Rondrijden door Toscane
Met Transavia vertrokken we 13:40 uur vanaf Schiphol en arriveerden binnen twee uur in Pisa. Na...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Cannobio
(Italië)
Periode: juli 2015
Vervoer: Auto
Accommodatie: Ingerichte tent/Camping Valle Romantica
Organisatie: Vacansoleil
Graag leg ik eerst uit dat ik het liefst op avontuur ga. Drie maanden naar Australië, wandelvakanties in IJsland en Cuba en kanoën in Zweden. Verder heb ik ook samen met mijn man mee gedaan aan de Amsterdam-Dakar Challenge en vorig jaar ben ik met een vriendin voor Serious Request naar de Noordkaap gereden en dan nu….nu moest ik voor het eerst in het hoogseizoen op vakantie. De burgerlijkheid leek me te verstikken. Op pad terwijl de rest van Nederland dit ook doet? Paniek!!!
Ik zag er tegen op. Voor het allereerst in mijn leven ging ik tijdens het hoogseizoen op vakantie; met gezin in een tent. In januari moesten we al boeken, want zo had ik me laten vertellen, dat was voordeliger. Maar zo net volgevreten, na Kerst en Oud en nieuw zat ik niet te wachten op het uitzoeken van een vakantie waar de mogelijkheid bestond dat ik allerlei andere Nederlanders tegen zou komen die de hele dag praatjes met je willen maken. De zoektocht naar een camping die bij ons past was ook heel lastig. Elke reisorganisatie en elke camping liet een zelfde soort plaatje zien. Namelijk een blauw zwembad. Oké, dus er is een zwembad, maar hoe ziet de camping er zelf dan uit? En de omgeving? Dat waren dingen die ik wilde weten. Hier en daar wat summiere informatie over bezienswaardigheden, maar altijd zonder plaatjes. Camping Valle Romantica in Cannobio kwam op ons scherm. Ook deze camping had een blauw zwembad, maar… Lag ook aan een rivier! We waren verkocht en lieten beide twee ribben verwijderen om de hoogseizoenprijs te betalen. We gingen lekker op vakantie over zes maanden, hoezee!
Toen eenmaal de dag van vertrek daar was, was het overal in Nederland dertig graden. De dag voor vertrek hadden we nog de airco laten maken, geen overbodige luxe. De weg naar onze vakantiebestemming voorspelde niet veel goeds. Alle tankstations die we aandeden waren overvol met vakantiegangers die er slap en lusteloos uitzagen van de hitte en de laatste werkstress. Ze hingen bij bosjes over de picknicktafels heen. Het was heet, bloedheet. Het volgende tankstation zagen we een vrouw tegen de vangrail kotsen of haar leven er van af hing en weer een tankstation verder kwam er een man de toilet binnen lopen met kots in zijn baard en over zijn shirt. De moed zonk me in de schoenen. Wat zouden we aantreffen? Een overvol zwembad. Barbecueënde buren die constant wilden zwammen over hun grotere auto? Oh, waarom waren we toch niet gewoon lekker naar Scandinavië gegaan? Of IJsland? Of donker Afrika? Nee, we gingen naar Italië, want daar kan je zo lekker eten en is het ook nog lekker weer. Tot nu toe was het geen lekker weer, het was alleen maar heet.
Gelukkig waren onze meisjes fantastisch op de achterbank. Echt droomkinderen. Lekker spelen, lezen, kleuren, filmpje kijken en geen enkele keer gemekker of gezeur. We konden goed doorrijden en kwamen dus ook op tijd aan de op camping.
Bij de ingang stond een roodharige man, de eigenaar bleek later. Met een dik Schots accent vertelde hij dat we beneden aan de weg de man van de Vacansoleil zouden vinden. Toine heette ons welkom en wilde ons het hele Vacansoleil blablaverhaal vertellen. Ik hield hem tegen. Niet aardig van mij, maar ik was klaar met in de auto zitten en de meisjes verdienden het in ieder geval om zo snel mogelijk te gaan spelen. Hij ging ons voor over de camping. Hoewel camping? Het leek wel een botanische tuin!
Overal prachtig bloemen. Blauwe en paarse Hortensia’s, roomwitte Gardenia’s, bananenpalmen, dadelpalmen en hoge bomen die deden vermoeden dat de camping al een tijdje bestond. Onze tent stond met drie andere tenten op een soort prieeltje. Niks geen lange rijen met tenten waar je, terwijl je naar het toilet gaat, honderd keer een praatje moet maken en bij de derde keer gewoon keihard brult dat je eens even lekker gaat schijten, gewoon maar om van het gezeik af te zijn. Nee, het was ons gelukt om in het hoogseizoen een oase van rust te vinden. Nu was het niet zo dat de camping rustig was. Het was volgeboekt, maar door de ligging van de standplaatsen had je amper notie van de drukte. Alleen in het winkeltje in de ochtend kreeg je een idee van hoeveel mensen er eigenlijk waren. Dagelijks in de rij voor broodjes. Winkeltje was goed voorzien van alles wat nodig was. Een erg aardige mevrouw achter de kassa die ons er steeds graag op wees dat alle sapjes, wijntjes en Prosecco ook gekoeld te krijgen waren, zonder extra kosten. De prijzen in het winkeltje waren voor de gemiddelde Nederlander ook echt goed te doen.
Oké, het zwembad was ook echt druk en heet. Er was maar één blauw zwembad en daar lag dan ook iedereen in. Geen parasols, dus ook geen mogelijkheid om in de schaduw te liggen en tot overmaat van ramp horen we onze oudste dochter ineens ‘Hoi Javier’ zeggen. Komt ze een jongen tegen die ze van school kent. Gelukkig heel vriendelijk stel ouders. We spraken elkaar kort en gingen toen ieder weer onze eigen weg. Wel bizar om dorpsgenoten tegen te komen.
Dag twee vonden we de rivier. De Cannobino lag aan het eind van een pad dat eerst door een bos leidde. Het strand geheel gehuld in schaduw. Dagelijks konden we in de schaduw van hele hoge bomen, ontspannen op een kiezelstrand, met ook hele grote kiezels, de hitte van de dag overleven. Het water was koel en helder, zo helder dat we vissen konden zien zwemmen. De kinderen konden de rivier lopend oversteken en klauteren over rotsen. Ons grootste meisjes had al een zwemdiploma en kon een klein stukje verder de rivier op ook echt zwemmen en nog even verder de rivier op begon het avontuur. Er was een gave stroomversnelling waar we met het hele gezin heen gezwommen zijn met kleine luchtbedjes. Vanaf daar kon je half lopend, half zwemmend nog verder de rivier op tot aan de kloof van Sante Ana. We zijn de kloof een stukje in gezwommen door het koele donkere water. En terug….lekker stroomafwaarts laten drijven tot we weer bij de handdoeken uitkwamen. Dit strand werd natuurlijk door meerdere campinggasten gebruikt. Onder de waterval op het kiezelstrand al spelend met de kleinsten, of stenen verslepend in de rivier tot er een soort stroomversnelling ontstond waar je met je opblaasdingen doorheen kon. Het was er echt een klein paradijs.
Op zondag was er markt in Cannobio. Het gedeelte langs de boulevard was vooral kleding en ook veel dezelfde kleding. Duidelijk voor toeristen, want zitten Italianen op zondagochtend eigenlijk niet in de kerk? Aan de andere kant waren de kraampjes met eten: kaas, worst en brood. Alles was even lekker! Een dag eerder hadden we al langs de boulevard gewandeld. Mooi uitzicht, mooie huizen, mooi meer. Cannobio heeft ook een strand aan het Lago Maggiore met een goed graspark en een moderne strandclub voor een lekker koud biertje en een ijsje. Wat ons opviel was dat er redelijk wat mannen op echt respectabele leeftijd aan het surfen waren. Ze stonden zich met hun bruine, sportieve doch gerimpelde lijven druk te maken over hun board en hun zeil. We hebben hier wel om moeten lachen; zo willen we allemaal wel tachtig worden!
Een dagje uit naar Stresa om daar met de boot naar Isola Pescatori en Isola Bella te varen. Wederom was het weer heel erg heet, maar een boottochtje hielp! Isola Pescatori was klein en voorzien van vele kleine dure, maar mooie boetiekjes. Onze meisjes wilden een kasteel zien. Ook hier was de toegang prijzig, maar het kasteel was wel echt heel erg de moeite waard. Zeer indrukwekkend. Alle ruimtes waren toegankelijk en de tuin was schitterend. Onze meisjes hebben hun ogen uit gekeken!
We houden van avontuur en ook dat hebben we opgezocht. We hebben twee wandeltochten gemaakt. Een wandeltocht vanaf Santa Ana naar Sant’Agata. Onze meisjes zijn vier en zes jaar oud en hebben deze wandelroute zelf gelopen. Wel handig om goede wandelschoenen mee te nemen. De andere wandeltocht was van Socraggio naar Calachina.
Vanaf de camping zijn we eerst met auto naar Socraggio gegaan, de beentjes van onze meiden waren te klein om dit eerst ook nog lopend te doen. Calachina is een verlaten bergdorp. Dat leek ons een mooi avontuur. Socraggio zelf leek ook niet heel druk bewoond. Een verlaten brievenbus. Hier en daar een mensenstem. Het enige wat ons liet zien dat er nog mensen woonden was dat sommige voordeuren netjes in de verf zaten. Het pad ging langs het dorp, daar waar we zijn opgegeten door de steekvliegen. Vooral mijn man moest het ontgelden. Het bloed liep langs zijn benen, hij heeft het maar net aan overleefd. Onze meisjes bleven gelukkig buiten schot. Enige waar zij last van hadden was van ouders die heel hard ‘doorlopen, doorlopen, doorlopen’ riepen als een soort mantra, om maar voorbij die steekvliegen te komen. Daarna was het berg af via een soort trap, naar een riviertje, weer de Cannobino, net als bij de camping, maar dan nog maar een stroom. Berg weer op. Stijgen en dalen was best pittig en met de kinderen hebben we er drie kwartier over gedaan om er te komen en eigenlijk lag dit niet eens echt aan de kinderen, het was een pittig pad. Op de wegwijzer bij Socraggio stond vijfendertig minuten, misschien rekenen ze echte wandelfanatentijden. Calachino was mooi! We hadden ook nog de mazzel dat er geen enkele andere toerist was op het moment dat wij er waren. We hebben alle huisjes van dichtbij kunnen bekijken. Even het gevoel dat wij de eerste ontdekkers waren, daar houd ik zo ontzettend van! Niet daar gaan waar elke toerist ook al is. De terugweg ging iets makkelijk. Bij de rivier zijn we gestopt om even pootje te baden. Heerlijk met ons gezinnetje in de wildernis. Meiden in paniek toen mama uit de rivier water ging drinken. Het water was heerlijk koel en verfrissend. We zijn de rotsen een beetje opgeklommen en zagen toen een soort Blue Lagoon. Ik wilde een foto van dichtbij maken en gleed uit over het mos op de stenen. Kon mezelf nog net redden, anders was ik met camera en al te water gegaan. Ook deze tocht hebben de meisjes helemaal zelf gelopen.
Onderweg, ik weet helaas niet meer welk dorp het was, vonden we een restaurantje waar we een Italiaanse lunch hebben gegeten. Spaghetti Carbonara, Caprese salade en een broodje met heerlijke Italiaanse schapenkaas. En dan niet van dat toeristenspul, maar echt Italiaans. Een oudere vrouw sprak ons aan op onze voorbeeldige kinderen en we raakten met haar aan de praat. Ze sprak Italiaans met ons. Mijn man kent wat Italiaans en ik ben vooral goed in Spaans, maar samen kwamen we eruit. Wat een prachtig mens om een gesprek mee te voeren. Ze was zelf overal geweest op de wereld.
Het restaurant op de camping was goed, maar niet briljant. Vooral het kaas- en worstplankje waren heerlijk. Dit waren allemaal lokale producten. Net naast de camping zat een restaurant. Il Vino Divino. Het was via een pad op de camping te bereiken. We zijn smullers en hier konden we ons hart ophalen met een heel mooi diner. Het is zo sjiek om een voorgerecht te krijgen; Coquilles st. Jacques. Helaas maar drie, waarover we met onze meisjes moesten vechten. Il Vino Divino maakte van een redelijk standaard Caprese salade een feestje. De mozaralla zat ingepakt in de tomaat en lag in een heerlijk met pesto aangemaakt olie. Ik had een risotto besteld met peterselie en munt. Het zag er prachtig uit en de smaakpapillen zijn echt verwend. het hoofdgerecht was supersmakelijk en met een lokaal wijntje erbij voelden we ons net koningen. Ook aan de meisjes werd goed gedacht. Ja, een kindermenu, maar dan niet zo eentje met kip en patat, maar een heerlijke pasta met een goede saus. Meisjes hebben ook zitten smullen. Natuurlijk aten we ook een toetje en wat kan je dan beter kiezen dan een Tiramisu? Het was niet goedkoop. We hebben honderdvijftig euro betaald, maar het was voor ons echt een traktatie!
Ik roep altijd heel hard dat ik nooit twee keer naar dezelfde plek wil. Maar al na één dag wilde ik terug naar deze camping. Het ligt net vijf kilometer over de Zwitserse grens. Ideaal als we volgend jaar dieper Italië in willen. Ze verhuren ook appartementen. Het lijkt me heerlijk om in Valle Romantica eerst een dag of drie te acclimatiseren, het Italiaans ritme te vinden, en dan door te reizen om op de terugweg weer langs te gaan om rustig afscheid te kunnen nemen van het mooie Italië.
Ciao!
Marleen Mol