Backpackreis door Thailand, Laos en Vietnam
Na tweemaal een (korte) backpackreis te hebben gemaakt met een vriendin besluit ik deze zomer om...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Surat Thani
(Thailand)
Periode: februari 2016
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Klooster
Het was zo’n ervaring die je maar eens in je leven meemaakt. Omdat je het na de eerste keer niet nogmaals wilt beleven.
Ik heb het over een tiendaags stilteretraite. Ik heb er vele prachtige momenten meegemaakt. We staakten onze wandeling om samen de zonsopkomst te bekijken; gezamenlijk stilstaan op een pad op weg naar de lunch om een of andere enorme (enorme!) sprinkhaan te inspecteren; twee mensen die zwijgend samenwerkten om een grote pan leeg te krabben; tien meiden die doodsbang een slang aanschouwden, maar niemand die de eed van stilte wilde doorbreken om te schreeuwen; luisteren naar iedereens botten, die synchroon kraakten bij de behulpzame yogaposes; warme chocolademelk drinken terwijl we keken naar een stel aapjes die vijf meter verderop in de bomen aan het klauteren waren.
Er is een prachtige eenheid in een groep zoals deze en dat is iets wat niet gemakkelijk nagebootst kan worden. De stilte zorgt voor magische momenten, waarvan ik enkelen heb weten te vangen op papier.
Iedereen kreeg een taak. En ze maakten ons duidelijk dat het niet om het werk ging. Het ging erom dat je je taak mindfull uitvoerde. Nu ben ik zo iemand die houdt van efficiënt werken, dus ik deed eerst snel m’n taak en vervolgens een dutje.
Mijn opdracht was om het pad rondom ons gebouw te vegen. Nadat ik dit twee dagen tijdens de lunch had gedaan, viel het me op dat het pad telkens niet echt vies was. Vrij schoon, zelfs. Ik was best blij met mijn minimale klusje. Maar op dag drie veranderde ik mijn dagplanning en ontdekte ik dat een oude mevrouw mijn taak aan het doen was tijdens het ontbijt!
Ze glimlachte bij oogcontact met anderen (wat niet iedereen deed) en kwam over als een lieve vrouw. In haar vrije tijd verruilde ze haar kleding voor een sarong.
Ik schreef haar uiteindelijk een illegaal briefje waarin ik haar zei dat ze de binnenkant moest vegen, en ik de buitenkant, maar ze bleef stug mijn taak uitvoeren. Nu ben ik niet iemand die graag dubbel werk doet en aangezien iemand anders op wonderbaarlijke wijze de binnenkant ook al aan het vegen was, besloot ik deze vrije tijd te gebruiken voor wat liggende meditatie (lees: slapen).
Ik wil even snel uitleggen hoe het programma van deze retraite eruit zag. Elke ochtend stonden we op om 4.00 uur (dit is geen typefout). In de loop van de dag hadden we afwisselend meditatiemomenten en lezingen, met in de ochtend een yoga-les en slechts twee momenten om te eten. Ontbijt en lunch. ’s Middags was er een uur zangmeditatie en loving kindness meditatie, waarna we warme chocolademelk mochten drinken om 18.00 uur. Hierna maakten we gebruik van de warme bronnen die zich bevonden op het terrein, waarna we nog wat mediteerden en een groepswandeling deden (zie voor je: in rondjes om twee vijvers heen lopen, in het donker, achter elkaar). Om 21.00 uur mochten/moesten/wilden we naar bed.
Onze verkregen inventaris bestond uit een rieten matje, een houten kussen (het was een blok. En de authentieke ervaring zal me een rotzorg zijn: op dag drie heb ik een overgebleven zitkussen gepakt in de meditatiehal), een deken, een kandelaar en een klamboe.
Een van de monniken heeft de oncomfortabele bedden en ‘kussens’ uitgelegd op een manier die ik kon begrijpen: “Als je de klokken ’s ochtends hoort en je moet opstaan, dan wil je dat. Want je bed is zo oncomfortabel.”
Goh! Dit zou ik thuis ook moeten proberen. Maar dat ga ik niet doen.
De klamboe gaf me echt een veilig gevoel. Ik kan insecten tegenwoordig iets beter tolereren, maar ik wil er niet over na moeten denken dat ze middenin de nacht over me heen kruipen. En met de klamboe had ik de garantie dat de twee spinnen die een thuis hadden gecreëerd in mijn kamer afstand zouden houden van mijn rustende lichaam.
Tijdens de eerste zangmeditatie die we hadden, werd het al meteen duidelijk dat onze docent een ambitie had om komediant te worden. Ik ben van mening dat hij moet werken aan nieuwe grappen, want hij viel nogal in herhaling tijdens het retraite. Een van zijn favorieten: “Sommigen van jullie zijn hier misschien om te stoppen met roken. Maar dat hoeft helemaal niet. Je moet gewoon Boeddha’s sigaretten gaan roken.” Hij ademde diep in en uit. “Dan kun je zoveel roken als je wilt!”
Ik heb me recentelijk gerealiseerd dat het niet de insecten/reptielen/knaagdieren zelf zijn die me de stuipen op het lijf jagen, maar de snelheid waarmee ze zich voortbewegen. Voor je het weet zitten ze op je. En ja, ik weet dat ze waarschijnlijk banger zijn voor mij dan ik voor hen, maar wat als dat betekent dat ze hun snelheid gebruiken en zich voor je verschuilen door onder je kleding te kruipen? Brr.
Oké. Meditatie. Laten we eens even die gedachtes categoriseren zodat ik ze daarna los kan laten. Ik kan dit.
Pijn.
Mijn vrienden.
Mama.
Pijn.
Heimwee.
Mijn broers huis.
Pijn.
Een willekeurig scenario.
Een piratenschip (…?)
Pijn.
Pijn.
Pijn.
Is er een manier om te zitten die ik nog niet heb geprobeerd?
Volgens mij niet.
Oh, die persoon daar is zich aan het uitrekken. Ik ben niet de enige die lijdt en niet kan mediteren.
Verdorie, ik moest categoriseren.
…
…
Pijn.
Ah, mug!
Zoals te lezen is in dit uittreksel van mijn gedachten, had ik pijn. Na een hele dag op de grond gezeten te hebben, begonnen veel van mijn lichaamsdelen te protesteren. Mijn geest, die ik onder controle probeerde te krijgen met meditatie, won. Ik besloot te vertrekken.
Ik zocht de vrouw die het aanspreekpunt was binnen onze slaapvertrekken. Ze heette Susan, net als een van mijn beste vriendinnen, waarmee ze meteen al punten scoorde. Ze woonde in Boston en kwam af en toe naar het klooster voor een paar maanden. Ik voelde meteen een klik met haar toen ze ons op de registratiedag rondleidde en ik dacht dat ze me beter zou begrijpen dan de hardcore Aziatische boeddhisten. De oplossing bleek vrij simpel… Ze zou een stoel voor me regelen. En ja, dat was een prima oplossing. En ze wist een van mijn grootste zwaktes moeiteloos onder woorden te brengen.
“Je moet vragen om wat je nodig hebt,” zei ze. “Ik weet zeker dat je geen enkele moeite zou hebben om voor iemand anders om een stoel te vragen.”
Nou ja zeg. Wat een waarheid. Ik zou inderdaad zonder twijfel een stoel voor iemand anders in mijn situatie geregeld hebben, maar voor mezelf… Ik zou eerder opgeven dan vragen om een uitzondering te zijn.
Wauw. Inzicht.
De eerste paar dagen van dit retraite deden me denken aan een ontgroening. De overeenkomsten waren duidelijk aanwezig. In een hal zitten, stilletjes, uren achter elkaar. Het hele kampidee, waarbij je samen eet in een eetzaal, je eigen servies afwast, de hele dag rondloopt alsof je net je bed uit komt rollen. Het middenin de nacht wakker worden door het geluid van klokken. Het niet spreken, maar toch een band voelen met de andere deelnemers. Het enige verschil was dat iedereen erg ijverig was in hun corvee, waardoor alles een stuk schoner was dan in het gemiddelde studentenhuis.
Hoe kan het dat gekko’s en spinnen en andere beesten op de muren kunnen lopen? Hebben ze plakkerige voeten?
Vanaf het moment dat ik daar was, zei mijn hoofd tegen me dat ik moest gaan.
“Het is oké, je hebt het geprobeerd. Misschien is dit gewoon niet jouw ding. Om te leren mediteren moet je alleen zijn, niet omringd door al deze mensen. Je weet dat je gaat observeren, dus je kunt je hier nooit concentreren. Wil je niet in een comfortabel bed slapen en een daadwerkelijke douche nemen? En wat dacht je van een lekker mangosapje, of… HOU OP!”
Dit was vaak alles wat mijn brein kon denken en eerlijk gezegd ben ik trots dat ik dat heb weten te overkomen. Ik wist dat als ik halverwege zou zijn, ik zou blijven, dus ik vertelde mezelf steeds dat ik het slechts vol hoefde te houden tot het einde van dag vijf. Mijn brein vond dit geen goed idee. Het bleef aandringen.
Een van de liederen bevatte de volgende zin: “Het verleden heeft ons verlaten, de toekomst is nog niet gearriveerd.” We moesten ons dus concentreren op het hier en nu. Makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik had die dag moeite me te concentreren en ik had zin in de zangles, want dat werkte vaak afleidend. Maar deze keer was de grappige monnik afwezig en werd hij vervangen door een vrouw die dezelfde liedjes zong, maar in een veel lager tempo.
Joepie.
Tijdens het zingen, zat ik een beetje in een dip. Het had geen reden, het was slechts een van de vele dalen in een serie pieken en dalen. Toen we bijna klaar waren hoorde ik naast me iemand snikken. Ik keek om en zag een huilend meisje – mijn leeftijd. Blijkbaar had ze het zwaar. Dus zwijgend (duh), maar met een glimlach, bood ik haar mijn hand aan. Ze pakte hem aan. Vervolgens keek ik de andere kant op, om haar privacy te geven in haar moment van zwakte. En dat is hoe we de laatste tien minuten uitzaten, terwijl we luisterden naar de woorden van de loving kindness meditatie. Toen we elkaar loslieten, schonk ik haar nog een bemoedigende glimlach en onze wegen scheidden zich weer van elkaar.
I know a bear that you won’t know, yogi, yogi,
I know a bear that you won’t know, yog, yogi bear.
Yogi, yogi bear! Yogi, yogi bear.
I know a bear that you won’t know, yogi, yogi bear.
Is dit willekeurig? Ja, vond ik ook. De vreemdste dingen komen in je op als je aan het denken bent – eh, niet aan het denken natuurlijk. Ik denk dat de link te leggen viel met de yoga die we deden, maar Joost mag het weten. Nu ik het toch heb over yoga, ik heb vanochtend stilletjes gejankt als een baby tijdens de les. Geen reden. Ik denk dat ik slechts wat spanning en stress moest loslaten. Het was hoe dan ook een hele vreemde ervaring.
Het is grappig hoe mensen zich meer en meer leken te ontspannen. Ze liepen op willekeurige momenten de meditatiesessies uit en er werden briefjes doorgegeven. Ze braken de regels. Mensen werden meer en meer zichzelf. Ze lieten zich gaan.
En ik had nog nooit in mijn leven zoveel scheten gehoord. Ik had het idee dat mensen gewoon maar deden waar ze zin in hadden, omdat niemand kon praten en dus niemand er iets van kon zeggen. En niemand zou het zich nog herinneren op dag elf.
In de middag had ik een gesprek met een van de docenten. Het was een hele vriendelijke man die niet kon ophouden met glimlachen en hoewel ik zijn naam wist, verwees ik mentaal steeds naar hem als mister Miyagi. Ik zei hem dat het me nog niet echt lukte en hij zei dat ik moest blijven proberen. Het was een heel verhelderend gesprek.
Ik kon niet geloven dat iedereen nog steeds op de grond zat. Ze moesten zoveel pijn lijden! Af en toe (eigenlijk vrij vaak) stond er iemand op, om hun benen te strekken. En als er één schaap over de dam gaat, volgen er meer. Ik heb elke keer weer moeten denken aan de film met Robin Williams: “Oh captain, my captain.”
Vandaag probeerden ze ons op te vrolijken door te zeggen dat we al halverwege het retraite waren. Het is dag vijf. Van de tien. Dus ze liegen. We zijn pas halverwege op het moment dat we vanavond naar bed gaan.
Ik had een heel nieuw systeem bedacht om de dagen te tellen. Het werd vrij uitgebreid. Op dat moment was het dag vijf, wat betekende dat we dag zes, zeven, acht, negen en tien nog moesten doorstaan. En een beetje van dag elf. Dat zijn vijf volledige dagen, plus wat er nog over is van die dag, plus dag elf. Het was vijf maart. Op elf maart zou ik naar Surat Thani gaan. Op de zeventiende vloog ik naar huis. Dat was over elf dagen. Minder dan twee weken!
De tijd ging dus niet zo snel. Maar ik probeerde me steeds te realiseren: ik ben in een klooster, in Thailand, bij een meditatieretraite. Dat is fantastisch! Ik ben zo dankbaar voor mijn leven, voor de mogelijkheden die ik heb. Maar nog steeds wilde ik weg en ik kon mijn brein niet uitschakelen. Elke dag dertig minuten mediteren klinkt prima, maar dit was te veel van het goede. Maar als ik nu weg zou gaan, vond ik mezelf een opgever. En als ik al weg zou gaan, moest ik wachten tot morgen. Dan zou ik na het ontbijt kunnen vertrekken en de hele dag ergens in bed kunnen liggen eten. En slapen. En al mijn berichten doorlezen op mijn in beslag genomen telefoon.
Oh mijn god, ik zag zojuist een soort rivierslang. Griezelig.
Vandaag bestond uit nog meer gedachten, nog meer niet-mediteren, nog meer scheten van mijn mededeelnemers. Ik had iets magisch verwacht, een soort emotionele doorbraak. Tot nu toe: slechts regulier nadenken en een beetje verveling.
Aan het eind van deze dag werden de volgende woorden uitgesproken door een monnik: “Vraag om concentratie. Het hoeft geen gebed te zijn, je hoeft het niet aan God te vragen. Maar vraag het.”
En dat deed ik. Ik vroeg om concentratie en we kennen allemaal het gezegde… ik ontving. En ik was de volgende dertig minuten geconcentreerd op mijn ademhaling. Daarna stopte ik het en kwam ik er niet meer terug in, maar toch… vooruitgang!
Soms voelde ik me een beetje een dier in een dierentuin. Eten, slapen, lopen, zitten, wassen, eten… We hielden ons aan een strikt rooster, terwijl we niet met elkaar communiceerden. Dat bracht soms zo’n robotgevoel met zich mee. Het was leven zoals de olifanten leven. Ik weet zeker dat als mensen hierheen zouden komen om rond te lopen en ons te observeren, ze er geen spijt van zouden krijgen. Ik bedoel, mensen liepen rond met hun ogen dicht, ze lieten scheten zonder gêne en namen op willekeurige momenten allerlei yogaposes aan. Dat zou toch een interessante realiteitsshow kunnen zijn.
Ik heb nog eens na zitten denken over het scheten en het maakt me echt aan het lachen. Dit is een stilte retraite. En ze maken herrie! Oké, ja, de stilte verwijst meer naar praten en communiceren, dus ik denk dat als ze maar niet winden om te communiceren dat ze naar de wc moeten, het oké is. En sorry voor al dit gepraat over scheten, maar het fascineert me eindeloos.
Het is zo moeilijk. Om te mediteren moet je je gedachten loslaten, maar ze waren alles wat ik nog had om me mee te vermaken. Ik was er nog niet klaar voor om de hele dag niet te denken. Dus, een beetje denken, een beetje stiekem schrijven en misschien dertig minuten daadwerkelijk mediteren sleepte me door de dagen heen. Na vandaag nog maar vier dagen. En nog drie dagen tot de laatste dag. Nog elf dagen voordat ik naar huis ga!
Muggen zijn eigenlijk gewoon kleine, kwaadaardige, bloedzuigende vampiers. Dood ze met vuur! Maar Boeddha zegt nee.
Ik ben hier zo productief geweest. Ik had mijn komende maanden volledig uitgestippeld. Wat ik ging eten, hoe ik mijn ochtenden ging doorbrengen, wat ik wanneer aan zou doen. Waar kon ik nu eens over nadenken?
Ik breek eigenlijk een vrij belangrijke regel door al deze gedachten op te schrijven, maar soms heb je van die gedachten die zichzelf blijven herhalen tot ze neergekalkt worden. Ik tenminste wel. En dat was niet handig, want dan blijf je er maar aan denken, dus op dag twee of drie ben ik toch maar begonnen met het opschrijven.
Op dit moment werd ik rusteloos en wilde ik graag mijn telefoon checken. Wat als ik dringende berichten ontvangen had die nu mijn aandacht nodig hebben?
En toen realiseerde ik me dat ik eigenlijk nooit dringende berichten ontvang op mijn persoonlijke account. Houd je mond, brein.
Maar, ik heb mezelf vandaag in ieder geval weten te vermaken. Op de een of andere manier bleef ik maar dingen bedenken om over na te denken, zoals welke geweldige ervaringen ik al had en welke ik nog kon opdoen. Uiteraard kwam ik niet tot een eenduidige conclusie, want Google werd niet betrokken bij mijn hersenspinsels, maar het was toch leuk om erover na te denken en te fantaseren. Dus ja, de tijd ging… ik zou niet zeggen ‘snel’, maar verstreek op een acceptabel tempo.
Ik ben benieuwd wat er zou gebeuren als je een baby rechtstreeks vanuit de baarmoeder in een emmer met water legt (misschien is een tank of bassin iets menselijker) en het er nooit meer uithaalt. Het kan overleven in het begin, dat weet iedereen. Maar zou het zich aanpassen aan het leven in het water? Zou het overleven? Is dit hoe zeemeerminnen ontstaan???
Tijdens yoga is er geen groter plezier dan wanneer de docent zegt: “En het is nu tijd voor een minuut Shavasana.” Puur genot.
“Ontspan. Adem in, adem uit. Laat alle spanning in je lichaam los.”
Scheet. Scheet.
Fantastisch.
Maar serieus: meest ontspannende moment ooit.
“Morgen is dag negen en dag negen is een speciale dag. Sommigen zeggen zelfs dat het hun favoriete dag is.”
Oh mijn Boeddha. Ze hadden zojuist aangekondigd dat morgen een volledig stille dag is (en de monniken dus ook niet praten) en we slechts één maaltijd zouden krijgen. Om half negen. Één. Één! ÉÉN! Ik had nu al vaak zo’n honger. Ik dacht wel te weten wat Christian Grey hierover te zeggen zou hebben…
Ik wilde weg, maar het was nog maar twee dagen. Verdorie!
Verder betekende de speciale dag in feite dat we niets doen behalve mediteren, dus alle overige activiteiten werden geannuleerd.
Het waren drie emotionele uren. Ik voelde me goed toen ik opstond. Ik zat stilletjes na te denken tijdens de eerste en tweede meditatiesessie en omdat vandaag de volledige dag in stilte doorgebracht moest worden, zweeg de docente ook. Het was soms lastig, want we moesten nu echt opkijken om te zien wat de docente aan het doen was.
Aan het einde van de les bogen we allemaal voor onze docente, die ook slechts een deelnemer was van de retraite. We begonnen alles los te schudden, wat erop neerkwam dat we als idioten aan het dansen waren in een klein tempelachtig gebouw, in het midden van een bosklooster, tijdens de zonsopkomst.
Het was zo’n bijzonder moment. Het was volledig stil en iedereen leek op één lijn te zitten. Maar helaas heeft niet iedereen een zesde zintuig voor dergelijke magische momenten, want iemand verpestte het moment een beetje door hardop “thank you” te zeggen tegen onze docente.
De magie was bij mij nog volop aanwezig en toen ik wegliep van de yoga-les realiseerde ik me dat ik de schoonheid van alles hier niet meer zag. De sfeer in de groep was heel speciaal en de mensen leken allemaal erg aardig. En ik had het gevoel dat ik te streng voor mezelf was geweest. Ik had veel tijd doorgebracht met gefrustreerde gevoelens, in plaats van te accepteren dat nu, op dat moment, meditatie misschien niet was wat ik moest leren. Ik heb veel dingen geleerd die ik mee zal nemen, maar ik hoef niet te stoppen met denken om innerlijke vrede te vinden. Mijn brein is behoorlijk interessant (voor mij) en mijn gedachten hebben me ervan weerhouden om me extreem te vervelen tijdens de afgelopen negen dagen. Dus terwijl ik dit aan het overdenken was in een mini tempel, was ik geschokt om te zien dat de yoga-docente en nog een andere deelnemer langsliepen, met tassen en koffers, klaar voor vertrek.
Serieus?
Het is nog maar twee dagen. Hoe kun je nou opgeven voor die laatste twee dagen? Meteen daarna liep er nog iemand weg en ik was gechoqueerd. Is het het weinige eten, de ene maaltijd die we vandaag zouden krijgen? Dat is begrijpelijk, maar toch…
En nu lopen er nog twee mensen over het pad om te vertrekken, waarvan een het huilende meisje is. Wat. Is. Hier. Gaande?
Een bepaald deel van me voelde zich in de steek gelaten, wat onzin is, want ik heb slechts met twee van de vertrekkende mensen gepraat voor het retraite. Maar ik wilde heel graag nog met hen (en het huilende meisje) praten zodra dit alles voorbij was, omdat ik wilde weten wat hun ervaringen waren. Wilden zij niet blijven en met mij praten?
Ik was in tweestrijd, want ik wilde weten waarom ze vertrokken, maar ik wilde me ook houden aan de eed van stilte. Dat heb ik echter niet gedaan en toen een van hen me nogmaals passeerde, vroeg ik haar waarom ze weg ging.
Wat bleek, ze gingen weg omdat ze niet achter de lezingen stonden die gegeven werden. Ze hadden haar boos gemaakt en ze kon die woede niet loslaten. Ik begreep waarom. De lezingen waren op het kantje en er werden wat dingen gezegd die mensen op hun tenen konden trappen.
Ik ging er vanuit dat de anderen om dezelfde reden vertrokken. Terwijl ik met haar terugliep naar de eetzaal, zag ik het huilende meisje, samen met een vriend. De eetzaal was verder verlaten en ze kwam naar me toe, en ze zei: “Bedankt dat je mijn hand vasthield. Dat betekende heel veel.”
Ik doorbrak de stilte nogmaals om te zeggen dat ik het graag gedaan had. En we omhelsden. Het was de meest betekenisvolle omhelzing die ik in mijn hele leven heb ontvangen.
Ze vertrokken allemaal en ik wachtte tot ik het lang verwachte eten mocht nuttigen. Ik voelde me lichter. Het zou nog maar twee dagen duren en ik heb mijn doel van dit retraite helder. Kijken wat er gebeurt, in plaats van het forceren. En ik kan dit.
Ik had het punt bereikt waarop je op je buik drumt om jezelf te vermaken. Het staat op dezelfde lijst als in het zand tekenen, wat ik ook heb gedaan.
Mijn benen begonnen eng harig te worden. En ik zou m’n oksels echt moeten scheren. En mijn wenkbrauwen moeten epileren (die niet eens meer als een meervoud gezien konden worden). Maar ik had mezelf beloofd alles natuurlijk te houden in mijn tijd hier. Ik vond het al een hele prestatie dat ik mijn haar om de dag waste.
Ik had het gevoel dat mijn gedachten bijna op waren. Ik had over van alles en nog wat nagedacht in de afgelopen negen dagen, maar nu kon ik misschien mijn gedachten loslaten en beginnen met meditatie. Misschien waren tien dagen precies het juiste aantal. We zullen het zien.
Nee, het stopt nooit. En tien dagen is te lang.
De stilte is voorbij.
Ik kom er niet uit of het feit dat ik het tot het einde heb volgehouden me sterk maakt, of zwak.
Nu het einde hier is, kan ik zeggen dat ik blij ben dat ik gebleven ben, omdat ik heb kunnen zien hoe alles zich ontwikkelde. Maar als ik ooit weer zoiets zou doen en ik zou me voelen zoals ik me voelde, dan zou ik meteen weggaan. Want dat is altijd mijn ding geweest. Als ik iets niet leuk vind of me niet vermaak, dan ga ik weg.
Dus wat ik hieraan over heb gehouden? Een fantastisch verhaal om te vertellen, een paar goede voornemens, informatie over yoga en meditatie, een toewijding om deze dingen te gaan toepassen in het dagelijks leven en een heleboel muggenbulten.
Geschreven door Sanne Hillemans