Tiendaags meditatieretraite in Thailand
Het was zo’n ervaring die je maar eens in je leven meemaakt. Omdat je het na de eerste keer...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Chiang Mai
(Thailand)
, B. Chiang Khong
, C.
(Laos)
, D. Luang Prabang
, E. Ponsavan
, F. Vang Vieng
, G. Vientiane
, H. Savannakhet
, I. Khong Island
, J. Kracheh
(Cambodja)
, K. Phnom Penh
, L. Siem Reap
Periode: maart 2015
Vervoer: Vliegtuig en bus
Accommodatie: Diversen hotels
Organisatie: Djoser
Begin dit jaar in de maand maart ben ik met reisorganisatie Djoser drie weken naar Thailand, Laos en Cambodja geweest. In Nederland viel de laatste winterregen, maar de maand maart was de heetste maand in het prachtige IndoChina. Drie weken lang zou de temperatuur niet onder de 40 graden komen, maar dit mocht uiteraard de pret niet drukken. Dolgraag wou ik een verre reis maken en vriendinnen wilden niet, konden niet of hadden geen geld. Dus ik besloot om alleen te gaan. Klinkt allemaal heel stoer, maar eigenlijk vond ik het best spannend. Via de Djoser site had ik gezien dat er meer reizigers binnen onze groep alleen reisden, wat ik op zich erg fijn vond. Toen kwam het moment eraan dat ik door mijn ouders naar Schiphol werd gebracht. Ik werd steeds nerveuzer. Zou de groep wel leuk zijn? Zou het wel klikken met de mensen? Hoe dichter we bij Schiphol kwamen hoe stiller ik werd. Geen leuke groep zouden waarschijnlijk drie lange weken worden. Mede(alleen)reiziger en rasechte Amsterdammer Arnold had vooraf een mailtje gestuurd naar de hele groep of we het een leuk idee vonden om bij de incheckbalie af te spreken. Zeker vond ik dat een leuk idee! Ik wist natuurlijk niet hoe deze beste man eruit zou zien en was het een beetje aan het aftasten bij de incheckbalie. Uiteindelijk ben ik in de rij gaan staan en toevallig bleek Arnold de persoon voor mij in de rij te zijn. Djoser had hele herkenbare kofferlabels. Even later kwamen er nog twee reizigers (ook met Djoser kofferlabels) op ons af. Ideaal die kofferlabels van Djoser! Deze twee mensen waren Roet en Ria, broer en zus van middelbare leeftijd. Ik had inmiddels afscheid van mijn ouders genomen en met ons vieren gingen we door de douane. We gingen nog even een bakkie koffie drinken en toen was het tijd om te boarden. Djoser had voor een groep check-in gezorgd, dus de meeste mensen van onze groep zaten allemaal bij elkaar. Ingrid, wat later mijn kamergenoot zou worden, zat in de rij naast me. Maarten en Kimberley, een jong Belgisch stel, zaten schuin voor me naast Arnold. Om even een idee te krijgen ik, Arnold, Roet, Ria, Maarten en Kimberley bleken het erg goed met elkaar te kunnen vinden en vormden eigenlijk een groepje binnen de reisgroep. Ik had me wat de groep betreft zorgen gemaakt om niets.
Inmiddels had iedereen plaatsgenomen in het vliegtuig en waren we ‘ready for take off’. Een vlucht van 12 uur naar Singapore met Singapore Airlines. Wel een lange zit, maar uitstekende verzorging aan boord; eten en drinken, films, videospelletjes etc. In Singapore hadden we een tussenstop van drie uur voordat ons vliegtuig (Silk Air, dochter van Singapore Airlines) richting Chiang Mai in Thailand zou vertrekken. Samen met Ria en Arnold gingen we even naar het dakterras van de terminal om wat frisse lucht te halen. Zelfs ’s ochtends om 7.00 uur bleek het binnen koeler dan buiten te zijn. Singapore heeft echt een prachtige luchthaven en de drie uur die we moesten wachten vlogen ook voorbij. Binnen no-time was het tijd om te boarden voor onze vlucht naar Chiang Mai, die ongeveer 3 uur zou duren.
Geheel volgens planning kwamen we een paar uur later aan in het Thaise Chiang Mai. Na alle douaneformaliteiten afgehandeld te hebben kwamen we als groep samen en reisbegeleidster Maria stond ons al op te wachten. Iedereen was moe om niet te zeggen kapot. In een vliegtuig slaap je toch anders (zeg maar gerust niet) dan thuis. Het was echter 11.00 uur ’s ochtends lokale tijd, dus gaan slapen was ook geen optie, omdat dat je dan helemaal uit je ritme bent. Gezien we maar 1 dag in Chiang Mai zouden verblijven had Maria voor in de middag een tempeltour georganiseerd langs de belangrijkste en mooiste tempels van de stad. In twee tuktuks gingen we op pad. Het was mijn eerste kennismaking met tempels en met het Boeddhisme. Ondanks dat de tempels iets kitscherigs hebben, zijn ze wel oprecht mooi. Prachtige wandschilderingen die het verhaal van Boeddha vertellen en een altaar met de mooiste offers. Iemand had mij ervoor gewaarschuwd dat ik snel ‘tempelmoe’ zou worden. Diegene heeft gelijk gekregen (het zijn er ook zoveel!). Wat niet wegneemt dat de tempels werkelijk prachtig zijn en het Boeddhisme een interessante levensbeschouwing.
’s Avonds hebben we uiteraard nog even de beroemde night market van Chiang Mai bezocht en samen met Ria heb ik wat typische flodderbroeken ingekocht. Echt van die broeken die je alleen daar aantrekt omdat ze voor in Nederland echt te lelijk zijn, maar wat gewoon wel super lekker zit.
De meest belangrijke en bekendste tempel in Chiang Mai is toch wel Doi Suthep. Een tempel hoog op een berg net buiten de stad. Die tempel is inderdaad prachtig, vooral de grote gouden stoepa (stoepa’s herbergen een relikwie van Boeddha) en vanaf de berg heb je de mooiste uitzichten. Op een of andere manier werken tempels rustgevend.
Later op de dag gingen we per bus op weg van Chiang Mai naar Chiang Khong. Chiang Khong is een dorpje aan de oever van de Mekong, nog aan de Thaise kant. Aan de overkant van de rivier kun je Laos al zien liggen. ’s Ochtends aan het ontbijt en bij zonsopkomst hadden we een prachtig uitzicht op Laos en als klap op de vuurpijl kwamen er net typische monniken in oranje gewaden met hun bedelnappen voorbij. Een half uur later stond de hele groep met gepakte koffers bij de receptie. Tijd om de grens met Laos over te steken! Iedereen had gerekend op lange wachttijden bij de grens, maar binnen een uur waren alle visa geregeld en stonden we dan eindelijk in Laos!
Eenmaal in Laos stond Thong onze lokale gids ons op te wachten. De bagage werd bovenop drie tuktuks gebonden en wijzelf propten ons achter in die tuktuks. Omdat het geheel er niet al te stabiel uitzag ging Maarten voor de grap foto’s van de koffers op het dak maken, mocht het tot verzekeringswerk komen. We hadden de grootste lol. Uiteindelijk kwamen we een half uur later, onder het stof (de wegen in Laos zijn redelijk, maar lang niet overal verhard) aan bij onze boot. Met deze longtailboot hebben we een boottocht van twee dagen gemaakt over de machtige en prachtige Mekong rivier. Het personeel aan boord heeft de lekkerste lunches gemaakt en onderweg stopten we een aantal keer om minderheidsgroeperingen te bezoeken. Deze groeperingen leefde in dorpen aan de oever van de Mekong. Kinderen kwamen ons vaak al rennend begroeten. Kinderen die vaak zonder toezicht in de Mekong spelen, het leven is zo anders daar. Die dorpen zijn fascinerend om te zien. Hoe basic alles is en de mensen zien leven van wat de natuur hun biedt, maar zodra er ook maar een beetje geld beschikbaar is wordt er als eerste een schotel + tv aangeschaft. Verder denk ik niet dat er drommen toeristen naar die dorpen komen. Dit wordt door de lokale gidsen goed in de gaten gehouden.
Gesprek tussen medereiziger Henk en mijzelf die mij aan het denken zette:
Ik: ‘Eigenlijk zonde dat die dorpen nu al die toeristen over de vloer krijgen, hun traditionele levensstijl zal hard minder worden nu. Helemaal nu ze ook invloeden van buitenaf krijgen door bijvoorbeeld de televisie.
Henk: ‘Voor wie is dat zonde Cynthia? Voor die mensen zodat ze misschien op een dag van het toerisme kunnen leven en hun levensstandaard aanzienlijk kunnen verhogen? Of is dat zonde voor jou en mij zodat wij die mensen over een aantal jaar niet meer in hun traditionele levensstijl kunnen aanschouwen.
Daar had Henk natuurlijk een punt. Natuurlijk hebben die mensen recht op een betere levensstandaard. Zo had ik het nog nooit bekeken. Al lijkt de eerlijkheid mij te zeggen dat deze mensen daar en vooral de kinderen zo gelukkig lijken. Tijdens de twee dagen Mekong hebben we overnacht in Pak Beng, een dorpje tussen Chiang Khong en Luang Prabang dat door de komst van ‘Mekongtoeristen’ flink is gegroeid. Nou ja, de meest luxe accommodatie was nog steeds een eenvoudig hostel.
Na nog een dag varen kwamen we uiteindelijk aan in Luang Prabang. Na een uur in de gloeiend hete zon te hebben gewacht kwamen daar eindelijk de gereserveerde tuktuks aan die ons naar het hotel zouden brengen. Hier verbleven we drie nachten. Tijd om even bij te komen en de koffer opnieuw in te richten. Luang Prabang is mooi, het doet meer denken aan een groot dorp dan aan een stad. Alles is heel relaxed (behalve de rondscheurende scooters en tuk tuks). Luang Prabang is omgeven door heuvels, bossen en riviertjes en dichtbij de stad bevinden zich de Kuang Si watervallen. Oogverblindend mooie watervallen in een tropische omgeving.
De volgende dag had reisbegeleidster Maria een fietstocht door Luang Prabang georganiseerd. Wij als echte Nederlanders moeten hier natuurlijk wel aan deelnemen en leuk dat het was! Fietsen in een toch wel drukke stad is best een uitdaging. Ook hebben we de omgeving buiten de stad verkend per fiets en kwamen we bij een weverij en papiermakerij terecht. Hier maakten ze zijde van rupsen en papier van de moerbeiboom, beide een lang en precies proces. De uiteindelijke producten zijn echt geniaal mooi. Na het hele stuk weer teruggefietst te hebben had Maria alvast een leuk restaurantje opgezocht, genaamd Utopia, gelegen aan de Nam Khan rivier. Heerlijk uitrusten onder het genot van een lekkere lunch en overheerlijke cocktail en dit met een prachtig uitzicht over de rivier.
Ook Luang Prabang kent net als veel Aziatische steden een night market. Hier wordt echt van alles verkocht. Van knullige souvenirs tot houtsnijwerk en boeken die gemaakt zijn van papier van de moerbeiboom. Het eten op de night market is een ervaring op zich. Voor slechts 1 dollar kon je, je bord volscheppen. De beste man verwarmde het nog even goed in zijn wok en daarna nam je plaats aan een lange tafel waar je samen met medereizigers, backpackers en lokale bevolking je bord leegat. Dit is ook de plek waar we Matthijs ontmoetten. Een Nederlandse backpacker die van plan was zelf een vlot te maken van bamboe en met dit zelfgemaakte vlot de Mekong af te zakken tot aan Cambodja. Matthijs, ik hoop van harte dat dit je gelukt is, want wat een toffe actie!
Na drie heerlijke dagen Luang Prabang was het tijd om verder te reizen en wel naar Ponsavan om hier de Vlakte der Kruiken te bezoeken. Er zijn drie grote vlaktes bezaaid met kruiken, niemand weet waarom de kruiken daar liggen en wat het nut er van geweest is. Het enige dat men weet is dat ze uit de bergen een stuk verderop komen. Het blijkt dat dit deel van Laos flink is gebombardeerd tijdens de Vietnam oorlog. Aangeraden wordt dan ook om enkel op de gebaande paden te blijven omdat er nog een groot aantal niet ontplofte bommen in de omgeving liggen. Wat veel mensen niet weten, wij als reisgroep ook niet, is dat Laos al vrij snel werd meegesleurd in de Vietnam oorlog. Dit is vrijwel zeker de donkerste bladzijde uit de geschiedenis van het land. De VS dropte bommen boven Laos en trachtte op deze manier de Ho Chi Minh trail af te snijden. Laos werd hierdoor het meest gebombardeerde land uit de geschiedenis. ’s Avonds werden we meegenomen naar een klein museum over deze oorlog en hier werd een indrukwekkende film over deze tijd vertoond.
De volgende ochtend bezochten we nog even de ochtendmarkt. Verschillende soorten fruit, groente, insecten en zelfs een enkele eekhoorn werden verkocht. Weer terug in de bus maakte we een prachtige tocht door de bergen. Wat me al sinds aankomst in Laos opvalt is dat het toerisme hier nog in de kinderschoenen staat. Veel hotels zijn nieuw, hospitality standaarden laag, maar ze zijn allemaal zó vriendelijk. Wel spreekt weinig bevolking Engels. Commercieel handelen kennen ze niet tot nauwelijks. Toch heeft dit land potentie om te groeien als vakantiebestemming, ze willen zo vreselijk graag. Uiteindelijk komen we aan in Vang Vieng, een typisch backpackersdorpje. Het Lloret van Laos werd het al gekscherend genoemd, maar er hangt een ontzettend relaxte sfeer. Ons hotel heeft een prachtig uitzicht op de rivier en achterliggende bergen. ’s Avonds kijk ik met Ria en Arnold nog naar een Jeu de Boules wedstrijd, een veel gedane sport in Laos. Laos was ooit een Franse kolonie en dit is duidelijk terug te zien in het alledaagse leven. Voordeel is dat je hier ’s ochtends bij het ontbijt ‘gewone’ Franse stokbroodjes krijgt!
Vanuit Vang Vieng vervolgden we onze weg naar de Laotiaanse hoofdstad Vientiane. De hele reis had ik nog niet zoveel verkeer en zoveel drukte gezien, we stonden zelfs in de file. Aangekomen in het hotel werd ik niet lekker. Ik ben die avond niet mee uit eten geweest en een keer vroeg naar bed gegaan. De volgende dag was ik nog niet fit dus helaas heb ik niet veel van de stad gezien. Het lekkerste voelde ik me in mijn kamer met airco, maar om daar nou de hele dag te blijven vond ik ook zonde. Uiteindelijk een van de grootste hotels van de stad met zwembad opgezocht en hier heb ik heerlijk de hele middag vertoefd.
Vanuit Vientiane gingen we verder naar Khong Island, maar omdat de afstand te groot was hebben we overnacht in Savannakhet. We kwamen hier laat aan en vertrokken vroeg dus veel van dit stadje hebben we niet kunnen zien. Uiteindelijk kwamen we aan op Khong Island. Een toplocatie aan de Mekong. Heerlijk ontbijten aan de oevers van de rivier en genieten van de mooiste zonsopgangen- en ondergangen. We hadden hier een vrije dag ter besteding. ’s Ochtends zijn we met een groepje naar watervallen op een uur varen geweest. ’s Middags zijn we gaan zwemmen in het zwembad van de buren. De buren waren eigenaren van een restaurantje waar we ’s avonds hebben gegeten. Even zaten we in het pikkedonker, stroomstoringen zijn in Laos en Cambodja dagelijkse gewoonten. Een zaklantaarn is daarom geen overbodige luxe. Het Aziatische eten bestaat voornamelijk uit rijst, noedels en daar alle varianten van. Ook al eet je de hele dag het zelfde, het is gewoon echt lekker en het verveeld niet. De westerse keuken doet steeds meer zijn intrede, al weten de Laotianen vaak niet hoe ze de westerse gerechten goed moeten bereiden.
Khong Island zou onze laatste stop in Laos zijn. De volgende ochtend zat iedereen ijverig alle documenten met betrekking tot visumaanvraag in te vullen. Nog even lekker ontbijten (gebakken banaan, hmm!) en op weg naar de grensovergang. Het laatste stukje in onze groene hobbelbus. De mensen die op de achterbank van de bus hun plekje hadden, vlogen regelmatig een halve meter omhoog gezien de gaten en hobbels in de wegen. Dit zorgde uiteraard voor hilarische taferelen.
Ook de grensovergang tussen Laos en Cambodja ging verrassend snel. Wel moesten we allemaal nog even medisch ‘gekeurd’ worden, wat geschiedde door het invullen van een formulier. Waar ze natuurlijk geld voor wilden. Tja, corruptie is daar duidelijk aanwezig. Wat ook meteen opvalt is dat ze in Cambodja een stuk commerciëler zijn dan in Laos, ze hebben hier al beter door hoe het werkt.
Uiteindelijk kwamen we aan in Kratie, een plaatsje aan de Mekong. Kratie is ook de thuisplaats van de met uitsterven bedreigde Irrawaddy dolfijn. De Irrawaddy dolfijn hebben wij tijdens een boottocht gespot, echt tof! Eenmaal in Kratie zijn we de plaatselijke markt op gegaan. Hier liggen de meest exotische soorten fruit, vlees en vis niet netjes in een koeling achter een glas, zoals bij ons. Dat is wat ik mij vooral van Kratie herinner. Al met al een leuke eerste ervaring met Cambodja.
En toen: Phnom Penh, de Cambodjaanse hoofdstad. Het bleek een grote stad te zijn waar niks dorps aanzat, wat in de andere steden die we bezochten wel het geval was. Voor iedereen die niet bekend is met het vreselijke verleden van Cambodja, hier even een korte beschrijving: Tussen 1975 en 1979 zijn er bijna 2 miljoen van de 7 miljoen tellende inwoners van Cambodja vermoord door het regime van de Rode Khmer, met als leider Pol Pot. In vergelijking was dit regime dodelijker van dat van Hitler of Stalin. Pol Pot wilde een agrarische, communistische en zelfvoorzienende samenleving stichten en evacueerde alle steden. Vooral intellectuele mensen waren doelwit. Iedereen met een diploma of zelfs maar met een bril op werd opgepakt, gemarteld en vermoord.
Tuol Sleng in de Cambodjaanse hoofdstad was het beruchtste martelcentrum. De Rode Khmer pasten martelmethoden toe die zelfs door de NSB werden gemeden. In dit museum kun je martelkamers bezoeken. Vage bloedvlekken nog zichtbaar op de vloer. Foto’s van gevangenen; jong en oud, man, vrouw en kind worden tentoongesteld door het hele museum. Een verschrikkelijke plek die voor altijd in mijn geheugen gegrift zal staan. Toen Tuol Sleng te klein werd voor alle gevangenen werden de zogenaamde ‘killing fields’ in gebruik genomen. Op ongeveer 15 kilometer buiten Phnom Penh ligt het grootste killing field van Cambodja. Zelfs met 40 graden Celsius lopen de koude rillingen je hier over de rug. Overal waar je kijkt liggen massagraven en de kleding en botten komen na het regenseizoen nog altijd naar boven. Het is ook amper 40 jaar geleden. Eigenlijk is het 1 groot graf waar je overheen loopt. Kinderen werden doodgeslagen tegen een boom, om kogels te besparen. Voor iedereen die meer wil leren over deze gitzwarte bladzijde uit de Cambodjaanse geschiedenis raad ik aan om ‘First They Killed My Father’ van Loung Ung te lezen. Ung was zelf nog een kind toen in Cambodja de hel losbarstte.
Verder is Phnom Penh een leuke, maar drukke stad. Het Koninklijk Paleis met de Zilveren Pagode is zeker een bezoekje waard. Verder is er een groot scala aan restaurants en uitgaansgelegenheden, vervelen zul je je zeker niet in deze stad.
Na 2 nachten Phnom Penh rijden we door naar de laatste bestemming van onze reis, namelijk Siem Reap. Deze bestemming is volgens reisorganisatie Djoser het hoogtepunt van de reis en ik kan dat moeilijk ontkennen. Bij Siem Reap bevindt zich namelijk Ankor Wat, de tempels gebouwd door de oude Khmer. Siem Reap is een leuke levendige stad met een toffe markt waar we onze laatste souvenirs inkopen. Verder is er een heuse barstreet en goede hotels en restaurants met voortreffelijk eten. Ankor Wat is iets waar iedereen in onze groep een beetje naar toe leefde. Reisbegeleidster Maria had een busje met chauffeur geregeld die ons langs de vier meest bekende tempels van het complex zou brengen. De meeste mensen kennen Ankor Wat enkel van foto's.
We beginnen in Bayon de meest centraal gelegen tempel. Een tempel met 54 torens die elk 4 gezichten afbeelden. De tempel is net als Ankor Wat zelf voorzien van een hele reeks reliëfs. Behoorlijk indrukwekkend om te zien. Op het moment dat wij Bayon bezochten dachten duizenden Chinezen daar hetzelfde over. Ongelofelijk hoe deze mensen rondlopen met hun tablets en selfiesticks en ieder moment op de gevoelige plaat willen vastleggen. Dikwijls moeten andere toeristen wijken (dit wordt af en toe op een behoorlijk agressieve manier gedaan) zodat deze Chinese toerist alleen, zonder andere toeristen, met een beeld of iets dergelijks op de foto kan. Het is tegelijkertijd irritant maar ook fascinerend om te zien en doet me denken aan de Chinezen die in 2 weken 7 landen in Europa bezoeken.
Na Bayon gaan we naar de vrouwentempel: Bantey Srei. De verfijnde reliëfs die in deze tempel zijn aangebracht zijn schitterend en zo gedetailleerd dat ze eigenlijk alleen door vrouwenhanden gemaakt kunnen zijn. Dit is de kleinste tempel die we bezoeken, maar eveneens prachtig. We vervolgen onze weg naar Ankor Wat, de tempel die zo schitterend in het water weerkaatst wordt. Dit plaatje is eigenlijk het mooist van de hele tempel. Op weg hier naartoe stoppen we bij een klein dorpje onderweg. De mensen bij de markkraampjes verkopen snoepjes van palmsuiker. Dit schijnt een gezonde suikersoort te zijn en super lekker!
Als laatste bezoeken we Ta Prohm. Ondanks dat deze tempel gedeeltelijk in de steigers stond, was het toch de meest indrukwekkende tempel. De jungle heeft hier de regie overgenomen en bomen groeien dwars over en door tempels heen. De bekende scene uit Lara Croft: Tomb Raider, waar Angelina Jolie uit de boom rent, is hier opgenomen. Het blijft indrukwekkend hoe mensen duizenden jaren geleden deze tempels hebben kunnen bouwen.
En toen.... kwamen we terug bij onze bus en was mijn tas en de tas van medereizigers Christine en Erik verdwenen! We hadden alleen ons fototoestel meegenomen en de rest in de bus laten staan. Ik had heel dom mijn paspoort in mijn tas laten zitten. Ik was vergeten deze ’s ochtends in mijn afgesloten koffer op de hotelkamer te laten. Ook mijn portemonnee zat erin. Ja ik weet het, heel erg naïef. Met handen en voeten aan de buschauffeur duidelijk gemaakt (hij sprak geen Engels) wat er aan de hand was. Hij gebaarde dat alles in orde was, dat we rustig moesten zijn. Nou was ik niet bepaald rustig zo zonder paspoort in een ver tropisch land, maar oke. Hij maakte duidelijk dat hij ons naar zijn huis zou brengen want daar waren onze tassen namelijk. Wat bleek: in de tijd dat hij op ons wachtte had hij andere mensen vervoerd. Met die mensen was afgesproken dat hun tassen bij zijn familie werden neergezet zodat zij erop konden letten. Onze tassen waren daar per ongeluk tussen gekomen. Na tien lange minuten kwamen we bij zijn huis aan en ja hoor daar waren onze tassen! Ik ben nog nooit zo opgelucht geweest.
De een na laatste vakantiedag besloot ik eens echt vakantie te nemen en de dag met een goed boek, in de zon en aan het zwembad door te brengen. Nog even heerlijk relaxen voordat we de volgende dag aan de lange terugreis zouden beginnen. De terugreis verliep voorspoedig en zonder enige vertraging arriveerden we op onze laatste vakantiedag ‘s ochtends vroeg op Schiphol. De koffers kwamen snel en na afscheid te hebben genomen van de groep vervolgde iedereen weer zijn eigen weg. Ik stapte op de trein en 2.5 uur later kwam ik aan in Emmen. Ik was weer thuis.
Terwijl ik dit verhaal schrijf, drink ik van mijn meegebrachte Cambodjaanse thee. Herinneringen komen in overvloed terug. Wat is reizen toch prachtig. We leven op een machtig mooie planeet. Tijd om over mijn volgende bestemming na te gaan denken.
Ciao!
Geschreven door Cynthia Jagt