De imposante kust van de Algarve
Op dinsdagochtend 20 juni stap ik al erg vroeg mijn bed uit. Om 07:05 vertrekt namelijk mijn...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Madeira
(Portugal)
Periode: oktober 2015
Vervoer: Vliegtuig en taxi
Accommodatie: Hotel
Ooit waren we stoere reizigers die alleen met een tentje, wat brood en een oude auto Scandinavië doorkruisten. Wildkamperen, spannende hikes naar verlaten bergtoppen en nieuwe alternatieve mensen ontmoeten, we hielden dit leventje rustig een maand vol.
Maar dan word je papa en mama van een lief, klein, blond zoontje met wie je van alles wilt doen, maar zeker niks wat ruikt naar avontuur. De eerste tijd stond ons leven aardig op zijn kop.
Mensen om ons heen waren ervan overtuigd dat wij de types waren om met een baby in een rugzak naar Australië te reizen. De werkelijkheid was dat we onze eerste vakantie in de Ardennen met een kind van vijf maanden best spannend vonden. Inmiddels is het zo dat we de gevreesde familieparken geregeld opzoeken en we vinden het nog leuk ook. Als Kyan het naar zijn zin heeft, dan zijn wij automatisch ook blij. Wij zijn voor geen enkel babycliché meer bang.
10 oktober 2015 gaven wij elkaar in een klein dorpje in Zeeuwsch-Vlaanderen vrijwillig het ja-woord. Al minimaal een half jaar hiervoor hadden wij nagedacht over onze huwelijksreis. Wat zouden we gaan doen? En zouden we onze eerste wittebroodsweek met elkaar of met zijn drietjes doorbrengen? Na lang twijfelen besloten we dat dit toch echt wel de gelegenheid was om weer een keer met z’n tweetjes eropuit te gaan. De typische honeymoon, lekker luieren aan een zonnig strand met een cocktail in de hand, zouden we laten voor wat het was. Nee, het was weer tijd voor actie.
En zo boekten we onze tickets naar Madeira. 14 oktober 2015 zouden we vertrekken voor vijf nachten. De eerste nacht zouden we verblijven in Funchal, in hotel The Vine. Een hotel zoals je het kent uit de folders, met een zwembad op het dak, champagne in de kamer en een driesterrenrestaurant op kruipafstand. We moesten toch immers één echte huwelijksnacht ervaren. Enigszins verveeld sjokten we langs het sterrestaurant op weg naar centrum Funchal. De hoeveelheid hulpbehoevende bejaarden die we tegenkwamen, verontrustte ons. Al snel bleek dat wij toch wel behoorden tot de allerjongsten toeristen in het slaperige stadje. Zelfs een serveerder vroeg ons met een twijfelachtige blik in zijn ogen waarom we niet naar Lissabon gegaan waren.
Maar goed, wij hadden dus gelezen dat Madeira ook geschikt was voor een ander publiek: de hikers. In Funchal zagen we er nul. Voor de rest van de week hadden we niets geboekt en de ochtend na ons verblijf in The Vine stonden we met onze rugzak te wachten op een taxi die ons zou verlossen van deze plek. In een wandelgids hadden we wat spannende tochten langs levada’s in de buurt gezien. Aan de zuidkant van het eiland was het weer beter, hier zouden we dus beginnen.
Levada’s hadden we nog nooit gezien, maar zeker was dat na vijf minuten lopen we ontdekten dat de hikers zich inderdaad op andere plekken dan Funchal bevinden. Afgronden, steile wanden en minuscuul smalle paadjes die ook nog glad kunnen zijn door al het water: dat zijn dus levada’s. Na heel wat uurtjes zweten, bereikten we weer de doorgaande weg. Het zou nog een paar uur lopen zijn voordat we Ribeira Brava zouden bereiken, een kustplaatsje waar we wel een overnachtingsplaats zouden kunnen vinden. Na vijf minuten afdalen stopte er echter al een auto voor ons met daarin een Duits stel. Ze konden zich niet voorstellen waarom we langs deze weg liepen en boden ons direct een lift aan.
Enkele dagen vulden zich met het verkennen van soortgelijke paden langs de kust. We hadden echter al vrij snel door dat het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de reis op het midden van het eiland te vinden zou zijn. De tocht van de Pico do Areiro naar de Pico Ruivo zou adembenemend mooi zijn. Op deze plek komen zonder eigen auto was echter niet bepaald makkelijk. Bij de toeristenbureaus kregen we overal hetzelfde te horen: de bewuste tocht lopen, stond ongeveer gelijk aan je eigen doodvonnis tekenen. Zonder hulp van een gids zou dit onmogelijk zijn en onverantwoord. Busverkeer naar het midden van het eiland was er niet en een taxi zou een fortuin kosten.
Uiteindelijk was er een meisje in het hotel bereid om mee te werken. Nadat we haar voor de zoveelste keer ervan overtuigd hadden dat we ervaren lopers waren en echt wel wat gewend waren, besloot ze een bevriende taxichauffeur te bellen. Hij zou ons voor een schappelijk bedrag ’s ochtends vroeg oppikken en aan het einde van de middag weer halen. En zo kwam het dat we ’s ochtends om zes uur in een oude taxi zaten naast een jonge kerel die zich achter zijn oren krabde toen hij hoorde was ons plan was. Na een rit van ongeveer anderhalf uur bereikten we het midden van het eiland. In de koude ochtendmist konden we beginnen met onze beklimming. Van het vulkanische hooggebergte was nagenoeg niets te zien, wat zich voor ons uitstrekte, laat zich nog het beste vergelijken met een spooklandschap. Andere mensen waren er niet of nauwelijks te bekennen. Met een beetje een licht gevoel in mijn maag dacht ik aan de andere wandelaars die we een paar dagen eerder waren tegengekomen. Drie keer waren zij naar het midden van het eiland gereisd, geen enkele keer waren ze aan de tocht begonnen. Negen van de tien dagen blijft de omgeving in mist gehuld en is het gevaarlijk om op pad te gaan.
Met onze regenpakken aan bereikten we het eerste ‘uitzichtspunt’. Niets was er te zien en we spraken allebei nog niet uit dat we het koud hadden. Het was echter wel al duidelijk dat we allebei een beetje bang waren dat we rechtsomkeert moesten maken en uren zouden moeten wachten op onze taxi terug. Wat een anticlimax. Nadat we echter nog een kwartiertje liepen, gebeurde het dan toch echt: de zon brak door, de mist trok weg en prachtige vergezichten doemden voor ons op. De tocht die volgde naar de Pico Ruivo was zwaar, niet in de laatste plaats omdat een klein deel van het pad was ‘verdwenen’ door het instorten van het pad. Hierdoor pikten we nog een extra bergtop mee voordat we de top bereikten. Daar aangekomen, hebben we elkaar met verzuurde benen in ieder geval beloofd iedere reis met zijn tweetjes dit soort dingen te blijven doen. En hopelijk krijgt Kyan iets mee van de genen van zijn ouders.
Overigens hebben we de laatste nacht van onze honeymoon weer in The Vine geslapen. We genoten van de zachte bedden, van de luxe inloopdouche en van een uitgebreid etentje op een terras. We lagen in het zwembad. We hebben geen enkele bejaarde gezien. Wel een gezinnetje met een klein jongetje dat aan het voetballen was op een pleintje. Tijd om naar huis te gaan.
Geschreven door Sandra van der Kraan