11-daagse reis naar Mexico
Op 20 september 2016 zijn we vertrokken voor 11 dagen naar Playa del Carmen in Mexico. Wij, dat...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Mexico-stad
(Mexico)
, B. Teotihuacán
, C. Veracruz
, D. Catemaco
, E. Palenque
, F. San Cristóbal de las Casas
, G. Tehuantepec
, H. Oaxaca
, I. Puebla
, J. Uruapan
, K. Pátzcuaro
Periode: juni 2006
Vervoer: vliegtuig en auto
Accommodatie: diverse/diverse
Een lange reisdag: vier uur in de ochtend op. We worden netjes naar Schiphol gebracht. Om half negen vertrekken we voor een vlucht van twee en een half uur naar Madrid. Dan anderhalf uur overstaptijd en dan ... elf en een half uur naar de andere kant van de oceaan! In Mexico is het zeven uur vroeger dan in Nederland. Wanneer we voor ons gevoel om twaalf uur in de nacht landen, is het in Mexico vijf uur in de middag. Direct geld gewisseld, 1 euro tegen 13,20 pesos.
Half twee midden in de nacht gaf onze biologische klok aan dat het tijd was om op de staan. Gelukkig waren we moe genoeg om uiteindelijk toch weer in slaap te vallen. 's Morgens eerst uitgebreid ontbijten. Daarna op stap naar het historische centrum, centro histórico. Het Palacio Nacional is gratis te bezoeken. Het paleis kent een aantal historische muurschilderingen. In de trappenhal is een grote schildering waarin ongeveer de hele geschiedenis van Mexico in is vervat. Verder nog diverse schilderingen met afbeeldingen uit de oude tijd.
Ieder zichzelf respecterend stad of stadje heeft een zócalo, een centraal plein. Zo ook Mexico City, en dan ook direct een van de grootste ter wereld. Het plein kent een aantal voorname gebouwen, waaronder het nationale paleis, de kathedraal en de ruïnes van een grote Aztekentempel. In een hoek van het plein ligt de Azteken tempel, Templo Mayor. De huizen die op de plek van de tempel stonden, zijn in 1978 verwijderd, om de fundamenten van de tempel bloot te leggen. Nogal dominant in de beeld van de plein is de grote kathedraal, Catedral Metropolitana. Een echte grote kathedraal met twee grote orgels, diverse zijbeuken en vooral veel glitter en glimmers. Aan het einde van de ochtend keren we terug bij het hotel en rijden we met een taxi naar het autoverhuurbedrijf. Hier blijkt onze reservering niet doorgekomen te zijn. Na een telefoontje met Nederland kunnen we alsnog een auto regelen.
Dan begint het avontuur om Mexico City te verlaten. Met enige moeite helpen de Lonely Planet-kaartjes ons de stad uit. Zelfs midden op de dag staat er file in de stad. Er wordt weinig getoeterd, maar ook niet met knipperlichten gewerkt. Je schuift gewoon langzaam een baantje op. Wanneer je denkt de stad te hebben verlaten, rij je nog een hele tijd door de 'buitenwijken': tegen de heuvels een eindeloos tapijt van in, tegen en op elkaar gebouwde huizen van grijs beton en grijze stenen. Echt troosteloos. Wanneer we echt kunnen gaan rijden zijn we in een korte tijd op de plaats van bestemming: Teotihuacan. We nemen onze intrek in hotel Villas Arqueologicas, een gezellig en mooi hotel, met zwembad, op nog geen vijf minuten afstand van de ingang van de historische site. We hebben nog lekker een paar uur om te zwemmen en te relaxen.
Rond acht uur staan we op de site van Teotihuacan. Teotihuacan is een van de bekendere archeologische sites in Mexico. De site wordt gedomineerd door twee tempelpiramides: piramide van de zon en piramide van de maan. Het complex is door de Azteken in de periode 100 - 600 n.Chr. gebouwd. Calzada de los Muertos, ofwel 'Laan van de Dood', is de twee kilometer lange weg waaraan de belangrijkste gebouwen zijn gelegen. Het is nu nog lekker koel en zeer rustig, dus lopen we direct door naar de tempel van de zon.
Pirámide del Sol
Pirámide del Sol is werelds derde grootste piramide. De 70 meter hoge piramide, bestaande uit 3 miljoen ton steen, is rond het jaar 100 gebouwd zonder metalen voorwerpen, pakdieren of wiel! De piramide van de zon is gewijd aan de zonnegod. Na bijna 250 treden klimmen (op een hoogte van 2.300 meter, pfff) heb je een schitterend uitzicht op de site. Overigens vermeldt het bord aan de voet van de piramide het vermoeden dat het niet om de zonnegod maar om de watergod gaat. Tjaa ...
Pirámide de la Luna
Na een bezoek aan het museum lopen we door naar de tempel van de maan. Pirámide de la Luna, tempel van de maan, is wat kleiner dan de piramide van de zon en is rond jaar 300 gebouwd. Voor de tempel liggen 12 tempelplatforms. Samen met de piramide maakt dat 13, een belangrijk nummer op de rituele kalender. De tempel van de maan is dan weliswaar kleiner maar zeker mooier dan de zonnetempel. Van hier heb je een schitterd uitzicht op het hele complex. De bulten in het landschap maken duidelijk dat nog lang niet alles is opgegraven. Aan het plein van de maantempel liggen ook een aantal verblijven. Palacio de Quetzalpapálotl was de verblijfplaats van de hogepriester. Afbeeldingen van de quetzal (vogelsoort) zijn in de kolommen van de patio gekerfd. In de tempel van de jaguar zijn nog een aantal fresco's met jaguars waarneembaar. Na een bezoek aan een aantal paleizen, althans de resten daarvan, aan de westkant van de site, lopen we naar la Ciudadela. La Ciudadela (het Citadel) was de residentie van de heerser van de stad.
Centraal op het plein van het citadel staat de tempel van Quetzalcó, met rondom kamers en patio's die het administratief bestuurscentrum huisvestte. Men is begonnen met de restauratie van de tempel en hier zien we eindelijk een stukje van hoe een tempel er toendertijd uit moet hebben gezien. Wanneer we de site verlaten is het wat betreft mensen erg druk geworden. Op de zonnetempel lopen ze in file naar boven en is het dringen aan de top. We keren weer terug in het hotel en belanden aan de rand van het zwembad. Even later kunnen we genieten van de werkelijk fantastische en vrolijke muziek van een acht man sterke Mexicaanse muziekformatie, die een verjaardagsfeestje komen opluisteren. `s Avonds lekker eten in het restaurant.
Na een (te) overdadig ontbijtbuffet (je moet er ongeveer tot de avond mee doen), reizen we af naar Veracruz. Vandaag hebben we een echte reisdag. Eerst een stukje terug naar Mexico City, de 'rondweg' en dan de tolwegen naar Veracruz. De zogenaamde rondweg rond Mexico City houdt enorm op: veel stoplichten en verkeersopstoppingen. Pas wanneer we op de tolwegen zitten, kunnen we opschieten. Tot Veracruz zijn we rond de 350 pesos (zo'n 30 euro) kwijt aan tol. Sommige tolwegen doen Europees aan, maar delen van de snelweg zijn ronduit beroerd.
Rond twee uur zijn we in Veracruz. We nemen onze intrek in hotel Imperial aan de zocalo, het centrale plein in Veracruz. Hotel Imperial is aan het begin van de twintigste eeuw gebouwd. Veel stijlenmerken doen hier nog aan denken, maar al met al is het vergane glorie. Opvallend is de lift, in 1904 geïmporteerd uit Zwitserland, die prominent in de hal staat. Omdat we buiten het seizoen zitten, wordt er direct met korting gesmeten. We krijgen een mooie kamer met kingsize bed en balkon met uitzicht op de zocalo.
Aan het einde van de dag wordt op de zocalo de nationale vlag met veel ceremonieel neergehaald. Een landmacht- en marine-eenheid spelen om beurten marsmuziek. Burgers betreden het podium, strijken de vlag en een clubje aangetreden militairen voert de vlag af, vouwt de vlag op en overhandigt de vlag aan een ambtenaar die de vlag netjes opbergt tot de volgende morgen. 's Avonds bezoeken we verschillende terrassen aan het plein, afwisselend genietend en minder genietend van de zeer diverse voorstellingen van muziekbandjes. Veracruz staat bekend om deze muzikale optredens. Ieder terras heeft ongeveer een eigen band. Opvallend is het aantal xylofoons en harpen. Halverwege de avond onderscheidt een koorddanser zich van de tien bandjes, acht horlogeverkopers, zeven notenverkopers, zes kledingverkoopsters en twee sigarenboeren. Tegen middernacht loopt het plein langzaam leeg.
Na het ontbijt vertrekken we rond tien uur richting Catemaco. In Alverado brengen we een kort bezoek aan een groot plaatselijk kerkhof. Een beetje morbide, maar de meeste graven bestaan uit huisjes, wat op z'n minst een apart zicht bezorgt. Kennen we in Nederland niet. Tlacotalpan is een voormalig havenstadje, nu zeer rustig, maar heeft wel al z'n charmes behouden. Zeer kleurrijk. De kerken zijn eenvoudig, maar hebben een bijzonder prettige uitstraling. De hitte beperkt de duur van ons bezoek. Onderweg bezoeken we Santiago Tuxtla. Op de zocalo staat hier Olmeken-kop. Net even ten westen van Santiago Tuxtla gevonden. De kop is waarschijnlijk aan het einde van de Olmeekse periode gemaakt. Het is het grootste hoofd en onderscheidt zich van de andere koppen door de gesloten ogen.
Tegen het einde van de middag komen we aan in Catemaco, gelegen aan een schilderachtig meer, omgeven door vulkanische heuvels. We nemen onze intrek in hotel La Finca, een net maar beetje saai hotel. 's Avonds lopen we in Catemaco rond, over de 'boulevard' en de zocola. We eten in Catemaco in restaurant La Ola, een grote maar goede eettent. Vanaf het terras genieten we van de bliksemschichten die over het meer schieten.
Vanmorgen even voor zeven uur vertrokken richting Palenque. We hebben ruim een uur nodig om naar de snelweg tussen Mexico-City en Villahermosa te komen. In de vroege ochtend is het nog lekker rustig op de weg. Rond half elf komen we op de oorspronkelijke site van de Olmeken in het plaatsje La Venta aan. De Olmeken kende hun bloeitijd van 1.000 tot 400 v.Chr.. In 1925 werd door een Deense archeoloog een begin gemaakt met de opgravingen. Toen La Venta werd bedreigd door de olie-industrie, werd door middel van een mammoetoperatie de belangrijkste stukken uit La Venta afgevoerd naar een openluchtmuseum in Villahermosa.
In La Venta bezoeken we het site-museum, de grote aarden tempelruïne en enkele nog aanwezige stukken, voornamelijk replica's. Drie slecht herkenbare koppen met uitleg staan nog in het museum op de site, de mooiste staan in Villahermosa. De koppen zijn gehakt uit blokken basalt uit de vulkanische bergen in de buurt van de huidige stad Tuxtla. Deze blokken moesten dus over een afstand van 100 kilometer worden vervoerd, over heuvels en rivieren, voordat ze konden worden bewerkt in de oude ceremoniële centra, waar de koppen zijn gevonden. Deze taak kon slechts worden volbracht door grote aantallen arbeiders. De Olmeken-maatschapppij moet strak en hiërarchisch georganiseerd zijn geweest. Hoewel in La Venta niet bijster veel te zien is, geeft dit bezoek wel een beeld over de plek waar de stukken in Villahermosa zijn gevonden. Een extra dimensie...
Rond twaalf uur komen we bij het park in Villahermosa aan. Het park is een combinatie van een kleine dierentuin en openluchtmuseum met de Olmeken als onderwerp. De dierentuin is een beetje een zielige vertoning. Het openluchtmuseum echter is heel attractief opgezet: een pad door een tropisch bos leidt langs de stukken uit de Olmeekse beschaving. Hier vinden we de mooiere koppen, altaren en deels bewerkte stukken. Rond twee uur rijden we aan voor het laatste stuk maar Palenque. Het is nu een provinciaalse weg dus echt opschieten is er niet meer bij. Even na vier uur komen we in het stadje Palenque aan (overigens nog 10 kilometer van de site vandaan). We nemen onze intrek in Hotel Maya Tulipanes. Ook hier wordt de normale prijs nagenoeg gehalveerd vanwege het laagseizoen. Maya Tulipanes is een heel net hotel, leuke opzet, patio en zwembad. We sluiten onze reisdag af met een heerlijke duik in het zwembad, drankje en avondeten.
Weer vroeg uit bed maar dit keer proberen we zo vroeg mogelijk op de beroemde archeologische site van Palenque te zijn. Het is dan slechts warm in plaats van heet en er zijn nog relatief weinig toeristen. De Maya-ruïnes liggen tegen en tussen de heuvels, omgeven door oerwoud. Met nog wat slierten optrekkende mist geeft dat mooie plaatjes. Overigens is van de totale site slechts tien procent te zien, de rest ligt verborgen in het oerwoud en is nog niet onderzocht. De Mayastad vierde haar hoogtijdagen in de 7de eeuw n. Chr., met een aanloop in een paar eeuwen daarvoor.
De hele site is indrukwekkend. Iedere keer wanneer je een tempeltrap hebt beklommen tref je weer een mooier panorama aan. Een paar objecten springen eruit. Wanneer je de site oploopt, liggen er een drietal tempels op een rij. Nummer drie is de Templo de las Inscriptiones. Het plaatje van deze 'tempel van de inscripties' zie je in veel boeken en folders terug. De tempel is eigenlijk een graftombe waar een bekende koning van de Maya's, Pakal, lag begraven. Overigens werd de tombe pas in 1952 ontdekt. De tempel is ongeveer 30 meter hoog. Tussen de doorgangen zijn stuccopanelen met reliëfs van edelen gemaakt, nu met enige moeite nog waarneembaar. Je mag deze tempel (terecht) niet meer beklimmen.
Bijna direct tegenover de Templo de las Inscriptiones staat de Palacio. Het Palacio was niet alleen het de residentie van de Maya-koning, maar diende tevens als administratief centrum. Het is een gebouwencomplex met binnenhoven, gangen en tunnels, dat wordt bekroond door een unieke gereconstrueerde toren van vier verdiepingen. Het is mogelijk dat de toren als observatorium werd gebruikt. Een stukje verderop ligt de zogenaamde Grupo de la Cruz. In deze groep gebouwen domineert de Templo del Sol. Vanaf deze zonnetempel heb je weer een schitterend uitzicht op de Templo de las Inscriptiones en het Palacio. Meer naar het noorden liggen groepen gebouwen met veelzeggende namen als Grupo C, Grupo B en Grupo 1 & 2. Ook weer veel tempels maar ook gewone woningcomplexen.
Het leuke van deze ruïnes is dat ze niet geheel boom- en plantvrij zijn. Tussen de stenen zijn volwassen bomen gegroeid. Grupo Norte is een langgerekt plateau met daarop vijf tempels. Na een bezoek aan het museum verlaten we rond half twee de site en keren terug naar ons hotel. Lekker relaxen aan de rand van het zwembad.
Na een rustige start en een heerlijk ontbijt, arriveren we rond elf uur bij Misol-Ha. Op deze plek dropt de Rio Misol-Ha haar water in een 35 meter lager gelegen poel, omgeven door tropische vegetatie. Je kunt achter de waterval doorlopen. Loop je nog wat verder, dan bereik je na enig klauterwerk met natte voeten de ingang van een grot. Met een gids gaan we naar binnen. Het water stroomt hier volop. Na een paar minuten komen we op de plek waar vleermuizen aan het plafond hangen. Een mooi gezicht!
Aan het begin van de middag bereiken we Agua Azul. Agua Azul bestaat uit een enorme hoeveelheid kleine en grote watervallen. Je kunt een heel eind langs de watervallen omhoog lopen. Vanaf het begin van het terrein tot en met de bovenkant is het één rij stalletjes. Klaar voor de enorme stroom toeristen, die nu er even niet zijn. We moeten nog een 175 kilometer rijden, waar we bijna vier uur over doen. Het schiet hier echt niet op. We rijden door een schitterend bergachtig gebied met veel vergezichten maar ook met veel haarspeldbochten. Er rijden ook vrachtwagens waar je soms langere tijd achter moet blijven rijden alvorens je ze kan inhalen. En dan de 'topes', variërend van betonnen trilplaten tot knallers van verkeersdrempels. Naar mate we San Christobal naderen, neemt het aantal regenbuien toe. We nemen onze intrek in Hotel Casavieja. Het is een koloniaal gebouw, omgebouwd tot hotel, twee verdiepingen kamers, die allen uitkijken op een van de twee binnenplaatsen. Een schoon en gezellig hotel.
Wanneer we buiten naar ons ontbijtrestaurant La Casa del Pan lopen, lopen we mevrouw Mercedes tegen het lijf. Zij staat bekend als de dame die de Engelstalige gidsen organiseert voor een bezoek aan de omliggende indiaanse dorpen. Met onze gids bezoeken we het dorp San Juan Chamula. Het dorp heeft 60.000 inwoners. Ieder indiaans dorp heeft zijn eigen cultuur, met eigen regels en wetten. De 20 religieuze mannen bepalen wat er in het dorp gebeurt. Hier gelden eerst hun wetten en dan pas die van de Mexicaanse overheid. Iedereen die in het dorp woont, wordt geacht hun vorm van katholiek geloof te belijden. Dat is dus niet het geloof dat wordt aangestuurd door rooms-katholieken. Eigenlijk 'accepteert' men het katholicisme, maar is werkelijkheid representeren de katholieke heiligen de Mayaanse goden.
Vooral het bezoek aan de kerk maakt veel indruk. Het is een katholieke kerk, maar eigenlijk heeft het weinig met het katholicisme te maken. Mensen komen hiernaar toe om te bidden. Hiervoor nemen zij kaarsen, dennennaalden, frisdrank en pose (drank) mee. Vaak ook eieren en kippen die worden gebroken c.q. de nek omgedraaid nadat hiermee het lijf op bepaalde plekken is aangetikt. De kwade krachten gaan dan in het ei of de kip en met het breken of doden verdwijnt ook de kwade kracht. In de kerk is het een drukte van belang. Een orkest staat te 'spelen', mensen zitten op de grond en zijn aan het bidden, rijen kaarsen staan op de grond te branden, overal liggen dennennaalden. In de hoek van de kerk wordt ter plekken met los kruit, kranten en elastiek, knalvuurwerk en vuurpijlen gemaakt, die regelmatig buiten op het plein voor de kerk worden afgestoken. We bezoeken kort een nabijgelegen dorp waar we zwarte (zwarte maïs) tortilla’s eten en het weefwerk bewonderen.
Halverwege de middag zijn we terug in San Cristóbal. De stad straalt een heerlijke koloniale charme uit. De kleurrijke huizen bestaan vrijwel allemaal uit slechts één verdieping en hebben rode pannendaken. Na de zocalo dwalen we door de stad en snuiven de sfeer op.
Na een wederom heerlijk ontbijt in ons ontbijtrestaurant La Casa del Pan, verlaten we San Cristóbal. Richting Tuxla blijkt een tolweg te bestaan die nog niet op onze kaart staat, dus kunnen we lekker opschieten. Mistflarden doen de snelheid regelmatig terugnemen. Aan het einde van de ochtend komen we aan bij het vertrekpunt van vele snelle motorboten op weg naar Cañón del Sumidero. Voor Mexicaanse begrippen een dure excursie: 200 peso’s (ongeveer 15 euro's) Maar zeker de moeite waard. Door de kloof stroomt de rivier de Grijalva. We varen met een snelle motorboot eerst een eind de kloof in, naar het punt waar het echt op een canon begint te lijken. De rivier baant zich een weg tussen de loodrechte wanden die op sommige plekken meer dan 1.000 meter boven ons uitrijzen. De canon is eigenlijk een 25 kilometer lang waterreservoir, ontstaan na het gereedkomen van de Chicoasen hydro-elektrische dam in 1981. We zien allerlei vogels, waaronder aalscholvers, zilverreigers, pelikanen en gieren, én een tweetal grote krokodillen. Halverwege passeren we een bijzondere rotsformatie.
Na een drankje op een van de terrassen, maken we een mooie rit naar Tehuantepec. Tegen het einde van de middag nemen we onze intrek in hotel Calil. Het enige fatsoenlijke hotel, even buiten de stad, waar afdingen op de prijs lastig is. Ze weten dat je eigenlijk geen alternatief hebt. Hotel Calil heeft nette en ruime kamers, maar is verder oersaai. Voor het avondeten wordt restaurant Scarú aangeprezen door de Lonely Planet, waardoor we in ieder geval op een prettige plek lekker kunnen eten.
De weg van Tehuantepec naar Oaxaca is werkelijk een juweeltje. Al snel rijden we de bergen in. De gevolgen van het prille regenseizoen zijn duidelijk waarneembaar. De bomen kleuren lichtgroen en op sommige plekken staan bomen in de bloesem. De struiken en bomen worden afgewisseld met grote cactussen.
Opvallend is het grote aantal vlinders dat we in deze streek rond zien fladderen. Gisteren kwamen we regelmatig een Pemex-tankstation tegen, maar halverwege de rit komt de bodem van onze benzinetank in zicht en is een tankstation in geen velde of wegen te zien. De nood wordt echt hoog. In een groter dorp is ook geen tankstation en gaan we maar vragen voordat we doorrijden. Gelukkig is er in dit dorp een garage die een paar reservetanks benzine heeft staan. We kunnen twintig liter kopen tegen een alleszins redelijke prijs. Opgelucht kunnen we onze reis voort zetten. Na driekwart van onze reis bereiken we Mitla.
Mitla werd een van de belangrijkste centra van de Zapoteken. De archeologische vindplaats bevindt zich in en rond het dorp dat dezelfde naam als de site draagt. De kerk van dit dorp is gebouwd van stenen die uit het ceremoniële centrum werden weggehaald. Wanneer je van het ene deel naar het andere deel van de site loopt, passeer je een souvenirmarkt. Mitla onderscheidt zich van andere sites door de mozaïeken. De muren van de tempels zijn gedecoreerd met stenen in een ingewikkeld mozaïekpatroon. Na nog weer een paar kilometer te hebben gereden, komen we bij Yagul aan. Ook een Zapoteekse nederzetting met tempels, paleizen en woningen. Yagul is weinig bekend en je vindt hier dan ook weinig toeristen. De site is minder goed onderhouden, maar de ligging op een heuvel en de aanwezige bomen en cactussen maakt de site juist aantrekkelijk. Op de top van de heuvel heeft een fort gelegen, die de bevolking moest beschermen tegen eventuele indringers. Van het fort is overigens weinig meer terug te vinden en moet je het vooral hebben van je inbeeldingsvermogen. Wel heb je een mooi uitzicht op de lagergelegen ruines.
Wanneer we Oaxaca naderen, begint het geluid bij het remmen steeds ernstigere vormen aan te nemen. Dusdanig dat we het uiteindelijk niet meer vertrouwen. Gelukkig zit er in Oaxaca een kantoortje van Hertz. We moeten, aan het einde van de middag, onze auto achterlaten en kunnen een paar uur later terugkomen voor een gerepareerde auto. Te voet gaan we op zoek naar een hotel. In Oaxaca is dit overigens een goed alternatief, gezien de verkeersopstoppingen. Tegen zeven uur in de avond krijgen we inderdaad een gerepareerde auto terug en kunnen we naar het door ons geselecteerde hotel rijden: hotel Fortin Plaza.
Fortin Plaza ligt op een heuvelflank aan de rand van de stad. Vanuit de kamer en vanaf het terras van het restaurant heb je een mooi uitzicht op de stad. Fortin Plaza is een net en ruim opgezet hotel, top-end, maar mist intimiteit. Een prima prijs-kwaliteitverhouding. Tijdens het eten op het terras wordt het donkerder, gaan overal de lichtjes aan en flitst de bliksem door de donkere wolkenhemel. Het regenseizoen is begonnen, maar tot op heden hebben we nog niet echt last gehad van de regen.
Oaxaca de Juárez werd in 1529 gesticht. Heden ten dage kent de stad een kleine 500.000 inwoners. De stad ligt op 1550 meter hoogte. Vooral het centrum kent veel koloniale gebouwen. De Iglesia de San Domingo domineert het beeld van de stad. Voor autoverkeer is de stad ronduit irritant (of omgekeerd). Bij de vroegste planning van de stad is duidelijk geen rekening gehouden met het hedendaagse verkeer. Na een uitgebreid ontbijtbuffet nemen we de auto om een tweetal dorpjes in de omgeving te gaan bezoeken. In de omgeving van Oaxaca liggen verschillende dorpjes die zich helemaal hebben toegelegd op een bepaald ambacht. We bezoeken San Martin Tilcajete en San Bartolo Coyotepec. Tilcajete staat bekend om de leuke, uit hout gesneden en in bonte kleuren geschilderde animalitos (beeldjes van dieren). De meeste workshops zijn gesloten vanwege het geringe aantal bezoekers, maar we vinden een workshop waar men volop bezig is met snijden en schilderen. En natuurlijk met een bijbehorend 'winkeltje' waar we een paar kleine houtsnijwerkjes kopen.
In Coyotepec wordt licht en glanzend zwart aardewerk gemaakt. De potten en vazen worden opengewerkt met bepaalde patronen, variërend van abstract tot bloemmotieven. Werkelijk prachtige voorwerpen en het kiezen is moeilijk! Het is intussen gaan regenen en we halen onze regenjassen op bij het hotel. Wanneer we echter Monte Albán gaan bezoeken, stopt het met regenen. Monte Albán is een van de mooiere sites in Mexico. Monte Albán is een groot ceremonieel centrum geweest van de Zapoteken. Ook Monte Albán ligt op een heuvel. Vanaf de site heb je een uitzicht in alle windrichtingen.
Monte Albán werd gesticht rond 500 v.Chr., maar beleefde haar grootste bloei pas in 500 n.Chr., duizend jaar later. De stad telde toen 25.000 inwoners! Het meest opvallende van Monte Albán is de Gran Plaza. Aan het grote plein staan diverse tempelcomplexen en paleizen. Op en rond de site heeft men een aantal prachtige bomen laten staan, wat de site extra cachet geeft. Ook Monte Albán kent een balspelveld. Terug in Oaxaca zetten we de auto bij het hotel en lopen we de stad in. Uiteindelijk komen we terecht op de zocalo en bezoeken we de imposante Iglesia de Santo Domingo. Na een lange dag en een heerlijke douche, genieten we na op het terras met uitzicht op de stad. Langzaam zien we het donker worden en gaan de lichtjes in de stad aan.
Na weer een bijna te overdadig ontbijtbuffet, rijden we rond negen uur door Oaxaca, op zoek naar de weg naar Puebla. Eerst rijden we door een nogal desolaat landschap, maar na ongeveer een uur rijden wordt het landschap interessant: heel ruig, kleine bomen, struiken en opvallend veel cactussen. Lange, rechte cactussen, zonder vertakkingen, tot wel 6, 7 meter hoog. Wanneer we Tehuacan naderen, krijgen we weer een saai landschap, maar naar mate we de bergen weer inrijden, worden we wederom getrakteerd op een schitterend landschap. De hoogste berg van Mexico, de Pico de Orizaba, 5611 meter hoog, heeft een besneeuwde top omgeven door wolken.
Tegen de tijd dat we Puebla naderen, wordt het landschap weer minder interessant. Puebla staat bekend op de huizen die zijn voorzien van tegeltjes. Puebla werd in 1531 gesticht en ligt op bijna 2200 meter hoogte. Het oude centrum is goed bewaard gebleven. Puebla is vergeven van mooie kerken. Dominant in Puebla is de kathedraal. Volgens kenners de een na mooiste van Mexico, maar zo overdadig versierd en ingericht dat hier over smaak valt te twisten. Puebla is een drukke en gezellige stad. 's Avonds keren we terug naar ons hotel, hotel Imperial, waar we een zeer ruime kamer hebben, rustig gelegen, op korte afstand van het centrum.
Een lange reisdag. We hebben 575 kilometer op het programma staan, waarbij we door Mexico-City heen moeten. We vertrekken om zeven uur uit Puebla en zitten vrij snel op de tolweg naar Mexico-City Onderweg hebben we een mooi uitzicht op de twee vulkanen nabij Mexico-City: de Popocatépetl (de Rokende Berg) en de Iztaccihuatl (de Slapende Vrouw), in de volksmond Popo en Izta genoemd. De vulkanen zijn respectievelijk 5452 en 5286 meter hoog. Wanneer we de stad naderen, is de smog wel heel duidelijk waarneembaar.
We hebben uiteindelijk anderhalf uur nodig om de stad uit te komen. Gezien de files die we hebben moeten passeren, viel dat eigenlijk best mee. Bij Toluca gaat het even helemaal mis. De bewegwijzering laat ons in de steek. We willen de tolweg naar Morelia hebben, maar de weg vinden we niet en we raken in de stad zelf. Wanneer we een cityseeing Toluca achter de rug hebben, zien we bij toeval een bord die naar de tolweg wijst. Eenmaal op de tolweg kunnen we echt goed opschieten. De weg is goed te berijden en het is rustig op de weg. Ter hoogte van Morelia, passeren we bij Acámbaro een schitterend groot meer. Na Morelia koersen we aan op Pátzcuaro en vervolgens op Uruapan. Om vier uur rijden we het stadje binnen. We hadden een shortlist opgesteld van hotels die we eerst wilden bekijken, maar bij het zien van het een hotel waren we direct verkocht: Motel Pie de la Sierra. Net even buiten de stad, lekker rustig, eenvoudige maar gezellige kamer (met open haard!), zwembad, eigen terrasje en uitzicht op een mooie tuin. We relaxen op het terras, nemen een duik in het zwembad en eten in het restaurant.
Op 20 februari 1943 was Dionisio Pulido zijn land aan het ploegen, toen ineens de grond begon te schudden, omhoog kwam en stoom, kleine hete spetters en hete as begon te spuwen. In eerste instantie probeerde hij de gaten af te dekken met aarde, maar toen dat niet mocht baten, vluchtte hij weg. In een jaar tijd groeide de vulkaan ruim 400 meter. De vulkaan Paricutín was geboren! Tot 1952 bleef hij dagelijks actief. Intussentijd had hij de dorpjes San Salvador Puricutín en San Juan Parangaricutiro verzwolgen. Alleen de kerktoren steekt boven het lavaveld uit, de rest is verdwenen onder de lava. Rond half tien bereiken we het dorpje Puricutín.
Aan het begin van het dorp staan al mannen met paarden klaar die je maar al te graag te paard de vulkaan mee op willen nemen. We maken een afspraak over twee paarden en een Engelssprekende gids. Het wordt een tocht van ruim zeven uur. Maar wel een schitterende tocht! Eerst met een boog om het lavaveld heen, door de asvelden naar de voet van de vulkaan (top op 2800 meter). De natuur neemt langzaam maar zeker weer bezit van het gebied. Veel jonge boompjes, vooral naaldbomen. Aan de voet van de vulkaan start een zware tocht naar de top van de vulkaan: door los lavagrind redelijk steil omhoog. Dat betekent dus één stap omhoog en een halve stap terugzakken in het lavagrind. Maar de inspanning is dik de moeite waard. Hier en daar ontsnapt nog stoom uit de grond. De grond is soms zo heet dat je er makkelijk een ketel water mee aan de kook zou krijgen. Aan de krater zelf is niet veel meer te zien. De krater is behoorlijk diep, de wanden lopen vrij steil naar het middelpunt. Er loopt een pad rond over kraterrand, waardoor je het complete gebied kan overzien.
Rondom de krater zien je op grote afstand overal lava- en asvelden. Hier en daar neemt de natuur weer bezit, maar eindeloze zwarte velden overheersen. Werkelijk zeer indrukwekkend! Door het lavagrind gaat de afdaling heel snel: je neemt grote stappen naar beneden, zakt weg in het grind, waardoor de snelheid onder controle blijft. We rijden nu weer een stuk terug, benen, knieën en kont al wat gevoeliger, en komen halverwege de middag bij de kerk aan. De lava heeft dus een deel van de kerk vernield, maar is aan het front dwars door de ingangen van de kerk gestroomd. Een heel apart gezicht! Tegen vijven zijn we op het startpunt teruggekeerd. Op het terras van het hotel genieten we na, spoelen het lavagruis van ons lijf en gaan dineren.
Nog voor het ontbijt checken we uit in het hotel en gebruiken ons ontbijt in Uruapan. Na het ontbijt bezoeken we het 'nationaal park' van Uruapan. Parque Nacional Eduardo Ruiz betreft een tropisch park rondom de bron van de rivier de Cupatitzio. Het is een heel mooi park, maar alles is onder controle. Water wordt omgeleid om ergens anders weer 'spontaan' uit muurtjes te spuiten. Enzovoorts. Maar het blijft een mooi park, bijzonder in trek bij de Mexicanen, die in rijen voor de ingang staan. Zo'n tien kilometer buiten Uruapan ligt de Cascade Tzararacua. De watervallen worden omgeven door tropische vegetatie. Schitterend! Via de 'libre' rijden we van Uruapan naar Pátzcuaro. Een mooie tocht van zo'n zestig kilometer.
In Pátzcuaro nemen we onze intrek in een Best-Western hotel, Posado de Vasca. Pátzcuaro is de stad van Vasco de Quiroga. Vasco de Quiroga was een bisschop die door de katholieke kerk naar Pátzcuaro was gestuurd om een einde te maken aan het schrikbewind van de Spanjaard Guzman. Deze Guzman vertrok uiteindelijk en de bisschop startte zijn ontwikkelingswerk. Zo konden kinderen naar school en stimuleerde hij ieder dorp tot het produceren van een specifiek handwerk. De invloed hiervan is nog steeds merkbaar. Ter ere van zijn werk is de bisschop met een standbeeld vereeuwigd.
We rijden een stukje langs het grote meer waaraan Pátzcuaro is gelegen. De dorpjes zijn overal ongeveer hetzelfde: witgepleisterde huisjes, rode pannendaken en een rode band langs de grond. Iedere dorpje heeft uiteraard zijn eigen zocalo. Op de terugweg drinken en eten we wat bij een voor de Mexicanen populair restaurant, gelegen aan de meer, compleet met eigen visvijvers. In Pátzcuaro zette we onze auto op de zocalo, door de Lonely Planet bestempelt als een van de liefelijkste pleinen van Mexico. Voor ons moeilijk te checken, maar het plein is zeker zeer sfeervol. Ook Pátzcuaro barst van de kerken en bezit een heuse kathedraal. Pátzcuaro is een leuk en gezellig stadje om door heen te wandelen. Ons hotel is een groot voormalig koloniaal huis met diverse binnenhoven. Een een dergelijk hof is in gebruik als restaurant, waar we 's avonds de maaltijd gebruiken. Op de afgedekte fontein krijgen we een of ander folkloristisch optreden, gevolgd door een acht man sterk majaradji(?)bandje. Het bandje is lang niet zo goed als het bandje in Teotihuacan, maar past prima bij onze laatste avond in Mexico.
Het wereldkampioenschap voetbal is gestart en wanneer we genieten van het ontbijtbuffet, start de wedstrijd Nederland - Servië. We kunnen slechts een half uurtje van het voetbal genieten, maar voldoende lang om Robben het enige en tevens beslissende doelpunt te zien maken. We rijden rond negen uur aan. De rit naar Mexico-City verloopt voorspoedig, behalve ... bij Toluca! Ook nu missen we weer een goede bewegwijzering. Slechte bewegwijzering heeft nu een nieuwe naam gekregen: Toculaanse toestanden. Toch bereiken we al vroeg in de middag Mexico-City en we besluiten een bezoek te brengen aan het cultuur-antropologische museum. Op dit gebied is het museum een van de beroemdste musea in de wereld. Iedere culturele beschaving in Mexico heeft hier een plekje gekregen. Het museum is ontzettend groot. Wanneer je het museum met de volle aandacht bezoekt, heb je waarschijnlijk aan een dag niet voldoende tijd. Gezien onze twee uur bezoeken we alleen de zalen met verzamelingen van plekken die we op onze reis hebben bezocht: Teotihuacan, Zapoteken, Olmeken en Maya's. Tegen vijf uur leveren we auto af bij Hertz en checken we in. We doden onze tijd in een restaurant. Half acht boarden en een uurtje later stijgen we op. Terug naar Nederland ... (voordat het orkaanseizoen begint!).
Het grootste gedeelte van de vliegreis hebben we kunnen slapen. Halverwege de middag (Nederlandse tijd) landen we in Madrid. Voor onze biologische klok dus nog redelijk vroeg in de morgen. We hebben ruimschoots de tijd om over te stappen. Deze tijd hebben we ook wel nodig gezien de lange loopafstanden en het gebruik van de vliegveldmetro. Ook de reis naar Amsterdam verloopt voorspoedig en rond half negen zijn we weer terug in Strijen. De reis zit er weer op!
Heb je interesse in een reis naar Mexico? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Mexico, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.