Gratis reisvoorstel aanvragen

Vreemdgaan met Roemenië

Landkaart met overzicht van deze reis

Bestemming: Brasov, Roemenië
Periode: september 2015
Vervoer: Vliegtuig en auto
Accommodatie: Hotel/Pensiunea GreenHill
Organisatie: Booking.com

Foto van deze vakantie

De vader aller vampiers

Al zo lang ik me kan herinneren heb ik een fascinatie voor vampiers. Als kind huiverde ik bij de zwart-wit films van Nosferatu, en toch moest ik van mezelf blijven kijken. Tegenwoordig zijn de bijtende bloedzuigers hipper dan ooit, mede door populaire series als True Blood, Vampire diaries en de Twilight trilogie. En wie wil er nou niet gebeten worden door de ondode Tom Cruise of Brad Pitt uit Interview with the vampire? Maar de vader aller vampiers blijft natuurlijk Dracula. Begraven in zijn kist vol aarde in deep dark Transylvania, wachtend op een nieuwe bruid.

Het was al heel lang mijn droom om die mysterieuze streek te bezoeken waar de natuur zo ruig is en de bruine beer door de bossen struint. Wims droom was het niet, dus zou ik in eerste instantie alleen gaan met rugzak van berghut naar berghut. Een gebroken enkel maakte helaas een einde aan de intensieve training en aan de droom om door de Roemeense bergen te trekken. Nu krijg ik een nieuwe kans. Dit keer zonder rugzak, maar met huurauto en Wim.

De kleine lettertjes

In alle vroegte komen we aan op de luchthaven van Brussel. ‘Gaat het toch eindelijk gebeuren hè,’ zegt Wim. Ik knik en hum wat. Een onbestemd gevoel in mijn onderbuik maakt dat ik me nog niet durf te verheugen. Op de borden is ons vluchtnummer niet te vinden. Ik vraag het na bij een informatiebalie. ‘Volgens mij bent u op de verkeerde luchthaven,’ zegt de vrouw achter de receptie. Ik voel de warmte vanuit mijn tenen naar mijn wangen trekken. ‘Er staat toch Brussel op het ticket. Heeft Brussel meer dan één luchthaven?’

Ja dus. Charleroi op ongeveer zeventig kilometer van Zaventem. We hebben nog een halfuur om daar te komen. Als gekken rennen we naar buiten en klampen de eerste de beste taxichauffeur aan. ‘Hoe snel kunt u in Charleroi zijn?’ vragen we, terwijl we de koffer al achterin gooien. ‘Ik ga mijn best doen,’ zegt de taxichauffeur en maakt zelfs een “zacht” prijsje voor ons. In plaats van honderdzeventig euro die de rit kost, betalen we “slechts” honderdvijftig euro. Tijdens de rit knijpen Wim en ik voortdurend in elkaars hand. We zijn nog nooit zo stil geweest. We gaan het halen. We moeten het gewoon halen. Aan de taxichauffeur zal het niet liggen. Hij houdt woord en doet zijn uiterste best. Met gemak overtreedt hij de verkeersregels en zet ons, tegen de richting in, pal voor de terminal af. Tevergeefs, de gate is al gesloten. Tranen springen in mijn ogen. Transsylvanië lijkt me niet gegund. In gedachten zie ik ons alweer thuis zitten met het boek van Bram Stoker als pleister op de wonde. Dan zie ik bij de departures een vlucht van Ryanair naar Boekarest. ‘Zullen we eens informeren?’ vraag ik aan Wim. En verdomd, er zijn nog plekken vrij. Voor driehonderdvijftig euro kunnen we aan boord. Het vergt exact een minuut overleg tussen ons. Ja, het is krankzinnig, maar het alternatief is thuis zitten balen.

Enkele uren later zitten we alsnog in het vliegtuig. Mijn kaken doen pijn van de spanning. Lessons learnt: altijd de kleine lettertjes lezen.

We hebben het goed

Onze accommodatie voor deze dagen ligt op loopafstand van het middeleeuwse hart van Brasov. Pensiunea GreenHill ligt, zoals de naam al zegt, verscholen tussen het groen aan de voet van de berg Tampa. Vanuit de huurauto bel ik dat we iets later inchecken en doe verwoede pogingen om me verstaanbaar te maken in het Roemeens. Onnodig, want ze spreken er perfect Engels, net als in de rest van Brasov blijkt later.

Het pension is bijna onfatsoenlijk luxe. Grote, koele kamers voorzien van een balkon met tuinzicht. Een douche in de moderne, ruime badkamer is alles wat we nodig hebben om de reisstress achter ons te laten. Niet veel later wandelen we door het historisch centrum. Het is opvallend schoon in de binnenstad. In de buitenwijken en langs de snelweg zie je het nodige zwerfvuil, maar hier is het bijna steriel. We lopen langs de Zwarte kerk (Biserica Neagra). Het is een beetje akelig uitziende kerk, zoals veel gotische gebouwen. Daarentegen is het oude stadhuisplein vrolijk verlicht. Een grote fontein in het midden, mensen die ijsjes eten en kinderen die op skelters rijden. Het is gezellig druk, overal zitten mensen op terrassen te eten en drinken. Ook wij hebben inmiddels trek gekregen. We genieten van een overheerlijke Roemeense stoofpot en tikken een fles rode wijn weg. We praten, lachen en staan even stil bij hoe goed we het hebben. Niet iedereen kan de keuze maken die wij vandaag hebben gemaakt: het grootste deel van het vakantiebudget uitgeven nog voordat we op de plek van bestemming zijn. Aan het eind van de avond, als we de rekening krijgen, denken we dat er sprake is van een vergissing. Honderd Lei, dat is zo’n tweeëntwintig euro. Voor twee uitgebreide maaltijden, salades en een fles wijn? Dat is nog eens een meevaller. De prijzen liggen hier vele malen lager dan we gewend zijn. Zo compenseren we toch nog een beetje het financiële leed.

Dracula, feit versus fictie

Een bezoek aan Transsylvanië is niet compleet zonder een bezichtiging van kasteel Bran (Castelul Bran in het Roemeens). Het kasteel staat ten onrechte bekend als Dracula’s kasteel. Er is geen enkel bewijs dat Dracula (de echte) er ooit heeft gewoond. Hooguit heeft hij er een poosje gevangen gezeten.

Hoe zit dat nou precies met die Dracula? Wat is feit en wat is fictie? Kort door de bocht: Bram Stoker haalde zijn inspiratie uit oude legendes over Roemenië en Hongarije. Daarbij raakte hij met name geïnteresseerd in gravin Elizabeth Battory. Van haar werd beweerd dat zij graag een bad nam in maagdenbloed, ze dacht er jong van te blijven. Omdat Stoker een mannelijk figuur wilde voor zijn verhaal, heeft hij de vampier genoemd naar Vlad Dracula, een vorst die tegen de Turken streed. Zo werd nationale held ineens een vampier. Niet dat de echte Vlad zo’n lieverdje was, want hij spietste zijn vijanden op houten staken. Het leverde hem de bijnaam ‘Vlad de spietser’ op.

Lokale bewoners beweren dat Stoker het decor voor zijn verhaal baseerde op kasteel Bran. Dat lijkt mij onwaarschijnlijk aangezien de schrijver nooit in Transsylvanië is geweest. Mijn uitleg is dat Bran gewoon toegankelijker en centraler is voor toeristen. Het kasteel heeft niets weg van het enge, donkere slot zoals ik mij dat uit het boek herinner. Het is een mooi, sprookjesachtig kasteel. Neemt niet weg dat het een bezoek meer dan waard is. De term toeristisch wordt vaak een beetje negatief geïnterpreteerd. Je kunt het ook zien als: er komen veel toeristen omdat het de moeite van het bekijken waard is. Dat laatste is het geval bij Castelul Bran. Het is druk, zonder dat er een kermisattractie van wordt gemaakt. Het goed onderhouden kasteel vertelt veel over de ingewikkelde geschiedenis van Transsylvanië. En jawel, er zijn ook twee kamers gewijd aan Dracula.

Kasteel Bran is een erg mooi en sprookjesachtig kasteel
Kasteel Bran is een erg mooi en sprookjesachtig kasteel

Een aaibare gids

Een deel van de tocht die ik aanvankelijk alleen zou maken, doen we vandaag in de light versie, zonder bepakking maar wel op drieduizendmeter hoogte in het Piatra Crailului gebergte. We beginnen bij het bergdorpje Fundata waar we al snel gezelschap krijgen van een hond. We denken nog dat ze onze wandeling snel beu zal worden, maar het beest gidst ons zowaar de hele wandeling van ruim vier uur door het hooggebergte. De tocht voert ons over paden die nauwelijks begaanbaar zijn, berg op, berg af, door weilanden waar geiten, koeien en ezels grazen. Hoog boven ons scheren roofvogels over. De hitte is zinderend en de lucht ijl. De vrolijke viervoeter die we Stalker noemen, loopt kwispelend voor ons uit. Als we even stoppen voor een foto, wacht ze op ons. Als zij ergens wilt snuffelen en wij doorlopen, rent ze even later achter ons aan. Soms loopt ze vooruit en kijkt dan om of we nog volgen. We vragen ons af op wie ze zo verzot is. Wim is ervan overtuigd dat Stalker achter mij aankomt. Dat zou logisch zijn, want ik ben de gek die het enige flesje water deelt met de dorstige hond. Toch, als Wim een eindje voorop loopt en ik nog even uitrust is Stalker in dubio. Ze blijft halverwege op het pad staan tussen ons in en kijkt van de een naar de ander. Ach, wat zou ik haar graag mee naar huis nemen. Zo’n mooi, zo’n lief dier. Ze reageert zelfs op de naam die we haar hebben gegeven en luistert naar onze Nederlandse commando’s. Wim overtuigt me ervan dat de hond van iemand moet zijn. Ze is goed verzorgd en doorvoed. ‘Maar welke hond gaat er nou zo lang met vreemden wandelen?’ vraag ik me af. Eerlijk gezegd denk ik dat de hond zelf de wandeling heeft onderschat. Het lopen gaat steeds moeizamer en ik draag haar zelfs een stukje, tot Wim zegt dat ik compleet gestoord ben. Toegegeven het is ook best zwaar en erg ongemakkelijk lopen. Bovendien beginnen mijn eigen spieren te branden en raak ik op deze manier snel buiten adem. Ik vraag me tijdens deze tocht wel vaker af hoe het me zou zijn vergaan tijdens een achtdaagse huttentocht. De wandeling van vandaag is slechts een fractie van de weg die ik had moeten afleggen, zowel in duur, afstand en moeilijkheidsgraad. Oké, ik had nog heel wat training voor de boeg, maar het zou hoe dan ook loodzwaar zijn. Had ik dan nog net zo van de omgeving kunnen genieten als nu? Het bouquet van bloemen, de kleine paarse vlinders die om ons heen vliegen, het gerinkel van koebellen in de verte?
Zowel wij als Stalker zijn behoorlijk afgepeigerd als we terug zijn bij het startpunt. We verwachten dat de hond nu wel snel naar huis zal gaan, maar ze loopt mee tot aan de auto. Het afscheid valt me zwaar. ‘Kunnen we haar echt niet meenemen?’ vraag ik nog eens. ‘Misschien is dan vanavond een klein meisje of jongetje heel erg verdrietig omdat de hond niet meer thuiskomt,’ zegt Wim. Zijn antwoord overtuigt me en ik kijk uit het raam hoe Stalker nog een paar meter achter de auto aanrent. De blik in haar ogen houd ik voor verdriet, al is het waarschijnlijk een weerspiegeling van mijn eigen gevoel.

'Onze Stalker' in het Piatra Craiului gebergte
'Onze Stalker' in het Piatra Craiului gebergte

The best road in the world

Als je met de auto toert, kun je bijna niet om de Transfagarasan heen. De honderdeenenvijftig kilometer lange weg is een bezienswaardigheid op zich. Het verbindt de provincies Transsylvanië en Wallachije dwars door het Fagarasgebergte, de hoogste bergketen van Roemenië. De weg werd door het programma TopGear betiteld als: ‘The best road in the world.’ Dat ligt zeker niet aan de vele kuilen en hobbels. Het is vanwege de racebaanbochten en het Lord of the rings-achtige landschap waar je doorheen rijdt. Ik zou niet raar opkijken als we een Hobbit tegenkomen. Frodo zien we niet, wel veel schapen en herders. De oh’s, de ah’s en wauw-momenten zijn niet te tellen. Het is zonder meer een prachtige omgeving om te rijden, maar laten we niet vergeten dat de aanleg van deze weg aan veertig mensen het leven kostte.

De honderdeenenvijftig kilometer lange Transfagarasan weg
De honderdeenenvijftig kilometer lange Transfagarasan weg

Extreem luid en ongelofelijk dichtbij

We stoppen onder aan de Baleawaterval. Een pittige klim - soms letterlijk op handen en voeten – brengt ons naar het denderend natuurgeweld. We kunnen elkaar amper verstaan door het neerstortende water. Extreem luid en ongelooflijk dichtbij. De titel van het boek van Jonathan Safran Foer speelt constant door mijn hoofd. Met zestig meter is de Baleawaterval de grootste van Roemenië. We voelen ons nietig en worden er een beetje stil van, al komt dat laatste ook van vermoeidheid. We schrikken op van een stel Duitse jongens. Joelend bereiken ze de top, trekken al hun kleren uit en gaan het ijskoude bergwater in. Dit kom je niet elke dag tegen in de natuur. Ik ga er maar eens goed voor zitten. Als we terug bij de auto zijn, trillen mijn benen van inspanning. Uit beleefdheid bied ik aan om te rijden. Daar wilt Wim niks van weten. ‘De Transfagarasan rijden is voor mannen.’ Ach, ieder zijn hobby. Wim rijdt door tot aan het hoogste punt, het Baleameer, een idyllische plek tussen de bergen. Het is er, ondanks de drukte, heel rustgevend alsof iedereen een beetje is geïmponeerd. ‘Kijk,’ zeg ik en wijs naar de hoogste berg, ‘daar zou ik hebben gelopen met mijn rugzak.’ Als we goed kijken, zien we mensen lopen. Het voelt een beetje triest. Een poosje zitten we aan de rand van het meer en kijken naar de kleine bewegende stipjes tussen het groen. Als het afkoelt gaan we terug naar Brasov. Onderweg passeren we oude, vervallen dorpen waar nog paard en wagen worden gebruikt en mensen zelfs in klederdracht lopen. Langs de weg loopt een oud vrouwtje met een zeis over haar schouder. Het is een prachtig beeld. Ik zou willen stoppen en vragen of ik een foto van haar mag maken. Maar de vrouw kijkt niet al te vrolijk. En die zeis nodigt ook niet echt uit.

Het Baleameer is een idyllische plek tussen de bergen
Het Baleameer is een idyllische plek tussen de bergen

Getraumatiseerde beren

Eigenlijk stond de stad Sibiu nog op het programma, maar we hebben besloten dat te skippen. Met al die bergwegen houdt een autorit veel langer op en bovendien zijn we vermoeid van alle indrukken. In plaats van een drukke stad, zoeken we de rust op van de natuur en brengen een bezoek aan een bear sanctuary. Een opvang voor beren die zijn gered uit het circus of anderszins zijn mishandeld. Het berentehuis staat niet in reguliere vakantiegidsen en zelfs in ons pension hebben ze geen idee waar we het over hebben als we ernaar vragen. De locatie is ook nogal lastig te vinden en staat amper aangegeven. Tijdens de rit ernaartoe hang ik voortdurend aan de telefoon met het hoofdkantoor in Brasov. ‘We rijden nu over de brug in Zarnesti, en nu?’ ‘Na vijfhonderd meter rechtsaf,’ papegaai ik tegen Wim. ‘Weet je het zeker?’ vraagt hij. Voor ons ligt een onverhard pad de bergen in. Dit kan toch niet de bedoeling zijn, denken we als we door de modder en het stof rijden. Maar de vrouw aan de telefoon bezweert ons dat we goed zitten, dus hobbelen we door. Na compleet door elkaar te zijn geschud, bereiken we een heuvel en zien daar meerdere auto’s staan. We zijn er.

Het ligt niet voor niets zo afgelegen, horen we later tijdens een rondleiding. De Bear Sanctuary is een uitgestrekt bebost gebied waar tachtig beren leven in wat hun natuurlijke omgeving is. Gered uit erbarmelijke omstandigheden zijn de beren nog steeds zwaar getraumatiseerd. Een meent nog steeds te moeten dansen voor het eten. De ander is bang voor zijn eigen schaduw. Sommige zijn nooit gegroeid omdat ze jarenlang in een te kleine kooi leefden. Beer Max werd aangetroffen aan een ketting langs een pompstation. De eigenaar had hem bewust blind gemaakt omdat de beer schrok van de flits van fotograferende toeristen. Het meest trieste verhaal is dat van Maya. Zij was zo ernstig getraumatiseerd dat ze haar eigen polsen doorbeet. Haar dood is voor de oprichters en vrijwilligers van het park reden om te blijven strijden. Daar krijgen ze geen enkele vorm van subsidie voor, dus zijn ze volledig afhankelijk van donaties. Bezoekers worden daarom enerzijds gewaardeerd en anderzijds aan strenge regels onderworpen. Niet te hard praten. Niet roepen op de dieren of ze op een andere manier lokken. Niet voeren (ook geen gesmeerde broodjes). Niet te dichtbij fotograferen en geen flits gebruiken. Om twaalf uur moet iedereen, inclusief de vrijwilligers, het park verlaten en krijgen de dieren rust.

Het uitgestrekte bos 'Bear Sanctuary' waar beren leven in hun natuurlijke omgeving
Het uitgestrekte bos 'Bear Sanctuary' waar beren leven in hun natuurlijke omgeving

Brasov

Op de laatste halve dag pakken we nog snel een paar highlights van Brasov. We lopen door de Strada Sfori, het smalste straatje van Roemenië. We hijgen als we een trapje oplopen richting de oude stadsmuren. Het is drukkend warm, alsof we in een stoomcabine zitten. Een lange wandeling in deze vochtige hitte zien we niet zitten. We nemen de kabelbaan omhoog naar de top van de berg Tampa. Vanaf dat punt hebben we schitterend uitzicht over de stad. We kunnen zelfs ons pension zien liggen, de vestingswerken, de rode daken van de koopmanshuizen in de binnenstad en de top van de zwarte kerk. Vanaf dit punt kun je wandelingen maken door de Karpaten. Daar leven de beren die we eerder zagen nog in het wild, samen met vossen, wolven en lynxen. Hoe ontroerend mooi het mij ook lijkt, een beer in levende lijve tegenkomen zie ik niet zitten. Die dieren hebben alle reden om mensen te haten, dus ik heb een goed excuus als het ineens hard begint te waaien en onweren. We nemen de kabelbaan naar beneden en hoewel er geen spat regen is gevallen, zorgt de fikse wind voor welkome verkoeling. In het centrum eten we een lekkere pasta, scoren wat souvenirs en gaan dan terug naar het pension om onze spullen te pakken. ‘Hoe vond je het?’ vraag ik aan Wim als we op de luchthaven in Boekarest zijn. Ik weet dat hij alleen meeging om mij een plezier te doen. Voor hem voelde het als bedrog aan zijn geliefde Italië. Daarom ben ik blij als hij zegt: ‘Ik had nooit verwacht dat ik het zo mooi zou vinden.’ We praten over de tegenstellingen van het land. Chique winkelende vrouwen in de binnenstad, tegenover armoedige dronkaards iets daarbuiten. Keurige restaurants van buiten met van binnen sanitaire voorzieningen waar bacteriën hoogtij vieren. Langs de snelweg waar auto’s voorbij razen, lopen ook herders met schapen en staan er langs de kant paard en wagen. Net die tegenstrijdigheden maken dit land zo boeiend. ´En de overweldigende natuur,´ zegt Wim. Alleen het eten, dat viel hem een beetje tegen. ´Sommige dingen waren best lekker, maar het komt niet in de buurt van de Italiaanse keuken.´Op de vraag of hij nog eens terug zou gaan naar Roemenië, haalt hij zijn schouders op. ‘Er zijn nog zoveel andere mooie landen,’ vindt hij. Dat kan ik alleen maar bevestigen en ik weet inmiddels ook dat als ik maar genoeg aandring mijn trouwe man best eens vreemd wil gaan met een ander land.

Het stadhuisplein is en van de highlights van Brasov
Het stadhuisplein is en van de highlights van Brasov


Accommodatie geboekt via booking.com
Vervoer: heenvlucht Ryanair|terugvlucht Wizzair
Vervoer ter plaatse via Autonom

Door: Andrea Germeraad

Heb je interesse in een reis naar Roemenië? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Roemenië, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.

Vertel ons uw vakantie wensen. Onze reisexperts geven u gratis en vrijblijvend reisadvies op maat.

 Aangesloten bij ANVR,SGR, Calamiteitenfonds
 9,6 in reviews
 Veel kennis en ervaring
 3.879 klanten gingen u voor

Uw gegevens

* = verplicht. Privacy beleid is van toepassing

Vakantieverhalen / reisverslagen

Gerelateerde artikelen