Terugkomst in Ethiopië
Bestemming:
A. Addis Abeba
(Ethiopië)
, B. Lalibela
, C. Bahir Dar
, D. Gondar
, E. Debark
, F. Axum
, G. Mekele
, H. Arba Minch
, I. Konso
, J. Yabello
, K. Harar
Periode: januari 2005
Vervoer: Vliegtuig, busje
Accommodatie: Diverse hotels
Organisatie: Sawadee
In 1998 was ik al eerder in Ethiopië geweest en dit jaar wilde ik er graag weer naar toe. Dus heb ik een rondreis geboekt bij reisorganisatie Sawadee. Destijds kon ik een aantal zuidelijk gelegen plaatsen niet bezoeken ivm de hevige regen en daar ga ik nu wel heen. Ook ga ik deze keer naar Harar, de ommuurde islamitische woestijnstad.
Via Rome vliegen we naar de hoofdstad van Ethiopië, Addis Abeba. We komen midden in de nacht aan en moeten dan eerst een visum kopen. Dit gebeurt met de bekende Afrikaanse bureaucratische accuratesse, die ik gelaten een half uurtje over mij heen laat komen! Vervolgens naar het hotel, die gelukkig dichtbij is. Even een drankje doen, kennismaken met reisleider Frank en dan slapen.
Deze rondreis van Sawadee bestaat maar uit een groepje van 11 reizigers en is een gezellige groepje. Vandaag kunnen we de stad Addis Abeba bezoeken. Deze, vrij nieuwe stad, maakt ook nu niet veel indruk op mij. We drinken met de groep een heerlijk sapje bij het immense Mascal Square. Het sapje is bijna puree, van mango, papaya en ananas; echt heerlijk! Het Mascal Square is aangelegd in 1978, en werd tijdens de revolutie gebruikt voor grote parades en andere machtsvertoningen. Er is plaats voor 100.000 toeschouwers!
Ondanks dat het land maar korte tijd bezet is geweest door Italië, is de Italiaanse invloed nog altijd merkbaar. We gaan dineren bij een Italiaan met een uitstekende keuken. De eigenaren zijn een Italiaans echtpaar dat hier al tientallen jaren woont.
En dan horen we ineens zwaar onweer. Omdat het nu het droge seizoen is, kan dit eigenlijk bijna niet. Maar het regent zo hard dat we met de taxi terug gaan naar het hotel. Tas vast klaarmaken want morgen moeten we om 4 uur op! In de bar drinken we een pilsje, het is een leuk feestje met livemuziek. Erg gezellig, maar het gaat steeds harder en sluitingstijd kennen ze blijkbaar niet! De bassen laten alles trillen: weer een nacht niet geslapen dus!
Lalibela
Om 5 uur zijn we al op het de luchthaven en krijgen we een zeer strenge veiligheidscheck. Scherp afgesteld, veel piepjes en dus steeds meer uit, tot de schoenen aan toe! We maken nog een tussenlanding in Gondar en zijn dan om 9.45 uur in Lalibela.
In Lalibela krijgen we ontbijt en de briefing. Vervolgens gaan we in 2 groepjes op pad, uiteraard met gids en Landcruiser waar nodig. De volgende 3 dagen is naar eigen inbreng. We besluiten om eerst eerst naar de rotskerken te gaan waar Lalibela zo beroemd om is. In de 12e eeuw zijn deze door koning Lalibela uit de rotsen gehakt. Erg imposant om te zien! Bijzonder is ook dat men het land van Jezus heeft uitgebeeld. In dit gebied zijn nog meer rotskerken, die staan voor morgen op het programma.
Prachtig, oud-vulkanisch landschap
We beginnen de dag met een ritje naar de kerk Yemrehanna Krestos, 42 km ten noorden van Lalibela. We rijden ongeveer 2,5 uur door een prachtig, oud-vulkanisch landschap. Door bijna iedereen wordt er landbouw bedreven en zo niet dan lopen er wel koeien, geiten en ezels. Op zo`n 20 minuten loop/klimafstand van de kerk wordt geparkeerd, de weg naar de kers is aangelegd met behulp van de Stichting Nederlandse Vrijwilligers.
De kerk is in de 12e eeuw gebouwd door koning Yemrehanna en naar hem vernoemd. Maar liefst 40 jaar lang droeg hij de mis op met brood en wijn die volgens de legende elke dag door de engelen werden gebracht. Ik vind het een prachtige kerk, rijk versierd met gebeeldhouwde geometrische motieven en fresco`s. Achterin de kerk liggen velen beenderen. Omdat deze kerk gebouwd is ipv uitgehouwen is het een total andere kerk. Buiten de kerk begint er net een dienst. Vanuit de grot worden de kruisen naar buiten gedragen, er wordt op de grote drums geslagen en gezongen. De priester zegent alle aanwezigen. Een indrukwekkend gezicht om deze vrouwen en mannen zo vol eerbied bezig te zien!
Op de terugweg stoppen we bij een markt. Van heinde en ver zien we mensen met een zak op de rug, of pakezels, huiden of boomstammen naar de markt sjouwen. Sommigen zijn al uren aan het lopen. Op de markt is echt van alles te koop van geiten tot groenten en fruit.
Anekdote: er komt een jongen naar mij toe, trots dat hij Engels kan, zegt hij:"My name is Joannis, what`s your name?" Ik zeg hem hoe ik heet en vraag hoe de nieuwsgierige jongens heten die achter hem staan. "Has no name, he is a farmer!"
Rotskerken in Ethiopië
Vandaag bezoeken we de 5 noordelijke rotskerken en overal zijn er kerkdiensten aan de gang, ter ere van de heilige Drievuldigheid. Omdat deze ceremonies al voor dag en dauw beginnen moeten we vroeg op pad. Het eerste deel mogen we helaas niet bijwonen, maar later zijn we wél welkom. Het is me niet heel duidelijk waarom, maar we doen het maar zo. Het is een enorm indrukwekkend gezicht om in deze eeuwenoude omgeving deze mensen hun geloof te zien beleven! De kerken die we vandaag bezoeken lijken authentieker. We gaan van de ene naar de andere kerk door tunnels en gangen; sommige zijn wel 15 meter diep uitgebikt in de bodem! `s Middags gaan we per binnenlandse vlucht naar Bahir Dar, aan het Tanameer.
DEEL 2. Bahir Dar, Tanameer, Gondar (Timkat)
In Bahir Dar verblijven wij in een typisch Ethiopisch hotel: ooit mooi geweest, en helaas niet onderhouden. Maar de omgeving is prachtig. Bahir Dar is Italiaans ingericht. We krijgen een lekker buffet met een mooi uitzicht op het Tanameer!
We beginnen vandaag met het bezoeken van een schiereiland waar zich een aantal kloosters bevinden. De vaartocht duurt 1 uur per enkele reis en het is heerlijk op het water. We zien o.a. pelikanen, verschillende aalscholvers, Afrikaanse zee-arenden, reigers enz. Veel mannen zijn al op pad met hun papyrusbootjes, om te vissen of om brandhout naar Bahir Dar te vervoeren. Doordat dit erg langzaam gaat en de afstand behoorlijk groot is kunnen ze maar 1 keer per dag een vrachtje doen!
In de middag gaan we naar de Tis Issat watervallen in de Blauwe Nijl. We proberen ons voor te stellen wat het ooit geweest is. Sinds enkele jaren tapt men het water af voor een elektriciteitscentrale; daarvoor was het een enorme waterval! Vandaag de dag komt er nog maar 2% van het water naar beneden: echt een piesstraaltje! De wandeling erheen gaat door een ruig landschap, ontzettend mooi maar best vermoeiend vind ik. Ook hier zien we weer veel vogels waaronder een stel gieren bij een dorp waar zelfs ík de geur van kadavers opmerk!
Gondar
Vandaag rijden we door een mooie streek naar Gondar. We rijden rond het Tanameer, waar we weer vogels zien zoals de kuifarend, witte ibis, zilverreiger en koereiger. De Chinezen helpen hier om de een asfaltweg aan te leggen. Er worden soms halve bergen afgegraven om een weg aan te leggen!
Gondar is een aardige stad waar veel nieuwbouw is verrezen sinds ik er 7 jaar geleden was. Vergeleken met andere plaatsen ziet het er redelijk welvarend uit. 's Middags begint Timkat, het herdenkingsfeest van de doop van Jezus Christus. Tabots worden in processie de kerken uit gedragen en met dans, muziek en gezang door de stad gevoerd. Erg indrukwekkend!
Vooral de jongemannen die zwaaiend met stokken voorop liepen vond ik indrukwekkend. Zij maken de weg vrij voor de heilige tabots! Het lijkt een beetje op de "bielemannen" die in de Achterhoek bij sommige processies wel voorop lopen!
Eerder had ik al een andere overeenkomst opgemerkt bij het Tanameer. Tijdens de tocht zag ik een kruis op een hoge staak in een akker. Dit deed me direct denken aan de oude hagelkruisen zoals we die oosten van Nederland kennen om de gewassen te vrijwaren van hagel en ander "on"-weer.
De processie eindigt bij het bad van koning Fasalides. Hier zijn gigantisch veel mensen bij elkaar. Er werd van te voren al geadviseerd om geen geld of iets mee te nemen want ondanks dat Ethiopië een veilig land is, bij dit soort gelegenheden komt diefstal regelmatig voor. Het is behoorlijk dringen bij de toegangspoort van de hof. Als we binnen zijn zien we verschillende ceremonies. De tabots blijven hier vannacht om onder gebed, dans en gezang de dageraad af te wachten.
We eten in een sfeervol restaurant waar alleen inlandse gerechten te krijgen zijn, die bestaan uit enjera met bijbehorende groentes, stukjes vlees en kruidige sausjes.
Zegenen van badwater in Timkat
Vanochtend zullen de ceremonies rondom Timkat tot een hoogtepunt komen met het zegenen van het badwater. Wij staan al om 5 uur op om dit mee te maken. We krijgen de beste plaatsen bij het bad en vanaf 6 uur kunnen we de viering aanschouwen. Om 7.30 uur, als de zon net op is, loopt een priester met kaarsen naar het water en zet deze in het water, gepaard met het uitspreken van een aantal formules. De kaarsen doven en daarmee is het water gezegend. Er springen gelijk een aantal jongens het water in en gooien elkaar nat, maar niet alleen elkaar ook het publiek op de rand van het bad wordt 'gedoopt'.
's Middags bezoeken we Royal Enclosure, een verzameling kastelen (ruïnes), gebouwd vanaf de 17e eeuw. De Indiase stijl doet vermoeden dat er destijds een Indiase architect is aangetrokken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Ethiopië bezet door de Italianen en de bevelhebber verbleef hier in één van de paleizen. De Engelsen hielpen de Ethiopiërs door dit hoofdkwartier uit te schakelen en hebben het complete complex gebombardeerd, wat ze aardig gelukt is! Het oudste paleis is gerestaureerd waardoor je een aardige indruk krijgt hoe het was.
Daarna bezoeken we de kerk van Debre Birhan. Deze is vooral bekend vanwege zijn prachtige plafondschildering, bestaande uit vele hoofdjes van engelen die symbolisch in alle windrichtingen kijken en allen een bijbehorende gezichtsuitdrukking hebben.
Vandaag gaan we richting Simiengebergte, naar Debark. We bezoeken eerst nog één van de laatste Falashagemeenschappen (Ethiopische joden), net buiten Gondar. Het grootste deel van de falasha's is in de jaren `70 naar Israël vertrokken.
DEEL 3. Simiengebergte, Axum en Klooster Debre Damo
Onderweg naar Debark, in het Simiengebergte, zien we het landschap veranderen. Hoe hoger we komen, hoe droger het wordt en hoe minder landbouw we zien. We worden er veel paarden gehouden om als last- of rijdier te gebruiken. Als we aankomen in Debark zitten we onder het stof. In het Simien-hotel nemen we een snelle en koude douche om korte metten te maken met het vuil!
De nacht is koud; 6ºC. Dus lekker vroeg onder wol, morgen staat ons een behoorlijke wandeltocht te wachten.
Om 6 uur opstaan en dat valt niet mee na een behoorlijk slechte nacht. Ik ben erg verkouden en mijn oren fluiten, alsof Radio Nederland Wereldomroep erin zit! Met de bus gaan we naar Simien Mountain Park. Ondanks dat ik niet lekker ben kan ik wel genieten van de vergezichten in het ochtendlicht. Verder zien we een groep geladabavianen, dit soort komt alleen hier voor. Deze bavianen eten alleen planten en doordat ze altijd op de grond zitten schijnt het geslachtsdeel dat de bronst aangeeft verdwenen te zijn. Maar nu kleurt de roze borstvlek felrood.
Ik loop de korte route door een veld reuzenlobelia's. Bij het uitzichtpunt gaan we zitten en genieten een tijdje van het prachtige landschap. Tijdens onze wandelingen hier krijgen we een gids en bewaker met pistool. Lijkt allemaal wat overdreven. We wandelen terug en wachten op de rest van de groep.
Axum
Vandaag krijgen we een rondleiding door Axum, de lokale gids informeert ons over de resten van het paleis van de eerste Christenkoning, Khaled en het paleis van de koning van Scheba. Maar bij het laatste verhaal komen we erachter dat er een tijdgat is van zo`n 1500 jaar tussen het leven van voornoemde koningin en de bouw van het paleis!
Tegenover het paleis ligt een veld met tientallen oude stèles, vele zijn omgevallen. Ze zijn ouder dan de stèles in Axum zelf die ongeveer 1800 jaar oud zijn. Deze staan bijna allemaal nog rechtop en zijn prachtig versierd. De grootste stèle ligt op de grond, in stukken gebroken. Nummer 2, 28 m hoog ligt in Italië waar Mussolini hem mee naartoe heeft genomen. Maar binnenkort wordt deze weer overgebracht naar Axum. De nummer 3 (23 m) staat nog mooi overeind.
Er staat tevens een beroemde kapel waar de Heilige Ark des Verbonds is opgesteld. Tenminste, dat zeggen de overleveringen. Buiten de wachterpriester heeft niemand toegang tot deze kapel. Zou de ark zich hier echt bevinden...?! Echt bewijs is er niet, maar aanwijzingen zijn er wel degelijk!
De oude kathedraal, H. Mariam van Sion kunnen we alleen zonder de dames bezoeken. Het is van oorsprong een kloosterkerk en daar mogen vrouwen niet naar binnen. Binnen zijn prachtige muurschilderingen te bewonderen. Het zijn eigenlijk schilderingen op doek die later tegen de muur zijn geplakt; een bijzondere techniek. Er zijn buiten nog veel restanten te zien van de vroegere kerk die in de 16e eeuw door vijandige moslims is verwoest.
Yeha en Adigrat
Voordat we in Adigrat zijn, gaan we eerst naar Yeha. Hier bevinden zich de restanten van een oude tempel, ongeveer 500 jaar v. Chr., de pre-Axumitische tijd. Er is een driezijdige muur overgebleven waarvan de stenen met grote precisie op elkaar gestapeld zijn. Bij de kerk ernaast zien we dat er enkele rijten ibex-kopjes zijn ingemetseld die afkomstig zijn uit de tempel, wellicht doen ze hier ook wel hun nut als bescherming!
In een nabijgelegen schuurtje zien we nog steenfragmenten met saädische teksten. Boven is een soort van bibliotheek, waar een in doeken gewikkeld evangelieboek ligt van wel 400 jaar oud! De afbeeldingen zijn nog zo helder van kleur alsof ze gisteren geschilderd waren! Echt prachtig.
Vervolgens gaan we naar het kloostercomplex Debre Damo. Door een prachtig landschap met verschillende tafelbergen gaan we richting Debre Damo. De weg is steil, enorm bochtig en meestal heel slecht. Naar het plateau zelf is geen weg aangelegd maar alleen te bereiken per touw! Wie wilt wordt in een lus gesnoerd en wordt naar boven gehesen door enkele monniken. Echt uitgehakte steunen zijn er niet en er wordt aanbevolen om het op blote voeten te doen. Ik heb ook de stoute schoenen aan- (of uit-) getrokken en ben boven gekomen, geheel ingesnoerd en uitgeput.
Debre Damo is het oudste klooster van Ethiopië en herbergt bijzondere manuscripten. Het gebouw zelf lijkt ook deels van pre-Axumitische tijd te stammen, gezien de hoeken die net zo opgebouwd zijn als de tempel van Yeha.
Als ik terug ben blijkt dat ik de korte rondleiding heb gehad en moet wachten op de andere mannen. Vrouwen zijn namelijk niet toegestaan in het klooster. Ondanks de korte rondleiding en de inspanning om er te komen was het zeker de moeite waard!
Mekele, de hoofdstad van Tigray
Vandaag staat Mekele, de hoofdstad van Tigray, op het programma. Maar eerst gaan we 2 rotskerken bezichtigen. Helaas mislukt onze eerste poging. De andere kerk, bij Wukro, gaat gelukkig wel open. Eenmaal in Mekele komen we terecht in een mooi hotel, het Hilltop. Maar in de stad zelf is weinig te zien, zoals in de meeste Afrikaanse steden.
Controle op de luchthaven
We vliegen naar Addis Abeba vandaag en vanaf daar rijden we naar het zuiden. Op het vliegveld wederom een strenge controle; echt álles wordt overhoop gehaald. Ze willen zelfs dat ik wat uit mijn waterfles drink om te bewijzen dat het echt water is.
In Addis Abeba staan 3 landcruisers klaar waarmee we naar het Abijatta-Shallapark worden gebracht. Tegen de avond genieten we van het uitzicht over de 2 meren. We worden omringd door verschillende soorten fauna zoals een zwerm kluten, flamingo's, sporenkieviten, een wrattenzwijn, abessijnse scharrelaar, grant-gazelle en een struisvogel.
Dan worden we naar het resort gebracht aan de andere kant van de weg, aan het Lake Langano. Wat een prachtige plek, mooi resort en prima eten! Had hier nog wel wat langer willen blijven.
DEEL 4. Van Mekele naar Arba Minch en Lake Chamo
Zonder ontbijt vertrekken we al om 6.30 uur. In Shashemene krijgen we wat te eten. Hier zien we een leider van de Borana binnenkomen. Het is een gewichtig persoon. De Borana is een groot, halfnomadisch herdersvolk dat zich in het zuiden ophoudt. Hij is met 2 raadsmannen onderweg naar een wereldconferentie voor herdersvolken.
Onderweg zien we ineens een oponthoud. Een van onze auto's blijkt een ezel te hebben aangereden. De chauffeur van deze auto reed gister ook al als een bezetene en bleek vanochtend ook al een koe te hebben geschampt! De eigenaar van de ezel wil geld, véél geld. Als we goed kijken blijken de wonden op de schoft niet van het ongeluk te komen maar van het schurende zadel. Als er een bemiddelaar bijkomt zakt de eis al snel en is de man tevreden met 120 birr (10,- euro)...
Omdat we voorlopen op schema gaan we nog even langs het Dorzedorp Chencha in de bergen. De Dorze stam leeft in bijenkorfachtige hutten van soms wel 12 m hoog. Ondanks dat het een kleine stam is zijn ze overal in Ethiopië bekend om hun geweven stoffen.
We verblijven vannacht in een prachtig gelegen resort bij Arba Minch. Vanuit onze bungalow hebben we uitzicht over de meren Chamo en Abaja. Eenmaal daar aangekomen blijkt dat de onvoorzichtige chauffeur naar huis is gestuurd. Morgen komt er een andere chauffeur voor hem in de plaats. Gerust kunnen we dan gaan slapen.
Nechisarpark
We beginnen de dag met een bezoek aan het Nechisarpark. Eenmaal boven in het park hebben we een geweldig uitzicht over de meren. We zien een paar prachtige krokodillen en Afrikaanse zee-arenden. Verderop zien we een paar dik-diks, de kleinste Afrikaanse gazelle en Bavianen. Het is een mooi uitstapje waarbij we een afwisselend landschap zien. Helaas is vlees voor de inwoners van Ethiopië een bron van inkomsten waardoor er al veel wild is verdwenen. De zebra's worden gezien als onrein en hebben er gelukkig geen last van.
's Middags maken we een boottocht over het Chamomeer en zien we veel vogels zoals de ibis, aalscholver, nimmerzat (=geelsnavelige ooivaar), goliathreiger, zeearend en verschillende ganzen. Maar we krijgen ook veel krokodillen te zien! Op één plek tel ik er maar liefst 40! Langs de kant zien we ook nijlpaarden. Een prachtig gezicht!
DEEL 5. De volken in het zuiden: Konso, Hamar, Mursi
Wat heeft het vannacht hard geregend! En dat kunnen we ook goed zien als we naar Konso rijden. Gelukje is dat we nu geen last hebben van de stof, maar me moeten wel door het water. Onderweg vallen vooral de bijenkorven mij op. `s Middags komen we aan in Konso, waar we verwelkomd worden door een Konsogids. Hij vertelt veel over het Konsovolk. Binnen de stam is alles vrij strak geregeld: er zijn 9 clans verdeeld over 30 dorpen met een totaal van ±250.000 mensen. In elk dorp komen alle clans voor maar er wordt niet getrouwd bínnen de eigen clan. Elke clan heeft zijn eigen koning. Het dorp waar wij zijn ziet er heel compact uit. Het dorp is ommuurd en iedere woning heeft ook weer een aparte omheining. Het is een heel eigen gemeenschap die niet lijkt op andere Ethiopische stammen. Ze werken voornamelijk op het land en verbouwen mais, katoen, groenten en fruit en sorghum. De meeste clans doen dit werk al eeuwenlang. We maken ook nog kennis met één van de Konsokoningen en gaan naar een koninklijke grafveld met de koninklijke "waga's".
Het blijkt behoorlijk bewolkt als we opstaan, eenmaal onderweg naar Turmi begint het dan ook gigantisch te regenen. Ik begin al angstig te worden dat ik ook deze keer Turmi niet kan bereiken, net als 7 jaar geleden.... En voor zo'n deceptie ben ik toch eigenlijk niet gekomen!
Uiteindelijk hoeven we maar één keer lang te wachten bij een rivier. Maar als de vrachtwagen voor ons het gaat proberen gaan wij er achteraan. Na een lange rit door de uiteindelijk droge Rift Valley komen we aan in Turmi. Een klein dorp en voor mijn gevoel zijn we hier aan het eind van de wereld. Maar tot mijn verbazing wordt hier een wereldconferentie gehouden. De conferentie wordt bijgewoond door nomadische herdersvolken uit maar liefst 25 verschillende landen. Ze spreken hier over hun normen en waarden, hun rechten en plichten en hun bestaansmogelijkheden. Er lopen indianen uit de Andes en de Rockies maar ook herders uit Mongolië en de Arabische wereld rond; veel stammen uit Afrika zijn vertegenwoordigd maar ook de herders uit Spanje en Roemenië.
Turmi
De markt in Turmi is een sociaal gebeuren waar het verkopen van producten op een tweede plaats lijkt te staan. De sieraden die verkocht worden zijn het meest in trek bij de toeristen. Ik word nog ergens naar binnen gevraagd voor koffie: een zieke grootmoeder, opa, moeder, wat tantes, een dochter met alweer een dochtertje: 4 generaties bij elkaar! Er is geld nodig voor de zieke oma en voor het kleine kindje blijkt ook ziek...
Als we 's middags in een naburig dorp zijn worden we getrakteerd op een originele Hamardans, een uitdagende verleidingsdans. We zien diepe littekens op de ruggen van de vrouwen, tijdens de dans worden ze namelijk met stokken geslagen, vaak tot bloedens toe. Dat gebeurt gelukkig niet bij deze demonstratie.
Op bezoek bij een Karodorp
Vandaag bezoeken we in het Magopark wederom een Karodorp. Dit dorp ligt schitterend in een bocht van de Omorivier. We zien er vele apen, vooral bavianen. Het is hier behoorlijk warm, zo`n 35ºC. Bij de campsite in het park is een riviertje waar lekker kunnen badderen. 's Middags en tegen de avond doen we dat nog eens. Deze keer zijn we 's nachts in de echte jungle met alle geluiden die er bij horen, van blaffende bavianen tot sjirpende cicaden en luid kwakende boomkikkers.
Mursi-stam
Al om 6 uur staan we op, de boel inpakken en op naar de Mursi. Deze stam (6500 mensen) leeft heel geïsoleerd in het Magogebied. Zij staan bekend om hun strijdlust en onafhankelijkheids-gevoel maar vooral om de schotels die de vrouwen in hun onderlip dragen! Een erg vreemd gezicht! De meeste mannen lopen zo goed als naakt rond en laten zich graag fotograferen. De meeste zijn bijzonder beschilderd, tot op de penis toe! Een echt hoogtepunt deze reis!
Helaas zien we niet veel wilde dieren in het park. Wel zien we veel dik-diks, een hartebeest en wat vogels. We overnachten in Jinka, in een mooi nieuw hotel. Waar helaas de stroom nogal eens uitvalt.
Yabello
Vandaag staat ons een lange reisdag naar Yabello te wachten. Maar niet voor we de markt in Key Afer hebben gezien. Een kleurrijke markt waar Hamar, Borana en Konso o.a. komen. We overnachten in Dila op de weg naar het noorden. Harar is nog zo'n twee reisdagen rijden.
DEEL 6. Woestijnstad Harar
We zijn een aantal dagen verder en moeten nog ongeveer 450 km naar Harar. Het is een goede weg maar de chauffeur is enorm traag en dan schiet het nog niet erg op. Rond 16.00 uur zijn we in Harar en hebben dan even rust. Direct na zonsondergang moeten we bij de poort zijn voor de "hyenaman". Al jarenlang wordt `s avonds het afval van de stad door de stadsmuren naar buiten gegooid en de hyena's werden hier dankbare afnemers van. Beide blij, bewoners geen troep en hyena`s eten. Vandaag de dag is het nog steeds traditie om de hyena's iedere avond te lokken met stukken vlees. Deze wilde dieren zijn zo aan mensen gewend dat ze zelfs vlees uit de mond van de man eten! Het is enorm spectaculair om te zien.
Al om 5 uur worden we wakker door een luid imamgezang. Lijkt wel of we in het Midden-Oosten zijn. Bij het hotel begint om 7 uur de qatmarkt en deze markt duurt de hele dag. Wij maken in de ochtend een excursie door de oude, ommuurde stad. We bezoeken o.a. het paleis van de eerste gouverneur uit de 19e eeuw. Harar is een aardige stad, niet echt Ethiopisch maar meer Arabisch. Dat het echt islamitisch is zien wel aan de vele tombes zoals die van sjeik Abadir, de stichter van de stad en emir Nur, de bouwer van de stadsmuur en aan de honderd moskeeën die de stad rijk is.
De omgeving van Harar is zeer vruchtbaar en bekend om de koffie en de qat. Vroeger werd de koffie verscheept naar Al Mokha in Jemen (mokka-koffie) waar ook de VOC een handelshuis had. In een koffiebranderij koop ik tot slot als aandenken een zakje van de prima koffie uit deze streek.
Ethiopisch diner
Het begin van het einde! Na 's morgens nog even de stad in geweest te zijn vertrekken we naar het vliegveld van Dire Dawa. Na wederom ultrastrenge controles vliegen we naar Addis. Hier wordt ons door de reisorganisatie Sawadee een Ethiopisch diner aangeboden met live muziek en dans, omdat we zo'n prettige groep waren. Een perfecte afsluiting van een mooie reis.
Om 2.15 uur vliegen we, via een tussenstop in Rome, naar Schiphol. Om 10 uur 's ochtends komen we weer aan. Ik kan terugzien op een schitterende, aangename reis. Héél veel gezien, héél druk programma, maar dat wist ik van tevoren, daar heb ik zelf voor gekozen!
Voor het complete verhaal en alle foto`s ga naar www.tevoortwis.net