11-daagse reis naar Mexico
Op 20 september 2016 zijn we vertrokken voor 11 dagen naar Playa del Carmen in Mexico. Wij, dat...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Mexico-stad
(Mexico)
, B. Oaxaca
, C. Puerto Angel
, D. Tehuantepec
, E. San Cristóbal de las Casas
, F. Palenque
, G. Mérida
, H. Tulúm
, I. Cancún
Periode: juli 2004
Vervoer: Vliegtuig en bus
Accommodatie: Diverse/diverse
Organisatie: Joker
Vandaag vroeg uit de veren. En natuurlijk niets geslapen door de zenuwen.
Rond 8u komt Anja mij oppikken. Al snel merken we dat we met dezelfde vragen en zenuwen zitten. Het was een “korte” rit, de tijd vloog om, al veel gelachen! Ter plaatse vinden we al snel de rest van de groep. En schuiven we aan om in te checken. Het is een hele lange rij voor de vlucht naar Washington en weer worden dezelfde vragen gesteld als vorig jaar toen ik naar de USA ging… Als “geoefend “ reiziger hoop ik nu niet weer aan de kant genomen te worden. Mijn bagage weegt nu slecht 10,5 kilo. Ik had ook alles wat ik nodig had in de rugzak gepropt.
Om 12u45 stijgen we op. Bij ons op de vlucht zitten een hele hoop vlaggenjongens uit Genk die gaan touren in de USA. Veel jongens zijn nog maar net 12 jaar oud schat ik en dat moet voor hen ongelooflijk zijn. De eerste keer naar de USA. Ze bezoeken New York, Washington, Toronto, Chicago... Nice! Naast mij zit zo’n jong kereltje en hij is super opgewonden over wat hem te wachten staat. Ik leef wel mee met de begeleiders, ze zijn echt met een heel grote groep!
Na 8 uur vliegen komen we aan in Washington en via de transit douane moeten we weer een tijdje wachten op onze vlucht van 17u45 naar Mexico City. Die transit zone viel trouwens heel goed mee. Geen volk en zonder problemen en veel vragen geraken we erdoor.
Op de vlucht naar Mexico-City zit ik naast een Mexicaan. We houden het minstens een uur vol om met elkaar te praten. Hij spreekt enkel Spaans en geen Engels. Ik spreek noppes Spaans, maar heb wel mijn woordenboekje bij. Waardeloos blijkt, je kan geen conversatie voeren door elk woord op te zoeken. Uiteindelijk krijg ik hem uitgelegd wat we gaan doen en hij leert mij hoe ik dat in het Spaans moet zeggen en nog enkele andere woordjes. Na een dik uur stoppen we de conversatie omdat dit te vermoeiend is. Voor de rest heb ik veel geslapen op die vlucht en het is 23u wanneer we in Mexico-City landen. De landing lijkt heel lang te duren, maar dat komt gewoon omdat Mexico-City zo groot is in oppervlakte. Zeker een kwartier vliegen we boven Mexico-City eer we geland zijn. Indrukwekkend! In de luchthaven kopen we wat pesos en nemen we een taxi naar het hotel (Hotel Habana, Republica de Cuba 77). Deze rit geeft ons al een eerste indruk van het Mexicaans rijgedrag. Wegmarkeringen zijn niet nodig, noch worden rode lichten altijd gerespecteerd… We rijden op een weg met 3 baanvakken en veel bochten op een bepaald moment. Wat deed iedereen? Ritsen en op 1 rechte, de beste weg, lijn erdoor. Straf! We kijken elkaar allemaal bedenkelijk aan.
In het hotel volgt de eerste kamerverdeling die vlot verliep. Niemand had “noten op zijn zang”. Nadat de rugzakken gedropt zijn, maken we een verkennende nachtwandeling. We zitten in het historische deel van Mexico-City vlak aan Zocalo. Het eerste wat we wilden doen is… tequila drinken!! In een met TL-lamp overbelichte bar nemen we plaats. Er bleek, helaas, keus te zijn uit een hele kaart tequila en we bestellen natuurlijk de beste ;-).
- Limoen uitsmeren op het kuiltje dat je maakt met het vel tussen je duim en wijsvinger
- Zout erop smeren
- Alles oplikken en dan (ad fundum) de tequila opdrinken
- Vervolgens een stuk uit de limoen bijten
Het is ondertussen ruim 1u ’s nachts in Mexico, 8u ’s morgens in België. Iedereen is dus al ruim 24u wakker, en toch wordt er nog redelijk goed gedronken. Als brave jongen frons ik mijn wenkbrauwen, zeker als ik zie hoe de 2 Anja’s uit de groep de trend zetten… Om 1u30 keren we dan toch hotelwaarts om te gaan slapen. Ik lig op de kamer met Dirk, Sander en Alex (Schepens!).
Vandaag beginnen we de dag met een bezoek aan Zócalo. Een van de grootste pleinen in de wereld. Zoca betekent zuil. Het plein heeft al meerdere namen gehad, maar de mensen gaven de naam Zócalo omdat er lang een onafgewerkte zuil ter ere van de onafhankelijkheid heeft gestaan. Deze zuil is nu weggenomen en vervangen door een reuze grote Mexicaanse vlag.
We bezoeken volgende gebouwen aan Zócalo:
* De kathedraal:
Deze vertoont vele barsten omdat het gebouw verzakt in de grond. Mexico City is immers gebouwd op een drooggelegd meer. De takken, hooi, enz die gebruikt zijn door de Azteken om het meer dicht te “gooien”, zijn aan het wegrotten waardoor eigenlijk heel Mexico City wegzakt in de aarde.
* Templo Mayor:
Dit is een voorsmaakje van de echte tempels. Ze is “pas” ontdekt en blootgelegd.
Ze ligt vlak naast de kathedraal. Er is zelfs ooit een afwatergracht gegraven geweest door de tempel zonder zich bewust te zijn van de aanwezigheid van deze tempel. Als je de tempel bezoekt kan je heel goed zien dat de tempel in meerdere lagen is gebouwd. Iedere keer als een belangrijk priester overleed of een nieuwe heerser aan de macht kwam, werd een piramide over de bestaande gebouwd.
Enkele leuke feiten:
- Op de piramide stond een soort telraam van schedels.
- De Mexicanen zien de blootlegging van deze piramide als een soort zoete wraak op de Spanjaarden. De Mexicanen zien dit als symbool dat hun geschiedenis niet vernietigd kan worden zoals de Spanjaarden hebben gepoogd door vele piramides en andere symbolen te vernietigen.
* Palacio Nacional:
Vooral bekend door de enorme muurschildering van de hand van Diego Rivera. Ze beelt de geschiedenis van Mexico uit. Vervolgens kopen we wat lekkernijen op het marktje aan Zócalo en genieten we van de folklore die er zich afspeelt. Je hebt continu het gevoel dat er een demonstratie aan de gang is door de marktkramers die gebruik maken van een speaker om hun waar te verkopen. Op Zócalo zelf is er een demonstratie van de Zapatisten. In de namiddag bezoeken we de drijvende tuinen van Xochimilco. Het zijn geen echte drijvende tuinen, maar grote vlotters met een dak op, versierd in felle kleuren en met mooie bloemen. Een soort Venetië, maar anders. Er varen ook gondels waar je eten van kopen en gondels met Mariachi’s waar je muziek kan “bestellen”.
We proeven volgende dingen:
* Tortilla’s met kip en vlees.
* Kip met chocoladesaus (bah, niet mijn ding)
* Een soort Mexicaanse stoofpotje dat geserveerd wordt in een gesloten plastiek zak. Het is veel lekkerder dan het eruit ziet.
Nadien wandelen we rond in de plaatselijke wijk. De vrij “nonchalante” elektriciteitskabels springen in het oog. Later bezoeken we nog het Blauwe Huis van Frida Kahlo. Dit is de echtgenote van Diego Rivera. Kahlo is een beroemde schilderes die vooral van zelfportretten houdt. We wandelen ook langs het Rode huis van Kahlo. ’s Avonds keren we terug naar het hotel om ons op te frissen eer we gaan eten. Iedereen legt zich echter te rusten en we vallen collectief vroeg in slaap…
Vandaag eten we in een zaak die mij doet denken aan “the working bee” in Santa Barbara (USA). Het eten lijkt er ook nog op, op de bruine bonen brij na. Die bruine bonen smaken trouwens beter dan ze eruit zien (diarree…), maar je moet ze vooral leren eten. Vandaag bezoeken we de site van Teotihuacan. Deze site ligt op ongeveer 50 km van Mexico City en het is een lange rit met vooral zicht op sloppenwijken. Alle heuvels rond Mexico City zijn bedekt met (soms onafgewerkte) “huizen” gebouwd uit snelbouwstenen. Vlak voor de grote aardbeving in 1985 trokken ong 8000 mensen PER DAG naar Mexico City met deze wildgroei tot gevolg. Aan de ingang van de site bevindt zich een paal voor Voladores. Een eeuwenoud ritueel waarbij 4 of 5 personen naar de top van een 20 a 30m hoge paal klimmen. Daarboven op een klein “platform” speelt de leider op een fluit en trommel, muziek ter ere van de vier windstreken. Wanneer de muziek stopt, storten de vier ‘voladores’ die met een touw aan de paal vastzitten, zich in de diepte en met het hoofd naar omlaag vliegen ze in steeds grote cirkels naar de grond. Dit ritueel stamt af van de Totonacen-cultuur, een vredelievend volkje dat er van droomde te kunnen vliegen!
De site zelfs is erg indrukwekkend. We nemen een “Engelstalige” gids die ons zal rondleiden. Het is concentreren geblazen om zijn cryptisch Engels te verstaan. Het is een oudere Mexicaan met typische gouden tand, zonnebril en cowboy hoed. Hij leidt ons rond naar de piramides van de zon en de maan via de 2 km lange dodenlaan. Deze helt en bestaat uit enkele reservoirs om water op te vangen.
De klim naar de toppen van de piramides is steil en zwaar, maar loont de moeite.
In het landschap zie je nog vele bergjes met beplanting waaronder zich nog niet blootgelegde priesterhuizen bevinden. De piramide van de maan hebben ze ooit proberen bloot te leggen met springstof met een gehavende piramide tot gevolg. Onlangs hebben ze nog een nieuwe tunnel naar de piramide ontdekt.
Petje af voor het indrukwekkende rioolsysteem da ze hier al hadden met “toiletten” en al! De zon komt even door en we zijn met zijn allen meteen verbrand.
In de namiddag bezoeken we de Kathedra(a)l(en) van de Maagd van Guadeloupe. Je hebt de prachtige oude en de moderne nieuwe vlak naast elkaar. Mexicanen komen naar hier van over heel het land op bedevaard. Achter het altaar hangt een schilderij van de Guadeloupe. Iedereen kan er zo dicht mogelijk in de buurt komen langs 2 gangen die dalen achter het altaar. Via een gat achter het altaar kan men dan vanuit de “kelder” het schilderij bewonderen en bidden. Opdat de mensen niet zouden blijven treuzelen hebben ze er een soort transportband zoals in luchthavens geplaatst om de mensen te verplichten plaats te maken voor de anderen. ’s Avonds eten we heel lekker in een spotgoedkoop restaurant. Bij het buiten komen zien we onze allereerste kakkerlak. Gelukkig hebben we de keuken niet gezien ;o)
We brengen nog een bezoekje aan Plaza Garibaldi. Dit is bekend om zijn vele Mariachi’s die er ’s avonds mini optredens geven in ruil voor wat peso’s. Superleuk vertier. Alex wordt meteen uit de groep gepikt door een groupie om te dansen en het duurt niet lang eer we zij voorbeeld moeten volgen… Luc toont er ook eventjes zijn break-dance kunstjes.
Vandaag bezoeken we enkele “marktjes”. Aanvankelijk wilden we één grote markt bezoeken, Merced, maar snel bleek dat heel de buurt bestond uit een aaneensluiting van vele kleine marktjes. Handel drijven kunnen de Mexicanen dus wel… Merced zelf, is een heel grote overdekte markt. Overal wordt er geroepen, ook door speakers. Je kan er alles kopen. Van stoffen, vers fruit en groenten tot sprinkhanen. Wijzelf blijken er een attractie te zijn, maar we hebben het echter moeilijk om duidelijk te maken dat we geen Amerikanen zijn. België kennen ze niet, maar Europa gelukkig wel. Mexicanen en Amerikanen, dat gaat niet zo heel goed samen omwille van hun geschiedenis, en als we kunnen aantonen dat we Europeanen zijn dan gaan er deuren open die anders dicht blijven. Wees niet verbaasd als je plotseling veel minder moet betalen als ze weten dat je geen Amerikaan bent…
We kopen van alles om te proeven:
- rode bananen (smaakt zoet, veel lekkerder dan onze Chuiqita, het vruchtvlees zelf is wit)
- gefrituurde bananen (harde chips met zoete smaak)
- cactus bladeren waarvan de naalden zijn afgeschraapt (smaakt naar koude princesse boontjes)
- papaya (vergelijkbaar met een niet zo zoete en harde cavallon)
- mango’s
- litchie’s
We proeven alles in een park vlak aan het Antropologisch museum en ondertussen bewonderen we de Voladores en voederen we een tamme eekhoorn. Ook hier komen ze uit onze handen eten. Op weg naar het museum moeten we een groot T kruispunt over. We tellen wel 20 politie-agenten die het verkeer proberen te regelen. Wat een chaos. Zwaaien met die armpjes!!!
Het museum zelf is héél groot. Het bestaat uit verschillende zalen die elk een andere cultuur van Mexico herbergt: Maya zaal, Teotihuacan, Azteken, Olmeken, Tolteken. Als je er even rond wandelt, worden het op den duur teveel beeldjes en potjes en gaan we terug luieren aan de Voladores. Heerlijk liggen in het zonnetje, oogjes dicht en genieten van de Voladores hun gefluit en getrommel. Tegen de avond nemen we een micro terug naar Zócalo. Een micro of pesero is een kleine uit elkaar vallende groen witte bus die tegen hoge snelheden door de stad “vlamt”. Een kermisattractie op zich. De chauffeur geeft zijn richting aan door zijn arm buiten te hangen en je weet eigenlijk nooit echt de route die de bus zal volgen, enkel de belangrijkste stopplaatsen. Ik hang voortdurend met mijn hoofd buiten voor afkoeling. Op een gegeven moment begin ik te blaffen als een blije hond en mijn naam is weer bekend :o). De groep dacht dat ik last had van een zonnesteek, maar eigenlijk was ik stilletjes aan geacclimatiseerd.
’s Avonds eten we in een iets chiquer restaurant dan anders. Sander bestelt de streekspecialiteit als hapje vooraf voor de groep:
* rode miereneieren, die er trouwens wit uitzien. Ze smaken naar heel zachte roerei en is lekker (blijkbaar).
* Gefrituurde wormen (smaakt naar een korst, niet meer dan een velletje)
* Gebakken sprinkhanen (pittige, zoute smaak)
Gie en ik laten deze lekkernijen echter aan onze neus passeren. Gie omdat hij vegetariër is en ik omdat mijn maag gewoon dicht sloeg en ik moest mijn hoofdschotel nog op krijgen. Wanneer we het restaurant verlaten is het al donker en besluiten we “La Torra Latino Americana” te bezoeken en genieten we van Mexico City by night. Om het bezoek aan Mexico City mooi af te sluiten wilden we nog even afzakken naar een bar. Tevergeefs… we vinden geen fatsoenlijke bar… Op de terugweg proberen we iedereen nog uit te dagen om de Mexicaanse vlag op Zócalo te stelen, maar niemand voelt zich geroepen ;o)
Vandaag beginnen we aan onze eerste busrit en verplaatsen we ons naar Oaxaca (o-a-ha-kà). Als je de bus neemt in Mexico, moet je in bijna alle gevallen naar een busterminal waar je kan kiezen uit verschillende busmaatschappijen van verschillende klassen. Zodra je je busticket hebt moet je naar de juiste gate en inchecken. Vervolgens is het wachten geblazen voor je mag boarden. Yep, zoals op een luchthaven dus, maar dan een “bushaven”. De rit duurt 6 uur en is vrij saai en het zicht naar buiten wordt gehinderd door de reclame op de bus. De Spaanse versie van Terminator 3 kan ook niet mijn volle aandacht houden… “Hasta la vista, baby” klinkt dan niet meer zo leuk ;o) Het stuk landschap dat ik gezien heb, was vooral droog vol met rechtopstaande cactussen. Het hoogtepunt is de Popocatepetl (rokende berg). Deze is 5230m hoog en zelfs zichtbaar vanuit Mexico City, als er geen smog zou hangen… De top is besneeuwd.
Naast de Popo ligt nog een andere vulkaan, de Ixtaccihuatl (ingeslapen vrouw). Volgens de legende is ze van verdriet gestorven toen de krijger, Popo, haar verliet om oorlog te voeren. De vulkaan is dus uitgedoofd. Toen Popo terugkwam was hij zo boos op zichzelf dat hij actief gebleven is en nu en dan een woede-uitbarsting kent. Aangekomen in Oaxaca trekken we meteen naar ons pension. Het is er supergezellig met binnentuin, zonneterras op het dak en een groot en gezellig “babbelterras”. Onze kamer heeft een eigen balkon. Een aanrader!
’s Avonds maken we een wandeling door de gezellige authentieke stad (+/-200.000 inwoners). Al is het wel duidelijk dat het gemeentebestuur er voor zorgt dat de stad authentiek blijft mbv allerlei regeltjes… Vooral de gevelkleuren spreken aan. Oaxaca staat ook bekend om zijn Mezcal. Mezcal is eigenlijk een luxe-tequila en tequila zelf is een afleiding ervan. Het is ook Mezcal waar de worm in zit! In een echte fles tequila zit GEEN worm! We moeten dus Mezcal proeven en kopen een fles in een nachtwinkel. Het goedje is echter niet te drinken! Het prikt in de mond en keel en doet aan aanstekervloeistof denken… Mezcal en tequila worden trouwens gemaakt van cactussen. Tijdens onze rit naar Oaxaca en in Oaxaca zelf valt het ons op dat het verkiezingen zijn. Aan elke paal hangt een affiche.
Vandaag maken we een wandeling door Oaxaca. We bezoeken:
* de kathedraal van Santo Domingo. Heel de kerk is volledig bekleed met heel mooi houtsnijwerk en bladgoud.
* Merced Benito Juarez. Je kan er onder andere sprinkhanen en wormen kopen…
Zelf hou ik het bij een pet voor mijn inmiddels verbrand hoofdje. Mijn voorkeur ging naar een cowboy hoed. Helaas hadden ze mijn maat niet en die voor de niño’s was te klein.
* Het amfitheater op de berg. De voorbereidingen worden getroffen voor een verkiezingsshow.
’s Middags verzamelen we even en gaan Sander, Alex, Dirk en ik iets kleins eten. Een jonge vrouw speelt er gitaar en zingt liedjes. Niet mooi om aan te horen, ze zingt héél vals. Maar goed, ik kan helemaal niet zingen dus ik kan beter zwijgen. Na het bezoek aan Merced Benito Juarez werden we opgehouden door enkele mooie Oaxaquina schoonheden. Ze stonden aan de ingang van een Mezcal speciaalzaak en proberen ons enkele flessen aan de man te brengen. We zijn in de eerste plaats weigerachtig door onze slechte ervaring van de dag ervoor. Maar een lief lachje doet veel en al snel staan we in de winkel volgende lekkere Mezcal varianten te proeven. Het marketingcircus werkt en we kopen een fles Mezcal met piña colada smaak voor ’s avonds. In de namiddag bezoeken we nog Merced Artesianes waar ik een polsband, stressbal en matje koop. Voor de rest wordt er geluierd op het dakterras van ons pension en wat kaartjes gestuurd.
De fles Mezcal die we voor het eten kraken, valt in de smaak en de meesten kopen er de volgende dagen ook één.
We huren mountainbikes om de kleinere dorpjes in de omgeving te verkennen. We plannen een tocht van 25 km die begint in Tule. We worden in grote jeeps naar Tule gebracht. Tule zelf is bekend om zijn 2000 jaar oude boom met 50m omtrek. Zo dik als een sequoia schat ik. De dorpjes zelf waar we door fietsen worden getypeerd door zandwegen, koeien en heel veel graatmagere straathonden. De tocht zelf verloopt zonder al te veel moeite op 1 valpartij na. Sofie was geschrokken van een kudde koeien die uit een zijstraat kwamen. We stoppen bij een lokale tapijtenweefster en bestuderen hoe deze ambacht wordt uitgeoefend. Enkelen kopen een tapijtje. Ondertussen vraag ik mij af hoeveel commissie Pedro, onze gids, krijgt voor de verschillende tussenstops die we nog zullen maken. Elk dorpje heeft zijn kerk. De één mooier dan de andere en we bezoeken er eentje met een eigen klooster. Het kerkje wordt volop gerestaureerd, maar wordt wel getypeerd door de mooie bloemen die op de muren geschilderd zijn.
Na de fietstocht volgt er een lange tocht door de bergen naar Hierve el Agua. Gelukkig doen we dit met de jeeps want het is wel een erg lange tocht. Ik zit samen met Kaat en Anja (Lille) achterin de jeep en dat is alles behalve comfortabel op deze bergachtige zandwegen vol haarspeldbochten. Hierve el Agua bestaat uit een verkalkte waterval en enkele natuurlijke bronnen. We maken een wandeltocht en nemen een duik in de natuurlijk gevormde basins gevuld met bronwater (natrium carbonaat). Iedereen heeft honger na dit plonsbadje en we eten in een erg sober “restaurant”. Quesadillas (opgevouwen tortilla’s gevuld met kaas) en een soort bruine bonen pasta staan op het menu. Quesadillas worden mijn lievelingssnack voor de rest van de reis. We hebben ook meteen een nieuwe vriend. Een puppy dat tot Spekkie wordt gedoopt door Peter. Voor we de terugweg aanvangen, vragen we 3 andere (Chinese?) vrijwilligers om op de achterbank te zitten. Onderweg moeten we dikwijls wachten of vertragen voor kuddes koeien, schapen, ezelshonden en kinderen op de weg. De kinderen beleven dolle pret als je naar hen wuift.
Heb ik trouwens al vermeld dat ik me erg groot voel in Mexico? Vooral op de bussen valt het mij op. Ik ben gemiddeld een kop groter dan de andere Mexicanen. Best wel eens leuk :o)
In de buurt van Oaxaca ligt Monte Alban. Dit is ook een ruïne site. Er rijden weinig bussen naar Monte Alvan vanuit het centrum omdat een bepaald busagentschap daar het monopolie over heeft. Voor we de bus nemen, willen we nog snel een ontbijt nuttigen in het aanpalend restaurant. Volgens de ober zou iedereen tijdig bediend kunnen worden. Niet dus… Peter besluit zijn ontbijt met bord en al op de bus te nemen. Fast – breakfast noemen ze dat. De rit zelf is erg bochtig omdat de site bovenop een bergtop ligt. Langs de weg staan er heel veel sloppenhuisjes gebouwd van golfplaten. De naam Monte Alban komt van Mont Blanc. Toen een Fransman deze site ontdekte, lag de hele bergtop bedekt met “sneeuw”. Het ware echter de bomen op de bergtop die in bloei stonden en die indruk gaven. De gids die ons rondleidt, heeft de vervelende neiging om heel veel keer in herhaling te vallen. Op een bepaald moment bleef hij voortdurend in zijn handen klappen om aan te tonen hoeveel echo er was op de site. Dit tot ergernis van Peter die hem het zwijgen probeert op te leggen: “Yeah, yeah… we get it!”. Velen vinden de site mooier dan Teotihuacan. Ik in het begin ook, maar eigenlijk zijn ze onvergelijkbaar. En ik denk dat het zonnige weer ook een mooiere indruk geeft. Op de site zien we ook de eerste overblijfselen van een pelote op onze reis. Dit is een balspel dat toen gespeeld werd.
Het spel werd 1 tegen 1 of 2 tegen 2 gespeeld, afhankelijk van de grootte van de “arena”. De bal speelt de planeet Aarde voor en de arena het universum. De beschaving die er woonde dacht dat de goden de Aarde en de planeten controleerden en wie het balspel (soort basket) goed beheerste en het spel won, werd geofferd aan de goden om hen te helpen. Voor de winnaars was dit een hele eer. Dit is één van de theorieën, sommigen denken dat de verliezers gedood werden.
In de namiddag nemen we de bus naar Puerto Angel. Dit is een afgelegen vissersdorpje aan de Grote Oceaan. We kunnen kiezen tussen de eerste klas en tweede klas busrit. De eerste klas bus doet er 10u over, de tweede klas 6u. De afstand die we moeten afleggen… slechts 15 km!!! Het noorden van Mexico is dan ook een plateau en aan de kust ga je van +/- 2000 m naar zeeniveau over een vrij korte afstand. De lange tijd is dus het gevolg van een bergpas die we moeten overbruggen. De reisgidsen beloven ons een rit om nooit te vergeten als we de tweede klas busrit nemen, en dat doen we dus. Op het programma staan dus 4u haarspeldbochten… In het begin denken we dat we de verkeerde bus hebben genomen. De bus is enorm gammel, met het nodige gekraak tijdens het schakelen. We zijn al 2u over vlak terrein aan het rijden en we beginnen te denken dat we op een verkeerde bus zitten, de rit van 10u die minder erg is. Toch niet, we verlaten het plateau en zakken nu af naar de kust tijdens de overige 4u rijden.
Het is echt zottenwerk! De bus haalt tragere vrachtwagens in in de bocht zonder te kunnen zien of er tegenliggers zijn. Het regent, bliksemt en hagelt af en toe. Het weer is zeer slecht. Op sommige plaatsen moeten we uitwijken voor stukken rots die op de rijbaan zijn gevallen. Een kindje is misselijk en zijn papa laat hem overgeven in een zakje. Het zakje komt op de grond te liggen en schuift heen en weer in de bochten. Het landschap veranderd van heet, droog en cactussen naar warm, vochtig en tropisch. Nu bestaat de vegetatie uit bananenbomen enz… We genieten van de adembenemende landschappen. Het laatste uurtje moeten we nog in het donker rijden. Als we uiteindelijk aankomen aan de bushalte moeten we de laatste 6km nog doen met de taxi. Ook een hels ritje hoor. Straathonden liggen te slapen op de weg en de taxi rijdt er gewoon over als ze blijven liggen. Niet over hun lichaam natuurlijk, de hond komt tussen de wielen. Maar het is wel schrikken als je zoiets een eerste keer meemaakt. Stoppen voor rode lichten hoeft ook niet… We worden warm ontvangen bij Casa Arnel, inderdaad familie van Casa Arnel in Oaxaca.
Er staan koekjes en cola klaar voor ons. Er zijn echter niet genoeg bedden vrij en 5 van ons moeten in een hangmat slapen. Tuurlijk geef ik mij op als vrijwilliger :o) 3 slapen op het overdekte dakterras waaronder ik, en 2 beneden, ook op een overdekt terras. Maar voor we gaan slapen, moeten we toch iets van de zee gezien hebben, ook al is het donker. Op het strand staan 2 cocktail bars waarvan 1 muziek van Bob Marley speelt, net zoals beschreven staat in de Rough Guide… We doen ons tegoed aan een cocktail. Piña Colada x2, zonder domme identiteitscontrole. Er zijn slechts een stuk of 6 andere mensen op het strand buiten ons. Gezellig! In de verte zien we onweer. Nadien gaan we slapen. Ik kruip in de lakenzak en leg me zo comfortabel mogelijk in de hangmat. Ik tel gekko’s ipv schaapjes om in slaap te vallen. Plotseling begint een haan te kraaien, al vlug volgen al de andere in de buurt. Om gek van te worden!!! De volgende dag zal blijken dat de buur van ons pension hanen kweekt voor hanengevechten. Ik word zo gek dat ik de slappe lach krijg. Oordopjes kunnen het lawaai niet dempen. Slechte oordopjes… Ik sla er toch in om in slaap te vallen tot we gewekt worden door een tropisch onweer. Alex wordt kleddernat omdat hij het meest aan de buitenkant van het terras ligt. De straten lijken meer op wildwater rivieren/modderstromen ipv wegen…
Al snel wordt duidelijk hoeveel schade de regen heeft gemaakt. Overal modder. We wandelen naar het strand langs een ondergelopen straat. Stinken dat het hier doet! We drinken iets op het terras en ik word aangesproken door een surfboy in een winkeltje. Hij wordt onze gids voor een bezoek aan de lagune en het strand. We worden met zijn allen in zijn VW hippiebusje gepropt en er volgt een “Tour of Duty” rit naar de lagune. Tour of Duty omdat het busje een schuifdeur mist en Sander en Gie hangen half buiten om plaats te winnen… De omgevingen kunnen we tropisch noemen (understatement). Onze eerste halte is een beschermd strand. In september komen hier 3000 zeeschildpadden hun eieren leggen bij volle maan. Het enige wat wij zien zijn babyschildpadden die “geacclimatiseerd” worden voordat ze weer vrijgelaten worden. Op het strand staat een tropische “baywatch”-toren. De golven zijn hier even machtig als in La Jolla in San Diego. Op het strand liggen bootjes met “schipper” klaar om ons door de lagune te peddelen in ware Venetië stijl. We zien veel mooie vogels en 1 babykrokodil. Het ruikt hier naar ons vijvertje dat aan een dringende poetsbeurt toe is na de winter… We stoppen even om enkele krokodillen te bekijken die hier in gevangenschap leven. Ze waren van rijke mensen die ze niet meer moesten hebben nu worden ze geacclimatiseerd voor ze worden vrijgelaten. Het minder leuke aan dit bezoekje is dat er ongeveer 30 cm water staat door de regenbui van gisteren. Door het water wandelen dus met de naburige (baby) krokodillen in gedachten is dit af en toe eens de teentje controleren (één teen, twee tenen, … ).
Onze volgende halte: het strand van Zipolite! Het strand voor verdwaalde hippies! Als dit niet het aards paradijs is, dan komt het toch dicht in de buurt! We eten overheerlijke vis (Huachinango al ajillo) op het strand voor nog geen 4 euro. Het strand is nagenoeg verlaten. En de huizen langs het strand zijn enkel hutachtige gebouwen met daken van palmbladeren (Koningspalm). De gebouwen deden mij aan het strategisch spelletje “Riven” denken. Na het eten breekt de zon door en hup, de zwembroeken aan. Als kleine kinderen spelen we in de supergrote golven. Soms zelfs te krachtig. 1 maal vloog ik uit het water door de eerste golf en werd ik gevangen door de tweede golf. De hangmatten zijn een welkome verluiering.
Nog een vers gekapt kokosnootje… genieten! Langs de andere kant ben ik ook blij met mijn pas aangeschafte zonnefactor 45! ’s Avonds houden we het rustig en zijn we toeschouwers van een “local” (buur van het casa Arnel) die zijn hanen aan het trainen is voor een hanengevecht. Later volgen we de voetbalwedstrijd Mexico-Brazilie voor de Copa Americana in Peru. Eindstand 0-4. Zonder de sterspelers van Brazilie. Nadien slapen in de hangmat. Deze nacht heb ik geen last van kraaiende hanen. Ik tel 4 gekko’s voor ik in slaap val…
We nemen afscheid van het paradijselijke Puerto Angel. Onze volgende stop is Tehuantepec. Onze bus is echter stuk en we moeten een andere bus nemen naar een andere dorp, waar we vervolgens overstappen. Vandaag is er 1 of ander folklore feest in Oaxaca stad. Overal zie je het op TV of hoor je het op de radio. Het speelt zich af in het amfitheater waar we in Oaxaca stad een bezoekje aan brachten. Het is vandaag heel heet en we moeten ongeveer 3 uur rijden eer we er zijn. Tehuantepec is een klein dorpje waar ze amper toeristen zien. We worden hier dan ook overal aangekeken. We worden naar het centrum gereden met een brommertje met “laadbak”. Door Tehuantepec loopt een spoorlijn. De bedoeling was om het oosten en westen van Mexico met elkaar te verbinden. Dit ter concurrentie van het Panama-kanaal. De spoorlijn is echter nooit in gebruik genomen... Tehuantepec is een heel typerend dorpje met de inmiddels gekende Mexicaanse verkeerschaos. We slapen met 5 op de kamer in een “echt” Joker hotel (Oasis) volgens de kenners. Ik denk dat ze ermee bedoelden dat het hotel heel sober was van inrichting. ’s Avonds drinken we na het eten een “Cucaracha” naar het gelijknamige lied. Het wordt geschonken in een jeneverglaasje en is een mengeling van tequila en kahalua, vervolgens wordt het in brand gestoken en moet je alles ineens opdrinken met een rietje. Ik voelde het onmiddellijk… Later neem ik nog een foto van een kakkerlak om deze dag af te sluiten in het reisverslag. Nog wat napraten met Sander en Dirk en het spook uitgehangen op de kamer.
Vandaag staat er een lange busrit in 3 etappes naar San Cristóbal de Las Casas op het programma: 9u rijden! We vertrekken pas in de namiddag en dus heeft iedereen wat vrije tijd in de voormiddag. Ik maak er gebruik van om nog eens een mailtje huiswaarts te sturen en om even te bellen.
De etappes:
De eerste etappe is vrij kort. Spijtig want ik had mij goed geïnstalleerd (2 zitplaatsen tot mijn beschikking) en het was niet te warm in de bus.
De tweede etappe duurde het langst, 6u, en was verschrikkelijk koud door de airco die op 15°C stond. De condens drupte zelfs naar beneden, zo erg dat sommige passagiers een regenjasje aantrokken. Dat was warmer en natuurlijk ook droger.
Eigenlijk gek waarom die Mexicanen zo zot zijn van ijskoude airco’s. Gelukkig maakt het zicht op een mooie meid schuin voor mij veel goed.
De laatste etappe loopt door de bergen rond San Cristóbal en duurt ongeveer 1 a 2u.
Er wordt een film gespeeld en de speelduur ervan is perfect afgesteld op de lengte van de rit. San Cristobal ligt op een hoogte van ongeveer 2200m en hoewel het een klein stadje lijkt, telt het 300.000 inwoners! De naam “de Las Casas” komt van Bartolomé de Las Casas, beschermer van de indianen. We slapen nu in Hotel Posada Los Morales. Dit hotel bestaat uit verschillende bescheiden bungalows tegen een helling met zich op het Zocalo van San Cristobal. Iedereen gaat uitgeput slapen, we komen immers na middernacht aan.
Al heel vroeg word ik wakker door het geluid van wat precies kanonschoten lijken te zijn. Ik ga buiten een kijkje nemen en de mensen uit de naburige bungalow wijzen naar de lucht. Blijkt dat de iemand vuurwerk is aan het afschieten om 6u in de ‘s morgens!! Ik probeer terug in te slapen maar ben eigenlijk te woest. Wie haalt het in zijn hoofd om op dat uur vuurwerk af te schieten?? Raar volkje die Mexicanen… Blijkt dat op 25 juli het groot jaarfeest van San Cristobal wordt gevierd en dan steken ze o.a traditioneel elke morgen vuurwerk af en beklimmen pelgrims met toortsen ’s nacht de heuvel naar de kerk. We verkennen die dag het stadje zelf en brengen een bezoekje aan: Zocalo, De (gele) Kathedraal, De kerk van Santo Domingo.
We komen heel veel indianen tegen die al smekend hun waar proberen te verkopen.
San Cristobal is de stad van de amber en leer. Ik weet nu ook waar Nayet haar stinkende handtas heeft gekocht. De indringende geur van het leer hangt hier over de marktpleintjes. In de namiddag gaan we paardrijden. Ik ben best wel zenuwachtig omdat het de eerste keer dat ik alleen paard rij. En meteen 4u aan één stuk door bospaadjes in de bergen langs kleine (Tzotzil) indianen dorpen. Ik kan mijn paard sturen, stoppen en laten vertrekken, maar kan hem absoluut niet versnellen… Tot grote frustraties toe. Ik loop altijd achterop met de 2 Anja’s en Sofie. Zij hadden ook oudere trage paardjes denk ik. En iedere keer kwam de begeleider ons halen. Met een simpel geluid dat hij met zijn mond maakte, ging het paard in draf. Anja (Mol) plaagt mij wanneer enkele jonge indiaantjes mij achterna roepen. Ik had hen blijkbaar gecharmeerd en nu was ik plotseling een Don Juan.
In de voormiddag houden we het rustig omdat er verschillende mensen zich niet lekker voelden de avond ervoor. Blijkbaar een goed geplande rustpauze want bij de dagelijkse tafelronde “wie heeft er diarree” moest nagenoeg iedereen zijn vingertje opsteken. Ook ik had er de vorige avond last van gehad. Dit hield mij niet tegen om een heerlijk ontbijt te nuttigen met heerlijke versgehaalde yoghurt. Dat de yoghurt vers gehaald was, viel pas op toen een jongen dat eerder heel slecht gezind vertrok, nu terugkwam met een gevulde zak met oa yoghurt… Om 14u vertrekken we naar één van de hoogtepunten uit de reis. We gaan een speciaal dorp, San Juan Chamula, bezoeken waar ze een mix van Maya en Katholiek geloof hebben.
We mogen geen foto’s nemen van de bewoners omdat ze geloven dat we dan hun ziel vangen. En als ze hun ziel kwijt zijn, hebben de Indianen geen levensreden meer. Om de lokale kerk te bezoeken heb je speciale toestemming nodig die je kan verkrijgen in de toeristische dienst recht tegenover de kerk. Als je de kerk betreedt, valt je mond open van verbazing. De vloer is bedekt met stro, dennennaalden en 1000den kaarsen! Geen paniek, de vloer is vrij gemaakt rond de kaarsen. De families zitten in groepjes bij elkaar op de grond rond een reeks kaarsen en hebben van alles bij: een levende kip of eieren, cola of limonade of posh (posj).
De kaarsen staan meestal in 3 rijen op de grond.
de eerste rij symboliseert de muur tussen het werkelijke en onwerkelijke
de tweede rij staat voor alle goden waarin de familie gelooft of zal voor bidden
de derde rij symboliseert de familieleden, gewassen, enz waarvoor de familie bidt. Elke kleur kaars heeft een specifieke betekenis.
De kip die de familie bijheeft, neemt een familielid bij de poten en draait dan cirkels met het hoofd van de kip rond de kaarsen. Vervolgens wordt ze zo het hoofd rond een ziek familielid gedraaid. Dit proces herhaalt zich enkele malen. Nadien wordt de nek van de kip omgedraaid. De kip heeft nu immers de ziekte van het familielid overgenomen. Vervolgens wordt de kip opgegeten of begraven en is de ziekte dood.
Tijdens het bidden wordt met een ei over een pijnlijke plek gewreven. Het ei neemt zo de pijn en de ziekte weg. Het ei wordt vervolgens stukgeslagen in een glas. En swooosh! Ziekte en pijn weg!
Tijdens het bidden drinken de indianen veel cola of limonade. Door het koolzuurgas beginnen ze te boeren en op die manier laten ze de boze geesten vrij en staan ze dichter bij de goden.
Dit is een soort jeneverdrankje en smaakt heel straf. Net zoals pure Mezcal. Door de posh te drinken vertraagt de hartslag en staan ze weer dichter bij de goden. Je ziet de indianen ook voortdurend aan hun pols hun hartslag “meten“ en drinken dan nog wat posh bij als niet het gewenste resultaat wordt behaald. Soms zie je ook ipv een biddend familielid een sjamaan als het familielid de ziekte niet krijgt weggebeden. En als de sjamaan het niet lukt, komt er een priester enz. Dit is veruit de mysterieuste plek waar ik ooit ben geweest. Na het bezoek aan de kerk wandelen we nog wat rond op het marktje en bezoeken we een naburig kerkhof. Ieder kleur van een kruis heeft zijn eigen betekenis. wit = graf van een kind, groen = graf van een vrouw, blauw = graf van een man, een +50 jarige heeft ook een specifiek gekleurd kruis.
Tenslotte maken we nog een wandeling naar een Katholiek dorpje en bezoeken we een tapijtenweefster. Onderweg komen we een houten barak tegen waar mensen wonen (zoals de meeste Mexicanen in houten barakken wonen). Naast de barak staat een cola automaat… ’s Avonds eten we in Na Bolom. We zitten tussen vervelende Nederlanders die met Koning Aap reizen. Zelfs Sander vindt ze vervelend… Het eten is Westers maar het is uiteindelijk best wel een gezellige bedoening.
Vandaag moeten we vroeg opstaan. We vertrekken al om 6u30 naar Palenque. Het wordt een lange rit met heel veel tussenstops. Van San Cristobal naar Palenque is het 200km en met de bus doe je er 6u over zonder tussenstops. De eerste stop is Agua Azul. Een mooie waterval waar we ook een duik in het water kunnen nemen. Vervolgens naar Misol-Ha wat ook een waterval is. Een hele mooie die van 30m meter hoog naar beneden valt in een soort bron. Vervolgens gaat de rit verder naar Palenque. Palenque betekent “omringd door bomen” en ligt aan de rand van de Lacandon jungle. Het temperatuursverschil met San Cristobal is enorm aangezien we nu naar de vlakte van Yucatan afdalen en tropisch klimaat krijgen. De site is best wel mooi en ligt tegen een berghelling die uitkijkt op wat het begin is van het vlakke Yucatan. Je ziet niets anders dan de jungle als je rondkijkt. Slechts een fractie van deze site is vrijgemaakt, er ligt nog heel veel onder de bomen. Opmerking: wees hier zo vroeg mogelijk. Het stinkt hier van de toeristen en de prijzen zijn navenant. Hier wordt echt geprofiteerd van de toerist en het is de eerste keer dat ik dit gevoel krijg in Mexico. We slapen in La Aldea. Dit is een soort bungalowparkje met allemaal hutjes van leem en daken van stro. Best wel gezellig.
Vandaag beginnen we aan de lang verwachte jungletocht naar Bonampak en de Lacandones Indianen. We staan al om 5u op en om 6u komt een busje ons oppikken. Wat volgt is een hele lange rit over ontelbare “topes”, verkeersdrempels…
We stoppen even om ons een heerlijk ontbijt te nuttigen. Het busje moet even wachten op mij, een lange stop-beurt bij het toilet heeft mij deugd gedaan.
Onze volgende halte is aan de rivier Usumacinta, vlak aan de grensovergang naar Guatemala. We maken alvast een blad papier met onze namen en paspoortnummers om makkelijker door de grenscontrole te geraken. Dit was een handige tip van onze buschauffeur. Vervolgens nemen we met zijn allen een lange smalle kano en varen we 45 min. lang over deze rivier. De ene moment ligt onze snelheid al wat hoger dan de andere keer. We genieten van het uitzicht op de jungle en zoeken vruchteloos naar krokodillen en apen. Net een tocht over de Amazone. De kano brengt ons naar Yaxchilan. Deze site ligt dus letterlijk verborgen in de jungle en brengt Indiana Jones gevoelens naar boven, de Indiana Jones tune galmt door mijn hoofd. Dit is mijn eerste echte contact met een jungle. De beplanting komt helemaal overeen met wat ik in gedachte had, maar de geluiden is een heel ander verhaal. Geen leuke vogel- of apengeluiden maar een vervelend kettingzaag-geluid van de Tsitsjara. Dit is een insect dat een oorverdovend lawaai maakt met zijn vleugels. Het lijkt soms wel dat deze beesten een aanval op je plannen. Op de weg terug over de rivier zien we dan toch 2 apen hoog in de bomen. Vervolgens stappen we terug in het busje en volgt een lange rit naar Bonampak. Iedereen vraagt zich af wanneer die heuse trektocht blijft en Bonampak stelt in mijn ogen niet veel voor. Dan mag de overgebleven fresco nog zo mooi zijn… Uiteindelijk komen we dan toch in het Lacandones dorpje aan. Het zijn enkele barakken bijeen en de bewoners lopen rond in een wit gewaad. Voor de toeristen denk ik want ze dragen wel een digitale polshorloge. We zijn best wel teleurgesteld want we hadden een heuse trektocht in gedachten en uiteindelijk zullen we de volgende dag een “wandelingske” maken van amper 4u. We slapen ook in een houten barak waar met 10 man in kunnen. De bedden zijn stapelbedden voorzien van een muskietennet. We maken alvast een klein verkenningstochtje door de jungle en de Tsitsjara jaagt ons er al snel uit. Hun geluid kan echt angstaanjagend zijn! ’s Avonds begint het te onweren tijdens het eten en valt de elektriciteit uit. De elektriciteit blijft weg en met kaarslicht en zaklampen zakken we terug af naar onze barak. Mijn matras is nat geworden van het onweer en ik woel mij naar een droog plekje.
Eindelijk beginnen we dan aan onze trektocht! Een wandeling van 4u met watervallen en door rivieren waden. Dit laatste met de schoenen uit. Het is een toffe tocht. Onze gids, een Lacandones Indiaan, zweeft als het ware over de modderige grond. En hij heeft dan slechts dunne “sloefkes” aan. Zijn witte gewaad en lange haren doet mij aan de horror film “The ring” denken. Ook nu krijgen we enkele nog steeds “verstopte” ruïnes te zien. We beginnen met zijn allen spontaan de Indiana Jones tune te neuriën. We beseffen soms zelf niet dat we op een ruïne aan het wandelen zijn. Tijdens de tocht komen we soms andere groepen tegen. Het voelt meer en meer toeristisch aan. Tja… Na de wandeltocht is het wachten op ons busje… Wachten… Wachten… Wachten… Tot ergernis toe want we moeten onze nachtbus halen in Palenque! Ondertussen wassen we dan maar albast onze schoenen en broek. De modder is ondertussen al uitgehard op onze kleding. En dan weer wachten… Als de bus aankomt, vertrekken we meteen naar Palenque om onze bagage op te pikken om vervolgens ons naar het stadscentrum te haasten en iets te eten. De timing klopt net. Guy neemt zijn gefrituurde banaantjes mee op de bus nar Merida. Het is weer ijskoud en ik kan daardoor de slaap niet vatten. Mijn regenjas die ik in de bus had meegenomen als hoofdkussen, doet al snel dienst als “warm” jasje. Gelukkig kan ik Gert zijn fleece lenen om over mijn benen te leggen. Hij nestelt zich lekker warm in zijn slaapzak.
Slecht geslapen stap ik uit de ijskoude bus. We zijn in Merida en dit moet onze uitvalsbasis worden voor de sites Chichen Itza en Uxmal. Velen van ons (ik ook) lijden echter aan tempelitis (genoeg tempels gezien) en we besluiten om Uxmal over te slaan en rechtstreeks door te reizen naar Chichen Itza. Chichen Itza is een hele mooie site met met perfect bewaarde tempels en bas-reliefs. Ik amuseer mij door enkele leuke foto’s te maken. Ik zie ook voor het eerst enkele varanen. Daarna reizen we door naar Tulum en kiezen we enkele leuke cabiñas uit. Deze hutjes zijn heel sober en staan verspreid op het strand. Onze hutjes hebben geen elektriciteit. 2 kaarsen per dag zijn wel inbegrepen in de prijs. Het dak is van palmblaren en de wanden zijn met kalk bezette dikke takken. Dit strand is nog mooier dan dat van Puerto Angel. Parelwit strand en een azuurblauwe zee. Prachtig! We nemen onmiddellijk met zijn allen een duik in het water. Een poging om Sander in het water te krijgen eindigt met een dik oor voor Gie… Hij moest maar wachten op degenen die hem kwamen helpen (maar te traag uit het water kwamen, bewust? ;o) ) …
Ik koop vandaag een hangmat en probeer tevergeefs buiten te slapen. Ik lig zo dicht mogelijk aan de zee en lig in de volle wind die er die avond was. Mijn eerste poging om in de hangmat te gaan liggen eindigde ook met mijn poep in het zand. Ik moet dus nog wat oefenen met mijn knopen. Verschillende malen heb ik van spot veranderd en besluit ik uiteindelijk om toch binnen te slapen. Wat resulteert in veel te warm + muggen + zandvlooien. Zandvlooien zijn verschrikkelijk en kenmerken de volgende dagen. Miserie! De prijs die we betalen om zo aan het strand te slapen…
Vandaag is het luilekkerdag! Sommigen gaan duiken, anderen snorkelen en ik ga luieren! Genieten van de zon en de warme zee. ’s Avonds moeten we meer dan 2 uur wachten op ons eten en dan is het nog veel te weinig ook. Snif… De live muziek maakt wel wat goed gelukkig. O.a. een cover van Manu Chao die nog uren in mijn hoofd blijft hangen. ’s Avonds drinken we nog enkele cocktails in de “bar” van ons “hotel”. Je moet dit jezelf allemaal zo sober mogelijk voorstellen. Het restaurant van het hotel is niet meer dan een overdekt stuk strand. Met een basketpleintje. Deze nacht slaap ik wel buiten.
Ik ben vroeg wakker doordat de hangmat in mijn verbrande rug snijdt :o(
Maar verbranden en slapen gaat nooit goed samen he :o). Vandaag smeer ik mij dus weer in met zonnefactor 45! We maken een daguitstap naar een reservaat, SianKa’an, en een cenote waar we kunnen duiken. We varen met speedboten door deze lagune en amuseren ons rot als we al drijvend door het natuurlijke kanaal dobberen. We moeten een reddingsvest als pamper aan doen. Lachen! Maar het dobbert wel makkelijk :o) Ik maak een brubbelend geluid met mijn mond in het water en volgens de gids kan ik daar beter mee stoppen omdat dit de lokroep van de krokodil is. Ik lach er eerst mee, maar hij blijft serieus. Ik zal hem dan maar geloven zeker? De cenote is lekker verfrissend tov de zee. Het is ook leuk om met de visjes te spelen. Tevergeefs probeer ik er eentje te vangen… We vieren Luc zijn verjaardag op het strand.
Vandaag gaan we paardrijden. We worden vervoerd naar een all-in hotel met een superlange oprit. We moeten 50 Amerikaanse dollar betalen om 2 uurtjes te rijden. Waarvan 1 uur slechts effectief. De rest is zadelen van de paarden en uitleg. En een pauze om iets te eten. Heel wat anders dan de 8 euro die we voor 4u betaalden in San Cristobal. We moeten ons erbij neerleggen dat we in een heel toeristische streek zitten en dicht bij Cancun… Het paardrijden was deze keer wel super voor mij. Mijn paard galoppeerde deze keer wel en dit is heerlijk op het hagelwitte verlaten strand! Halfweg ontzadelen we de paarden en gaan we ermee wandelen in de zee. Cool! We zijn wel ontgoocheld over de prijs die we moesten betalen, maar ach, ik heb het toch weer gehad :o) ’s Avonds moeten we schuilen voor een onweersbui die passeert.
We nemen afscheid van Tulum door een bezoekje aan de ruïnes van Tulum.
Volgens vele gidsen een aanrader, maar het stelt echt niks voor! Op een half uurtje hebben we het gezien. Enkel zijn ligging op een rots aan de zee maakt hem een beetje speciaal. Ik heb compassie met de hordes toeristen die 2 uur rijden van Cancun naar hier om deze site te bezoeken. Dan raad ik hen toch Chichen Itza aan hoor! Nadien rijden we door naar Cancun. Cancun is een afknapper van formaat! Dit is helemaal niet representatief voor Mexico! Mega-Amerikaanse toestanden en zelfs een beetje kitcheriger dan Las Vegas. Las Vegas was leuk, dit vind ik bah! Je kan hier bijna alleen met dollars betalen en als je pesos wil gebruiken halen ze een telmachine boven om van… dollars naar pesos om te rekenen! Belachelijk!!!
We eten in een toch redelijk tof restaurant ver van alle drukte en geven een afscheidscadeau aan Sander. Hij is verstomd en dit is toch wel uniek voor een Nederlander! ;o) Ik zoek nog enkele flessen mezcal voor thuis die ik veel te duur betaal. Tja…We slapen een warme jeugdherberg. Onze allerlaatste nacht in Mexico…
Rit naar de luchthaven van Cancun. Hier zijn ook scherpe controles en zelfs bij het boarden word ik eruit gepikt voor een controle waarbij ik zelfs mijn schoenen moet uitdoen. Uiteindelijk stap ik als laatste in het vliegtuig. In Washington zitten we vast in transit. Er is zoveel volk dat allemaal zijn/haar vlucht moet halen. We vrezen dat we onze vlucht zullen missen en plannen al enkele bezoekjes aan het White house enz… Een security kerel roept om te vragen of er nog 12 mensen voor België aan staan te schuiven. We maken ons kenbaar “yes, over here!” en er wordt wat overlegd door de security kerel. Hij deelt ons mede dat ons vlucht op ons zal wachten. Uiteindelijk vertrekt een volle vlucht met een half uur vertraging door ons! :o)
En wie zit er naast mij? Yup, dat jochietje van 12 jaar van Symbolica!!! Toeval!
Hij heeft natuurlijk een hele hoop verhalen bij. De gasten van symbolica imiteren met zijn allen de veiligheidsinstructies van de stewards/stewardessen. Dit was lachen!