Gratis reisvoorstel aanvragen

Onvergetelijke rondreis door Madagaskar

Landkaart met overzicht van deze reis

Bestemming: Antananarivo, Andasibe, Mantadia, Ambositra, Madagaskar
Periode: juli 2013
Vervoer: Auto
Accommodatie: Hotels
Organisatie: SNP Reizen

Foto van deze vakantie

De laatste week van juli 2013 begint dan echt de reis naar één van onze droombestemmingen: Madagaskar. We hebben al diverse prachtige natuurdocumentaires gezien met mooie beelden van lemuren, kameleons, bijzondere rotsformaties, en nog veel meer moois.
Alle foto’s: © Wouter van de Weerd

Dit willen we nu graag ook eens met eigen ogen gaan zien, fotograferen en allemaal zelf meemaken. Aangezien Madagaskar niet een heel eenvoudig land is om zelf rond te trekken (wat we eigenlijk wel het liefste doen), hebben we besloten een geheel georganiseerde reis op maat te boeken bij de SNP Reizen. Een rondreis in een auto met privé chauffeur/gids, overnachtend in middenklasse hotels. We hebben er geen spijt van gehad!

Van Antananarivo naar Andasibe

Na een lange dag (de wekker stond op 03.40 uur) en een lange vlucht (vanaf Parijs 8.800 km en bijna 11 uur vliegen) zijn wij aangekomen in Antananarivo, de hoofdstad van Madagaskar.

Olivier, onze gids en chauffeur voor de komende dagen, haalt ons op voor onze eerste reisdag naar Andasibe, aan de oostkust. Gisteravond verdacht ik iedereen ervan dat ze uit waren op de enorme hoeveelheid bankbiljetten Ariary die we voor onze Euro’s op het vliegveld hadden gewisseld (€300 = 847.000 Ariary). Ik voelde me een miljonair en dat voelt niet fijn in een donker vreemd arm land. Nu hebben we even veel geld op zak, maar het voelt anders.

Bijzonder onderweg zijn de akkers, waar een deel van het jaar rijst wordt verbouwd maar waar ze nu bakstenen aan het maken zijn van de modder. Ook onze stop in private reptile park “Madagascar Exotic” was de moeite waard. Daar zien we onze eerste kameleons!

De stenen liggen te drogen
De stenen liggen te drogen


Onze eerste lunch op Madagaskar is Chinees. Verrassend maar wel lekker. Volgens Olivier wonen er in het oosten van het eiland veel Chinezen en in het oosten weer opvallend veel mensen uit India. We komen rond 4 uur aan in hotel “Feon’ny Ala” in Andasibe. Zoals we gelezen hadden is het hier koud en vochtig, de truien komen goed van pas.

Andasibe – Mantadia, Analamazotra en Mitsinjo Reserve

We blijven 4 nachten in Andasibe, zodat we ruim de tijd hebben om deze drie natuurparken te bezoeken. Iedere dag gaan we met dezelfde gids, een kleine vrolijke en kundige vrouw, op pad. Ze weet al snel een paar kameleons te spotten, wat een bijzondere dieren zijn dit toch! De drie nationale parken bestaan uit groen, dichtbegroeid en vochtig regenwoud. Een ideaal leefgebied voor diverse soorten lemuren. De prachtige diadeemsifaka, gekraagde maki, bruine maki, de schattige grijze bamboelemur en uiteraard de grootste van alle lemuren, de Indri Indri, we zien ze allemaal. Maar ook genieten we volop van de orchideeën, bomen, spinnen, kikkertjes, en verschillende vogels.

Kameleon in Madagaskar
Kameleon in Madagaskar


Onze mooiste ervaring is in het Mitsinjo Reserve, waar een nog jonge Indri Indri omlaag klimt in een boom, gelokt met lekkere jonge rode blaadjes die onze gids van de grond heeft opgeraapt. De Indri zit op ooghoogte in de boom en Carin kan ‘m voeren. Geweldig! Van dichtbij zie ik zijn lange wimpers, lange vingers, snijtanden en ik voel hoe hij de blaadjes uit mijn handen trekt. Het zijn lekkere blaadjes, hij zit ervan te smakken.
Een Indri die dichterbij komt
Een Indri die dichterbij komt


Ook ’s avonds maken we nog twee keer een nacht-excursie, waarbij we met zaklantaarns weer andere kameleons en kikkers spotten. Weer een bijzondere ervaring. 

Antsirabe en Ambositra

Vervolgens trekken we door via Antsirabe naar Ambositra. Antsirabe ligt op een hoogvlakte op 1.500 meter hoogte. Wouter is blij dat hij niet zelf hoeft te rijden, de weg is vol met bochten, redelijk wat vrachtauto’s en taxi-brousse busjes. En naast de weg lopen veel mensen, in hun beste kleren op weg naar de kerk of de markt in een dorp verderop. We doen er een kleine dag over om Antsirabe te bereiken.

We passeren meerdere politiecontroles onderweg. We mogen de meeste controle posten gewoon passeren. Eén keer worden we aangehouden. Volgens Olivier controleren ze alleen of de papieren van de chauffeur in orde zijn. Hij lijkt niet zenuwachtig. Wij maken ons dus ook geen zorgen. Een dergelijke controle lijkt geen aanleiding te zijn tot corruptie of geldklopperij bij toeristen.

De volgende ochtend bezoeken we in Antsirabe een aantal workshops en winkeltjes: een snoepfabriekje, een klein atelier waar een man van afval (lege blikjes, stukjes draad, restjes waterslang, et cetera) autootjes en fietsjes maakt. Een atelier waar door een rijtje dames tafellakens worden geborduurd met allerlei afbeeldingen: beesten, en dansende of op het land werkende mensen. In de vierde workshop laat een jongen zien hoe je van een hoorn van een zebu een lepeltje maakt. Een meisje geeft in het Engels een toelichting. Ook gaan we nog naar een atelier waar ze kostbare stenen verwerken tot beeldjes en sieraden, maar wij zijn niet zo van de stenen. Wel hebben we intussen, zoals we thuis al hebben voorgenomen, overal wat souvenirs gekocht. Zo helpen we de lokale bevolking weer een klein beetje…

Portret van een jonge moeder
Portret van een jonge moeder


Na alle workshops en shops rijden we verder naar het zuiden, naar Ambositra (spreek uit: Amboosh). Omdat Wouter last heeft van buikgriep (de medium gebakken biefstuk was toch niet zo’n goed idee) doen we verder niet zoveel die middag.

De volgende ochtend heeft Olivier weer wat workshops voor ons in petto. Ambositra is bekend om het houtsnijwerk, dus uiteraard bezoeken we een houtatelier. Er worden souvenirs en meubels gemaakt. In de workshop zitten een aantal mannen houtsnijwerk te maken. Snijden, hakken en figuurzagen. Zittend op de grond maakt een man een boekensteun met de beeltenis van een kameleon uit een blok hout dat hij tussen zijn voeten geklemd houdt.

Vervolgens rijden we door naar het Ranomafana nationaal park, waar we weer veel andere soorten lemuren hopen te gaan zien. De avond dat we aankomen, doen we meteen een avondwandeling, die nog succesvoller is dan beide keren in Andasibe. We zien een muis lemuur, kikkers, spinnen, een bladstaartgekko zonder staart, verschillende soorten kameleons, kleine maar ook best grote. Toppie! Na de wandeling eten we in het hotel en gaan vroeg naar bed. Moe.

Ranomafana

Ook in het Ranomafana nationaal park gaan we weer met een gids op pad, dit keer ook nog met een leerling gids erbij. We gaan de ‘lange’ wandeling maken, 6-8 uur. Het is bewolkt en regenachtig. De bomen druppen, de paden zijn glad. We krijgen de complete regenwoudervaring. De gids is weer erg informatief, onder andere ook over de medicinale werking van diverse planten en bomen. En zoals gehoopt zien we weer veel dieren en nieuwe soorten, zoals de gouden bamboemaki, Millner Edwards sifaka, ringstaartmangoest en de gekko. De bamboe lemuren zijn erg schattig. Grote ogen, oortjes en een fluffy vacht maakt dat ze een hoge “ahhh” en aaibaarheidsfactor hebben. Het is geweldig om lemuren zo dichtbij te zien en ik sta meerdere keren met open mond te kijken hoe lenig ze van boom naar boom springen. Vooral de sifaka’s zijn bijzonder soepel in lijf en leden en met hun lange vingers kunnen ze zich goed vastgrijpen.

Had ik eerder het idee dat ik na de wandeling naar het thermale bad van Ranomafana wilde. Eén blik op het zwembad dat krioelt van de mensen geneest me subiet. Mijn vermoeide spieren hadden, na al het stijgen en dalen, een warm bad waarschijnlijk wel kunnen waarderen. Maar wij kiezen er toch voor om na de wandeling lekker met een boekje in de zon te gaan zitten bij onze bungalow. Heerlijk om een zonnetje op mijn huid te voelen na deze natte dag.

Anja Park

Vandaag hebben we een fikse reisdag en wat uitstapjes voor de boeg, dus we vertrekken op tijd: half 8. Als we Ranomafana verlaten, regent het. Na een uurtje rijden klaart het op en wordt het mooi weer. Onderweg maken we weer diverse korte stops. Bij de eerste zien we hoe sisal wordt gemaakt en gebruikt, de tweede stop is bij een atelier waar zijde uit cocons gesponnen wordt en er o.a. sjaals van gemaakt worden. En we bezoeken een klein papierfabriekje waar ze op de traditionele manier papier maken en versieren met bloemetjes.

Een langere stop maken we bij het Anja Park. Na een kleine lunch (we beginnen aardig doorvoed te raken) gaan we met een gids en zijn vriend de ‘spotter’ op pad het park in. Dit park is bekend om de ringstaartmaki’s die je van dichtbij zou moeten kunnen zien. We blijken geluk te hebben. Aan de rand van het bos ligt een waterpoel waar om de beurt twee families van ongeveer 10 tot 20 maki’s komen drinken. Je ziet vooral veel staarten. De zwart-wit gestreepte staarten camoufleren slecht in de vrij kale dorre bosjes, maar zijn erg fotogeniek. Het landschap om het Anja Park is heel anders dan we hiervoor in Madagaskar hebben gezien. We zijn omringd door kale mooi gekleurde rotsen.

Na twee uur in het Anja Park te hebben gelopen, moeten we snel verder. Het is nog ver rijden naar onze volgende overnachtingsplek in Ranohira, bij het nationaal park Isalo.

Ranohira – Nationaal park Isalo

We hebben heerlijk geslapen. Een recht bed en een goed kussen doen wonderen. Na een lekker ontbijt en gewapend met een lunchpakket (voor 1 persoon; dat leek ons voldoende gezien de enorme porties in Madagaskar), 3 liter water en onze zwemspullen, gaan we op pad. Een gids brengt ons met zijn rammelende auto naar het beginpunt van onze wandeling. We hebben gekozen voor de lange versie van de dagwandeling langs de piscine naturelle, de ridge (met uitzichten naar twee kanten van de bergrug), de cascade de nymphe, de blue pool en de black pool. Isalo bestaat uit kalksteen rotsen die door de erosie in mooie vormen zijn gesleten. Wij vinden het op Bungle Bungle NP in Australië lijken. In het steen zitten verschillende mineralen en er groeien verschillende algen op, waardoor mooie kleuren ontstaan. Mooi van dichtbij, maar ook prachtig als vergezicht.

Ons hotel “Isalo Ranch” is echt een aanrader. We hebben een mooie bungalow met een terrasje met twee ligstoelen en uitzicht op Isalo en de ondergaande zon. Er is ook een mooi verzorgd zwembad met terras, maar daar maken wij geen gebruik van.

Nationaal park Zombitse en naar Tulear

Als ik alleen opschrijf hoe laat we opstaan en vertrekken, klinkt dit eerder als een strafexpeditie dan als vakantie: 6.05 uur opstaan en 7.30 uur vertrekken. Maar we gaan ook heel vroeg naar bed; rond half 10. Dus aan onze nachtrust komen we wel toe.

We vertrekken om half 8 en rijden richting Tulear. De omgeving wordt steeds vlakker en ook steeds droger. Troosteloos. Toch blijkt dit dé plek voor gelukszoekers. Er zit saffier in de grond. Het dorp Ilakaka bestaat bij gratie van de saffierhandel.

Na een uur rijden komen we bij Nationaal Park Zombitse. Dit is een klein nationaal park en onze gids spreekt matig Engels, maar is heel goed in het nadoen van dierengeluiden. Ook als we niets zien hebben we het idee dat we door een bos vol beesten lopen. We zien in de twee uur dat we hier zijn en het kleine rondje dat we lopen verrassend veel: Verreaux’s sifaka’s, Hubbard’s sportive lemur (lijkt op Yoda van Star Wars, vind Carin), een Giant coua (loop-/grondvogel ter grootte van een kip), de Standings dag gekko en de Oustalets kameleon. Na dit verrassend leuke bezoek rijden we door richting de kust en zien we het landschap nog droger worden. De mensen op straat lijken echter opgewekt. Ze roepen ons enthousiast toe; vazah! (= buitenlander) Er wordt veel gezwaaid als we langsrijden. Rond lunchtijd komen we het Arboretum d’Antsokay bij Tulear. Vanaf Ranohira was het drie uur rijden. Na een heerlijke lunch gaan we de tuin in onder leiding van –alweer- een gids. Ik denk dat we straks na 3,5 week geen stap meer kunnen zetten zonder gids of chauffeur.

Verreaux Sifaka
Verreaux Sifaka


Ons hotel voor de komende nacht is “hotel Victory” in Tulear. We nemen afscheid van Olivier. Hij vertrekt morgenochtend vroeg en rijdt de auto terug naar Antananarivo. Een tocht van twee dagen.

Tijdens het diner volgt een verrassing. Ik heb zoals gewoonlijk weer het (thermisch ondergoed) shirt en een blouse aan en ik heb een fleece trui mee om de kou te trotseren. We dineren immers in een restaurant onder een grote open overkapping. Maar het is hier warm. Zo warm dat ik terug naar de hotelkamer ga om het thermisch shirt te ruilen voor een hemdje. Verrassend. Tot nu toe hebben we alleen nog maar frisse en koude avonden gehad. Wordt het vanaf nu dan eindelijk tijd voor de zonnehemden, rokje en jurk die nog onaangeroerd in mijn tas liggen?

Van Tulear via Antananarivo naar Morondava

Helaas was er geen rechtstreekse vlucht van Tulear naar Morondava toen wij er waren, we moesten dus eerst naar Antananarivo vliegen en vandaar de volgende ochtend weer door naar Morondava. In Tana is het duidelijk frisser dan in Tulear, de warme kleding moet weer aan. En bij het diner in het hotel is zelfs de open haard aan – lekker!

Omdat we de volgende ochtend nogal laat inchecken, levert ons dit twee stoelen in de business class op, helemaal achter in het vliegtuig. Dat is natuurlijk wel weer prettig. Veel beenruimte. We krijgen als eerste de catering langs en we mogen als eerste het vliegtuig verlaten als we in Morondava zijn geland. Daar staat weer een mannetje op ons te wachten. Hij brengt ons naar “Baobap Cafe Hotel” bij het strand van Morondava. Nu kan het grote relaxen beginnen.

De rest van de dag bestaat uit: verkennen van de naaste omgeving van het hotel en het strand, luieren bij het zwembad van het hotel, zonsondergang kijken op het strand en genieten van wat hapjes en drankjes. Heerlijk even lekker niks. En morgen hebben we nog zo’n dag!

Zonsondergang
Zonsondergang


Het lijkt overigens gek om hier gewoon even niets te doen als toerist. Andere toeristen zien we niet bij het zwembad, nauwelijks op het strand en ook de restaurants zijn opvallend rustig. Waar is iedereen? Misschien op een boot in de mangrove. Wij worden op het strand meerdere keren aangesproken door mannen die zeggen ons te kunnen meenemen op excursie in de mangrove. (Nee bedankt, geen interesse).

De dames in deze regio hebben een bijzonder schoonheidsritueel. Om hun gezichtshuid te zuiveren en tegen de zon te beschermen, smeren ze zich in met sap uit een tak of boombast. De tak wordt vochtig gemaakt en over het gezicht gehaald als een kwast. Dit levert, afhankelijk van de boomsoort, een geel, rood of wit masker op. In Nederland durf je je niet te vertonen met een gezichtsmasker op of krulspelden in. Hier gaan ze er gewoon mee over straat.

Morondava

We starten de dag nog redelijk actief. We kuieren naar het centrum van Morondava. We kopen ansichtkaarten en een T-shirt voor Wouter. Daarna gaan we naar het strand. Er is één plek waar parasols en ligbedden worden verhuurd. Dus daar gaan we heen. We verwachten hier ook de andere toeristen te zien. Het is druk op het strand, maar er is geen toerist te zien. Ik kom er achter hoe het voelt voor de Madagassische mensen om door toeristen bekeken te worden. Wij worden schaamteloos aangestaard alsof we buitenaardse wezens zijn. Zo voelt dat dus. We lunchen in een tentje op het strand. Rond half 5 wordt het frisser. Tijd om terug naar het hotel te gaan. Wat een heerlijke slome dag!

Van Morondava naar Bekopaka

Onze gids voor de komende dagen is Joachim Theofill. ook wel: Theo. Wij en Theo zijn om half 8 klaar om te gaan. Maar Joslin (also known as Jeremy Jackson) is wat verlaat. Om 7.45 uur vertrekken we en beginnen we aan een autorit waarvan gezegd wordt dat het een helse tocht is: 10 uur lang over een bijzonder slechte weg. De af te leggen afstand is ongeveer 280 km en er zitten twee ponten op de route.

Net buiten Morondava is het landschap heel open en mooi. Rijstvelden met verdwaalde baobaps daartussen. Het is hier druk op de weg. Zebu’s, geiten, lopende mensen. We passeren met regelmaat een soldaat die hardloopt met een geweer in de hand. Als wij ze inhalen moeten de soldaten minimaal twee minuten stof happen. Ons stof. Ik voel me (te) rijk en (te) decadent, zittend in een grote 4WD.

We komen langs de Allée des Baobaps. Op de terugweg zullen we hier rond zonsondergang langskomen. Dat belooft een spectaculair gezicht te worden. Ook met een hoge zonstand is de laan met aan twee kanten van de weg baobaps al bijzonder. Na de laan wordt het landschap saaier en de weg slechter. We passeren Kirindy Reserve, waar we op de terugweg een nacht zullen verblijven.

Ons stuiteren over de weg wordt afgewisseld met sporadische stukjes dat we stil kunnen blijven zitten. De pontjes zijn een welkome afwisseling. De eerste bereiken we rond half 11. De pont bestaat uit twee lange smalle boten die aan elkaar zijn vastgemaakt en belegd met grote planken. Er passen drie 4WD’s op. We steken niet alleen over naar de andere wal, maar varen een stuk over de rivier. We gaan in Belo aan land. Daar lunchen we. Het restaurant ademt een Cubaanse sfeer uit. Kleurrijk, netjes en een beetje passé. De tweede pont is vlak voor Bekopaka. Dit is een korte oversteek.

Onderweg naar Bekopaka
Onderweg naar Bekopaka


Rond half 5 zijn we in ons hotel. Het was in totaal (slechts) 9 uur rijden. Dat valt dus weer mee!

Bekopaka, Tsingy de Bemahara NP

We zullen 4 nachten blijven in Bekopaka, zodat we weer ruim de tijd hebben om dit bijzondere nationale park te bezoeken. Enig probleempje hier is dat Carin last heeft van hoogtevrees (best wel erg), en we hebben gelezen dat de wandelingen best over smalle, hoge richels gaan en deels via hangbruggen en touwladders over de kloven en rotsen.

De grote Tsingy

Gids Theo heeft een mooi fotoboek, en laat zien welke wandelingen we kunnen doen en hoe dat er ongeveer uit zal zien. Op basis daarvan besluiten we maar dat Carin niet mee zal (kunnen) gaan naar de wandeling in de grote Tsingy op de eerste dag. Wouter zal die wandeling gaan doen met een plaatselijke gids, en Carin gaat met Theo een kortere trail lopen. Wouter loopt een erg mooie wandeling door en over het bijzondere kalk-rotsgebergte. De rotsen zijn zo scherp dat hij echt moet oppassen om niet een been of hand open te halen aan een rand. Het kalksteen is eigenlijk wit, maar dat is niet meer te zien. De rotsen zijn grijs van alle lychen (algen) die er op zit. Er zijn kloven die tot 80 meter diep zijn uitgesleten. Bovenop staan vaak een soort hoedjes. En toch is het niet allemaal grijs en grauw. Er groeien verbazend veel boompjes en struikjes. Mooi contrasterend groen tegen het grijs van de rots. Ook zijn er onderweg weer diverse lemuren te zien: grijze bamboe lemuren, een slapende sportive lemur, en een groep prachtige Deckens sifaka. Carin heeft intussen slechts een korte wandeling gemaakt, en zit vooral veel te lezen en wachten op Wouter’s terugkeer op de parkeerplaats. De e-reader is een echte bezienswaardigheid voor de vrouwen, mannen en kinderen die ook op de parkeerplaats zijn.

Uitzichtspunt bovenop de rotsen
Uitzichtspunt bovenop de rotsen

De kleine Tsingy

De volgende dag gaan we een kanotocht maken en vanaf het water grotten bezoeken. Yeah, denk ik, eindelijk weer wat activiteit. Totdat Wouter me met de realiteit confronteert. We gaan natuurlijk niet zelf peddelen. Er staat ongetwijfeld een mannetje klaar die het ‘zware werk’ voor ons gaat doen. Dat blijkt inderdaad het geval. We stappen in een kano die bestaat uit twee uitgeholde boomstammen die zijdelings aan elkaar zijn vastgemaakt. Een zitplank wordt over beide boten gelegd. Het ziet er wiebeliger uit dan het blijkt te zijn. We varen de rivier op en bezoeken twee grotten die beide verrassend groot zijn. In de grotten zijn stalactieten, een paar nachtvlinders en kakkerlakken te zien. Ook varen we langs een graf dat bestaat uit drie schedels op een rotsrichel, hoog boven het water.

Als we voor de derde keer aanmeren sta ik al klaar om uit de boot te stappen. Maar dat blijkt niet de bedoeling. Wouter gaat hier met plaatselijke gids Tata aan wal om een wandeling te maken door de kleine Tsingy. De wandeling is volgens Theo ongeschikt voor mensen met hoogtevrees. (Als Wouter ’s middags in het hotel terug komt zegt hij dat het reuze meeviel en dat ik het ook wel had kunnen doen).

Mijn poging om nog met Theo een wandeling te maken in de kleine Tsingy strandt. Je mag alleen met een NP-gids het nationaal park in. En een gids is op deze korte termijn niet meer te regelen. Jammer. Ik word afgezet bij het hotel en ga daar maar bij het zwembad liggen luieren. Wouter loopt intussen met de gids de steile helling bij de rivier omhoog. In het bosachtige deel ziet hij een cocquerel’s coua. Dit is één van de zeven soorten coua op Madagaskar. Deze heeft, net als de giant coua, een blauw oog en een mooie roodachtige borst. Hij scharrelt op de bosbodem op zoek naar eten. Door het bosachtige stuk loopt Wouter naar een uitzichtpunt bij de rivier. Hij kan van bovenaf de plekken zien waar we met de kano zijn geweest.

Daarna gaat hij naar een stuk van de kleine Tsingy. Na wat klauterwerk hebben Wouter en de gids een mooi uitzicht over de rotsen van de Tsingy. Scherpe punten en weer van die ‘hoedjes’ van kalksteen die door erosie zijn ontstaan. Aan de rand van het Tsingy gebied ziet gids Tata opeens bruine lemuren in de verte (common brown lemur). Zij springen van (scherpe) rotspunt naar rotspunt. Ze zijn te ver voor een foto. Erg knap dat Tata ze zonder verrekijker heeft gezien en geweldig om te zien!

Tsingy de Bemahara NP
Tsingy de Bemahara NP


Via een bosachtig stuk en een korte stop voor de lunch met uitzicht over de rivier komt Wouter al vrij snel weer bij het beginpunt terug, en wordt daarvandaan weer teruggebracht naar het hotel. De rest van de middag brengen we door bij het zwembad, op de wc en in bed. Vanaf 4 uur beginnen mijn darmen te krampen. Dan start het algehele leegloop-proces. Aan twee kanten. Hoe beroerd kun je je voelen? Heel beroerd. Dit duurt tot driekwart van de nacht, daarna lijk ik voldoende leeg en lukt het me zowaar weer om water en ORS binnen te houden.

Lange wandeling door de kleine Tsingy

Voor de derde dag hebben we afgesproken dat we de lange wandeling door de kleine Tsingy gaan maken. Dit is een combinatie van het labyrint, een aantal uitzichtpunten en het bos. Ik loop al snel enorm te zweten. Het klamme zweet gutst langs mijn gezicht naar beneden. En het komt niet alleen door de smalle randjes en trappen in de rotsen tijdens de wandeling, dat ik slappe knieën heb. Een dagje slapen had waarschijnlijk een beter idee geweest dan klauteren over de rotsen van de Tsingy. Maar ja, nu kan ik eindelijk ook mee met een excursie en ik laat deze mogelijkheid niet aan mijn neus voorbij gaan!

De Tsingy vormen bizarre rotsformaties. Grijze rotsen met scherpe punten. Als je even niet oplet en je stoot aan de stenen, loop je met een bloedend scheenbeen. Je mag drie keer raden wie van ons dit overkomt. De rotsen zijn diep uitgesleten en gespleten waardoor een labyrint is ontstaan. Een bizarre omgeving. De wandeling is korter dan we dachten. Eigenlijk is dat ook wel goed. Fit zijn we allerminst en als we om half 11 terug zijn bij het hotel liggen we eerst ruim een uur uitgeteld op bed.

De rest van de dag besteden we heel nuttig met luieren bij het zwembad. We mijden de zon en het koude water. Ik beperk me bij de lunch tot thee en een stokbroodje met honing. Wouter gaat aan de kip met macaroni. Ik moet er niet aan denken. ’s Avonds eet ik ook weer een beetje ‘gewoon’ warm eten. Ik hoop dat mijn maag morgen weer helemaal op orde is. Urenlang in de auto over een slechte weg hobbelen, zonder mogelijkheid van een sanitaire stop zonder drommen kinderen om je heen, wordt anders een behoorlijke uitdaging.

Van Bekopaka naar Kirindy Forest Reserve

We vertrekken om half 8 richting Kirindy Reserve. Het eerste pontje over de rivier bij Bekopaka gaat vrij vlot. De file van wachtende auto’s die we verwachtten, gezien de rij die er gisteren stond, is afwezig. Vervolgens stuiteren we over de weg naar Belo, waar we rond 12 uur aankomen. We lunchen weer in hetzelfde restaurant als op de heenreis.

Bij Belo moeten we weer de rivier over. Dit verloopt minder snel en soepel dan een paar dagen geleden. Het is een chaos van goederen, 4WD’s, toeristen en ponten. Wie op welke pont moet en waarom ontgaat ons. Theo regelt ons vervoer en wij genieten van het kleurrijke spektakel dat zich rondom ons voltrekt.

Dan is het nog 1,5 uur rijden naar Kirindy Forest Reserve. Kirindy is een bosreservaat waar nog vrij recent op grote schaal bomen gekapt werden. Daardoor is er veel ondergroei en staan er veel kleinere bomen die aantrekkelijk zijn voor onder andere lemuren. Dit is ook een goede plek om de giant jumping rat en de fossa te zien. De boomkap is een aantal jaren geleden gestopt en nu is het een locatie waar natuuronderzoek gedaan wordt. Wij zijn er gelijk met een groep Engels sprekende biologie studenten. Het hotel bestaat uit een verzameling hutjes en bungalows, variërend in luxe, en een open restaurant. Wij verblijven in een ‘luxe’ bungalow naar de maatstaven van Kirindy. Deze maatstaf is vrij sober. Maar we hebben wel een klamboe en een eigen wc/wastafel/douche.

De avondwandeling start om 6 uur. Onze gids is een opgewekt klein mannetje. Zij naam is me, zoals gewoonlijk, ontgaan helaas. We gaan kriskras door het bos en na drie afslagen ben ik al compleet mijn oriëntatie kwijt. De gids is er van overtuigd dat hij de weg niet kwijt zal raken. En hij krijgt gelukkig gelijk. We zien veel: fork marked lemur, greater dwarf lemur, madame Berthe’s mouse lemur, grey mouse lemur, red tailed sportive lemur, big headed gecko. Moegestreden liggen we weer vroeg in bed.

Van Kirindy Forest Reserve naar Morondava

De ochtend is relaxed. We maken een ochtendwandeling met de gids (8 – 10.30 uur). Ook nu zien we weer veel en de lemuren en sifaka’s komen verrassend dichtbij. Een groep common brown lemur ruikt de bananen in Wouters rugzak en neuzen en passant ook even met mijn fototoestel. Lenig bewegen ze tussen de bomen door, vlak langs ons en over de grond. Ook de Verraux sifaka’s komen uit de boomkruinen naar beneden. Ik zou ze willen aaien en knuffelen, maar dat kan natuurlijk niet. We kijken onze ogen uit. Dit verveelt nooit. Verder zien we tijdens de wandeling: red tailed sportive lemur (slapend), crested drongo, rufous vanga, green bul bul.

Na de wandeling is er tijd om wat rond te kijken. We verkennen het gebied rondom de huisjes. Dit keer zonder gids, yeah! Nu zien we voor het eerst in Madagaskar de hop. Ik zie een sifaka de weg over steken. Hij loopt over de grond, op de achterpoten, op zij bewegend alsof hij de sirtaki danst, met de voorpoten wijd in de lucht. Hij is alweer in de bosjes verdwenen als ik me realiseer wat ik heb gezien. En helaas voor Wouter, ook voordat ik hem heb kunnen waarschuwen.

We vinden de sifaka en zijn drie vrienden terug in de dichte bossages. Zomaar zelf gespot! We maken weer heel veel foto’s. Ze zijn te leuk en te dichtbij om het fototoestel met rust te kunnen laten. Verder zien we nog de narrow striped mongoose, crested drongo (zwart met kuif) en de crested coua.

We vertrekken na de lunch (rond 2 uur) richting Morondava. We maken een aantal tussenstops bij:
- Een baobap van 700 jaar oud. Deze boom is heilig voor de plaatselijke bevolking.
- De baobap ‘amoureux’. Dit is een dikke boom die vanuit één punt twee stammen heeft gevormd die vervolgens om elkaar zijn gedraaid.

De meest spectaculaire stop is de ‘Allée des baobap’. Theo leidt ons naar verschillende punten om de laan mooi te kunnen zien. Tot zonsondergang houden we ons bezig met rondlopen, bomen en mensen kijken en fotograferen. We zijn ook druk met bedelende kinderen van ons af houden. De kinderen zijn hier erg opdringerig en vasthoudend. Ik laat er even mijn humeur door verpesten.

Spectaculaire stop
Spectaculaire stop


Dan begint de zon te zakken en de baobaps worden omlijst door een geel oranje lucht. Prachtige silhouetten. Er zijn veel toeristen. We staan met z’n allen op een rij dezelfde foto’s te maken, terwijl we allemaal het idee hebben dat we iets unieks meemaken. Als we weer in de auto zitten, terug naar Morondava, zitten we nog te stuiteren van het moois dat we hebben gezien.

Morondava

Afgelopen dagen hebben we regelmatig donkere regenwolken in de lucht gezien. Volgens Theo gaat het voor de 15e regenen. Dat schijnt elk jaar zo te zijn. Vandaag is het gelukkig stralend weer. Blauwe lucht. Strak zonnig. Prima weer voor een dagje naar het strand. Van half 11 tot half 6 vermaken we ons op het strand met lezen, zwemmen, mensen kijken en bekeken worden. Een heerlijk rustig dagje. We zijn lange tijd de enige blanken op het strand. Pas aan het einde van de middag wagen twee andere blanken zich in zee. Er zijn grote groepen en families vanuit Madagaskar zelf. Zodra zij op het strand aankomen, duiken ze de zee in; vaak met kleren en al. Zij komen vooral om te zwemmen. Niet om te luieren en liggen (zoals wij).

Visserbootje op het strand
Visserbootje op het strand

Van Morondava naar Antananarivo

Oh, wat is het jammer dat we het mooie weer in Morondava moeten ruilen voor het ongetwijfeld frisse weer in Tana! Iemand van het hotel brengt ons naar het vliegveld. Ondanks de drukte op de weg (fietstaxi’s, ossenkarren, pouse-pouse, mensen die op de weg lopen of oversteken) rijden we 80 km per uur waar een verkeersbord aangeeft dat de maximum snelheid 40 km is. We rijden 90 op diezelfde weg als we twee politiemannen op een motor inhalen. En … er gebeurt niets. De chauffeur remt wat af, slaat linksaf richting vliegveld en de politie verdwijnt uit zicht.

De vlucht verloopt gelukkig weer voorspoedig, en in Tana worden we, verrassing, weer opgehaald door Olivier. De ontmoeting blijkt geen toeval. Hij komt ons ophalen en brengt ons naar het hotel “Châlet des Roses”. Hij is ook morgen beschikbaar om met ons op pad te gaan zodat we onze laatste dag nog wat kunnen ondernemen. We leven helemaal op. Mede door het mooie weer in Tana. Het is zonnig en de temperatuur is goed (20-25 °C). Ons hotel blijkt in een goede buurt van de hoofdstad te liggen. Het is eigenlijk best een mooi hotel en heeft ook een restaurant. Dat hadden we er in ons flitsbezoek de eerste nacht van de vakantie niet aan af gezien.

We lunchen in het restaurant bij het hotel en maken daarna een wandeling door de wijk rondom het hotel. Na alle waarschuwingen gaan we ‘kaal’ op pad, zonder fototoestellen of andere dingen van waarde. We hebben ongelooflijk veel souvenirs gekocht deze vakantie. Toch vinden we nog wat dingen om aan onze verzameling toe te voegen. We sluiten de dag af met een boekje op het hotelbed en eten in het Italiaans restaurant van het hotel.

Antananarivo

Olivier is vandaag beschikbaar om ons te brengen naar waar we willen. We willen naar Tsarasaotra (Lac d’alarobia). Dit is een klein natuurpark met wetland, ongeveer 4 km ten noorden van de hoofdstad. Dit blijkt vandaag gesloten vanwege een nationale feestdag. Dus we hebben onze plannen moeten herzien.

’s Ochtends gaan we naar Ambohimanga. Dit is ongeveer 20 km ten noorden van Tana en drie kwartier rijden. Ambohimanga wordt ook wel ‘blue hill’ genoemd. Hier is de zomerresidentie van de vroegere koning en koninginnen en hier werden speciale ceremoniën uitgevoerd. Ook zijn er graven van diverse koning(inn)en. Het geheel is goed onderhouden.

Terug in Tana gaan we eerst lunchen en daarna brengt Olivier ons naar de dierentuin: Tsimbazaza zoo. Ook hier kan je weer met een gids langs de hokken lopen, maar dat doen we nu maar eens niet. Het is druk in de dierentuin. Waarschijnlijk vanwege de nationale feestdag. We hadden ons vooraf niet veel voorgesteld van een dierentuin hier en helaas overtreft het ons verwachtingen niet. Het stelt allemaal niet veel voor. Maar het weer is mooi en we genieten ervan om lekker buiten te lopen en een beetje rond te kijken.

Om vier uur zijn we in het hotel terug. Genoeg tijd om rustig de tassen in te pakken, te douchen en eten. Olivier komt ons om half 10 ophalen om ons naar het vliegveld te brengen. We vliegen vannacht om 01.10 uur, via Parijs, naar huis. Yeah, home sweet home!

We hebben een geweldige vakantie gehad en heel veel indrukwekkende gezien. Het voeren van de indri indri was voor mij een topervaring. Sifaka’s, lemuren en maki’s van dichtbij observeren is iets waar ik van droomde en wat ik nu heb gedaan. En Wouter heeft er prachtige foto’s van kunnen maken. De mensen waren (meestal) vriendelijk en vrolijk. En de cultuurshock om van het rijke Europa in het arme Madagaskar te komen, heeft een diepe indruk op me gemaakt. Het is zó anders hier. Dat kun je je vanuit Nederland niet voorstellen of je op voorbereiden. Dat moet je gewoon zien!

Wouter en Carin van de Weerd

Wouter en Carin van de Weerd
Wouter en Carin van de Weerd


.

Heb je interesse in een reis naar Madagaskar? We helpen je graag om deze reis naar jouw wens samen te stellen. Reisbureau Reisgraag.nl scoort een 9+ in reviews, we zijn lid van ANVR, SGR & Calamiteitenfonds en we hebben al meer dan 12,5 jaar ervaring. Vul hieronder jouw wensen in voor jouw vakantie naar Madagaskar, dan sturen we je gratis een voorstel op maat.

Vertel ons uw vakantie wensen. Onze reisexperts geven u gratis en vrijblijvend reisadvies op maat.

 Aangesloten bij ANVR,SGR, Calamiteitenfonds
 9,6 in reviews
 Veel kennis en ervaring
 3.879 klanten gingen u voor

Uw gegevens

* = verplicht. Privacy beleid is van toepassing

Vakantieverhalen / reisverslagen

Gerelateerde artikelen