen gaan zee-rovertje spelen. Het grappig is dat er nog echte schatten blijken te liggen ook. We vinden een aansteker met een Grieks opschrift en enkele Engelse munten.
Wanneer we een warm drankje aan het drinken zijn klinkt er plots een brommerig geluid. Mijn vriendin zegt dat het wel een beer lijkt. De kinderen kijken angstig rond, maar gelukkig zijn beren bang voor vuur dus zullen ze niet dichtbij komen. Als het überhaupt al een beer is. Dan begint het donker te worden en we horen vlakbij enkele uilen. Heerlijk zo'n avond, lekker in de slaapzak liggen met natuurlijke geluiden uit het bos!
Als we de volgende dag weer onderweg zijn ziet één van onze meiden een stukje touw en wil dit oppakken. Het blijkt geen touwtje te zijn, maar een kleine slang. Verondersteld bestudeerd zij als een volleerd bioloog het diertje. Wanneer we verder lopen zien we vier berggeiten langs het pad staan. Één van de geiten staat op de achterpoten om bij de heerlijke groene blaadjes van de struiken te komen.
Het pad waarover we moeten lopen is erg lastig, omdat het redelijk smal en glibberig is. Dan hebben we de keuze om de bovenlangs of onderlangs te gaan. We besluiten maar de route onderlangs te nemen. Het pad loopt langs het water en ziet er een stuk eenvoudiger uit dan het pad bovenlangs. Wel is het pad één en al blubber en er zijn grote rotsblokken. Ondanks dat het eenvoudig is komen we nog moeizaam vooruit, met als gevolg dat we bijna twee dagen over dit stuk gedaan hebben. Iedereen is uitgeput en heeft honger. Gelukkig komen we morgen in Inversnaid en daar is volgens de routebeschrijving voedsel te krijgen. Echter weten we nog niet dat het een dag gaat worden waarop alles fout moet lijken te gaan.
Het is koud en de wind is stevig. Over het plein waait afval in alle soorten en maten. In het westen is Loch Lomond te zien en in het oosten bevind zich een groot en luxe hotel aan het plein. Ik heb thuis gelezen dat er in dat hotel af en toe eten te kopen is. Dit klopt ook, maar echt goedkoop is het niet. Voor vijf sandwiches met een klein beetje kaas moeten we vijftien euro betalen. Normaal eten we voor dit geld een hele dag!
Voor we weer iets tegen komen zijn we weer een aantal dagen verder. We hebben nog wel wat droogvoer, maar iets fatsoenlijker is geen overbodige luxe. Mijn gevoel zegt dat we moeten doorlopen, maar soms moet je dit gevoel negeren. Er blijken nog twee Nederlanders en een groep Duitsers met hetzelfde probleem te zitten. De Duitsers blijken zelfs helemaal geen voedselvoorraad meer te hebben. We horen dat er misschien om vijf uur een boot naar de overkant zal gaan. Wanneer we bijna het besluit nemen om verder te lopen blijkt er een soort rondvaartboot aan te meren. Deze wil ons wel meenemen naar Tarbet aan de overkant. Ik ga snel onze kinderen, de twee andere Nederlanders en de Duitsers halen. Deze beslissing kost ons wel weer vierentwintig euro.
In Tarbet bevinden zich alleen maar een paar huizen. Gelukkig is er wel een café waar we koffie en milkshakes kunnen drinken. De Schotten vertellen dat er in Arrochar wel wat voorzieningen zijn waar gegeten kan worden. Het is kletsnat en we lopen, wat meer weg heeft van zwemmen, naar Arrochar. In een snackbar genieten we van jacket potatoes met groente. Meer hebben we op dit moment niet nodig, en in de omgeving bevinden zich toch genoeg eetgelegenheden en winkels.
Arrochar is een echte toeristenplaats met veel campings. We vinden deze plaats niet echt bij ons passen. Om de West Highland Way weer te vervolgen moeten we de bus naar Ardlui nemen. Deze bus gaat pas rond acht uur en dus gaan we maar terug naar Tarbet om daar de trein te nemen. Het station blijkt er klein te zijn en achteraf te liggen, en we zijn er dus ook voorbij gelopen. Het regent hard en we komen erachter dat we terug moeten. Eenmaal op het station blijkt dat de trein ook pas om half acht zal gaan. Dan maar wachten in een hokje. We kunnen in ieder geval droog en uit de wind zitten en eten een boterham en een appel.
Er blijkt nog een oude rondreizende man op het station aanwezig te zijn. Ik krijg van hem zijn laatste kruimel-sigaretje en mijn zoon krijgt een muggennet en een zakmes. Om hem te bedanken bied ik hem een aantal Winner sigaretten aan. De man is dolgelukkig. De kinderen spelen wat en de tijd vliegt voorbij. Dan komt de trein en het blijkt dat de andere man niet eens op de trein aan het wachten was. Hij was in ieder geval goed gezelschap en we nemen afscheid van hem. Een reis naar Ardlui kost vijftien euro en naar Grainlarich dertig euro. Het is wel prijzig, maar we kiezen er toch voor om naar Grainlarich te gaan. Grainlarich ligt op de route en zo winnen we toch een flink aantal kilometers. De hele route redden we toch niet en het einde lijkt voor de kinderen toch wel belangrijk te zijn.
We lopen rond tien over acht weg uit Grainlarich. Dan blijkt al snel weer een volgende tegenslag te volgen. Na een aantal kilometers lopen begint het duidelijk te worden dat we voorlopig nog geen geschikte plek voor de tent zullen vinden. De grond is erg moerassig, vol met kuilen en plassen. Het weer en de ondergrond zijn te slecht om door te lopen dus zoeken we dan maar naar de meest gunstige plek om de tent neer te zetten. We vinden een plekje en zetten de tent in de stromende regen op. Wanneer het weer droog wordt duiken de midges ook weer op om ons lastig te vallen. Al krabbend vallen we in slaap.
De volgende ochtend blijkt dat we de tent toch in een moerassig stuk hebben opgezet. De grond is iets ingezakt en er staat water in de tent. Hadden we eindelijk alles droog, nu is weer alles nat. Één van onze dochters heeft een beetje heimwee en is een uur lang alleen maar over school aan het praten tijdens het lopen. Bij een watertje houden we even pauze, en de kinderen spelen wat. Als we weer verder lopen zien we hoe een schaap die vast zit in het prikkeldraad gered wordt. Mijn vriendin begint moe te worden, ook wel logisch want ze kan niet echt haar eigen tempo lopen. Een aantal kilometer voor het plaatsje Tyndrum komen we bij een prachtig plekje langs het water en het zonnetje begint ligt door te breken. Hier gaan we de tent opzetten.
Ondanks het opkomende zonnetje aan het eind van de middag heeft het toch de hele nacht geregend. Weer lukt het niet om alle spullen droog in te pakken. De kinderen zijn een beetje chagrijnig, maar al vrij snel maken ze weer plezier en springen in alle plassen. Ondanks de koude regen en harde wind bereiken we toch met een redelijk ontspannen sfeer Tyndrum.
Tyndrum is een klein dorp, maar er bevindt zich wel een groot gebouw met een restaurant en diverse winkels. Ook is het er aardig druk. Mijn vriendin heeft last van haar enkels, omdat haar schoenen kapot zijn. Onderweg is de hak van één van de schoenen afgebroken. Om recht te lopen heeft ze zelf de hak van de andere schoen verwijderd. We zoeken naar een winkel waar ze schoenen verkopen, maar zonder resultaat. Ze zal dus op een gehavend paar schoenen verder moeten. Naar wat lekkers genuttigd te hebben lopen we maar weer verder. Na een aantal kilometer lopen zetten we de tent op in de omgeving van enkele kleine watervallen en beekjes. Iedereen is erg moe, dus we vallen allemaal snel in slaap.
Eindelijk hebben we een nacht die normaal verloopt. Het is de hele nacht droog en we hebben geen last van de midges. Als we opstaan blijkt dat het koud is en het waait hard. In de wind proberen we de bagage te drogen en pakken alles in. Het blijkt dat er een bioburger gelekt heeft en alles zit onder een natte kleffe poeder. Het zit ook niet mee. Vandaag gaan we de tocht weer vervolgen, en we zullen een paar dagen zonder een dorp op de route moeten doen. De kinderen vinden dit reuze spannend. We zullen dit keer een beetje door moeten lopen, want we hebben maar voor drie dagen voedsel. Bridge of Orchy is het eerste plaatsje wat we tegen zullen komen, dus hopelijk kunnen we daar de voedselvoorraad weer aanvullen.
We lopen allemaal vrolijk en fluitend tussen de bergkammen door. Af en toe breekt het zonnetje er even door. Na een flink stuk lopen komen we dan eindelijk in Bridge of Orchy. Er blijkt geen winkel te zijn, maar alleen een hotel. Hopelijk kunnen we hier eten kopen, want hierna moeten we weer drie dagen door het bos lopen zonder een dorp tegen te komen. De volgende plaats waar we de voorraad aan kunnen vullen is Kinochsleven.
In het hotel kunnen we alleen snoep kopen en om zes uur krijgen we het menu van de dag. Het hotel blijkt een soort van herberg voor wandelaars te zijn. Voor zes euro per nacht kun je hier een bed zonder linnengoed krijgen. En tegen extra betaling wordt er ook linnengoed geleverd. Maar wij hebben een tent, dus dit is voor ons niet nodig. Om zes uur genieten we van een flinke maaltijd, die redelijk betaalbaar is. Ook kopen we nog wat chocolade, snoep en andere lekkernijen en gaan weer verder. Een paar honderd meter verderop zetten we onze tent neer langs de rivier.
Vandaag staat de tocht naar het hoge noorden op het programma. Het zal een zware beproeving worden. De tocht loopt door de kale woeste hooglanden. We doen rustig aan, en bij het hotel gooien we nog wat overbodige bagage weg. Ook eten we zo vroeg mogelijk in de middag een warme maaltijd. Dit scheelt ook weer wat bagage mee sjouwen. We stoppen bij de rivier Abhainn Shira en genieten van couscous met gedroogde peen, uien, chili con carne en soja. Onder het genoten van een kopje koffie en thee laten we het eten even bezinken en bereiden ons voor op het volgende stuk lopen.
Gelukkig blijft het de hele weg droog. Onderweg vermaken we ons met het zingen van diverse liedjes. Dan komen we bij de rivier Bá, die zijn naam eer aan doet. De rivier heeft vies bruin en stinkend water. Dit is de enige rivier in Schotland waar we geen water van gaan drinken. Na een bord met pap van havervlokken en wat koekjes gaan we op tijd slapen. Vandaag hebben we twaalf kilometer gelopen, dus we moeten Kinochsleven met de drie dagen wel gaan halen.
Vandaag komen we een paar stevige klimmen tegen op de route. Het wordt kaler, er komen meer beken, de schoenen worden steeds natter, de midges worden minder, de paden modderiger en wij steeds hongeriger. De wolken hier zijn ook vreemd, ze komen en gaan van alle kanten en hebben spectaculaire vormen. Onderweg lopen we door veel heide en zo komen we bij River Coupalt. Nog negen kilometer en dan zijn we in Kinochsleven.
De volgende ochtend begon het tijdens het inpakken al keihard te regenen. Terwijl ik de tent nog probeer uit te wringen lopen mijn vriendin en de kinderen alvast vooruit met de overige bagage. Het uitwringen lukt nauwelijks, dus stop ik de tent maar in een vuilniszak en hoop dat ik hem onderweg ergens kan drogen.
Na even gelopen te hebben komen we bij Devils Staircase, een soort van trap in een berg. Het lijkt wel een trap waar geen einde aan komt. Lopend naar boven hebben we last van een ijskoude regen die schuin van voren komt. Overal lekt het water langs en het water klotst in de schoenen. Het pad dat over de bergtop gaat, lijkt wel een rivier, en al glibberend lopen we er doorheen. Iedereen vind het zwaar en de oudste dochter begint zelfs onderkoeld te raken. We moeten stoppen en zetten de tent maar midden op het pad. We kruipen allemaal in de slaapzak en gaan dicht tegen elkaar aanliggen om warm te worden. Gelukkig wordt het snel droog en kunnen we weer verder lopen. We stappen aardig door om goed warm te worden en te blijven. Na een tijdje stoppen we om even uit te rusten. We eten een koek en trekken andere, iets minder natte sokken aan. Dan lopen we in een aardig tempo weer snel door. Af en toe worden we weer overspoeld door een heftige regenbui. Door het snelle lopen zien we ineens beneden Kinochsleven liggen. Dit geeft iedereen moed. We moeten nog ongeveer vier kilometer over de bergpaden naar beneden.
Om half vier bereiken we verkleumd Kinochsleven. We gaan een snackbar binnen om te genieten van een 'big chips'. Heerlijk. Ik stel voor om voor één keer op de camping te gaan staan, om daar te genieten van een lekkere warme douche. De rest voelt weinig voor een camping, maar de warme douche weet ze toch te overtuigen. De camping blijkt totaal anders te zijn dan we voorgesteld hadden. Een veldje naast de rivier met een paar tentjes, caravans en een gebouw met toiletten en douches. Alle vijf genieten we hier lang van de lekkere warme douche.
Ik besluit om met de kinderen naar de watervallen te gaan. Indrukwekkend, maar de afgelopen dagen hebben we bij elkaar al veel meer water gezien. Mijn vriendin is achtergebleven om wat uit te rusten en boodschappen te doen. Na de watervallen gaan ik en de kinderen naar Harlequin om koffie en warme chocolademelk te drinken. Mijn vriendin die boodschappen aan het doen was, zag ons zitten en kwam ook een mok chocolademelk drinken. De kinderen kochten ook nog wat snoep van hun zakgeld.
Dan gaan we met zijn allen even boodschappen doen. We moeten nog ongeveer een week voor we bij Fort William zijn. We kopen daarom voor vijf dagen voedsel. Dan gaan we uit eten, alweer patat. Dit keer met rauwkost en fruit met yoghurt als toetje. Als we weer bij de camping komen is de natte kleding bijna allemaal weer opgedroogd. De kinderen gaan naar bed en ik en mijn vriendin vermaken ons nog even met een flesje Schotse whisky en wat chocolade. Daarna gaan wij ook slapen.
De volgende ochtend is er geen regen, maar er zijn wel weer zwermen met midges. Ik probeer met pijn en moeite pap te maken. Ook kook ik vast de rijst. De hete pan wikkel ik in kranten en stop het in de slaapzak en dan in de rugzak. Zo blijft de rijst nog een hele tijd warm en kunnen we dit 's middags gelijk eten.
Als we het ontbijt op hebben pakken we onze spullen en beginnen met lopen. Direct hebben we een steile klim van 300 meter omhoog. Eenmaal boven slingert het pad een beetje door de bergen heen. Iedereen geniet van het zonnetje en het feit dat het eindelijk droog is. Dan komen we bij een mooi plekje langs de beek, zetten de tent op en maken een vuurtje. We genieten van de koffie met whisky, thee en broodjes met kaas. Dan gaat de zon onder tussen de dreigende donkere wolken.
Vannacht begon het weer te regenen en de midges waren ook weer actief. Inmiddels geen bijzonderheid meer. We hebben gelukkig geen haast, dus kunnen na een slechte nachtrust rustig aan doen. Het regent nog steeds. Als het droog is ruim ik vast de scheerlijnen van de tent op. Mijn vriendin dacht dat we vandaag op dit plekje zouden blijven, maar we gaan toch een stukje lopen.
Tijdens het lopen komen we langs twee oude huizen met een stromende beek in de tuin. Ik en mijn vriendin fantaseren over het beginnen van een herberg in deze huizen. Het zal bij fantaseren blijven, want met drie opgroeiende kinderen is dat plan toch geen haalbare optie. Een stukje verder vinden we een geschikte plek om de tent neer te zetten en het begint weer te regenen. We staan vlakbij een bos met veel dood hout en een beek. Tijdens het maken van vuur wordt ik wel nat, maar om een beetje warm te blijven drink ik het laatste beetje whisky op. Als ik in de tent kom zijn mijn vriendin en de oudste dochter de route aan het bekijken. We hoeven nog maar twaalf kilometer, dus we kunnen rustig aan doen.
De volgende dag zitten we bij een kampvuur een warme maaltijd te nuttigen. Vandaag blijven we maar op deze plek staan. De dag stond vooral in het teken van lekker uitrusten en de kleding en sokken droog krijgen. Vroeg gaan we weer slapen en we blijven de volgende ochtend ook lekker lang liggen. Daarna gaan we een stuk lopen en als we pauze houden pannenkoeken bakken. Na het eten lopen we verder en rond een uur of drie naderen we Fort William. De hoogste berg van Schotland, de Ben Nevis, blijkt niet zo indrukwekkend te zijn als we gedacht hadden. Blijkbaar denken veel mensen er anders over, want aan de voet van de ligt een gigantische drukbezette camping en ook langs de weg staat het vol met auto's. Het is er erg toeristisch en druk. We eten nog wat en nemen wat lekkers voor onderweg mee een gaan er vandoor. We kunnen met de bus naar Glasgow, maar dan zijn we daar vanavond al en moeten we daar nog een dag wachten. Dus we nemen de bus naar Bridge of Orchy. Dit vinden we allemaal een leuke plek om nog een dagje te verblijven. In Bridge of Orchy genieten we van een prijzige maaltijd ter afsluiting van ons avontuur in Schotland.
Voor de volgende dag was er zon voorspeld, maar toch regent het vandaag. Na een dag van spelletjes doen in de tent gaan we vroeg slapen. De volgende ochtend staan we om half zeven al bepakt bij de bushalte, en nog steeds regent het. We houden goed in de gaten of de bus er aan komt, want je moet de bus aanhouden als je mee wilt. Om half acht komt er eindelijk een bus en we zwaaien allemaal. Maar tot ons ongenoegen rijd de bus door. In het hotel vertellen ze dat de bus dan waarschijnlijk vol zat en er zo een andere zal komen. We blijven in de regen wachten en een half uur later komt de volgende bus. Nu kunnen we gelukkig wel mee.
Om tien uur komen we aan in Glasgow. Nu moeten we nog hopen dat er nog een bus naar Londen gaat. Tot onze grote spijt zitten alle bussen al vol en we moeten opzoek naar een slaapplek. De volgende ochtend gaat om half zeven de terminal weer los. Na een onrustige nacht, waarin we nauwelijks geslapen hebben, drinken we koffie en chocolademelk in de terminal. Om tien uur kunnen we mee met de bus naar Londen.
Eenmaal in Londen gaan we naar Dover om op de boot naar Oostende te gaan. Er is erg veel lawaai op de boot en weer slapen we slecht. Op het dek is mijn vriendin aan de praat gekomen met een meisje uit Engeland die naar de bruiloft van haar broer in Nederland gaat. Ook tijdens de busrit naar Den Haag praten ze met elkaar. Ik en de kinderen hebben bijna de hele weg liggen slapen. Eenmaal thuis is iedereen nog steeds moe. We hebben veel slaap in te halen en veel om over te dromen. Het was een mooi avontuur en we zijn allemaal weer veel ervaringen rijker!