Weekend bij een vriendin in Madrid
Na weken van plannen, ruilen met diensten en sparen voor een ticket was het dan eindelijk zo ver:...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Granada
(Spanje)
Periode: juni 2013
Vervoer:
Accommodatie:
Café helado is wat ik nodig heb: ijskoffie, zoals ik een paar dagen eerder tijdens de siësta heb gehad, bij een restaurant op een van de vele romantische pleintjes die Granada rijk is. Een energy boost, door een tongstrelend, koud vleugje zoetigheid van koffie, ijs en slagroom, zou een aangename verkoeling zijn op deze klamme zomeravond in juni 2013. Ik móet het hebben, voordat het klassieke openluchtconcert waar ik straks heen ga, begint.
Al wapperend met mijn roze waaier, die ik waarschijnlijk voor veel te veel geld bij een zigeunerin heb gekocht, zoek ik in het schemerdonker naar 'mijn' restaurant. De buitenterrassen op de pleintjes zitten vol. Spaanse gezinnen, vriendengroepjes, toeristen uit alle windstreken... Ze nuttigen hun 'cena' (avondmaaltijd) of zijn aan het borrelen. De sfeer is zwoel en broeierig. Ik hoop dat ik tussen alle drukte mijn ijskoffie kan scoren. Gemakkelijk is mijn missie niet, doordat ik met mijn hoge hakken, die ik speciaal voor het concert heb aangetrokken, af en toe tussen de straatstenen blijf steken. Mijn voet glipt dan uit één van mijn blauwe glitterschoenen, waardoor ik al hinkelend met één blote voet, de hak weer tussen de stenen uit moet trekken. Dit is het tegenovergestelde van chic en charmant; wat ik met mijn muiltjes beoogd had om uit te stralen. Opvallen doe ik in elk geval wél. Ik merk dat omstanders naar me lachen (ofwel me gewoon uitlachen) en tegen elkaar smoezen. Ik doe alsof ik me er niets van aantrek. Ik heb maar één doel voor ogen: ijskoffie! De drang naar cafeïne en verkoeling wordt steeds groter. Maar in de avonduren zien de straten en gebouwen er toch iets anders uit dan bij zonlicht. Ik kan mijn favoriete ijskoffieverschaffer niet vinden.
Tamelijk teleurgesteld en denkend aan 'dan maar een gewone koffie', strompel en stuntel ik over de kinderkopjes naar het plein waar het concert zich zal afspelen: Plaza de las Pasiegas. Gelukkig vind ik dit plein gemakkelijker. Het heeft een prachtige ligging, aan de bekende cathedraal van Granada. Voor de cathedraal wordt het podium nog opgebouwd, terwijl tientallen klapstoelen op het plein worden gezet. Er is dus nog tijd voor koffie... In een hoek van het plein nodigt het lichtgevende naambord van 'Bar Pasiegas' me uit om naar binnen te gaan. Vermoeid en opgelucht dat ik kan zitten, neem ik plaats op een barkruk. Al snel vraagt een knappe ober me wat ik wil drinken. Als ik een 'café helado' bestel, kijken zijn pretoogjes me verbaasd aan. 'Wat bedoel je met ijskoffie?' vraagt de ober in het Spaans. Ik leg uit dat ik koffie met ijs bedoel. Even later zet meneer een glas koffie met ijsklontjes erin, voor me op de bar. Ik begin hard te lachen. De ober lacht met me mee. Koffie 'on the rocks' was niet echt wat ik bedoelde, maar het ijs tussen de ober en mij, is wel gebroken.
'Dan maar iets sterkers?', vraagt hij. Ik ruil mijn verlangen naar ijskoffie in voor een Baileys en jawel: on the rocks! 'Neem er zelf ook één', stel ik de ober voor. Hij kan niet drinken, althans geen alcohol tijdens werktijd, maar oppert samen iets te gaan drinken als hij vrij is. Dan stelt hij zich eindelijk voor. Zijn naam is Pedro. Ik weet niet of ik in de gelegenheid ben om iets met Pedro af te spreken, die pas laat in de nacht vrij zal zijn. Morgenochtend vertrek ik vroeg met de bus naar mijn oom en tante, die een vakantiehuis hebben in Velez Rubio, dat op ongeveer twee uur afstand van Granada ligt. Ik zal twee nachten bij mijn oom en tante verblijven, maar voor de dagen daarna heb ik nog geen plannen. Zal ik na het familiebezoek weer teruggaan naar Granada? Ik ben hier in elk geval nog niet uitgekeken. Ik zeg tegen Pedro dat ik over een paar dagen misschien terugkom en dat we, als dat het geval is, iets kunnen afspreken. Hij laat de keuze aan mij. Hoe langer we praten, hoe meer zin ik krijg om Pedro beter te leren kennen. Het is alsof we elkaar al langer kennen; alsof we elkaar eerder ontmoet hebben.
Als ik mezelf even losmaak uit de reebruine ogen, waarin ik bijna verdrink, zie ik dat het plein aan het volstromen is met toeschouwers voor het concert. Hoewel het verleidelijk is om aan de bar te blijven zitten, wil ik het concert ook niet missen. Bovendien hijgt Pedro's baas in zijn nek, dus is het tijd om uit de bar te vertrekken. Pedro duwt me een visitekaartje van de bar in mijn hand en zeg zachtjes: 'Bel me als je in Granada bent!' Met het visitekaartje nog in mijn hand, sluit ik me aan bij de rij mensen, die langzaam naar een zo goed mogelijk plekje voor het podium schuifelen. Ik denk aan mijn ontmoeting met Pedro en als ik het kaartje in mijn tas wil doen, zie ik dat hij er nog iets heeft opgeschreven: 'Je bent mooi! Zoen, Pedro'.
Mijn zoektocht naar ijskoffie heeft me iets veel mooiers opgeleverd, denk ik bij mezelf. Ik voel me blij en opgewonden door de ontmoeting met Pedro en ben er zeker van dat deze avond niet de laatste zal zijn in Granada: de stad waar ik toch al verliefd op geworden was. Verliefd op de schoonheid van El Alhambra; het eeuwenoude paleis met diens tuinen, de smeltkroes van islamitische, joodse en christelijke invloeden in de architectuur van de gebouwen en de kunst, de magische sfeer die in en om Granada hangt... Ik dacht mijn bezoek aan deze wonderschone stad af te sluiten met een concert tijdens het internationale muziekfestival, dat jaarlijks in Granada plaatsvindt. Het klassieke concert dat op deze bijzondere locatie zo intens voelt, me tot rust brengt en tot tranen roert. Ik ben overweldigd door een enorme golf van liefde. Een spaans gezegde luidt: 'Wie Granada niet heeft gezien, heeft niets gezien.' En ik voel nu waarom. Granada, ik wil je nog een keer zien! Tot over een paar dagen.
Als het concert afgelopen is loop ik langs de bar, in de hoop nog een glimp van Pedro op te vangen. Ik zie hem druk in de weer met tapas, hartelijk pratend en lachend met de gasten. Hij ziet me niet. Ik loop door. 'Tot over een paar dagen, Pedro,' lach ik in mijzelf.
Geschreven door Manon van der Loo