Goodmorning Vietnam!
Goooooooodmorning Vietnam…. Dat riepen mijn vriend en ik, daarbij denkend aan de...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Hanoi
(Vietnam)
, B. Lao Cai
, C. Sapa
, D. Cat Ba
, E. Hanoi
, F. Bangkok
(Thailand)
Periode: juli 2006
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Diverse
Vanmorgen stonden we om 8:30 op. We namen een ontbijt in het hotel. Het stelde niet echt veel voor. We zouden om 12:00 uitchecken om naar Lucky Star te verkassen. We hadden dus nog even de tijd, en besloten om richting de Hai Ba Trung tempel te lopen. Dit was niet zo ver van het hotel vandaan. Het was druk op de weg, veel brommers, en allemaal druk toeterend. De tempel lag bij een meertje. Eerst leek het alsof de tempel dicht was. Wel hoorden we stemmen. En op een gegeven moment gebaarde een oud mannetje dat we door een smal gangetje achter hem aan moesten lopen. We kwamen op een binnenplaats, waar wat nonnen liepen. Ze hadden net gebeden. We wisten niet precies waar we heen moesten, waar we wel en niet mochten lopen. Na wat handen- en voetenwerk bleek dat we de tempel even mochten bekijken. Een nonnetje wees naar onze voeten, voordat we de tempel inliepen, we moesten onze slippers uitdoen. We liepen door de tempel, gaven een kleine donatie, en liepen daarna weer terug richting het hotel.
Het was inmiddels 11 uur. We rekenden af bij de receptie van het army hotel, en namen een taxi richting lucky star. Yeah, een betere kamer, voor een betere prijs! Het army hotel zijn echt afzetters. We dropten de tassen in de kamer. Beneden, bij de receptie van lucky star regelden we een trip naar de perfume pagode. Dit was ongeveer 60 km. buiten Hanoi, en met een bus kon je hier naartoe. Ook regelden we tickets terug van Sapa (Lao Cai) naar Hanoi, dat hadden we anders nog in Lao Cai moeten doen. Het was wel iets duurder, maar een stuk gemakkelijker geregeld op deze manier. Ook wel relaxed, je kon gratis je mail checken, er stonden 5 computers. We stuurden een mailtje naar huis, en gingen weer op pad.
We liepen richting het Ho Chi Minh Mausoleum. We wilden onderweg nog een hapje eten, maar het was lastig om een geschikt eetplekje te vinden. Er waren wel veel vietnamese eettentjes, waariedereen op miniscule krukjes zat, alleen zat er niet echt een fatsoenlijke keuken bij. Hier gingen we dan ook liever niet eten. We liepen door, richting de temple of literature. Op zoek naar de ingang van deze tempel, liepen we bij toeval langs Koto. Dit was een restaurant waar straatkinderen stage konden lopen, voor in de keuken of in de bediening. Het was ontzettend druk. We bestelden rundvlees met cashewnootjes.
Daarna gingen we naar de Temple of literature. Het was een mooie tempel, met veel groen eromheen. Nadat we de tempel bezocht hadden, liepen we verder richting het mausoleum. Het bleek nog een aardig stuk lopen te zijn, ik kon geen plek ontdekken waar ik niet zweette. Bij het mausoleum was een groot plein. Het mausoleum zelf gingen we niet in. We besloten naar het museum te gaan, wat hier vlakbij was. Het museum was wat warrig ingericht. Een deel was in het Engels, een deel in het Vietnamees. Er liepen ook opvallend veel Vietnamezen rond.
Nu we toch hier waren, wilden we eigenlijk ook een botanische tuin bezoeken. Maar die was lastig te vinden. We kwamen wel in een park terecht, met hier en daar wat vogels in kooien, maar meer ook niet. We waren ondertussen nogal gaar van al dat lopen, en besloten met een fietstaxi (riksja) weer terug te gaan richting het hotel. We pasten net met z’n tweetjes + de tassen in 1 karretje. Wel minder, al die uitlaatgassen als we stonden te wachten bij een stoplicht. Maar goed, het was wel even relaxed om niet meer te hoeven lopen. We bleven even in het hotel, voordat we een hapje gingen eten
Fris en fruitig gingen we weer op pad. We moesten eerst nog pinnen. De eerste ATM die we tegenkwamen werkte niet. Op naar de volgende. Helaas, het bleek dat hier niks meer inzat. Het was even zoeken voordat we weer een nieuwe hadden gevonden, en gelukkig was hier wel wat uit de muur te halen. Toen de buit eenmaal binnen was, gingen we naar het restaurant. Ik had gezien dat er in de buurt een Thais restaurant zat, Baan thai. De inrichting was niet echt bijzonder, maar het eten was best aardig. Vanmorgen werden we al vroeg wakker van al dat getoeter op straat. Hanoi is echt bezaaid met brommers. Echt gigantisch, zoveel brommers. De wekker was nog niet eens afgegaan, het bleek pas 6 uur te zijn. We zouden vandaag naar de perfume pagode gaan. Om half 7 stonden we op, en om 7 uur gingen we naar beneden om te ontbijten in het hotel. Je kon kiezen uit toast met jam, een gebakken ei of noodle soup. Fred nam een toastje met jam, en ik ging voor de noodle soup. Wait, one minute, zei het mannetje van het hotel, en hij liep de straat op. Het bleek dat hij de soep bij een van de buren ging halen! Fred kreeg al helemaal kriebels bij het idee, maar goed. Het rundvlees in de soep bleek inderdaad niet zo goed doorbakken, dus daar heb ik omheen gevist. De rest was prima te eten. Om half 8 stond het busje klaar. We reden zigzag door de straatjes om hier en daar nog andere tripgenoten op te pikken. Het was zo’n 2 uur rijden met de bus, en dan nog 1 uur met de boot. Na de busrit stapten we uit. We kochten nog wat drinken voor onderweg, en een hoedje. Het waren ijzeren bootjes, niet bepaald groot. Je kon er met 4 personen inzitten, met achterin nog het mannetje (of vrouwtje) wat voor ons ging roeien. Hij liever dan ik, het was een aardig stuk roeien en het was al aardig warm. Het was een prachtige rit. Aan beide kanten bergen, veel groen.
Op de plek van bestemming aangekomen bleek dat we er nog niet waren. We moesten nog 1 uur lopen om de perfume pagode te bezoeken. Maar goed, we waren er nou toch, dus begonnen met lopen. Het was een behoorlijke klim, over stenen en trappen, en nog bergopwaarts ook. Zo af en toe namen we even pauze, en dronken wat. Onderweg waren de nodige stalletjes, waar ze elke keer weer vroegen of je wat bij ze wilde kopen. Toen we al een aardig eind op weg waren, zagen we dat er ook een kabelbaan was. Wel lullig als je al halverwege je tocht bent! Bij de pagode aangekomen, bleek het in een grot te zijn. Via een trap kon je naar beneden. Het was spekglad in de grot, dus oppassen dat je niet uitgleed. Beneden in de grot was een altaar, met Chineesachtige boeddha’s (3 op een rij). Achter elke boeddha was een kitscherig rondje met knipperende neonlampjes. Zoiets wat je normaal op de kermis ziet, maar nooit in een tempel verwacht!
We besloten om terug lekker relaxed te doen, en de kabelbaan te nemen. We zouden om 1 uur met de hele groep beneden eten, maar het was nu pas half 1. We kochten een kaartje, en liepen naar het begin van de kabelbaan (die nog stil stond). We bleven zitten, en wachten, maar na 10 minuten was er nog niks gebeurd. Ik besloot te gaan vragen of ze nog wel van plan waren om vandaag naar beneden te gaan. Hoewel ze amper Engels spraken, kreeg ik uiteindelijk te horen dat dat ding over 10 minuten naar beneden zou gaan. Ik had er nog mijn twijfels over. Gelukkig kwamen er na een tijdje nog wat mensen aanlopen. Eerst nog 2, daarna nog 5. En jawel, we konden instappen om naar beneden te gaan. Het was een dichte bak, en dat was eigenlijk wel prettig, want het was nog een behoorlijke hoogte. We cruisden naar beneden, yeah, binnen 10 minuten konden we weer uitstappen.
We liepen het laatste stuk naar beneden, om met de rest van de groep te eten. Het was echt heerlijk, ze hadden echt van alles. Uiteraard spring rolls, morning glory (groente), beef, rijst, tofu en ei. Na het eten gingen we nog een tempel bezoeken die aan de voet van de berg lag, en in 1500 gebouwd was. Daarna stapten we terug in de boot, en weer in de bus terug naar Hanoi. ’s Avond hebben we gegeten in Hanoi garden.
Vanavond om 21:20 nemen we de trein richting Sapa (Lao Cai om precies te zijn). Vandaar dat we vandaag niet teveel op het programma hebben. We slapen uit tot 10 uur. We kunnen de tassen bij de receptie van het hotel laten staan, zodat we die niet de hele dag mee hoeven te slepen. We ontbijten bij Baguette et Chocolat. Dit is, net als Koto, een plek voor straatkinderen om trainingsprogramma te lopen. De meisjes van de bediening zijn heel lief. Fred neemt stokbrood met tomaat, ik eentje met tomaat en mozzarella. Daarna lopen we nog wat door Hanoi, langs het meer. We lopen in een supermarkt mueslirepen en pringles voor de treinreis van 10 uur. We hebben nog alle tijd, dus besluiten om richting de rivier te lopen (in het oosten van Hanoi). Om daar te komen moeten we een drukke weg oversteken. Een 4-baansweg (per richting), waar auto’s, bussen en brommers langs zoeven en je voor je sokken rijden. We wachten af, tot het iets rustiger is en veilig genoeg om over te steken.
Het blijkt dat de wijk aan de andere kant van de snelweg een stuk armer is. Langs de huizen loopt een wirwar van elektriciteitskabels. De huizen zien er grauw uit. We lopen door naar de rivier. Na een tijdje gaan we weer terug, richting het centrum van Hanoi. Van al dat lopen krijg je vermoeide voeten, dus we nemen een voetmassage. Wel jammer, het is hier een stuk lastiger te vinden vergeleken met Thailand. We hebben er vlak bij het hotel een gezien, in een kapsalon. Ze hebben achter in de winkel een massageruimte. Dit keer heb ik mazzel, in Thailand zijn het altijd vrouwen die je voeten masseren, maar hier wordt het door jongens gedaan. Wel minder, het gaat er wat harder aan toe. Ze gebruiken geen stokjes, maar hun knokkels voor drukpunten.
Ondanks dat zijn na een uurtje onze voeten weer helemaal relaxed, en kunnen ze er weer een tijdje tegenaan. We gaan nog even internetten bij het hotel, en voor we de trein induiken gaan we een hapje eten bij Little Hanoi. Deze staat in de Lonely Planet, en ligt in een rustig straatje. Het is gezellig ingericht, zeker vergeleken met de meeste plekken waar we tot nu toe hebben gezeten. Het is ontzettend druk, maar dat is logisch, want het eten is er heerlijk! Ik had tiger shrimps.
Rond 8 uur nemen we de taxi richting het station. Toen we rond 9 uur de hal inliepen, was er een jongen die met ons meeliep. We hadden hem onze kaartjes laten zien, en hij vertelde waar we heen moesten. Tja, op zich wel heel gemakkelijk. We gaven hem wat kleingeld en stapten de trein in. Het was een gedeelde coupé. Er zaten 2 vietnamezen in, een man en vrouw. Er waren aan elke kant van 3 bedden boven elkaar. Wij hadden de onderste en de middelste. Het middelste bed was nu nog ingeklapt, zodat we op de onderste konden zitten. Met handen en voeten maakten we een praatje met het Vietnamese stel. Het bleek dat zij uit Lao Cai kwamen. We lieten wat plaatjes uit de Lonely Planet zien. Later kwam er nog een kennis van het stel binnen. Hij woonde al jarenlang in Canada, en sprak goed Engels. Dat praatte een stuk gemakkelijker. Na een half uur kwam de trein in beweging, en reed weg uit Hanoi. We bleven nog een uurtje zitten voordat we gingen slapen. Nou ja, slapen, er was een hoop herrie. Niet alleen van de denderende trein, maar ook van het gesnurk van medepassagiers. Ineens ging de trein volop in de remmen. Er bleek niks aan de hand te zijn, het was gewoon een station waar de trein stopte.
Rond half 6 werden mensen wakker. Je hoorde hier en daar praten. Het bleek inmiddels ook licht te zijn, dus tijd om op te staan en uit het raam te kijken! Het was nu nog ongeveer een uurtje rijden. Het was een mooi landschap. Aan de ene kant bergen, en aan de andere kant een rivier. Rond half 7 kwamen we aan in Lao Cai. Het duurde even voordat we uit konden stappen.
Buiten het station was het een chaos. Er stonden busjes, die mensen richting Sapa brachten. We stapten in een van de busjes, maar het duurde echt een eeuwigheid voordat dat ding wegreed. De bus moest eerst helemaal volgepropt worden, eerder reed ‘ie niet weg. De rit naar Sapa duurde ongeveer 1,5 uur. Het zag er schitterend uit, het landschap onderweg. Hoewel de chauffeur ons ergens anders af wilde droppen, zeiden we dat hij ons naar het Auberge hotel kon brengen. En dat deed hij. Het was een mooi hotel, met een mooi uitzicht. De kamer was 15 dollar per nacht.
We fristen ons op, om even bij te komen van de reis. Een paar uurtjes later, was het weer tijd voor loempia’s. Na de loempia’s gingen we de rest van het dorp verkennen. Het stelde niet zoveel voor. Er stond een klein, lelijk Frans kerkje, en er was een markt. In Sapa lopen veel Hmong mensen rond. Dit is een van de bergvolken die hier in de omgeving woont. Ze lopen in traditionele kleding, net als de Thai en de Dau (maar die 2 zie je minder vaak).
Vlakbij Sapa ligt het dorpje CatCat (3 km). Dat is best te lopen, dachten we. En zo liepen we richting CatCat. Het bleek nog een aardig eind te zijn, maar gelukkig was het wel bergafwaarts. We wisten nu al dat we voor de terugweg een brommer zouden regelen, die reden er zo te zien ook genoeg hier. Bij het dorpje aangekomen, kon je met een trap naar beneden. Nou ja, trap, het was meer een pad, met hier een daar treden naar beneden. Je liep langs huisjes, maar het was ook niet echt een dorp. Na 1 of 2 km. kwamen we bij een waterval. Gelukkig liep het pad ook nog door, en hoefden we niet dezelfde weg terug.
We moesten over een gammel trappetje, wat over een superhoge afstand ging. Weer bij de weg aangekomen, stonden er al 2 brommers op ons te wachten. Deze brachten ons voor 20.000 dong p.p. terug naar Sapa. Terug in het hotel gingen we even een tukkie doen. ’s Avonds aten we wat bij het restaurant van het Auberge hotel, dronken nog wat tiger biertjes en machiavelli gespeeld.
Vanmorgen hebben we een scooter gehuurd, 6 dollar voor de hele dag. Lekker een beetje rondscheuren door de omgeving. We gingen ontbijten bij Baguette & Chocolat. Dit zit ook in Hanoi, maar het zag er hier een stuk mooier uit dan daar. We namen een lekker belegd stokbroodje, en namen wat croissantjes mee voor onderweg.
We zouden vandaag richting de Tram Tom pas rijden. Het schijnt dat hier een mooie waterval te zien is. De rit onderweg is adembenemend mooi. Na een tijdje brommeren komen we aan bij de waterval. Het is er ontzettend toeristisch, met allerlei kraampjes. De waterval ziet er niet bepaald spectaculair uit, we stoppen dan ook niet, maar rijden verder. Het is een stuk omhoog, de bergen is. Het schijnt zo’n 2100 meter hoog te zijn. Dat is ook wel te merken, naarmate we hoger komen wordt het een stuk koeler. Aan onze linkerhand ligt de Fansispan, de hoogste berg van Vietnam. We gaan met de brommer via slingerende wegen langzaam de berg weer af. Zo nu en dan hebben we tegenliggers, andere brommers, auto’s of vrachtwagens.
Onderweg komen we nog de nodige watervallen tegen, die er al mooier uitzien als dat miezerstraaltje bij de Tram Tom pas. We stoppen regelmatig om foto’s te nemen van het uitzicht. We rijden nog zo’n 20 km verder. We stoppen in een klein dorpje, ook eigenlijk het eerste dorpje wat we tegenkomen. Er staan ongeveer 20 huizen, niet meer. Bij een huisje kopen we wat drinken. Het is niet koel, maar ok, er is verder niet veel keus. Er komen gelijk wat kinderen op ons afrennen. We geven ze wat autootjes en elastiekjes, die we bij ons hadden om uit te delen. Nadat we ons drinken op hebben, stappen we weer op de brommer. We gaan weer terug richting Sapa.
We stoppen bij een waterval, waar we over stenen klauteren, die in het water liggen. Na een tijdje klimmen, klauteren en foto’s maken gaan we weer verder. Op de terugweg zien we op een hoog punt een klein eet-‘tentje’, waar we stoppen om wat te drinken. Het is een soort paalconstructie, waar zeilen zijn gespannen tegen de wind. Er is ook een bus met, zo te zien, Vietnamese toeristen gestopt, die wat muziek maken. Best gezellig. De vrouw, die bij het tentje hoort, zit op haar hurken, en bakt op een roostertje satéstokjes. Ze gebaart of wij ook willen, maar we slaan even over. Ook krijgen we een klein kopje thee aangeboden, deze nemen we wel aan. Wel zo beleefd om op te drinken. Als ons blikje drinken op is, stappen we weer op de brommer en sjezen verder. Een stukje rijden, stoppen voor een fotootje, weer verder rijden, wat stof happen van een vrachtwagen die ons tegemoet komt.
Om een uur of 2 zijn we terug in Sapa. We zijn nog niet in het centrum, als we ergens een bord zien staan, en een paadje naar beneden toe. We zetten de brommer neer om een kijkje te gaan nemen. Het blijkt een kleine pagode te zijn. De pagode heeft veel weg van andere pagodes en tempels die we tot nu toe gezien hebben. Druk, veel rood en goud, en Chineesachtige beelden. Ook hier krijgen we van een vrouwtje thee aangeboden. De thee is nogal bitter van smaak. We nemen een klein nipje, maar laten de rest van de thee staan.
We rijden terug naar het centrum van Sapa, en gaan loempia’s eten bij Gerbera. Daarna terug naar de hotelkamer om wat bij te komen. We gaan ergens een hapje eten. Daarna bij Auberge op het terras gezeten, om nog wat machiavelli te spelen (kaartspel wat we mee hebben genomen).
Voor vandaag hebben we weer de brommer gehuurd. We gaan nu de andere kant op, richting het dorpje Ban Ho. Het uitzicht onderweg is weer adembenemend mooi. Bergen, rijstvelden, je kijkt je ogen uit. We stoppen onderweg om wat te drinken. Er lopen veel Hmong mensen rond, ook onderweg kom je ze geregeld tegen. We rijden weer verder. Tot nu toe was de weg die we reden geasfalteerd, maar het blijkt dat het laatste stuk van de weg richting Ban Ho dat niet is. In het begin gaat het nog wel, de geasfalteerde weg gaat over in een zandweg. Maar na een tijdje, enorme kuilen en gaten, stenen, rotsen. Het schijnt nog 5 km te zijn naar het dorp, maar het lijken er wel 100.
Als we uiteindelijk toch in het dorp belanden, zetten we de brommer neer om een stukje te lopen. We hebben autootjes en haarelastiekjes bij ons om uit te delen aan kinderen. Als we een paar kids tegenkomen, geven we ze wat. Binnen de kortste keren is het gedaan met de rust, en worden we door 10 kinderen achtervolgd, die allemaal wel wat willen hebben van ons. Tja, als ze eenmaal weten dat je wat hebt... We delen nog wat uit, en lopen weer verder. De kids gaan ook weer een kant uit. De weg terug omhoog gaat gelukkig wat sneller. We stoppen onderweg om wat te drinken, en gaan nog ergens naar een waterval kijken.
We hebben de brommer neergezet, en lopen vanaf de weg richting de waterval. We worden vanaf de weg al achtervolgd door wat Hmong mensen. Zij proberen aan toeristen zelfgemaakt handwerk te verkopen. In het begin zijn het er een aantal, maar er is uiteindelijk 1 meisje wat met ons mee blijft lopen. Ze spreekt nog redelijk wat Engels ook, en vraagt waar we vandaan komen en hoe we heten. Uiteindelijk kopen we bij haar een kussensloop. We rijden op ons gemakje weer richting Sapa, en brengen daar de brommer terug. We vragen in het hotel hoe laat we moeten uitchecken, en regelen vervoer voor morgen, weer richting Lao Cai. Om 18:30 de bus van Sapa naar Lao Cai, om 20:30 de trein richting Hanoi.
We gaan een hapje eten, bij het tentje waar we de eerste dag ook gegeten hebben. Fred besteld kip met lemongrass, en ik neem noedels met groente en Sapa mushrooms. Na het eten gaan we weer terug naar het hotel.
Vanmorgen ging om 7:30 de wekker. Om 9 uur moeten we uitchecken. De tassen hadden we grotendeels gisteren al ingepakt, dus we waren zo klaar. We konden de rugtassen hier laten staan. Aangezien de bus pas om 18:30 vertrok, hadden we nog alle tijd om wat te doen. We hadden daarom voor nog een dagje de brommer geregeld, zodat we nog wat rond konden crossen. Vroemvroem, onze eerste halte was de Baguette & Chocolat, om eerst even lekker te kunnen ontbijten.
Na het ontbijt reden we richting Taphin, de weg richting Lao Cai, maar na een tijdje naar links toe. We waren alleen voorbij de afslag gereden. We reden nog een stukje verder, want het was gewoon een mooi uitzicht en een leuk stukje om te rijden. Je bent tenslotte niet elke dag in Sapa. Zo’n 16 km voor Lao Cai keerden we weer om, en namen alsnog de afslag richting Ta Phin. De weg was smal, maar goed geasfalteerd.
We kwamen al vrij snel in het dorpje, waar het Dao-volk woonde. Toen we ergens zaten, om wat te drinken, kwamen er wat dorpsbewoners naar ons toe, om te kijken of we dingen van hun wilde kopen. Ze waren niet zo opdringerig, dus je had er ook niet zoveel last van. Ze dragen rode hoofddoeken, en hebben mooie versierde kleding. Ook de baby’s dragen een schattig rood mutsje. De jongen van wie we de brommer hadden gehuurd, had ons wel gewaarschuwd dat we de brommer op slot moeten zetten. Anders heb je kans dat de benzine eruit gehaald wordt. Wel slim bedacht, kun je het vervolgens weer van hun terugkopen. In Ta Phin bleek ook een grot te zijn, die we een bezoekje gingen brengen. Het was ongeveer een kwartiertje lopen, en we liepen langs de hutjes van de Dao-mensen. Leuk om te zien.
Bij de grot kwamen kinderen met fakkels (nog net niet aangestoken) ons tegemoet rennen. Hoewel we een zaklamp bij ons hadden, ‘leenden’ we ook een fakkel. Het bleek dat er dan automatisch ook een jongetje meeliep. Tja, hij wist tenslotte ook goed de weg. De fakkel + het jongetje als gids lieten je de grot zien voor nog geen 2.000 dong. Die fakkel was ook wel nodig, het was pikkedonker daar, en best smal hier en daar.
Toen we terugliepen vanaf de grot naar de brommer, sprak een vrouwtje ons aan. Ze vroeg of we wat wilden kopen. Ze zou ons ook haar huis laten zien. Op haar rug droeg ze een baby. We besloten wat bij haar te kopen. Ze liet ons ook haar huis zien. Het was best klein allemaal, en primitief. Ik vroeg met hoeveel mensen ze hier woonden. Het bleek met een hele familie te zijn, ongeveer 8 mensen! Echt onvoorstelbaar. Heel bijzonder om te zien. Terug van het dorp richting Sapa stopten we nog hier en daar om een foto te maken. Het was nog zo’n 10 minuutjes naar Sapa, toen het zachtjes begon te spetteren. We hadden tot nu toe nog geen regen gehad. Een paar spetters, en we wisten hoe laat het was. Het was ook al de hele dag bewolkt geweest, dus het zat er wel in dat het flink zou gaan hozen. We reden eerst nog door, maar toen het harder begon te regenen, stopten we bij een paar bomen voor wat beschutting, en om onze poncho’s te pakken. Voor de rugtas hadden we een regenhoes, zodat die boel ook droog bleef.
Binnen een paar minuten kwam het met bakken uit de hemel zetten. De weg waar we stonden liep af, en was veranderd in een rivier. In het begin gaven de bomen nog genoeg beschutting, maar na 5 minuten hielp ook dat niet meer. We besloten om toch maar op de brommer te stappen, want zo te zien duurde het buitje ook nog we even. Ook het straatje van ons hotel was in een rivier veranderd. We brachten de brommer terug, en liepen doorweekt terug naar ons hotel. Gelukkig konden we ons daar even omkleden, want onze tassen waren al ingepakt.
We namen wat te eten bij Auberge, en gingen weer machiavelli spelen. Hong, het neefje van eigenaar van het hotel was al een paar keer nieuwsgierig bij ons komen zitten en had inmiddels ook door hoe je het spelletje moest spelen. Hij deed ook een paar potjes mee en dat ging best aardig! Ondertussen regende het verder, maar we zaten nu gelukkig droog. Om 5 uur gingen we nog even op pad om ansichtkaarten te kopen en een hapje te eten. We gingen eten bij Mimosa. Daarna terug naar Auberge, en om 18:30 in het busje. Er waren zo’n 15 zitplaatsen in de bus. Alle tassen werden op de eerste rij zitplaatsen neergegooid, en reikte tot aan het plafond. Best wel link dus. Een keer te hard remmen, en de tassen zouden over de chauffeur vliegen. Fred omschreef al het scenario hoe we vervolgens het ravijn in zouden donderen. Altijd handig om op het ergste voorbereid te zijn. Het regende nog steeds, en was inmiddels ook donker. En de bus reed in een aardig tempo over de kronkelende wegen tussen de bergen. Toen het een stuk ook nog mistig werd, ging de chauffeur gelukkig wel iets rustiger rijden.
Rond 19:45 kwamen we aan in Lao Cai. De trein zou pas om 20:30 vertrekken, dus we waren lekker op tijd. De bus stopte bij een restaurantje vlakbij het station. Een Vietnamese jongen vroeg of hij onze tickets mocht zien. De tickets hadden we al in Hanoi geregeld, bij lucky star hotel. Toen ik de tickets liet zien, gaf hij aan dat er nog iets miste. Hij bood aan om dat wel even te regelen. Yes, I do it for free, you wait right here. Gaat 'ie ervandoor met onze tickets om ze alsnog aan iemand anders te verkopen. Ja vast, ik vertrouwde het voor geen meter. We pakten onze tassen, en liepen alvast naar het station. Voor de zekerheid liet ik bij de balie mijn tickets zien, om te vragen of het in orde was. De man achter de balie gaf aan dat het prima in orde was, niks mee aan de hand.
We zaten in de coupé met 3 Vietnamese meisjes. Er zijn totaal 4 bedden, dus 2 voor ons, en 2 voor ehm, 3... maar dat maakte hen blijkbaar niet uit. Het was een vrieskisttemperatuurtje in de coupé, dit was ook niet lager of uit te zetten. Echt lekker slapen gaat lastig in zo’n trein. Gehobbel, de blazende airco en het gedender van de trein. Toch maar wat liggen en proberen te slapen. Op een gegeven moment wordt er van alles in het Vietnamees omgeroepen. De Vietnamese meiden komen in beweging, het is blijkbaar tijd om op te staan. Een kwartier laten rijden we Hanoi binnen.
Het is 5 uur ’s ochtends, als we de trein uitstappen. Maar dan zijn we er nog niet. Vanaf het busstation (8 km vanaf het treinstation) willen we om 6 uur de bus pakken richting Haiphong (2,5 uur rijden), om vanaf daar om 9 uur de veerboot te pakken richting Cat Ba.
Op het plein voor het station is het een heksenketel van taxi’s, vietnamezen en toeristen. In de Lonely Planet staat dat je het beste een 'metered' taxi kan nemen. Dus uiteindelijk nemen we die. Vanaf het treinstation naar het busstation is zo’n 8 km. Maar helaas, het blijkt dat de meter van onze taxi alles behalve zuiver is. Die teller vliegt als een gek omhoog, en zelfs als we stilstaan tikt ‘ie lekker door.
Al tijdens de rit hebben we in de gaten dat het niet klopt, maar helaas zijn er weinig alternatieven. We moeten op tijd bij het busstation zijn, en op dit tijdstip van de dag is het rustig op de weg, dus ook rustig qua taxi’s. Als we bijna bij het busstation zijn, begint de ellende. De lijpe taxichauffeur beweert dat het ritje 16 dollar heeft gekost. Dat gaat sowieso al niet lukken, dan hebben we geen geld meer om de buskaartjes naar Haiphong te kopen. We zeggen dat ‘ie 5 kan krijgen, en dat hij dan nog belachelijk veel krijgt.
We hebben de tassen al gepakt. Hij was het er blijkbaar niet mee eens, want pakt uit de kofferbak een ijzeren buis. Dat heeft hij ook wel nodig, want het is een klein, iel mannetje. Aangezien het er niet geruisloos aan toeging, zijn er inmiddels wat mensen bij komen staan. Uiteindelijk lukt het wat Vietnamese omstanders om de jongen tot bedaren te brengen. Wat een gedoe zeg. Als het had gekund waren we wel lopend gegaan! Wat ontdaan (het is tenslotte ook 5 uur ’s ochtends, na een brakke nacht in de trein) lopen we richting de bushalte. We kijken nog achterom of we niet worden achtervolgd door die gestoorde taxichauffeur met z'n ijzeren buis. Maar nee, niks te zien. We stappen in de bus. Er zitten wat Vietnamezen in, maar verder geen toeristen.
Na 2 uurtjes komen we aan in Haiphong. Helaas heeft de buschauffeur ons ergens in het centrum gedropt, en niet bij het busstation, dus het is even zoeken waar we nu precies zitten. Ook moeten we allebei ontzettend nodig naar de wc. Uiteindelijk gaan we bij een marmerwinkel binnen om even wat overtollig vocht te lozen. Hoewel het een stukje lopen was naar de pier, en we ook nog moesten pinnen voordat we de veerpond naar Cat Ba namen, hadden we even geen behoefte aan een taxi. We kwamen langs een markt. Ze hadden veel groente en fruit, en kippen en eenden, die levend met tie-raps om hun poten waren vastgebonden. Lekker diervriendelijk weer, beetje goor om te zien. Het was een flink stuk lopen, zeker met de rugzakken op. De pinautomaat was ook verder weg dan het op het kaartje van de Lonely Planet leek.
We kochten om 8:40 de kaartjes voor de boot, deze zou om 8:50 vertrekken. Toen we richting de boot liepen, beweerde het vrouwtje wat onze kaartjes controleerde, dat we een extra 30.000 dong voor de tassen moesten betalen. We dachten, weet je wat? Bekijk het maar, en liepen door. Blijkbaar was er niks aan de hand, en wilde ze ons gewoon uitproberen, want er kwam niemand achter ons aan en we konden zonder problemen op de boot stappen. Zelfs als je een scheet laat in Vietnam moet je ervoor betalen!
De boottocht naar Cat Ba was met een Russische hydrophole, en deed er zo’n 45 minuten over. Lekker snel dus. Rond 10 uur zetten we voet aan wal in Cat Ba city. We lopen met de tassen richting het hotel wat we in gedachte hadden. In een zijstraat van de boulevard staan 2 potentiële hotels tegenover elkaar, dus we kunnen kiezen. Het eerste hotel valt tegen qua kamer, aan de overkant ziet het er beter uit, en betalen we 20 dollar per nacht. We zijn blij dat we de lange rit weer achter de rug hebben (1,5 uur bus, 8 uur trein, 10 minuten een belachelijk dure taxirit, 2 uur in de bus, 45 minuten lopen, 45 minuten in de hydrophole en nog eens 20 minuten lopen). We doen even lekker rustig aan, frissen ons wat op en gaan een tukkie doen.
Als we wakker worden, en naar buiten gaan regent het. Het blijft regenen tot 4 uur ’s middags. We gaan een hapje eten bij Huu Phong, wat iets verderop in de straat ligt. Fred neemt rijst met garnalen, en ik neem sweet & sour shrimps. Het eten is hier een stuk lekkerder vergeleken met Sapa, en vooral verse vis, heerlijk! Na het eten gaan we een stukje wandelen. We informeren ergens onderweg wat een dagtrip kost, naar Halong Bay, maar de jongen begint al gelijk over boeken en betalen, terwijl ik alleen wat informatie vraag. Laat maar zitten, denk ik. We gaan wel ergens anders informeren. Terug in het hotel kijken we wat tv, we hebben nu weer filmkanalen!
Vanmorgen tot 9 uur uitgeslapen. Het had ’s nachts nog een paar keer geregend, en ook nu regende het weer. We gingen ontbijten, weer bij Huu Phong. Na een tijdje kwamen er ook wat Nederlandse mensen op het terras zitten, waar we een praatje mee maakten. Na het eten liepen we wat door het centrum. Inmiddels was het opgehouden met regenen. Het centrum van Cat Ba city was niet groot, dus we besloten een brommertje te huren om het eiland rond te kunnen crossen. Ook kochten we alvast kaartjes voor de terugreis op woensdag, weer met de hydrophole naar Haiphong.
We reden met de brommer richting het noorden, een van de 3 wegen op het eiland. Onderweg reden we langs een meer, waar een enorme herrie uitkwam. Het bleken kikkers te zijn. We reden tot we niet meer verder konden. We kwamen uit bij een pier. Er lagen wat bootjes, maar verder niks. Het begon ook weer te regenen, maar gelukkig hadden we onze poncho’s bij ons, die we voor de zekerheid aandeden.
Op de terugweg werden we aangehouden door een mannetje, wat langs de kant van de weg woonde. Hij gaf aan dat we de hospital cave konden bezoeken als we dat leuk vonden. Vooruit dan maar. We zetten de brommer neer, en liepen richting de grot. Het bleek nog best een grote grot te zijn, waar de Vietnamezen en Chinezen gewonden hadden verzorgd tijdens de oorlog. Een ouder mannetje wachtte ons op in de grot, en ging ons een rondleiding geven. Hij liet zien waar welke ruimte voor gebruikt werd. Er waren zo’n 5 verdiepingen, met een heel gangenstelsel en aparte kamers! Best indrukwekkend om te zien. Hij ging een stukje van het Vietnamese volkslied zingen, dat was allemaal heel komisch. Wat alleen ontzettend jammer was, was dat hij op het eind pas aangaf dat we 50.000 dong (zo’n EUR 2,50) per ticket moesten betalen. Daar hadden we mooi geen zin in. We gaven hem 1 dollar. Ik gaf aan dat dat meer dan genoeg was, en dat we verder geen geld bij ons hadden. Na veel gedoe ging hij ermee akkoord.
We liepen terug richting het huisje waar de brommer stond. Daar kwamen we 2 Nederlanders tegen, die voor ons de grot hadden bezocht. Het bleek dat hij bij hun hetzelfde geintje had geflikt, maar bij hun kostte het ticket 30.000 dong! Ze zeiden, ga hier maar geen thee drinken bij het mannetje, want daar vragen ze ook geld voor. Waren we ook niet van plan. We pakten de brommer. Het mannetje die daar woonde probeerde nog geld af te troggelen, want tja, hij had toch echt op onze brommer gepast! We deden alsof we hem niet begrepen. Waarschijnlijk verdiende hij genoeg aan andere argeloze toeristen, dus voor nu had ik ook geen medelijden met hem en we sjeesden weg.
’s Avonds gingen we eten bij dolphin. Fred nam gamba’s, en ik bestelde krab. De krab was wat lastig te eten, want hij zat nog half in de schaal, dus met stokjes poerkde ik het eetbare krabstukjes er tussenuit. Het smaakte heerlijk, vers uit de zee! Ook vandaag hadden we weer geprobeerd om een boottrip naar Halong Bay te regelen voor dinsdag, aangezien we woensdag weer teruggingen. Het was nog niet gelukt. In het hotel gaven ze aan dat ze om 8 uur ’s avonds zouden doorgeven of het mogelijk was. Toen we het om 8 uur vroegen, gaf de man aan dat hij het pas morgenochtend zou weten. Vervelend als ze je zo aan het lijntje houden. Maar goed, morgen weer een nieuwe dag. Er gaan altijd wel bootjes die kant op, dus we zouden morgen wel zien hoe we naar Halong Bay zouden gaan.
We waren vroeg opgestaan, om kwart over 7. Ook vanmorgen regende het weer, dat was blijkbaar standaard hier ’s ochtends. We vroegen als eerste beneden bij de receptie of het nog was gelukt om een boottocht voor ons te regelen. Maar helaas, de jongen achter de balie gaf aan dat we om 8 uur terug moesten komen, waarschijnlijk wisten ze dan meer. We hadden geen zin om daar op te wachten, dus besloten ergens anders te informeren.
Aan de boulevard vroegen we bij een ander hotel (Noble House) of zij boottrips organiseerden. Gelukkig deed het vrouwtje aan wie we het vroegen wat meer moeite. Ze ging iemand bellen. Binnen een paar minuten kwam er een jongen op een brommer aangereden. Hij vroeg wat we precies wilde. Toen we aangaven dat we een boottochtje over Halong Bay wilde maken, gaf hij aan dat we zo’n 10 minuten moesten wachten. En hop, hij stapte weer op de brommer en sjeesde weg. En jawel, binnen 10 minuten was hij terug, en was ons boottochtje geregeld. Met nog een paar mensen, konden we voor 15 dollar p.p. een dagje met de boot mee. We zouden om half 9 vertrekken. We hadden dus nog even tijd om te ontbijten bij Huu Phong.
Tot nu toe was de bediening bij Huu Phong altijd redelijk snel geweest, maar vanmorgen hadden ze nog niet zo’n haast. We gaven aan dat we wat haast hadden vanmorgen, maar het bleek niet te helpen. Fred’s eten werd om 8:20 gebracht, en mijn bord kwam pas om 8:25! Ik kon maar de helft opeten, want we moesten weer richting Noble House. We waren op tijd daar, en werden achterop een brommer richting de boot gebracht. Het was een heel schattig bootje. Je kon zowel binnen, als buiten bovenop het dek zitten. Aan de achterkant zat een klein badkamertje, met de wc en aan de andere kant was een klein keukentje. Er was 1 man die ging varen, en 1 die in de keuken bezig was. Op de boot vaarde ook een Vietnamees gezin mee, vader en moeder met een dochter. Geen idee hoe oud het meisje was. Ze zat ons heel nieuwsgierig aan te kijken.
Wel jammer dat het regende, maar desondanks was het uitzicht geweldig. En in de loop van de ochtend hield de regen gelukkig op. Na een paar uur varen langs rotsen, meerden we ergens aan om een grot te bekijken. Het was spekglad, dus het was voorzichtig lopen. Vlakbij lag ook een andere grot die we gingen bekijken. Eigenlijk was dit een soort opening in de berg, een gat waar je van de ene kant naar de andere kant kon kijken. Na de grotbezoeken gingen we op de boot lunchen. Een van de bemanningsleden was er de hele tijd mee in de weer geweest, om al dit lekkers voor ons klaar te maken. Uiteraard was er allerlei vis, rijst en morning glory. Na het eten namen Fred en ik nog een duik in zee.
Achteraf bleek dat hier ook haaien zwemmen, maar goed, dat wisten we op dat moment ook niet. Toen we weer aan boord waren, begonnen we aan de terugtocht. Onderweg stopten we bij een eiland met een strandje. Het bleek dat je moest betalen om op dit strand te komen. Daar hadden we niet zo’n zin in, dus we bleven lekker op de boot. Kaartspel spelen, biertje erbij, dat was prima uit te houden zo! Het Vietnamese gezin ging wel even het strand op. Toen we aan kwamen varen, waren we de eerste, en was het strandje nog verlaten. Maar al gauw kwamen er meerdere bootjes aanmeren, en werd het wat drukker. Weer terug op Cat Ba, gaven we wat fooi aan de bemanning van de boot, en namen een brommer terug naar het hotel.
Vanmorgen hebben we de tassen ingepakt. Zoals elke ochtend gingen we weer ontbijten bij Huu Phong. Daarna nog wat over de boulevard gelopen, waar nog steeds niks was te beleven. We besloten nog wat in de hotelkamer te gaan hangen. Om half 12 gingen we uitchecken. We wilden met visa betalen, maar dat gekke apparaat werkte niet. Gelukkig hadden we genoeg dollars op zak om cash te betalen. We moesten nog tot 14:45 wachten, dan pas vertrok de hydrophole naar Haiphong.
We gingen bij een restaurantje zitten, namen wat te drinken en aten wat spring rolls. Om 14:20 liepen we richting de hydrophole. We liepen eerst nog bijna verkeerd, het bleek dat de hydrophole van een andere plek vertrok dan waar de boot aankwam. Het staat allemaal slecht aangegeven. En als er al een bord is, is het in het Vietnamees, dus dat is ook lastig te ontcijferen. De hydrophole stond al klaar, dus we konden zo instappen. Na een uurtje kwamen we aan in Haiphong. We liepen vanaf de haven naar het busstation, en kochten een kaartje naar Hanoi. De bus vertrok om 16:20, het was een mini-busje waar ongeveer 12 mensen inkonden. We stapten ergens in het centrum van Hanoi uit, en liepen vanaf daar naar Lucky Star hotel. Daar hadden we, toen we naar Sapa vertrokken, al een kamer geboekt, dus dat was al geregeld. Lekker weer even opgefrist, en wezen eten bij Little Hanoi.
Vanmorgen hebben een broodje gegeten bij Baguette & Chocolat. Daarna langs de bank, en het postkantoor om de kaartjes op de bus te doen. En daarna was het tijd om voor souvenirs te shoppen. We kochten 2 houten beeldjes van Vietnamese vrouwtjes, een geborduurd schilderij en zijden lakenzakken. Voor de lunch liepen we weer richting Little Hanoi. Fred nam spring rolls, ik nam tofu in tomatensaus.
’s Middags gingen we naar de Dasulat markt, in het noorden. Het was een gebouw van 3 verdiepingen. Eigenlijk was alleen de begane grond leuk. Hier hadden ze allerlei kruiden en gedroogde vis. De andere verdiepingen was vooral kleding, maar niet echt boeiend om te kopen. Dus daar waren we gauw uitgekeken.
We waren alweer terug bij het hotel, toen het begon te waaien. We wisten hoe laat het was, en jawel, niet veel later plensde het. De bui duurde niet zo lang, hooguit een uurtje. ’s Avonds aten we weer bij Little Hanoi, waar het eten echt superlekker is. Het was dan ook weer afgeladen druk.
Na ons ontbijt bij Baguette & Chocolat hebben we weer wat door Hanoi geslenterd. Rond 10:30 liepen we terug naar het hotel om uit te checken. Nog even wachten, en tjoep, met de taxi naar het vliegveld. Op het vliegveld was het chaotisch en onduidelijk waar we precies heen moesten. We waren ruim om tijd, dus waren nog te vroeg om in te checken voor onze vlucht. Na een tijdje stond onze vlucht op het scherm. In de rij staan, wachten, inchecken, en hop, tassen inleveren. We kregen onze boarding passen, betaalde de 14 dollar luchthaven tax.
We vlogen weer terug met Thai Air Asia. Dit was de eerste en de laatste keer dat we met deze maatschappij vlogen. We konden ons om 13:50 bij de gate melden. Om 13:50 gingen we in de rij staan. Er stonden nog wat mensen. Maar na een tijdje werd het scherm zwart. Het bleek dat het vliegtuig waar we mee zouden vliegen nog niet eens geland was. Deze landde pas om 14:25.
Uiteindelijk vertrokken we pas om 15:30, en kwamen we om 18:00 aan in Bangkok. Toen we onze koffers hadden, liepen we richting de taxistandplaats. Er stond een gigantische rij. Het was ook wel spitstijd (18:30). Na 3 kwartiertjes wachten hadden we een taxi, die ons voor 160 baht bij Asia Hotel afzette. Nadat we ons hadden opgefrist, was het tijd voor: Fuji! De lekkerste sushi ter wereld. Fred was, net als vorige keer, een beetje de weg kwijt en wist niet meer precies waar het was. Ik liep met m’n ogen dicht naar de MBK, roltrappen op, 1e etage, 2x naar links, en tadaa, we waren bij Fuji. Het was druk, maar na een kwartiertje was er een tafel voor ons vrij. Heerlijke sushi en biefstuk gegeten. Na het eten bleken de meeste winkels al dicht te zijn in MBK, dus we gingen weer terug naar het hotel.
Na ons ontbijt bij Starbucks hebben we wat geshopt in de MBK. Eindelijk weer een lekker bakje cappuccino, da’s na een paar weken wel weer even lekker. In de loop van de middag namen we de khlong taxi, om wat dingen te bekijken die we nog niet gezien hebben. Het is even zoeken als je al 2x in Bangkok bent geweest. Als eerste gingen we naar de Golden Mount, een vrij hoge tempel van goud, waar vandaan je ook een leuk uitzicht hebt.
Nadat we de tempel hadden bekeken, liepen we door wat straatjes waar houtbewerkingbedrijfjes zaten, en straatjes waar ‘monk bowls’ worden gemaakt. Deze worden van ijzer gemaakt. Via een parkje lopen we naar de Wat Suthat, een andere tempel. Deze is ontzettend mooi. Behalve de tempel is het terrein ook mooi om te zien, verschillende beelden. In de grote tempel is ook een dienst gaande, waar een monnik in het Thais iets verteld. Er zitten veel Thaise mensen op hun knieën in de tempel. In de tempel staat een groot boeddhabeeld, en de muren en het plafond zijn beschilderd.
We lopen verder. We lopen langs een marktje waar ze allerlei elektronica repareren. Autoradio’s, tv’s, videorecorders, van alles! Wel mooi om te zien. De tocht eindigt bij de Pak Khlong markt. Normaal hebben ze hier ook bloemen, maar het schijnt dat je dan ontzettend vroeg moet komen. Vanaf de markt nemen we de tuktuk richting Kao San road. We gaan hier een hapje eten, een overheerlijk tom yam soep met garnalen. Ik koop nog een broek voor 200 baht. We lopen weer terug naar de pier voor de khlong taxi. We maken een pitstop bij het hotel, om vanaf daar weer richting MBK te vertrekken. We gaan naar de film, het wordt Pirates of the Carribean. Echt geweldig, voordat de film begint, wordt het Thaise volkslied gespeeld, en gaat iedereen staan. De film is leuk om te zien. Na de film eten we wat bij een chinees in MBK.
Vandaag gaan we met de skytrain naar de Chatuchak Weekend Market. Het is wat buiten het centrum, maar een markt met enorm veel kraampjes. Toch maar even kijken dus. Na ons ontbijt bij Starbucks stappen we op de skytrain. 5 haltes verder zijn we bij de markt. De markt is onderverdeelt in verschillende onderdelen. Kleding, dieren, dieren accessoires, antiek, souvenirs en gemengd. We beginnen bij de souvenirs, maar het is vrij veel van hetzelfde.
Aan het eind van de ochtend wordt het al een stuk drukker op de markt, waardoor je regelmatig vastzit in de smalle paadjes. We zien een mooi beeld van hout, een vrouwtje wat een snaarinstrument bespeeld. Maar de vrouw van het kraampje vraagt er wel erg veel geld voor, dus uiteindelijk kopen we het niet. Wel kopen we een leuk papieren parapluutje, voor maar 100 baht, en een mooi versierd, oosters hoedje voor 60 baht. We vertrekken weer.
Een paar haltes verder stappen we uit, bij het Victory Monument. We lopen een winkelcentrum in, maar het is hier ontzettend rommelig. We zijn natuurlijk MBK gewend. We gaan weer een halte verder met de skytrain, en stappen uit om het Bayoke Hotel te bezoeken. Dit gebouw is vrij hoog, en je kunt de stad bekijken vanaf de 80e verdieping. Vlakbij het hotel zitten veel winkeltjes en een markt, waar we ook nog overheen lopen. Als we bij het hotel zijn aangekomen, is het even zoeken waar de ingang zit. Op de eerste verdiepingen van het gebouw zitten winkels. We stappen in de lift, maar die gaat maar tot de 11e verdieping. We stappen uit, en komen op een parkeerdek uit. We zien een bordje, bayoke hotel. Als we die volgen, komen we bij een andere lift uit. Deze gaat gelukkig wat verder, tot de 17e verdieping. En jawel, hier komen we uit bij de lobby van het hotel. Vergeleken met de eerste verdiepingen is het ontzettend sjiek en netjes. We kopen een ticket, en lopen naar een andere lift, in het midden van het gebouw. Deze brengt ons in een mum van tijd naar de 77e verdieping. Wel een paar keer slikken, vanwege de druk in je oren! Vanaf hier kun je nog een stukje hoger, naar de 84e verdieping. Het is echt een geweldig uitzicht. Je kan helemaal rondom lopen. Hier zie je alles achter glas, en als je nog eentje hoger gaat, kun je buiten lopen. Je stapt dan op een ronddraaiend plateau, ideaal dus! Nadat we uitgebreid alle kanten van de stad hebben bekeken, gaan we weer naar beneden.
We lopen nog wat over de markt, waar het allemaal heel krap en smal is. Onderweg nemen we een voetmassage, van al dat lopen krijg je vermoeide voeten. Op de terugweg gaan we langs een computer shopping mall. 5 verdiepingen met beeldschermen, computeronderdelen, cd’s, dvd’s, noem maar op. We kijken vooral wat ze wel niet voor spul hebben liggen hier, en checken wat een Ipod hier kost. Nadat we alles hebben gezien, pakken we de skytrain terug naar het hotel. ’s Avonds hebben we gegeten bij Fuji.
Ons laatste dagje in Bangkok. Vannacht (eigenlijk dinsdagnacht), om 03:25 vertrekt ons vliegtuig terug naar huis. We ontbijten (uiteraard weer bij Starbucks), en pakken de skytrain richting Silom. Hier bekijken we wat souvenirwinkeltjes in Silom Village Trade. Ze hebben hier o.a. houtsnijwerk, maar het is allemaal ontzettend duur. We kopen uiteindelijk niks, en gaan lunchen bij het thaise restaurant Ban Chiang. Het is mooi ingericht, met een mooie tuin met veel planten. Fred neemt rode curry met eend, en ik groene curry met rundvlees. Erg lekker, die curry’s.
Even later tjoepen we hop, met de skytrain weer terug naar het hotel. We hebben bedacht om een mooie foto van Sapa uit te zoeken, en die megagroot af te laten drukken. In MBK zitten genoeg drukkerijtjes die dat voor weinig kunnen regelen. En jawel, binnen no time hebben we een poster van 100 bij 80 cm, voor 1200 baht. Onze laatste avondmaal vertoeven we bij: Fuji. Zoals altijd is het eten heerlijk. We bestellen asociaal veel sushi. Met volle buikjes en een mooie poster gaan we rond half 7 terug naar het hotel. We doen een tukkie tot half 12. Even later gaan we uitchecken, en tjoep met de taxi naar het vliegveld. We vliegen in 10 uur van Bangkok naar Rome, en na 4 uur saai wachten in Rome, terug naar Amsterdam.