Weekend bij een vriendin in Madrid
Na weken van plannen, ruilen met diensten en sparen voor een ticket was het dan eindelijk zo ver:...
Bekijk verhaal
Bestemming:
Torremolinos,
Spanje
Periode: januari 2013
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Hotel
Dag teenslippers, shirts en korte broeken, jullie gaan weer een paar maanden in de kast na een heerlijke week aan de Costa del Sol, tussen de palmbomen aan de Middellandse Zee. In januari 2013 bezochten we het mooie en warme Spanje.
“Nou, zo meteen gaat het gebeuren!” zei mijn man Peter tegen mij toen we ons geïnstalleerd hadden in de vliegtuigstoel. Dadelijk zou het vliegtuig vertrekken naar Malaga, vanwaar we een transfer naar hotel ‘Costa Lago’ in Torremolinos zouden krijgen. Daar zouden we acht dagen verblijven. Vorige maand waren we vijfentwintig jaar getrouwd en van het geld dat we van de gasten die op ons feest kwamen hadden gekregen, konden we deze reis maken. Vannacht had onze zoon ons naar Schiphol gebracht; het vliegtuig zou om vijf voor zeven vertrekken. We waren keurig op tijd en na het inchecken gingen we naar de security. Daar werd ons gevraagd of we drinken in de handbagage hadden. Oeps, ja dus, vergeten op te drinken. Snel dronken we onze flesjes leeg en gooiden ze in de prullenbak. Vervolgens moest Peter zijn broekriem afdoen, we legden onze handbagage op de band en Peter liep als eerste door het poortje. Toen ging het alarm af... Het reageerde op de ritssluiting van zijn vest. Vervolgens werd hij gefouilleerd. Ik had binnenpret, het was wel leuk om te zien. Bij de gate aangekomen, merkten we dat er een interviewster rondliep. Aan de vrouw die achter ons zat werden vragen gesteld en ik hoopte dat de interviewster ook bij mij zou komen. Ik vind zoiets altijd erg leuk. En ja hoor, ze kwam naar mij toe en stelde me wat vragen. Het ging voornamelijk over het vliegen, de eerste vraag was of ik het laatste jaar gevlogen had. Nee dus, de laatste keer was in 2010, een hulpreis naar Roemenië. En nu dus deze vlucht, voor Peter de tweede keer in zijn leven. Het stijgen vinden we allebei een ervaring apart, vooral het moment dat het toestel loskomt van de grond. En dan de hele tijd schuin hangen, tot het op hoogte is. Ruim elf kilometer, hoorden we van de piloot. De vlucht zou een kwartier korter duren dan de aangekondigde drie uur.
De blauwe zee, de bergen én Ikea. Dat was onze eerste indruk van Malaga vanuit de lucht. Het lukte me om een foto van Ikea te maken en kort daarna zette de piloot het toestel aan de grond. We vonden de weg naar de bagageband waar het even duurde voor we onze koffers hadden. In de hal zagen we al snel de hostess van het reisbureau die ons vertelde hoe we bij de bus moesten komen. We proefden even een stukje Spaanse buitenlucht, waarna we weer ergens naar binnen moesten waar zich een lift bevond die naar een parkeergarage leidde. Daar stond de bus al te wachten. Wij waren de eersten en het duurde een aardig tijdje voor de bus vertrok. We kwamen direct al in subtropische sferen door de palmbomen die we onderweg zagen. De rit naar het hotel was kort en toen we daar binnen waren, liepen we naar de receptie en ik begroette receptioniste Eva - te zien aan haar naamkaartje - met een hartelijk: “Buenos dias.” Ik kreeg direct een lading Spaans over me heen. Had ik zo accentloos gesproken? We kwamen er al gauw achter dat ze Nederlands sprak en dat communiceerde wel zo gemakkelijk. Ze vertelde dat ze elf jaar in Nederland had gewoond. Ze vroeg of we vroeg wilden dineren, vanaf half zes, of later, vanaf kwart voor acht. We kozen voor de eerste optie.
We kregen de sleutel van kamer 288. Die was op de tweede verdieping. Op internet had ik al gezien hoe de kamer eruitzag en het klopte inderdaad. Een ruime kamer met badkamer, toilet, bidet en ligbad en een balkon. Helaas was dat aan de schaduwkant gelegen. We hingen onze jassen in de kast – als het meezat hadden we die hier niet nodig – en besloten de omgeving te gaan verkennen.
Van Eva kregen we een plattegrond en ze wees ons hoe we naar het centrum moesten lopen. We liepen dus helemaal de verkeerde kant op. Elke straatnaam stond niet op de plattegrond. Toen we dat in de gaten kregen, liepen we de andere kant op en zagen toen een supermarkt. We besloten om wat pakjes drinken te halen en flessen water. Ook hebben we beiden een zonnebril voor vijf euro gekocht en ik zag nog een paar leuke, roze oorbellen die ik niet kon weerstaan. Op de terugweg dronken we bij ‘punto y coma’ koffie die erg lekker was. We namen de weg langs het strand terug. Ik had intussen al aardig wat foto’s gemaakt.
Terug op onze kamer, zetten we de boodschappen in de kast en besloten bij het zwembad in de zon te gaan liggen. We genoten volop, vooral met de gedachte op de achtergrond dat het in Nederland winter was.
Het diner was onovertroffen. We werden persoonlijk welkom geheten door hoofdkelner Miguel en die wees ons een vaste tafel aan, tafel zestig. Als het ons niet beviel, moesten we het zeggen dan zouden we een andere tafel krijgen. We vonden het een prima plek, dicht bij de uitgestalde gerechten. Het was te veel om op te noemen: Twee soorten soep, brood, verschillende soorten pasta, vlees en vis. Salades, sauzen, groentes, aardappels, rijst, van alles wat. Achter de vitrines zagen we de koks bezig, showcooking wordt dat genoemd. Helemaal verrukt was ik van de toetjes. Verschillende soorten taart, bavarois, puddingen, ijs, fruit... Het was geweldig! ‘s Avonds ging ik nog een rondje wandelen, maar het was een stuk afgekoeld, ik was blij dat ik m’n jas had aangedaan.
In plaats van dekbedden die we meestal in hotels aantreffen, waren hier de bedden met lakens en dekens opgemaakt. Het hotellogo - een kroon – sierde de deken. Persoonlijk vind ik dat gerieflijker dan een dekbed. We sliepen lang uit en gingen toen naar het restaurant voor het ontbijt. Daar hadden we geen vaste tafel. Het was al net zo uitgebreid als het diner. Behalve het gewone brood, dat je zelf kon roosteren, waren er tal van andere soorten brood zoals appelbroodjes en Berlinerbollen. Dan de warme hap: witte bonen in tomatensaus, gebakken aardappels, roereieren, gebakken en gekookte eieren en worstjes. Er was een apart dieetbuffet met sojamelk, allerhande granen en verschillende soorten yoghurt, veel soorten broodbeleg en toast met allerhande soorten kaas. Uiteraard was er thee en koffie. De koffie stond in thermoskannen gereed; je kon er zo één mee naar je tafel nemen. Nadat we ons tegoed hadden gedaan aan al dat lekkers, namen we dus maar gelijk onze ochtendkoffie. Het was puur genieten!
Weer op onze kamer gekomen hoorden we een apart vogelgeschetter buiten. We gingen het balkon op en na lang zoeken ontdekte ik groene, parkietachtige vogels in de boom recht tegenover onze kamer. Voor de verandering was het geen palmboom. (Daar heb ik trouwens geen vogels in gezien). De vogels hadden dezelfde kleur als de boombladeren. Door de verrekijker kon ik ze beter zien; het waren er gigantisch veel. Best bijzonder, zo’n parkietenconcert.
Om kwart voor twaalf zou er een hostess van het reisbureau langskomen. We wachtten op haar in de hal en we bleken de enigen te zijn waarvoor ze kwam. Ze heeft ons uitgebreid ingelicht over alle mogelijke excursies die er waren. De excursie die we graag wilden, een dag naar Marokko, stond niet op het lijstje dat we hadden gekregen. Tot onze verrassing was die mogelijkheid er wel. Op dinsdag, de dag voor ons vertrek, was er een excursie gepland maar het zou van het aantal deelnemers afhangen of het doorging. “Ik kom maandag om deze tijd weer langs. Dan horen jullie wel of het doorgaat,” zei de hostess.
“Zullen we weer gaan chillen bij het zwembad?” stelde ik voor. “En dan doe ik de bikini aan, die heb ik tenslotte niet voor niets meegenomen.” We kleedden ons om en even later hadden we weer een ligstoel in beslag genomen. Er waren meer gasten die van de zon genoten. We doezelden wat weg maar hoorden steeds de schelle stem van een Engelse vrouw, die met een stel anderen aan het golfen was op het aangrenzende grasveld. Maar we zijn heerlijk bijgekleurd en dat is natuurlijk extra leuk als je bedenkt dat het in Nederland winter was!
Hierna gingen we de omgeving verkennen en ontdekten in de straat van het hotel een leuke winkel. Er hingen mooie sweaters met in geborduurde letters Costa del Sol erop. Er stond bij dat ze twaalf euro kostten, maar we hadden er amper een blik op geworpen of de mevrouw van de winkel bood ze al aan voor tien euro. Peter paste een mooie groene en de koop was gesloten. Er hingen ook mooie Flamencosjaals en die kreeg ik van vijftien voor twaalf euro. De vrouw kende Engels en leerde ons ook wat Spaanse woorden. Erg leuk! Nadat we koffie hadden gedronken bij ’puntkomma’ , gingen we weer terug om van het diner te genieten.
Die avond was er een voorstelling van een Flamencodansgroep. Ik had de nieuwe oorbellen in en de sjaal om mijn schouders gedrapeerd. We zorgden dat we helemaal vooraan zaten. Er was nog een bingo aan de gang en de presentator noemde de getallen in vijf talen, razendsnel achter elkaar. Het optreden van de dansgroep was fascinerend, imponerend, kortom: fantastisch! Een jongeman kwam met drie dames in mooie roze jurken het podium op. Echte Spaanse muziek, castagnetten in hun handen en razendsnel gingen hun voeten heen en weer en op en neer. De volgende dansen waren niet meer met castagnetten maar met gekleurde sjaals. Toen kwam er een solo-optreden van een danseres; ze was in rood en zwart gekleed. Ze kleedden zich nog verschillende malen om en de jonge danser gaf ook nog een spetterend solo-optreden weg. Toen werden er mensen uit het publiek gevraagd. Ik hoopte dat ik ook gevraagd zou worden, maar helaas. Het had me erg leuk geleken. Maar het was ook leuk om te zien hoe verschillende zestigplussers hun danskunsten lieten zien.
De volgende dag besloten we naar het centrum te gaan. Van de hostess van het reisbureau hadden we een duidelijke plattegrond gekregen. Als we de weg langs het strand zouden volgen, kwamen we langs een beeld van Picasso. Vlak bij een grote sinaasappel die op de stoep stond, was de weg naar de lift die omhoog ging naar het centrum. We waren er al aardig in de buurt, toen we ergens een trap zagen. Er zou ook een trap bij de lift zijn dus... Ik sprak in het Engels een paar mensen aan die in het Engels antwoordden en toen kwamen we erachter dat het Nederlanders waren. Dus even met hen gepraat; zij waren hier jaren geleden geweest en er was veel veranderd. Deze trap was het in elk geval niet. We liepen verder en ja, daar was de sinaasappel; we gingen rechts en zagen al snel een tweetalig bordje met: lift naar het centrum erop.
Naast de lift was inderdaad een trap, maar die was blijkbaar niet meer in gebruik. Het meegaan met de lift bedroeg de luttele prijs van vijftig cent en bovengekomen maakten we een paar foto’s van het uitzicht. Op de kaart stonden alle hotels met een nummer ervoor. We wilden Hotel Pedro zoeken, daar was Hester, een vriendin van ons, afgelopen zomer geweest. We liepen in de richting van het bewuste hotel maar zagen alle hotels eromheen, maar Pedro was nergens te zien. Wel zagen we tot onze verrassing een paar sinaasappelbomen met rijpe vruchten eraan! Bijzonder! Zoals bij ons de appels aan de bomen hangen, zie je hier de sinaasappels.
We gingen weer terug, het centrum in. “Kijk daar eens!” Verheugd wees ik op een thermometer bij een drogist die twintig graden aanwees! Dat moest natuurlijk op de foto. Toen ik het toestel startklaar had gemaakt, sprong de meter op eenentwintig graden!
Al fotograferend liepen we door verschillende winkelstraten. Bij een winkel zag ik buiten een rek met leuke sjaals en ik zei voor de lol: “Als ze een euro kosten, koop ik er een!” Ik vroeg in de winkel wat de sjaals kostten en tot mijn verrassing was de prijs één euro! Dus kocht ik er een.
We besloten ergens op een terrasje koffie te gaan drinken. Voor we wat bestelden, vroegen we waar het toilet was. Dat bleek boven te zijn. Er waren, zoals gewoonlijk twee deuren, een voor de dames, een voor de heren. Ik deed deur van het damestoilet open, bleek er een vrouw op te zitten! Ik deed gauw de deur weer dicht en we wachtten, want het herentoilet was ook bezet. Even later kwam daar ook een vrouw uit. Nou ja, zeg!
Even later bestelden we koffie en toen we een tijdje gezeten hadden, liepen we verder. Er stond een kerk middenin de winkelstraat en we gingen even naar binnen. Bij het altaar stond een kerststal en links voorin een nog veel grotere. Wel apart om dat in januari nog te zien. Tegenover de kerk stond een prachtig gebouw dat donkerroze gekleurd was. Dat moest natuurlijk ook op de foto. We namen een zijstraatje dat naar beneden liep en op een hoek kocht ik wat koelkastmagneten. De verkoopster had ook prachtige schilderijen, mooi om daar rond te kijken.
We vervolgden onze weg en ontdekten toen dat we in het trappenstraatje liepen dat bij de lift uitkwam. Links waren huizen en rechts in steen uitgehouwen banken onder bloeiende bougainvillea’s. We besloten nog een keer met de lift te gaan en bovengekomen hoefde Peter niet te betalen, vanwege zijn blindenstok. Dat had die man vanmorgen waarschijnlijk niet gezien.
“Ik kan het eigenlijk niet hebben dat we Pedro niet hebben gevonden,” zei ik tegen Peter toen we besloten terug te gaan. “Zullen we langs de strandweg teruggaan en vandaar verder zoeken?”
Dat deden we, maar hoe ik ook op de kaart keek en hoe dicht we er ook bij moesten zitten, we vonden niets. Ik vroeg het verschillende keren en eindelijk zagen we een straatje links waarboven stond: Don Hoteles en dat bleken hotel Pedro, Pablo en Marco te zijn. Links was Pedro. Er stond een witte stenen poort waar we doorheen liepen. Via een prachtige tuin kwam je bij de ingang. We liepen naar binnen op zoek naar een toilet want de nood was inmiddels hoog geworden. Het was een mooi hotel en de toiletten waren ook luxe.
Teruggekomen bij ons hotel, vroeg ik bij de receptie waar je postzegels kon kopen. Eva was er niet, zij zou maandag pas weer komen, had ze ons verteld. Postzegels waren te koop in een winkel verderop, we waren er al eerder geweest. Ik liep er even heen, ondertussen bedenkend dat het raar was dat een winkel die wel kaarten verkoopt, geen postzegels heeft...
We gingen weer zonnebaden bij het zwembad en Peter besloot het zwembad uit te proberen. Hij ging aan de kant zitten en stak zijn benen in het water. Dat heb ik natuurlijk op de foto gezet. Verder kwam hij echter niet omdat het echt ontzettend koud was! En als hij het water koud vindt, is het écht koud! Ik vond het een ware heldendaad van hem, ik heb alleen maar mijn vinger in het water gestoken. Na het overheerlijke diner, genoten we die avond van een zanger die hoofdzakelijk muziek uit de zestiger en zeventiger jaren ten gehore bracht. Af en toe werd er ook op gedanst. Het was erg leuk.
We hadden het plan opgevat om vandaag naar het ‘vissersdorp’ te gaan, een gedeelte van Torremolinos dat voorbij het centrum ligt. We wandelden langs de strandweg, nu aan de overkant en passeerden een paar mooie kunstwerken bij de rotondes: dolfijnen met fonteinen en een kunstwerk van Picasso dat een dansend stel voorstelde. Op het strand was een romantisch bruggetje waar een stroompje onderdoor liep. Ook stonden er twee palmbomen die kleiner waren dan wij. Heel erg leuk. Een heel opvallend hotel was Hotel Melia Costa del Sol. Daarnaast was een mooi bewerkte trap die waarschijnlijk ook naar het centrum ging. We besloten dat voor de volgende dag te bewaren. Voorbij dat hotel was een grote rots. Eromheen stonden mooi bewerkte gietijzeren banken en vetplanten, ofwel uit de kluiten gegroeide kamerplanten.
Ook hier mooi bewerkte trottoirs en in het ‘vissersdorp’ had de stoep weer een ander patroon. Er was een plein met een fontein en prachtige, met mozaïek bewerkte huizen. We gingen door een winkelstraat en zagen daar ineens het woord ‘klikspaan’ staan. het bleek een Nederlands restaurant te zijn dat gesloten was. Nu zou ik er sowieso niet heengaan. In het buitenland wil ik natuurlijk buitenlands eten! Aan de overkant was een Nederlands pannenkoekrestaurant. Ik keek even op de kaart en zag dat de prijzen niet hoger lagen dan in Nederland, de pannenkoeken kostten niet meer dan een tientje.
Het was een gezellig gedeelte van de stad. Via een parallel lopende straat liepen we terug en toen we bijna bij de rots waren, besloten we tapas te gaan eten bij ‘Fresco’, een restaurant met gratis wifi. We gingen buiten aan een tafeltje zitten met uitzicht op zee en bestelden tapas met zalm. We vroegen het wachtwoord van het netwerk en Peter probeerde het op zijn iPhone uit. Het werkte niet. We vroegen een andere wachtwoord en dat werkte wel en even later waren we met onze jongens aan het skypen! Heel erg leuk. Ze zagen waar we zaten, de zee en de omgeving. Echt leuk!
We liepen weer verder en even voorbij de rots zagen we een gitarist zitten spelen, op het muurtje langs het strand. We maakten een praatje met hem en besloten een cd van hem te kopen. Ik mocht ook even op zijn gitaar spelen en dat heeft Peter gefilmd. Toen we bijna bij het hotel waren, heeft Peter nog zo’n zelfde sweater in het donkergrijs gekocht.
Na wederom een verrukkelijk ontbijt, besloten we de wandeling naar de trap te maken. Het waren steeds een stuk of tien treden en dan kwam er een plateau. Het was heel mooi aangelegd, met bankachtige randen waar je kon zitten en een uitzicht had over de zee. Toen we bijna boven waren, kwamen we bij een heel groot plateau waar banken en verrekijkers stonden waar je voor geld doorheen kon kijken. Na hier even gezeten te hebben, gingen we verder en kwamen bij een gebouw uit. Daarnaast was een soort poort en daar gingen we naar binnen. We zagen dat het allemaal grafstenen waren in de muur, naast en boven elkaar. Met teksten, beelden en bloemen. Heel apart, ik had zoiets nog nooit gezien. Zou het typisch Spaans zijn of hebben ze dat in meer landen? Er was een mortuarium bij en daar zochten en vonden we toiletten. Gelukkig, want die hadden we net nodig. Dit bleek dus vlak bij het centrum te zijn en we liepen een winkelstraat in.
Boven een winkel zagen we een bord waarop in het Spaans en Engels stond: Pinkstergemeente. Er kwam muziek uit het gebouw met een behoorlijk volume. We besloten naar binnen te gaan. De winkel was tevens de ingang van de kerk. We liepen door de winkel en werden toen verwelkomd door iemand die ons de koster leek. We namen achterin plaats. Er stonden een stuk of vijftig stoelen waarvan misschien net de helft bezet was. Na ons kwamen nog meer mensen. Het was net half twaalf geweest, ik vroeg me af of de dienst al een tijd aan de gang was of net begonnen was. Er werden ook liederen gezongen die we kenden. Er werden twee jarigen naar voren geroepen en met hen werd gebeden. Dat vond ik wel bijzonder. Er werd iets gezegd over elkaar begroeten en toen kwam iedereen, na elkaar, naar ons toe om ons te begroeten. Er werd gevraagd waar we vandaan kwamen. Toen we zeiden dat we uit Nederland kwamen, werd er iemand gewenkt en dat bleek een Nederlandse vrouw te zijn. Ze stelde zich voor als Renate en zei dat haar man Patrick achter het keyboard zat. Ze vertelde dat het er hier heel anders aan toe ging dan in Nederland. De dienst was om elf uur begonnen, duurde tot drie uur (of twee uur, dat weet ik zo niet meer) maar je kon komen en gaan wanneer je maar wilde. Dus dat verklaarde de na ons binnenkomende mensen. Later werd er nog een keer van het podium iets gezegd over begroeten (misschien omdat er nu meer mensen waren) en toen kwam ook Patrick naar ons toe. Hij woonde met Renate vijftig kilometer verderop waar ze een soort gastenhuis hadden. We wisselden visitekaartjes uit en namen afscheid. We kregen van hen een hug en een kus.
We liepen verder de winkelstraat in maar gingen toch weer naar de strandweg. We namen dezelfde trap en bleven een hele tijd op dezelfde stenen bank als op de heenweg, van de zon en het uitzicht genieten. We lieten het goed tot ons doordringen dat wij in de zon zaten en dat het in Nederland hard vroor.
We wandelden naar Benalmádena, een dorp dat aan Torremolinos vastzit. We passeerden de rots, ‘Fresco’ en liepen aan de strandkant langs het vissersdorp. Daar stond een gitarist te spelen met een luidspreker naast zich. Er waren allemaal winkeltjes die open waren en er zaten heel veel mensen op het strandmuurtje met hun verkoopwaar voor zich uitgestald. Net toen we het bord Benalmádena passeerden, zagen we een Burger King waar we gingen zitten. In perfect Spaans bestelde ik koffie: “Un café con leche.” Toen we dat ophadden, namen we nog een ijsje en wandelden daarna even het dorp in. Toen besloten we terug te gaan, want het was nog een heel eind lopen. We wilden namelijk nog even bij de Pinkstergemeente kijken. Misschien waren er nog mensen. En dat bleek. Er zaten een man en twee vrouwen in de ‘Charityshop’. De man vroeg in het Engels hoe wij de dienst vonden; het was hem opgevallen dat we zo snel vertrokken waren. We vertelden dat we even wilden kijken en plannen hadden om naar Benalmádena te gaan. We hebben gezellig gepraat. Het bleek dat de winkel van de Pinkstergemeente was en dat het goede tweedehands spullen waren waarvan de opbrengst naar de kerk ging. Ik heb uitgebreid rondgekeken en kocht een mooie lichtblauwe handtas voor vijf euro. Na van het toilet gebruikgemaakt te hebben, vertrokken we weer.
Eva was er weer en ze vroeg hoe het met mijn Spaans ging. Ze had me namelijk wat Spaanse woordjes geleerd, waaronder: buenas tardes. Dat is: goedemiddag. Dat had ik al in praktijk gebracht in het restaurant waar de kelners iedereen begroetten bij binnenkomst. Die ochtend hingen we wat rond op het terras; het was net niet aangenaam genoeg om te zonnebaden. We hadden een leuk gesprek met een Ier die met de auto naar Spanje was gekomen. We hadden inderdaad een Ierse auto bij het hotel zien staan. Om kwart voor twaalf zou de hostess van het reisbureau komen om ons te laten weten of de excursie naar Marokko door zou gaan. We waren op tijd in de hal en ze kwam eraan met de boodschap dat de excursie doorging! Bij Eva informeerden we hoe het met het ontbijt ging; zouden we eventueel een ontbijt mee kunnen krijgen? Het bleek zo te zijn dat er een ontbijt klaargezet zou worden. We spraken af dat we om half vijf in het restaurant zouden zijn. We zouden om kwart over vier telefonisch gewekt worden.
Nadat dat geregeld was, besloten we nog even naar de supermarkt te gaan om flesjes water te halen. We wilden eigenlijk nog wel even naar het centrum en ontdekten op de plattegrond een andere route. Het was niet zo ver als we verwacht hadden. Op een groot plein dronken we cappuccino bij Burger King en daarna kocht ik een mooie rok bij een Aziatische zaak. Ik had hem al eerder gezien, maar nog niet gekocht. Het was een mooie, paarse zomerrok.
Die avond gingen we vroeg naar bed vanwege de drukke en ongetwijfeld avontuurlijke dag die we tegemoet zouden gaan.
Ons eigen weksysteem maakte ons om vier uur wakker. Er was schijnbaar iets mis want de telefoon ging niet. Beneden gekomen, zeiden we dat tegen diegene die bij de receptie stond en hij maakte er een notitie van. Het ontbijt stond klaar op een tafel. Twee borden met brood, beleg en boter, netjes afgedekt met plastic folie. Een thermoskan koffie en een pak melk stonden erbij. We lieten het ons goed smaken. Daarna liepen we naar de bushalte. Het waaide behoorlijk en het was nogal fris. De bus liet nog even op zich wachten wat logisch was omdat we te vroeg waren. Bij dit soort gelegenheden zijn we liever te vroeg dan net op tijd. We verwachtten een touringcar maar er verscheen een negenpersoonsbusje waar een Nederlandse chauffeur uitstapte die zich voorstelde als Marcel. Het bleek dat er zich maar vijf mensen hadden opgegeven voor deze excursie. Marcel zei dat de excursie gegarandeerd doorging. Dat klonk anders dan het verhaal van de hostess. Maar goed, het ging door en we hadden er zin in!
De medereizigers werden in een andere plaats opgehaald, een man en twee vrouwen. We dronken bij een benzinepomp koffie en daarna reden we verder naar Tarifa vanwaar de boot zou vertrekken. Het havengebouw leek wel een luchthaven maar dan kleiner. We moesten net als op Schiphol door een poortje terwijl de handbagage over een lopende band ging. We stapten op de boot via het autodek. Toen we een plaats hadden gevonden, kregen we van Marcel een sticker waarop stond dat we toerist waren. Die moesten we zichtbaar dragen. We hadden intussen een leuk contact met onze medereizigers. Hij heette Felix, zijn vrouw heette Rosario, maar werd Rosa genoemd. Lina was hun vriendin die uit Neurenberg kwam en bij hen logeerde. Rosa kwam ook uit Duitsland maar woonde al jaren in Spanje. Het was heel gezellig.
In de haven van Tanger, Marokko, stonden allemaal gidsen op toeristen te wachten. Hassan kwam bij ons groepje. We namen plaats in een luxe touringcar. Hassan vroeg of we uit Duitsland of Zwitserland kwamen. Toen ik zei dat we uit Nederland kwamen, zei hij: “Kijken, kijken, maar niet kopen.” Dé bekende kreet waar Nederlanders in het buitenland bekend om staan. Hassan vertelde in het Engels, Spaans en Duits over de bezienswaardigheden. Hij schakelde moeiteloos over van de ene naar de andere taal. De bus stopte bij een plek waar Marokkanen in lange gewaden met kamelen langs de kant van de weg stonden. Natuurlijk wilden we graag op een kameel zitten!
Peter kreeg een fez op zijn hoofd gezet en ik ging als eerste op zo’n beest zitten. Ik moest met één hand de achterkant van het zadel vasthouden en met de andere hand de voorkant. En toen ging dat beest omhoog! Een heel aparte ervaring. Echt leuk! Er werden foto’s gemaakt en Felix maakte foto’s met mijn toestel. Vervolgens ging Peter op de kameel. Hij genoot er ook van. Daarna wilden ze hem de fez aansmeren maar dat wilden we niet, dus gaven het ding gewoon terug. We betaalden vijf euro voor de kamelenritjes en stapten de bus weer in. Het was echt een leuke ervaring!
De bus stopte op een plek vlak bij een ‘souk’ een markt. Het eerste wat we zagen was een allegaartje aan spullen, waaronder een ouderwetse radio. Verder heel veel tajines, dé Marokkaanse kookpot. En heel veel specerijen, vis en kleding. Mannen in gewaden met een puntcapuchon stonden bij hun producten. Er waren er ook die westerse kleding droegen maar dat was een minderheid had ik het idee.
Hassan wees ons op een roze moskee, een prachtig gebouw. We liepen achter hem aan naar een boom van tweehonderd jaar oud. Een gigantische stam maar het bijzondere was dat een enorme tak zich meters naar rechts uitstrekte en zich verderop had geworteld in verschillende stammen. Heel apart. Daar vlakbij stonden drie grote stenen waarop een toespraak van de koning stond in Arabische letters. Het enige wat we konden lezen was: 1947.
We volgden Hassan naar een restaurant waar we zouden lunchen. We gingen een trap op en bewonderden de prachtige mozaïeken muren. We werden naar een ruimte gebracht die ook helemaal met mozaïek was belegd; de vloer, de muren tot aan het plafond. Er zaten drie muzikanten, gekleed in gewaden en een fez op hun hoofd. Eén speelde op een soort luit, de ander op een tamboerijnachtige trom en de derde speelde viool. Felix vroeg of ik een foto van hem wilde maken. Hij zat tussen de muzikanten in en kreeg de luit in zijn handen gedrukt. Ik maakte twee foto’s en vroeg toen natuurlijk of Felix ook van mij een foto wilde maken. Ik ging zitten, kreeg een fez op mijn hoofd en de luit in mijn hand. Erg leuk! Felix maakte twee foto’s. We gingen bij de anderen aan tafel zitten en kregen als voorgerecht een soort soep die erg lekker was. Vervolgens een spies met kleine stukje vlees eraan en daarna kwam er een schaal couscous op tafel. Het smaakte allemaal verrukkelijk. Als toetje was er muntthee met een heerlijk cakeje. En dat allemaal onder begeleiding van Marokkaanse livemuziek. Toen kwam een van de muzikanten met de pet langs, eh... met de fez. Nee, het was gewoon een schoteltje waar je geacht werd om geld op te leggen. Dat deden we en daarna vertrokken we.
Hassan nam ons mee naar een enorme tapijtenzaak. Maar voordat we daar waren moesten er allerlei hindernissen genomen worden. Wel leuke hindernissen: allemaal verkopers die met ons meeliepen en ons de mooiste en lelijkste dingen onder de neus duwden. Sieraden, tassen, jurken, spiegels en riemen. Ik vond het heel leuk. We waren bij de tapijtwinkel en daar gingen we een trap op. We namen plaats op net zulke mooie krukken als in het restaurant en toen werden de mooiste tapijten voor onze ogen ontrold. De één nog mooier dan de andere en allemaal handgemaakt. De man die ze liet zien sprak Nederlands met een zwaar accent maar het klonk wel leuk. Ik heb een klein kleedje gekocht, nou ja, kléin... vergeleken met de kleden die ze lieten zien wel, maar het was een mooie vierkant kleed dat ik als tafelkleed wilde gebruiken.
Vervolgens nam Hassan ons weer mee en toen we naar buiten kwamen, stond er tot onze verrassing een man met de foto’s van ons op de kameel. Het waren er twee. Hij vroeg er vier euro voor maar ik bood twee en daar kreeg ik ze voor. Marcel had ons gezegd dat we ongeveer een derde moesten bieden van wat ze vroegen. De verkopers volgden ons weer maar doordat het allemaal zulke kronkelstraatjes waren, raakten we de anderen van ons groepje wel eens kwijt. Toen ik dat tegen hen zei, wezen ze direct waar we heen moesten terwijl ze met ons mee bleven lopen. We kwamen bij de drogist en na overleg gingen Felix, Rosa en Lina tegenover ons zitten. Zij kregen een demonstratie in het Spaans en wij in het Engels. Best wel interessant; het ging over kruiden en zo. Ik kocht blikjes eczeemcrème voor een tientje. Ik had toch wat nodig en bedacht dat je dat er in Nederland ook voor betaalt. Weer buitengekomen, werden we weer gevolgd door de verkopers. Ik vond het wel jammer dat ik geen contant geld meer had want die rode tas vond ik toch wel erg mooi. En de andere verkoper was met zijn jurken al gezakt tot vijf euro.
We hoefden niet meer met de bus want we waren op loopafstand van de boot, die ruim een half uur te laat vertrok. Na de controle bij de haven stapten we bij Marcel in het busje. We zagen de beroemde apenrots van Gibraltar in de verte. De rots was duidelijk te zien, de apen niet. We zagen ook nog ooievaars. We wisselden mailadressen uit met Rosa en Lina. Toen zij bij hun bestemming waren, namen ze afscheid van ons met twee kussen. Zelfs Peter kreeg twee kussen van Felix. Marcel bracht ons tot aan het hotel en nam ook met twee kussen afscheid, gelukkig voor Peter kreeg hij alleen een hand.
We hadden bij het hotel al aangegeven dat we bij het late diner zouden zijn. We maakten foto’s van het eten. Er waren mooie kunstwerken bij de gerechten: vogels gemaakt van verschillende vruchten en een aap van pompoenen met bananenarmen en de neus was een bewerkte mandarijn. Echt heel erg leuk!
We zouden vanmorgen weer gewekt worden, maar het systeem was blijkbaar nog niet gerepareerd want wederom ging de telefoon niet. Maar gelukkig werkte ons eigen systeem. We zouden om half negen door de bus opgehaald worden; we wilden natuurlijk op tijd zijn om voor de laatste keer van het verrukkelijke ontbijt te genieten. Om half acht waren we al in het restaurant. Jammer genoeg was Miguel er niet, we hadden nog afscheid van hem willen nemen en hem willen bedanken.
Na het ontbijt en de koffie wachtten we met de anderen die ook met de bus mee moesten, in de gezellige ruimte naast de receptie. We hoefden niet lang te wachten en weldra zaten we in de bus. Op het vliegveld checkten we in en daarna hadden we nog zo veel tijd over dat ik op mijn gemak rond kon kijken. Peter ging chillen op een bank en ik zocht een winkel waar ze leuke dingen hadden om voor onze jongens mee te nemen. Die vond ik al snel en het aanbod was zo groot dat ik heel lang heb gezocht om wat geschikts te vinden. Voor de kennis waar we de trolleys van hadden geleend, kocht ik ook wat leuke dingen. Vervolgens zochten we de gate en even later zaten we te wachten op het vliegtuig. Dit vliegveld was veel kleiner dan Schiphol, we hoefden niet zo lang naar de gate te lopen.
Onze plaatsen waren bijna vooraan dus de wc was vlakbij. We genoten van de cappuccino waar we op de heenweg ook al kennis mee hadden gemaakt. Toen we Nederland naderden, zagen we een besneeuwd België en even later de Zeeuwse eilanden. Het was schitterend om te zien. Het was net de landkaart maar dan met sneeuw. Toen het vliegtuig was geland en we in de hal van Schiphol waren, zochten we het NS-perron en deden voor het eerst sinds een ruime week onze winterjas weer aan. Brrr, het was echt ontzettend koud, vier graden onder nul. Daar moesten we echt wel aan wennen. Waar ik ook erg aan moest wennen, waren de gele nummerborden. In Spanje hadden we er welgeteld één gezien. In Harderwijk aangekomen, namen we de bus en toen we later in onze besneeuwde straat liepen, zagen we onze Marokkaanse buurvrouw. “Je raadt nooit waar we gisteren waren!” zei ik. “Waar dan?” “In Marokko.” Ze werd heel enthousiast en we vertelden alles. We beloofden dat we gauw de foto’s zouden laten zien.
Thuisgekomen viel het de jongens direct op dat we bruin waren geworden. Er was een “Welkom thuis” kaart van het reisbureau gekomen, echt leuk!
We hebben genoten van deze vakantie en hopen nog eens terug te gaan.