Op fietsvakantie in Nederland
Vakanties in het buitenland vind ik heerlijk, maar als ik op fietsvakantie ga heeft ons eigen...
Bekijk verhaal
Bestemming:
Amsterdam,
Nederland
Periode: oktober 2014
Vervoer: Trein
Accommodatie: B&B/Xaviera’s Happy House
Als jonge snaak koos ik voor een loopbaan in het onderwijs. Ik stagede in het derde leerjaar van een deftige broederschool. Terwijl ik de kinderen de tafels van vermenigvuldiging, de kringloop van het water of het Bijbels verhaal van Sodom en Gomorra bijbracht, was de vaste klasleerkracht verdiept in een in krantenpapier gekaft boek. Tijdens een speeltijd – alle leerlingen waren op de speelplaats en de klasleraar onvindbaar – kon ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en bladerde door het mysterieuze boek: The Happy Hooker, Xaviera Hollander! Een eenzijdige en nooit meer aflatende interesse stak daar en toen de kop op.
Allerlei plus en mins voor diverse bestemmingen tijdens een zoektocht naar een volgende citytrip verwezen ons naar Amsterdam. Waarom niet? En waar zouden we verblijven? Een luxueus maar onpersoonlijk hotel sprak ons deze keer niet aan. De jeugdherbergen bleken volzet. Een B&B bood oplossing: jawel, Xaviera’s Happy House. Het werd een voltreffer. De voormalige madam ontvangt, samen met haar echtgenoot Philip, haar gasten met veel warmte en gezelligheid, een stevige maar afgelijnde brok erotiek maar vooral met haar eigen rondborstige en onvervalste authenticiteit. Haar gasten zitten, wassen, ontbijten, genieten ongedwongen in Xaviera’s living, badkamer, eetkamer, maar overnachten net niet in haar slaapkamer. Een aanrader!
We spoorden naar Amsterdam. De N.M.B.S. biedt regelmatig goedkopere tarieven aan voor de IC richting tulpenland. Vanuit Antwerpen bereik je in enkele uren Amsterdam, overstappen in Roosendaal is er voortaan niet meer bij. En je auto één nacht laten overnachten in een bewaakte parking kost ginder al gauw 30 euro. Kiezen voor de trein ligt dus voor de hand. Als ik Nederland doorkruis vergelijk ik het altijd met een enorm communicerend vat, net niet in evenwicht gehouden door duizenden grachten en kanalen, dijken, molens, sluizen… Wie door Vlaanderen treint raakt ontstemd door de lintbebouwing en de daarbij horende barakken, tuinhuisjes en veranda’s in de tuinen. Nederland kent dat fenomeen niet. Mensen wonen er samen, opeengepakt op een zakdoek. Maar buiten het stadscentrum vallen de volkstuintjes op. En elke rechtgeaarde Nederlandse minituinman bergt zijn hark en spade op in even chaotisch en slordig in elkaar geknutselde barakken, tuinhuisjes en veranda’s. De Gamma vaart er wel bij. En toch bekoort dat Nederlandse landschap me elke keer opnieuw: het water, de enorme weilanden, regelmatig een roofvogel… En telkens wanneer boven het vlakke land donkere wolkenmassa’s door een stevige wind voortgedreven worden, overvalt mij de droevige en jaloerse gedachte dat Brel zich in zijn Mijn Vlakke Land van locatie vergist heeft. Gelukkig weet ik beter.
Het Centraal Station van Amsterdam braakt omzeggens dag en nacht een bontgekleurde plots enthousiast geworden mensenstroom uit. Tweehonderd meter verder lijkt het paradijs te wachten. De stadskern blijft een ondefinieerbaar chaotisch maar samenhangend geheel: protserige paleizen, statige herenhuizen, naargeestige coffeeshops, Hema en Kruidvat, overjaarse hippies en punkers, deftige zakenlui en studenten, … En toch lijkt elke Amsterdammer vriendelijk en gastvrij, behulpzaam en charmant. Ik vraag me al jaren af of het een gemeenschappelijke pose dan wel écht is. Maar bovenal is elke Amsterdammer trots en tegelijk kritisch over zijn eigen stad. Het lijkt wel de belangrijkste, gezelligste en mooiste stad ter wereld, maar niets deugt er.
De eeuwenoude stad bevindt zich in een moerassig gebied. Honderdduizenden sparren werden, als fundering, de grond in geheid en “dragen” de stad. Hun koppen mogen zich, om rotten tegen te gaan, nooit boven het wateroppervlak uitsteken. Ook hier zorgt elke nacht een ingenieus systeem ervoor dat het waterpeil gehandhaafd blijft. Toch vallen, wandelend door de straten, tientallen gevels op die hun oorspronkelijk loodrechte bouwlijn verlaten hebben. Slimmeriken berekenden dat de stad in zijn huidige vorm nog een toekomst van zo’n tweehonderd jaar heeft. Wedden dat Nederlandse waterdoctorandussen nu al ingewikkelde plannen ontwerpen om de stad te redden? En dat ze daar in zullen slagen ook!
Een weekend is, zoals in zoveel steden, te kort om alle bezienswaardigheden te ontdekken en te beleven. Amsterdam biedt o.a. het Rijksmuseum, de Amsterdam, het Vondelpark, Nemo en je kan er naar van Gogh gaan kijken, dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen (KDB).
Het verhaal van Anne Frank is genoegzaam gekend. Een uitzichtloze lange rij geïnteresseerden van over heel de wereld schuift dagelijks gedisciplineerd aan om Het Achterhuis te bezoeken. De mogelijkheid bestaat om elektronisch te reserveren. Maar ook dat moet je, afhankelijk van het seizoen, lang op voorhand doen. Toch zou het Anne Frankhuis hoog op ieders to-do-lijst moeten staan. Het is zoveel méér (of zo ànders) dan een toeristische attractie of een historische site. Volgens mij voel je nergens anders in de lage landen de nazigruwel zo lijfelijk aan als in het Achterhuis (en in het Fort van Breendonk). Natuurlijk ontreddert en beklijft de gruwel ook in de Dossinkazerne, in Vught, Westerbork en andere bebloede plekken. Maar in Het Achterhuis loop je als het ware door de onveranderde vertrekken van een meisje dat je, door haar dagboek, persoonlijk gekend hebt en van wie je weet welke vreselijke lijdensweg haar nog wachtte. Ze zal, als miljoenen anderen, onschuldig vermalen worden in een door mensen bedachte en ontwikkelde massamoordindustrie. De weinigen die uit de kampen terugkeerden overleefden dankzij die ene motivatie: getuigen, opdat dit nooit meer zoude gebeuren! Die Laatste Getuigen dreigen ons stilaan allemaal te ontvallen, maar hun getuigenis moet blijvend doorgegeven worden. Ondertussen werd het Anne Frankhuis uitgebreid met een moderne annex met bezoekerscentrum, shop, informatiestanden e.d. Het opzet en de uitwerking van die twee-eenheid wringt nog net niet…
De gekende wijkals het wareeer de verpauperde volksbuurt van weleer. Toch blijft verdwalen in haar stemmige straatjes en over de vriendelijke pleintjes een behaaglijke herinnering. Vele netjes gerestaureerde huisjes verbergen onvermoede winkeltjes, cafés of andere, jawel, moderne totaalconcepten. Zo sukkelden wij totaal toevallig Nou Moe!?! binnen, een tot in de kleinste hoekjes volgestouwde stripwinkel. Ongelooflijk. De grote attractie van de winkel is echter de uitbater zelf, John Liefrink. Vermoedelijk heeft hij elke mogelijke strip in voorraad. En mocht hij hem toch niet hebben, dan vertelt hij je wel in geuren en kleuren, uit zijn hoofd, het hele verhaal. Een fenomeen.
De hele wijk ademt een rustige, nuchtere, ontspannen sfeer uit, ietwat raadselachtig. En elk cafeetje of eethuis kenmerkt zich, zonder veel poeha maar met eenvoudige accenten, als een unieke gelegenheid. De stamgasten zijn er luidruchtig maar vriendelijk en de gastvrouw ontvangt je als een oude kennis. Alleen de pils smaakt flets, tenzij je het geluk hebt dat er Belgisch bier uit de tapkraan stroomt, wat meer en meer voorkomt.
Ietwat oubollig en vaak duur zijn de rondvaarten op de grachten. Toch lees je van op het water de stad met een andere bril. Even weg uit het drukke verkeer en de voortrennende massa, dobberend over het water, ervaar je een rust die je alerter maakt voor vele, wat weggestopte details van het allegaartje aan bouwstijlen. Je vaart als het ware door enkele eeuwen geschiedenis en ervaart de grootsheid die Amsterdam ooit (en nog) uitstraalde. En misschien geeft de weerspiegeling van de vele panden langs de grachten een juister beeld van de stad: wat wazig, rimpelig, maar ook feeëriek en aanlokkelijk. De rondvaarten zijn trouwens de grootste toeristische attractie van Nederland: jaarlijks lokken ze 3,5 miljoen landratten het water op. De captain zal niet nalaten naar een fooi te schooien, afhankelijk van de kwaliteit van zijn grappen kan je dieper in je buidel tasten. De Canalbus voert je, als een tram of bus, van het ene museum naar de andere kerk. Prettig en handig om de stad op een andere manier te doorkruisen en te verkennen.
Het openbaar vervoer, in het bijzonder de trams, rijdt stipt en veelvuldig. Er zijn verschillende formules om er gebruik van de maken. Kies in functie van je interesses en vooral van de lengte van je verblijf. Bussen verbinden het centrum met de ruime stadsrand en het verdere ommeland. Tram en bus zijn niet echt goedkoop maar toch best betaalbaar. Waar de auto in Amsterdam geen koning is, is de fiets er keizer. Kuierend door de stad moet je, meer dan voor auto’s en trams, voortdurend uitkijken voor de rondrazende fietsers. De voorzieningen zijn er zeer uitgebreid en prima onderhouden. Wij hebben het niet geprobeerd, maar het leek ons, als niet-inboorlingen, levensgevaarlijk zelf een stalen paardje te berijden. Maar geef toe: wat is er mooier dan zo’n prachtige Hollandse meid, stoempend op haar fiets naar een volgende afspraak?
Tsja, de Walletjes…? Ik weet het niet. Waar je een mysterieuze, wat dreigende, erotische sfeer verwacht, hangt een te alledaags, commercieel klimaat. OK, tolerantie, openheid en emancipatie hebben er mee voor gezorgd dat prostitutie vanonder hetzelfde hoedje als criminaliteit werd weggetoverd. En da’s maar goed ook. Toch miste ik er wat geheimzinnigheid, wat kop-in-de-kraag-steken, wat uitdagen en afstoten en vice versa. Ach, misschien ben ik te veel romanticus gebleven voor deze moderne tijd. Maar ketens van eroticashops, hamburgertenten en pop-up- of outletsexboetieks zijn er toch net over. Er net over mag hier, maar op een andere manier.
Het Seksmuseum (Damrak 18, vlak bij het station) profileert zich als het enige, echte seksmuseum ter wereld en jawel, daar nijgt het naar. Het oogt wat muffig en inspiratieloos (dodelijk op gebied van seks) maar wie ervan uitgaat dat erotiek ontstond in de jaren ’60 van de vorige eeuw leert hier dat onze dametjes en heren voorouders al eeuwen van wanten wisten. Laten we zeggen: leuk voor een regenachtige dag. Kinderen wachten buiten aan het lijntje.
Geen commentaar!
Of toch: natuurlijk kan je ondertussen in Amsterdam, zoals in heel Nederland trouwens, heerlijk tafelen. Die trend blijft zich doorzetten en de landkaart is nu ook bezaaid met Michelinsterretjes en Gault Millaukoksmutsen. Maar wereldstad Amsterdam presenteert natuurlijk de hele wereldkeuken, met de Vlaamsche frites en Belgische bieren bovenaan de kaart.