Gratis reisvoorstel aanvragen

Familievakantie Curaçao

Landkaart met overzicht van deze reis

Bestemming: A. Willemstad (Curaçao)
Periode: februari 2010
Vervoer: Vliegtuig en auto
Accommodatie: Appartement/Watapana
Organisatie: KLM

Foto van deze vakantie

Een wijs man zei ooit: je kunt vakanties op Curaçao grofweg indelen in 3 types: een duikvakantie, een vakantie in een 4 sterren all-in resort met alles binnen een straal van 5 meter, en de vakantie waarbij je gestationeerd bent in de benedenverdieping van een huisje waar je elke keer weer god op de blote knieën dankt dat de hagedissen buiten zijn gebleven en je een auto hebt waarvan je bij elke heuvel maar hoopt dat het voertuig naar voren de heuvel op beweegt, in plaats van achterwaarts naar beneden. Het mag niet verwonderlijk zijn dat wij het laatste type vakantie beleefd hebben.

Het gele huisje met terras
Het gele huisje met terras


Ons voertuig betrof in dit geval een knalgele Suzuki Samurai met blauwe bikinitop. Een korte samenvatting van de gebreken:
- hij rammelde
- er zaten roestgaten in
- de snelheidsmeter werkte niet
- het houten bankje achterin gaf niet bepaald mee bij gaten in de weg
- de bestuurders en bijrijderstoel zaten scheef en hadden geen hoofdsteun meer.
- elke vorm van helling vormde een uitdaging die met flink puffen en in z'n 1 net te doen bleek
- het grootste bezwaar van sowieso de eerste dag: een vrouw met de kaart in handen.

Dit alles was dan weer wel uitgerust met het stuurslot, dat voor ons een uitdaging bleek om te bevestigen en al snel liefkozend de Wunderstang genoemd werd. Hij hielp je misschien niet je auto tegen inbraak te beveiligen, maar je slaat de boef er wel in 1 klap mee neer. Daarnaast, wie zou nou zo'n roestbak willen jatten? Het enige bruikbare was het reservewiel dat om die reden vast zat met een fietsslot waarvan we geen sleutel hadden. Mocht dit de boef nog steeds niet afschrikken, dan kan altijd nog de airco aangezet worden die al sinds 1862 niet meer gebruikt is en sindsdien een broedplaats bleek voor allerhande stof en beestjes.

Op zaterdag 20 februari was dit nog allemaal ver weg. Op Schiphol had mijn moeder de bekende woorden 'altijd lopen hier bekenden, behalve als wij er zijn' nog niet gesproken, of de gebroeders Meeuwis lopen voorbij. Wat opviel tijdens de urenlange vlucht met tussenstop was wel dat de bekende veiligheidsinstructie in Amsterdam werd gegeven door een paar chagrijnig kijkende stewardessen in het gangpad, en ze op Aruba opeens de video gevonden hadden. Kon ook
komen doordat op Aruba de bemanning gewisseld is, die na een vlucht van nog geen 20 minuten aankondigden dat de vlucht terug naar Amsterdam door wederom een andere bemanning werd uitgevoerd! Half uurtje werken en weer naar het volgende strand dus. Geen gekke baan…

Na de gebruikelijke paspoortflauwekul werden we opgewacht door een dikke, zweterige Antilliaan (hierna: “local” of “native” genoemd) in een knalgeel hemd (blijkbaar een modekleur). Na de kennismaking bij het appartement met eigenaren Rob en Yvonne van der Linden werden we door laatstgenoemde naar ons onderkomen gebracht. We pletterden de koffers neer, hoorden de gebruikelijke welkomstpraatjes aan en besloten al snel om geheel tegen advies in vroeg te gaan slapen.

Hier kregen we geen spijt van. Het bleek namelijk dat je op Curaçao geen wekker nodig hebt. Als je namelijk je ogen opendoet en het is donker, dan is het nog voor 7 uur, doe je ze open en het is licht in de kamer, dan is het 7 uur of later. Je kon er je klok op gelijk zetten, maar daar hebben ze op het eiland allemaal een broertje dood aan. Een kort tochtje te voet met wat heuvels en gaten in de weg op de route bracht ons naar een bakkertje. Het aanbod bleek erg karig en hoewel de zaak vol stond werden we meteen geholpen. Pas op de laatste dag zagen we het verband tussen deze 2 zaken: de mensen stonden namelijk te wachten op de verse broodjes die nog in de oven lagen. Al die tijd hebben wij het dus met zachte, kleffe broodjes moeten doen. Wat op de terugweg al opviel, was dat de mensen hier niet te beroerd zijn om je te groeten. Als je langs de weg loopt kan het best gebeuren dat ze naar je toeteren en vriendelijk hun hand opsteken. Dit hadden wij dus snel overgenomen en de rest van de vakantie zwaaide ik er lustig op los vanuit de auto.

Dat ik dat op zondag de 21e al vaker had kunnen doen dan ik had durven dromen, was niet helemaal de bedoeling. Bij het ontbijt kregen we de spullen en informatie over de auto. Ook werden nog enkele weggebruiken uitgelegd door Rob. Rob heeft alleen niet veel nodig om ergens ellenlang over uit te wijden, dus al snel ging het over verzekeringen en aapjes. Een korte bloemlezing: “Er staan hier wel flitspalen, daar heeft alleen nooit een rolletje in gezeten” “Al ben je zo dronken als een kanarie, de politie heeft hier liever dat je doorrijdt dan dat je stil gaat staan. Als je kan drinken kan je ook rijden!” “Als je je bij de pomp afvraagt, wat is het verschil tussen super L en super R, helemaal niks, ze hebben gewoon twee tanks: links en rechts” “Ze zeiden tegen me, ‘meneer, die aapjes krijgen nooit jongen in gevangenschap’, nou, zei ik, deze wel hoor! Dat zijn namelijk Surinaamse aapjes en die hebben toch een andere mentaliteit op dat gebied!” Dat de spraakwaterval van Rob ruimschoots gecompenseerd werd door de overige gasten bleek later maar weer toen we probeerden een babbeltje te maken met de buurman. “Wat een weer hè, dit zijn toch ook geen temperaturen voor een Nederlander.” Buurman: “Nee.” Einde gesprek.

In de ochtend hebben we Willemstad verkend, maar omdat het zondag was en er geen cruiseboten lagen (dat bleek echt enorm uit te maken voor de levendigheid in de stad) was
het erg rustig en was alles gesloten. Alles? Nee, natuurlijk niet. De bekende drijvende Emmabrug ging uiteraard net voordat we aan de overkant waren open. Dat levert een rare ervaring op, omdat je gewoon op de brug kan blijven staan terwijl die open gaat. De brug klapt niet open maar verschuift gewoon doordat er aan de ene oever een groot scharnier zit, en aan de andere kant een grote buitenboordmotor die de hele brug als een deur open laat gaan. Gedurende de week hebben we dit nog vaak mogen zien. Je krijgt ruim gelegenheid om nog tot 1 van de 2 oevers te geraken, maar als je hier te langzaam of te lui voor bent, heb je gewoon pech. Zo kwam het voor dat er een clubje mensen 40 minuten op een brug gestaan heeft en er aan geen van beide kanten af kon. Gelukkig voor de rest ging er in die 40 minuten wel een pontje van de ene naar de andere kant, dus het leven stond niet direct stil.
De kleurrijke huisjes van Willemstad
De kleurrijke huisjes van Willemstad


Na kort een drankje te hebben gedronken aan het water, besloten we op weg te gaan naar de struisvogelfarm. We hadden de beschikking over 2 landkaarten dus dat moest wel goed komen. Maar ja, als je die dan vervolgens door mijn moeder laat lezen, dan wil het nog wel eens gebeuren dat je eerst de verkeerde kant op rijdt, vervolgens door hebt dat je in een rondje rijdt en die zelfde Mac Donald’s voor de 6e keer voorbij ziet schieten, je onderweg wel vier keer een Albert Heijn hebt gezien terwijl je weet dat er maar 1 op het eiland zit en je de grote Julianabrug al voor de vijfde keer over rijdt. Dus ja, ik heb heel wat kunnen zwaaien naar locals. Ondertussen reden we wel bijna het terrein van het Sea Aquarium op, maar dat was dan weer 2 dagen te vroeg!

Nadat we eindelijk gevraagd hadden waar het precies was, kwamen we aan op de plaats van bestemming. Het bleek mogelijk om met de laatste rondleiding van de dag mee te gaan, al moesten we ons daarvoor wel nog een tijdje vermaken. Van de reis hadden we honger gekregen dus hebben we deze tijd grotendeels doorgebracht in het restaurant. Hier stond tot onze grote verbazing voornamelijk struisvogel op het menu, wat ik erg raar vond voor een struisvogelfarm. Desalniettemin, de carpaccio van struisvogel smaakte prima. Na een kort onderhoud met een papegaai en een leguaan (volgens mijn moeder is elk beest te lokken met de roep “Poes poes poes!” en ze kreeg nog gelijk ook) mochten we de truck in voor de rondrit.
Een struisvogel
Een struisvogel


We kregen op humoristische wijze uitleg over de dieren op de boerderij en mochten zelf ook de struisvogels nog voeren. Dit liet ik me geen twee keer zeggen, dus gewapend met voederbak heb ik mijn nieuwe vrienden te eten gegeven. Alles voor de foto toch? Alles op de boerderij werd hergebruikt. Dat wil zeggen, van normaal gras worden struisvogels ziek, dus het land werd voorbewerkt door geiten, die tevens de resten van gesnoeide planten opaten. De botten van de struisvogels worden schoongemaakt en naar een kunstenaar gestuurd om in de souvenirshop nog wat op te brengen. De overige resten van dode struisvogels werden aan de krokodillen gegeven en de kippen waren er … om geslacht te worden. Nadat ik zelf getest heb hoe hard een struisvogelei is door er op te gaan staan, en na de jonkies gezien te hebben, zijn we naar Willemstad gereden voor het avondmaal. We kwamen tot de conclusie dat er ’s avonds nog maar bar weinig te doen is in de stad, dus al snel reden we terug naar ons huisje. Wat een onderneming was dat! Gelukkig werkte de verlichting van de auto nog wel, want zoals je de klok erop gelijk kunt zetten dat het ’s ochtends om 7 uur licht wordt, zo kun je dat ’s avonds ook om 7 uur bij zonsondergang. Grote delen onverlichte weg zorgden voor een wat beangstigende ervaring. Maandag 22 maart begonnen we de dag rustig met een bezoek aan het prachtige Playa Porto Mari. Wit strand, helder blauwe zee, een lekker zonnetje en een briesje om het nog menselijk te houden. Onderweg daar naartoe kwamen we (via een steile weg vol gaten) langs enkele flamingo’s, op zoek naar voedsel. Tijdens de lunch bij Porto Mari raakte mijn vader geheel onvrijwillig aan de praat met een stel Amerikanen die alles Wonderful vonden. Dat kon ik me wel voorstellen ook, want zelf kwamen ze uit West-Verginia waar op dat moment volgens die man ruim een meter sneeuw lag. Na een ochtend bij het strand doorgebracht te hebben, zijn we terug gereden naar het huisje voor een douche. Hier raakten we aan de praat met Opa van der Linden, die er zo zijn eigen mening op na houdt wat betreft de mensen. De vervuiling langs de wegen, wat er inderdaad niet uit ziet, komt volgens hem door het feit dat de mensen ‘soms wel eens verder dan 100 meter moeten rijden tot de vuilstort, en dan is de openbare weg dichterbij’. Toch zijn Antillianen volgens hem beste mensen. Ze zullen je nooit wat weigeren, ook al kunnen ze het beloofde niet waarmaken. Als je een afspraak maakt en de andere partij komt niet opdagen, dan was de volgende keer dat je er over begint altijd net zijn zoontje ziek of zijn schoonmoeder voor de 12e keer dit jaar begraven. En als dan je telefoontje leeg is kan je ook niet bellen, zo simpel zit dat. Nee, volgens Opa is de lokale bevolking nog te lui om te rillen bij -4. Ze gaan liever tegen elkaar aan zitten. Dinsdag 23 februari zijn we naar het Sea Aquarium geweest. Hier had mijn vader al lang van tevoren voor hem en mij een Dolphin Encounter gereserveerd. De huisfotografe mocht ook mee. Ruim op tijd arriveerden we bij de balie. We kregen een polsbandje om waarmee we geïdentificeerd konden worden als mensen voor de encounter, en mochten nog 3 kwartier wachten. Dat kwam mooi uit want in de tussentijd konden we dan al mooi vast een dolfijnenshow bekijken. We zaten nog niet goed en wel klaar of er werd verteld dat de show niet doorging, omdat de dolfijnen er geen zin in hadden… Dat beloofde dus wat voor onze ontmoeting!
Springende dolfijn in de zee
Springende dolfijn in de zee


We doodden de tijd met het aaien van zeesterren en andere wezens (Quote van een jongen in de buurt “Geen idee wat voor beest het is, maar als ik er in knijp komt er water uit”) voordat we ons gingen verkleden voor de ontmoeting. In de drukke, broeierige ruimte stonden veel verschillende typen polsbandjes bij elkaar te wachten op instructie. Uiteindelijk werden de oranje polsbandjes als laatste meegenomen en kregen we uitleg over hoe de beesten te benaderen. Na eerst een ronde gewacht te hebben, mochten wij als tweede groep kennis maken met dolfijn Deedee. Een veertienjarig vrouwtje dat geflankeerd werd door mannetje Copan en zoontje Tikal. Het mannetje vond haar wel leuk en had daarom een aparte trainer nodig die hem zou afleiden zodat Deedee haar werk kon doen. Mijn vader en ik mochten de dolfijn aaien (“Nee meneer, u staat niet uw auto te poetsen, u moet rustig aaien”) terwijl we uitleg kregen over de dolfijn. Ze deed nog enkele trucjes en zong nog voor ons, voordat we ons fotomomentje mochten hebben. Allemaal kregen we een kus van de dolfijn, mochten we d’r zelf een flinke pakkerd geven en ook nog een poging wagen om het 150kg wegende beest uit het water te tillen. Alles werd gefotografeerd door een ingehuurde fotograaf die met die foto’s juist jou weer wilde tillen. Een Cd-rom met foto’s mocht je voor 70 euro meenemen. De dolfijn werd uitgezwaaid en een ervaring rijker stapten we weer de kleedkamer in. ’s Middags stond alsnog een show op het programma, en de rest van het park moesten we ook nog zien. Na de show liep ik een verzorger tegen het lijf die vroeg of ik mee ging om de murenen en haaien te voeren. Dat bleek half waar, de murenen voerde hij zelf maar de haaien waren toch echt voor ons. Begeleid door de verzorger, die het broertje van Jörgen Raymann had kunnen zijn afgaande op zijn stem, mochten we eerst de verpleegstershaai aaien, vervolgens zijn hartslag voelen door met een vinger achter de kieuwen te voelen en ten slotte voeren. Dit ging door middel van een aan een haak gehangen stuk vis wat er in 1 klap en met veel kracht vanaf gebeten werd. Dat dit niet altijd goed gaat, bleek wel toen de grotere haaien gevoerd werden door iemand met zo’n zelfde haak aan een stok. De haai hapte toe en nam en passant de hele haak mee. Vervolgens brak er lichte paniek uit maar hoe het afgelopen is, hebben wij niet mee gekregen.

Woensdag 24 februari stond voor ons het Christoffelpark op de planning. Dit was aan de kant van het eiland waar we nog niet geweest waren dus we hadden ook geen idee wat ons aan wegen te wachten stond. Nou, dat viel niet mee! Sowieso was het hele Christoffelpark een opgave voor ons autootje want tussen al dit mooie natuurschoon en de bekende Tafelberg van Curaçao zaten soms verraderlijke stukken weg. Hier en daar kwam je ook steile hellingen tegen met als schijnbaar enige doel om later weer naar beneden te kunnen rollen. Toch was het een mooie ervaring om hier rond te rijden en de natuur van Curaçao tot je door te laten dringen. Mijn vader zal zeker nog wel eens gillend wakker zijn geworden van die keer dat we na een bocht opeens schuin omhoog gingen en de auto het iets over de helft niet meer trok en achteruit begon te rollen. Ik zag vanaf mijn bankje in de achterbak de afgrond steeds dichterbij komen en vroeg dan ook vriendelijk doch dringend om de auto tot stilstand te brengen. Eenmaal van de 4WD stand af bleek het net te doen om boven te komen. Een andere route bracht ons bij wat later bleek dood koraal dat door vulkanische krachten boven de zeespiegel uit is getild en nu de kust vormden van dat deel van het eiland. Een kleine klim omlaag bracht mij naar een klein strandje waar ik even rondgelopen heb en stuitte op een skelet van een beestje waarvan ik geen idee had wat het was. Toen ik een minuut later moest bukken voor een vleermuis, had ik het opeens door.

Na de zwaar tegenvallende indianenschilderingen te hebben gefotografeerd, was het tijd voor de lunch. Op aanraden van mijn moeder deden we dat bij Jaanchie’s, een restaurant zonder menukaart. Als stukje interactie met de klant speelt de eigenaar namelijk zelf voor wandelende en pratende menukaart. Jammer genoeg neemt hij hier ruim de tijd voor, want na anderhalf uur stond mijn eten er nog steeds niet. Dat we een papegaaitje kregen als aandenken was dan wel weer leuk. Nog leuker werd het toen we buiten op de parkeerplaats weg wilden rijden en de Wunderstang eens wel dienst deed. Mijn vader kreeg het beste apparaat zelfs met het sleuteltje voorhanden niet verwijderd. In zijn wilde pogingen ging tot 4x toe de claxon langdurig af waardoor Jaanchie zelf nog even kwam kijken of alles wel goed ging.

We vervolgden de tocht naar de shete boca’s, wat zoveel betekent als “zeven inhammen”. Dit park bestaat dan ook uit een gedeelte van de kust waar verschillende inhammen zijn waar het water zijn gang kan gaan. Van de boca Tabla, waar je een mooi uitzicht hebt over de zee en er een grot is waar je het woeste water op je af ziet komen zonder toch nat te worden, gingen we naar de boca Pistol, die zijn naam te danken heeft aan de manier waarop de harde golven teruggekaatst worden. Als een pistoolschot kletst de enorme watermassa naar voren toe, wat mooie plaatjes opleverde. Opvallend was wel, dat bij het parkeren 3 grote donkere mannen op ons af kwamen. Ze kwamen van een gebied waar geen voetpaden liepen en de grootste had een lang zilverkleurig mes in zijn handen. Ze zeiden vriendelijk gedag maar het gaf wel te denken over wat ze in vredesnaam in dat gebied moesten met zo’n mes.
Hoog opspattend water tegen de rotsen
Hoog opspattend water tegen de rotsen


Met het bezoek van dit park waren we er wel zo’n beetje doorheen wat betreft de bezoeken. De resterende 2 dagen werden gevuld met ’s ochtends ontspannen op Playa Porto Mari en ’s middags een bezoek aan Willemstad. De donderdag werd besloten in het Kura Hulanda museum. In dit door een Nederlander opgerichte en gefinancierde museum is een groot deel van de slavernijhistorie terug te vinden. Dit levert een indrukwekkend beeld op van de onderdrukking en uitbuiting die er vroeger plaatsvond. Mooi puntje aan het einde van de tijdlijn die geschetst wordt was de compilatiefoto van president Obama, als positief einde van een verschrikkelijke lijn. Die donderdag lag er ook een bekende boot in de haven. De Zuiderdam, een grote cruiseboot die we enkele jaren eerder hebben verwelkomd in de haven van Rotterdam, was aangemeerd in Willemstad en dat zorgde gelijk voor wat leven in de stad.

Toch duurde het nog tot de laatste dag van ons verblijf, de vrijdag, dat we de man vonden die we al een tijdje zochten. Nee, niet die dode, deze man leefde nog. In 2007 liep er namelijk een man door de stad met een leguaan die toeristen de kans gaf met dit mooie beest op de foto te gaan. De hele week hadden we hem nog niet gezien, tot het moment dat we bij eetcafé de Buren wat zaten te drinken. Ik zag net op tv Nicolien Sauerbreij Olympisch kampioen worden toen ik opeens “Hey Yor!” hoorde roepen. De man met de leguanen liep namelijk voorbij. Hij dacht echter dat mijn vader het tegen hem had en zei dan ook “Hey meneer, zo roepen wij elkaar hier niet hè, met hey joh!”. Na wat uitleg snapte hij het en ging ik op de foto met zijn twee leguanen. Er was er dus in de tussentijd 1 bij gekomen. De beesten lagen over mij schouders, op mijn hand en zelfs op mijn hoofd en voelden erg raar aan. Mijn vader mocht ook nog, maar dat zag de leguaan niet zo zitten, dus die zette meteen zijn nagels in de roodverbrande nek alles voor de foto. Onder het eerder genoemde motto “Alles voor de foto” werd ook dit vastgelegd.

De dag van vertrek was een lange. ’s Ochtends hebben we wat tijd doorgebracht bij het zwembadje, waar het al snel te warm werd. Aangezien we om 1 uur uit de kamer moesten hebben we snel onze koffers gepakt en zijn we nog even Willemstad in geweest. Hier hebben we een poging gedaan tot shoppen, nog wat geluncht en vooral gehoopt dat de tijd snel voorbij ging. Iets eerder dan gepland stapten we weer in de auto terug. Bij het huisje aangekomen raakten we nog even in gesprek met de bewoners, waardoor we in ieder geval wat te doen hadden. In de bloedhitte hebben we toen weer onze spijkerbroek en winterschoenen aangetrokken want we werden alweer opgehaald om terug naar Nederland te gaan met KLM. Helaas, maar op naar de volgende!

Geschreven door Yorrick van Bree

Heb je interesse in een reis naar Curaçao? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Curaçao, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.

Vertel ons uw vakantie wensen. Onze reisexperts geven u gratis en vrijblijvend reisadvies op maat.

 Aangesloten bij ANVR,SGR, Calamiteitenfonds
 9,6 in reviews
 Veel kennis en ervaring
 3.879 klanten gingen u voor

Uw gegevens

* = verplicht. Privacy beleid is van toepassing

Vakantieverhalen / reisverslagen

Gerelateerde artikelen