Rondrijden door Toscane
Met Transavia vertrokken we 13:40 uur vanaf Schiphol en arriveerden binnen twee uur in Pisa. Na...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Florence
(Italië)
, B. Toscane
, C. Pisa
, D. Siena
, E. Lucca
Periode: maart 2013
Vervoer: vliegtuig, bus
Accommodatie: Appartement
Ik las ooit ergens dat reizen een manier is om vragen te stellen die je thuis niet stelt. Niet alleen over het land in kwestie, maar vooral over jezelf. Nadat ik was afgestudeerd wist ik niet zo goed wat ik wilde gaan doen en welke kant ik op wilde gaan. Wel wist ik dat ik eens iets ander wilde gaan doen en nieuwe dingen wilde zien. Uiteindelijk besloot ik zuidwaarts te gaan. Ik ging naar Italië. Daar heb ik mezelf tijdens mijn taalreis inderdaad een hoop vragen gesteld. Ik heb veel nagedacht, ben mezelf af en toe flink tegengekomen, maar heb vooral veel genoten van mijn belevenissen. Ik geloof nog steeds dat de beslissing om een taalreis te gaan maken de beste was die ik drie jaar geleden had kunnen nemen.
Omdat ik altijd al een beetje verliefd ben geweest op het land. Verliefd op de schoonheid van het afwisselende landschap, het klimaat, het lekkere eten, de mooie taal en de rijke cultuur en geschiedenis. Een aantal jaar voor mijn taalreis riep ik al dat ik ooit de Italiaanse taal nog eens zou gaan leren. De keuze om een taalreis te maken was voor mij dan ook een logische. Het bood me de mogelijkheid om veel te leren in een relatief korte tijd met daarnaast nog genoeg vrije tijd om het land goed te kunnen verkennen. Na ontelbare vergelijkingen en kostenberekeningen bij verschillende reisorganisaties koos ik voor Tricolore. In maart 2013 was het dan eindelijk zover. Ik vertrok voor drie maanden naar Florence. Aangezien het me altijd een beetje ontbroken heeft aan moed en ik nog nooit heel extravert ben geweest, voelde ik me logischerwijze op de dag van vertrek behoorlijk zenuwachtig. Ik stond op het punt om iets te gaan doen dat eigenlijk nooit bij me had gepast, maar de drang om nieuwe dingen te zien en te ontdekken was sterker dan de angst. Het werd tijd om eens uit mijn schulp te kruipen.
De buitenwijken van Florence zijn alles behalve charmant te noemen. Daardoor herinner ik me het moment dat ik met mijn transfer het historische centrum binnen kwam rijden des te beter. Een verschil van dag en nacht. We staken de rivier de Arno over via een van de vele bruggen die de verschillende stadsdelen met elkaar verbinden. In de verte doemde de meest bekende brug op, als een meesterlijk en imponerend bouwwerk hangend boven het water. De Ponte Vecchio. Het uitzicht dat me door het kleine autoraam tegemoet kwam had een zodanig grote aantrekkingskracht op me dat ik volschoot en de neiging had gelijk op ontdekkingstocht te gaan. Florence beschikt over zoveel kunst, cultuur en geschiedenis dat ik de stad graag omschrijf als een openluchtmuseum. Als een levend kunstwerk. Het feit dat alles zó oud is in de stad maakt dat je de geschiedenis daadwerkelijk nog overal kunt voelen. Het leeft nog steeds na al die jaren. Wat mij betreft is niets interessanter dan het wonen en het leven in een openluchtmuseum. De keerzijde daarvan is het toerisme. Andere mensen zijn natuurlijk net zo goed onder de indruk van de stad. Zodra je een stap in het historisch centrum zet, zal je snappen waarom.
De volgende dag, toen ik iets gesetteld was in mijn appartement, maakte ik een stadswandeling. Tijdens mijn wandeling ging ik onder andere de Ponte Vecchio van dichtbij bekijken. Met mij waren er nog veel toeristen die hetzelfde idee hadden. Op dat moment kon ik me echter niet storen aan de drukte. De brug is zo mooi en bijzonder dat het je letterlijk de adem beneemt. Op een afstandje keek ik en bestudeerde ik. Met de geschiedenis van de brug in mijn hoofd geprent, zag ik voor me hoe de Ponte Vecchio in de Romeinse tijd werd gebouwd van hout. Hoe de brug door de overstromingen in het gebied in 1345 werd herbouwd van steen. Hoe slagers, looiers en smeden zaken deden op de brug en hun afval in de rivier dumpten. Ik stelde me zo hard voor hoe vreselijk de stank moet zijn geweest dat ik het bijna kon ruiken. De legende vertelt ons dat de term ‘bankroet’ destijds ontstaan is op de beroemde brug. De tafels van de kooplieden, die vroeger standplaatsen op de brug hadden, werden vernield door de soldaten van de stad zodra de kooplieden deze niet meer konden betalen. Dit werd ‘bancarotta’ genoemd, waarin je het Italiaanse woord voor tafel (banca) en voor gebroken (rotta) kunt herkennen. Bankroet. Het is ongelooflijk, maar op de Ponte Vecchio is zelfs nog ruimte voor een verborgen gang. De Corridoio Vasariano bood de Medici familie vroeger de mogelijkheid de oversteek te maken zonder zich te hoeven mengen onder het gepeupel. Dat er zoveel geschiedenis en bijzonderheid in één bouwwerk zit, lijkt onmogelijk. Geloof me, het is mogelijk. Tegenwoordig kijk je je ogen uit naar de winkeltjes (voornamelijk kleine juwelierszaken) die op de brug gevestigd zijn en deels over de zijkant hangen, zwevend boven het water.
De indrukwekkende kunst in Florence hebben we voor een groot deel te danken aan de Medici familie. Deze familie had van grofweg de 14e tot en met halverwege de 18e eeuw veel macht en invloed in Florence. Veel grote namen, zoals Michelangelo, Botticelli en Donatello werkten in opdracht van de Medici. Verder waren ze groot in het bankwezen, heeft de familie drie pausen voortgebracht, een heleboel kardinalen en zelfs twee koninginnen van Frankrijk.
Mede dankzij de Medici’s is Florence een stad die een flinke hoeveelheid indrukken op je afvuurt. Tel dat op bij de vijf ochtenden per week dat ik taallessen volgde en de vele mensen die ik ontmoette. Samengevat is het een behoorlijk enerverende tijd geweest. Nog steeds ben ik erg te spreken over taalschool Koinè. De lesmethode was effectief. Er werd geen woord Engels gesproken tijdens de lessen of tijdens de naschoolse activiteiten. Dit maakte het er vooral in het begin niet eenvoudiger op, maar ik werd wel compleet ondergedompeld in de taal en de cultuur waardoor ik snel vooruitgang boekte. De naschoolse activiteiten betroffen veelal stadswandelingen waarbij één van de leraren, Marco, van alles vertelde over de stad. Verder bezochten we vaak musea en zelfs een keer een Chianti wijngaard.
Doordat ik drie maanden ben gebleven in Florence heb ik de kans gekregen de stad op mijn duimpje te leren kennen. Van toeristische trekpleisters, zoals de Dom, de klokkentoren en het plein Piazzale Michelangelo, dat uitzicht biedt over de gehele stad, tot kleine, afgelegen straatjes en pleintjes. Je leert bepaalde gebruiken en gewoonten van de Italianen kennen: het espresso drinken, het laat en uitgebreid dineren en het praten met de handen. Na een tijdje ga je daar zelf grotendeels in mee. Hier ben ik erachter gekomen dat het aanpassingsvermogen van een mens best groot kan zijn. En dat het overwinnen van je angsten je veel op kan leveren. Zolang je zelf maar graag genoeg wilt.
Wanneer je het over Florence hebt, heb je het behalve de Ponte Vecchio al gauw over de Dom. Il Duomo. Een fantastisch, indrukwekkend bouwwerk dat het symbool van de stad geworden is. Nadat besloten was dat Florence een groot, machtig kerkgebouw nodig had, is men in het jaar 1296 begonnen met de bouw. Pas 176 jaar later, in 1472, werd het bouwwerk voltooid. Het werk is meerdere keren stilgelegd, onder andere vanwege de dood van een aantal bouwmeesters, de pestepidemie en omdat de architecten maar niet uit konden vogelen hoe de gigantische koepel tijdens de bouw ondersteund moest worden. In eerste instantie ontstond het idee om het bouwwerk vol te storten met zand en munten. Na afronding van de bouw zou de arme bevolking opdraaien voor het weghalen van het zand, maar dit zou geen problemen op moeten leveren. Zij zouden namelijk de in het zand verstopte munten zelf mogen houden. Uiteindelijk is men niet overgegaan tot dit wonderlijke plan, maar is er een wedstrijd georganiseerd. Filippo Brunelleschi won met zijn plan om twee koepelschalen te maken en deze te laten ondersteunen door horizontale en verticale steunbalken. Dit plan slaagde en zie daar de grandioze Duomo die nog altijd het beeld van de stad tekent.
Ik woonde op nog geen vijf minuten lopen bij de Dom vandaan en kan nog steeds het gevoel terughalen dat ik kreeg zodra ik het voor het eerst zag opdoemen in de avondschemering. Het is zo gigantisch groot en indrukwekkend dat je je voor een moment heel nietig voelt. Het klinkt misschien vreemd, maar ik voelde me ook trots. Trots dat dit bouwwerk uit mensenhanden voortgekomen is en het doel nog altijd dient. Tegenwoordig komen hordes toeristen een kijkje nemen en scharrelen zij uitgebreid rond op het plein rondom de Dom.
De omgeving rondom Florence is eveneens zeer de moeite waard. De streek Toscane staat bekend om haar wijnen, de glooiende heuvels, het zachte klimaat en, behalve Florence, de vele andere culturele steden zoals Pisa, Siena en Lucca. Persoonlijk vind ik Siena en Lucca spectaculair. Beide steden zijn kleiner dan Florence, waardoor het iets knusser aandoet en je relatief weinig tijd nodig hebt om de steden goed te kunnen verkennen. Het is er uitermate geschikt voor een dagtrip of korte stedentrip. Net als in Florence vliegen ook hier de rijke cultuur en de historische bouwwerken je om de oren. Keer op keer doet de streek je versteld staan.
Siena is kleurrijk, gezellig en knus. Een hoop straten in het centrum lopen terug naar het centrale plein dat de vorm heeft van een schelp: Piazza del Campo. Op het plein wordt twee keer per jaar de Palio delle contrade gehouden. Dit is een paardenrace die gaat tussen zeventien verschillende wijken van Siena. Helaas heb ik de paardenrace niet zelf gezien, maar wel weet ik er het een en ander over. Interessant is dat corruptie is toegestaan. De belangrijkste regel luidt als volgt: “Het is niet belangrijk hoe je wint, het is belangrijk dat je wint”. Hieruit vloeit omkoperij voort die zich meestal vlak voor de race afspeelt. De race is dus erg belangrijk voor de deelnemers en voor de inwoners van de stad. Daarnaast is het best verfrissend dat corruptie eens gewoon open en bloot plaatsvindt en niet in het geniep.
Bijzonder aan Lucca is dat de stad geheel ommuurd is. De muur diende vooral als beveiliging tegen aanvallen vanuit Florence. Tegenwoordig is er een park op aangelegd en kun je over de muur wandelen en fietsen, genietend van het uitzicht. Interessant is dat de stad een tijd onder Frans bewind heeft gestaan en de zus van keizer Napoleon, Elisa, er als prinses op de troon heeft gezeten.
Ondanks dat ik erg onder de indruk was van Siena en Lucca, zijn er twee stadjes in Toscane die mijn hart absoluut gestolen hebben. Voor het eerste stadje hoef je Florence amper te verlaten. Op een berghelling vlak naast de stad ligt Fiesole. Het is een klein dorp, maar daardoor juist een aantrekkelijke bestemming om af en toe even aan de drukte in Florence te ontsnappen. Een korte busrit brengt je naar het gezellige centrum, waar vaak markten zijn en waar je je ogen uit kunt kijken. Elk kronkelend straatje leidt je weer naar een ander plein, kerk of restaurantje. Met onderweg een toverachtig uitzicht op Florence. Ook hier is weer genoeg kunst en cultuur te vinden. Zo vindt je er de resten van Romeinse thermen, een klooster, een oud theater en een archeologisch museum.
Voor het tweede stadje dat mijn hart sneller deed kloppen, zal je wat verder moeten reizen vanaf Florence. Met de trein doe je er ongeveer anderhalf uur over om in Cortona te komen. Dit is prima te doen en vervelen zal je je geen moment. De trein rijdt dwars door de glooiende heuvels, over rivieren en langs bossen en weilanden. De Toscaanse natuur is zo mooi! Bovendien verbaasde het mij hoe goed het treinverkeer in Italië geregeld is en het is in verhouding ook helemaal niet zo duur. Vanaf het station van Cortona kun je je weg met de bus vervolgen en sportievelingen kunnen gaan lopen. Een kanttekening daarbij is dat het wel een flinke en pittige wandeling is die aan één stuk door heuvelopwaarts gaat.
Wanneer je eenmaal boven in het centrum van Cortona bent, word je beloond met een geweldig uitzicht over de heuvels, de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata en het Trasimeense meer. Dit is het op drie na grootste meer van Italië en was ruim tweehonderd jaar na Christus het toneel van een belangrijke veldslag tussen Hannibal en de Romeinen. Eén van de rivieren die uitmondt in het meer bleef volgens de legende dagenlang rood gekleurd na de bloedige veldslag.
Van de Toscaanse stadjes die ik gezien heb, is Cortona het meest schilderachtig en karakteristiek. Met haar vele steile straatjes, trappen en pleinen waan je je in een sprookje. De stad is, net als Lucca, grotendeels ommuurd en doet daardoor nog middeleeuws aan. Tevens is Cortona het toneel geweest van enkele scenes uit de beroemde Italiaanse film ‘La vita è bella’. Ooit gehoord van het boek en de film ‘Under the Tuscan Sun’? Frances Mayes, een Amerikaanse schrijfster, kocht in de jaren negentig een oud en vervallen huis in Cortona. Over dit avontuur schreef zij het bekende boek dat later succesvol verfilmd is.
Niet alleen in Fiesole of Cortona waan je je even in een andere wereld. Dat kan namelijk ook gewoon in Florence zelf. Een bezoek aan de Boboli tuinen is een grote aanrader. Deze tuinen liggen achter Palazzo Pitti, vlakbij de Ponte Vecchio. Alles van beelden tot fonteinen, van de mooiste bomen tot de mooiste bloemen en van thermen tot een koffiehuis, is te vinden in deze tuinen. De tuinen zijn zo ontzettend groot dat een groep van drie tot zeven vaste medewerkers dagelijks bezig zijn om deze te kunnen onderhouden. Er wordt om die reden entree gevraagd en ondanks dat het waarschijnlijk niet helemaal zal lukken om de vele toeristen te ontduiken, is een bezoek hoe dan ook de moeite waard.
In Toscane heb ik geleerd wat echte schoonheid is. De schoonheid van de natuur van de streek en uiteraard van de kunst en de geschiedenis. Maar ook de schoonheid van het ontmoeten van nieuwe mensen, het leren kennen van nieuwe gebruiken en het komen tot nieuwe inzichten. Nog regelmatig denk ik terug aan de middag dat ik tijdens de lunch met mijn schoolgenoten aan tafel zat. Voor een buitenstaander die ons had zien zitten waren we vast een vreemde mix van jong en oud, man en vrouw en van verschillende nationaliteiten. Iedereen had zo zijn of haar reden om naar Florence te komen. Allemaal mensen met totaal verschillende levens die door een bepaalde loop van omstandigheden tegelijk aan tafel zaten. Ondanks de onderlinge verschillen kletsten we honderduit en konden we goed met elkaar opschieten. Het was een relatief kort moment, maar het komt nog regelmatig voorbij in mijn gedachten omdat het een goed voorbeeld is van hoe mooi reizen kan zijn.
Uiteraard heb ik ook dingen gezien en meegemaakt die minder leuk waren. Zo vond ik, ondanks dat ik uiteindelijk veel geleerd heb, de Italiaanse lessen behoorlijk vermoeiend. Het is een ontzettend mooie taal, maar wel met complexe grammaticale regels. Wat me verder verbaasd heeft, is de in mijn ogen gebrekkige medische zorg. Toscane is één van de meest welvarende gebieden van Italië en daarom had ik ook niet verwacht dat de zorg zoveel te wensen over zou laten. Gelukkig heb ik dit zelf niet aan den lijve ondervonden, maar wel heb ik genoeg meegekregen van school- en huisgenoten. Zo spreken de meeste artsen, verpleegkundigen en apothekersassistenten geen woord Engels, moest een klasgenoot van mij een nachtje in het ziekenhuis overnachten in een bouwput omdat het ziekenhuis verbouwd werd en krijgen de patiënten niet of nauwelijks te eten en te drinken. In Italië wordt er namelijk van uitgegaan dat patiënten verzorgd worden door familie en vrienden. Dit soort ervaringen maakt dat je de voorzieningen in je eigen land absoluut meer gaat waarderen. Geloof het of niet, maar ik begon de geordendheid en de vele regeltjes in Nederland te missen. Na drie maanden werd het daarom voor mij tijd om weer naar huis te gaan.
L’arte di vivere. De kunst van het leven. Soms is het moeilijk, gaat het niet zoals je wilt en is het een hele kunst om alles goed te doen. Soms is het leven kunst in de puurste vorm, gewoonweg omdat het zo mooi is. Een inzicht dat ik gekregen heb tijdens het leven in Italië. Al met al is mijn taalreis een ontzettend verfrissende ervaring geweest. Precies wat ik op dat moment nodig had. De herinneringen en contacten die ik opgedaan heb, neem ik mijn leven lang mee. Florence zal voor mijn gevoel altijd een beetje mijn stad blijven, zoals Italië altijd een beetje mijn land zal blijven.
Arrivederci e saluti,
Letitia de Vries