Weekend bij een vriendin in Madrid
Na weken van plannen, ruilen met diensten en sparen voor een ticket was het dan eindelijk zo ver:...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Tenerife
(Spanje)
Periode: november 2015
Vervoer: Vliegtuig
Accommodatie: Hotel
Organisatie: Corendon
14:00 uur: met een lange zucht blaas ik mijn ingehouden adem uit. Zonder problemen zijn we opgestegen en nu zweeft het logge vliegtuig van Corendon vredig door een pak wolken.
‘He luister je eigenlijk wel?’
‘Nee, sorry wat zei je?’
‘Wist jij dat de Canarische eilanden uit 7 eilanden bestaan en dat ze allemaal zijn ontstaan door onderzeese vulkanische activiteiten? Tenerife is het grootste eiland en de vulkaan (El Teide of Pico el Teide) is daar nog steeds actief.’ Mijn vriend, Edwin, kijkt mij vragend aan.
‘Weet jij,’ reageer ik plagerig met een wedervraag,
‘dat de Canarische eilanden een subtropisch klimaat hebben zonder seizoensveranderingen. Dus dat betekent het hele jaar door dezelfde zomerse temperaturen. Woestijnachtig op de oostelijke eilanden en iets vochtiger op de westelijke eilanden. Vandaag is het in Nederland zo’n 9°C en voor Tenerife hebben ze 28°C voorspelt. Heerlijk en dat voor november.’
19:10 uur: We worden verzocht ons riemen vast te maken de lichten gaan uit we maken ons klaar om te gaan landen. Buiten begint het al te schemeren. Het vliegtuig maakt een tussenlanding op het Canarische eiland Fuerteventura.
De helft van onze medepassagiers verlaat het vliegtuig. Niet veel later worden de lege plekken opgevuld door nieuwe passagiers. Na 40 minuten stijgt het vliegtuig dan eindelijk weer op om nog geen 20 minuten later zich alweer klaar te maken om voor de tweede keer deze avond te gaan landen.
Om 20:30 uur (Nederlandse tijd) lopen we met ons bagage naar de transferbus. Deze staat al op ons te wachten. Het leuke aan Tenerife is dat je een uurtje kado krijgt, de lokale tijd is het hier namelijk 19:30 uur.
De bus scheurt in het donker over de weg. We hebben geen idee waar we rijden en zien doordat de zon allang onder is niet veel. Af en toe stopt de bus bij een hotel om medepassagiers uit te laten. Na ruim drie kwartier rijden worden we eindelijk voor ons hotel Tamaimo Tropical afgezet. Dit hotel ligt in het rustige voormalige visserdorp Puerto Santiago. Deze plaats staat bekend om zijn zwarte zandstranden, de vulkaan de El Teide en de indrukwekkende kliffen van Los Gigantes.
Het is inmiddels 20:45 uur lokale tijd. Het inchecken gaat redelijk vlot en de receptionist is vriendelijk. Ons appartement is op de begane grond en ziet er mooier uit dan op de website.
De slaapkamer grenst niet alleen aan de schitterende binnentuin, maar helaas ook aan de doorlooproute naar het zwembad, de eetzalen, het trappenhuis en de overige appartementen waardoor we gedurende ons acht daagse verblijf meerdere keren s’nachts wakker worden van dronken en luidruchtige buren en bijna elke ochtend rond half 8 worden we gewekt door schreeuwende kinderen en huilende baby’s die met hun ouders naar de ontbijtzaal lopen (we hoeven in ieder geval geen wekker te zetten).
Het lijkt erop dat de meeste gasten in dit hotel all inclusief hebben geboekt. Wij hebben alleen logies. Achteraf gezien hadden we beter ontbijt bij kunnen boeken. Wij hebben geen bakkertjes kunnen vinden waar je in de ochtend op zijn Nederlands of op zijn Frans kan ontbijten. Gelukkig is er op loop afstand van het hotel een Lidl en hier halen we ons broodjes en fruit. Aan avondeten in iedergeval geen gebrek. Het hotel ligt aan een doorgaande weg met een heleboel leuke restaurantjes.
Op ons eerste dag laten we ons verleiden en boeken we een twee uur durende bootreis (met Masca Express €15,- p.p) die ons beloofd dat we dolfijnen en grienden zullen spotten en heel misschien zelfs walvissen (dat ligt aan het seizoen).
Het is druk in het pittoreske haventje. In het water van de haven zwemt een grote school zwart grijze vissen, blauwe monniksvisjes en we zien zelfs een trompetvis. Iets verderop bij de rotsen kruipen tientallen grote, kleurige krabben en tussen twee rotsen onderwater ligt er muisstil een Canarische schorpioenvis. Door zijn felle kleur valt hij toch meteen op.
We nemen achterin de boot plaats op zachte kussens. De boot zit zo goed als vol. De kapitein houdt zijn welkomstpraatje en stelt de gids aan ons voor. We varen rustig de haven uit. De zon brandt. Als we de haven hebben verlaten geeft de kapitein flink gas en werkt de wind verkoelend.
De gids maakt grapjes en kletst met de medepassagiers, ondertussen speurt hij het water af. Ik vermijd oogcontact, ik heb geen zin in een praatje. Ik wil in stilte genieten van deze fijne boottrip.
Na een half uur varen wordt de motor van de boot afgezet en dobberen we midden op zee. Nergens is meer land te zien. Best een beetje griezelig als je weet dat het hier minstens 1500 meter diep is.
‘Wauw… wat is dit indrukwekkend….’
Naast de boot zwemt een groep grienden, 4 meter lang, zwart en eentje zelfs met jong. Heel rustig komen ze boven en duiken dan weer onder om een paar tellen later weer boven te komen.
De gids vertelt ons in het Engels dat mannetjes Grienden wel 8.5 meter kunnen worden en dat hun lievelingseten bestaat uit octopussen, pijlinktvissen en verschillende soorten vis. Dit stuk oceaan is heel voedselrijk en samen met het feit dat het zeeklimaat hier minimum 18-20° is maakt dit het een van de beste plekken ter wereld om walvissen en dolfijnen te spotten.
Na een minuut of 10 wordt de motor weer gestart en gaan we verder. Jammer ik had hier graag nog even gedobberd en naar de grienden gekeken, maar twee uur is kort en er zijn ons ook nog dolfijnen beloofd.
Vanuit mijn ooghoek zie ik iets vliegen.
‘ It’s a flying fish.’ de gids moet lachen om ons verbaasde hoofden. Ik probeer een foto van de vliegende vissen te maken, maar ze zijn jammer genoeg te snel en bewegen te zenuwachtig om ze mooi vast te kunnen leggen.
Rechts van ons doemen er weer rotsen en kliffen op. Stiekem ben ik blij om land te zien. Vanuit het niets springen er opeens drie dolfijnen een paar meter voor de boot uit. Speels springen ze achter elkaar aan. Dan verdwijnen ze weer onder water om enkele tellen later aan de andere kant van de boot weer te voorschijn te komen. We kijken een poosje naar dit spelletje en varen dan door naar een baai waar je een verkoelende duik mag nemen.
‘Durf jij?’
Twijfelend kijk ik Ed aan. ‘ Je kunt hier wel de bodem zien, maar daar zwemt ook een een hele grote school met allerlei vissen en ook een slangachtig exemplaar.’
Ondertussen zijn wij, op een man met een baby op zijn arm, de gids en de kapitein na, de enige die nog op de boot zitten.
‘ Een keer erin, even lachen voor de foto en er meteen weer uit.’ Daagt Ed mij uit.
Die avond eten we in het klein, gezellige restaurantje Casa Pedro. We genieten van het prachtige uitzicht . De mensen zijn hier erg vriendelijk en het eten is zo lekker dat we hier van de week nog een keer naar terug gaan.
Ondanks dat de airco op vollen toeren draait en het lekker koel is in de bus zit ik met klamme handjes en samengeknepen billen naast Edwin. De buschauffeur rijdt vlot door en naast de weg ligt niets. Ja… tientallen meters naar beneden zie ik rotsen. Na een minuut of 10 kan ik weer een beetje ontspannen en verschijnen er links en rechts van de bus tientallen bananenplantage.
Het is goed om te weten dat er twee verschillende buslijnen rijden in Tenerife: de eilandlijn (deze stopt minder vaak, is sneller en is ook minder druk) en de stedelijke lijn (deze stopt heel vaak, ik word hier heel misselijk van, is vaak heel druk waardoor de chauffeur soms ook gewoon doorrijdt als er niemand meer bij past en deze lijn doet er veel langer over).
Drie kwartier later rijden we Playa del Duque binnen hier stappen we uit. Het gonst van de toeristen en ik zie een heleboel leuke winkeltjes en restaurantjes.
Uiteindelijk lopen we die ochtend langs de kustlijn van Playa del Duque helemaal naar Los Cristianos een schitterende wandeling van ruim 10 km langs havens, idyllische stranden, mooie stukjes natuur en gezellige boulevards.
In de haven van Los Cristianos kijken we een poosje naar de grote veerboten en de vissersbootjes die af en aan varen. Het zweet staat op ons ruggen het is inmiddels 30°C graden.
We besluiten om terug te lopen en op het witte strand bij Costa Adeje een frisse duik in zee te nemen en daarna onder een
vrolijk strooien parasolletje te gaan genieten van een goed boek en de warme zon.
We beginnen de dag met een heerlijke ontspannen wandeling die al snel overgaat in een behoorlijke intensieve wandeling. Oja… we waren even vergeten dat Puerto de Santiago bekend staat om zijn bergen en heuvelachtige gebieden. Dapper lopen we door op onze slippertjes. Links van ons ligt een grote bananenplantage waar van alle kanten geritsel klinkt. Tussen de rotsen liggen hagedissen zich te warmen in de zon en kijken ons nieuwsgierig na.
Hoe hoger we komen hoe kaler en rotsachtiger het wordt. Het zandpad waar we op lopen wordt steeds smaller en het geritsel neemt toe.
‘ Zitten hier eigenlijk ook slangen?’
‘Geen idee.’
‘Zullen we terug gaan?’
We keren om en besluiten om de volgende keer wandelschoenen mee op vakantie te nemen.
Bij El Mirador Archipenque (een klein cafe) drinken we een welverdiende ijskoffie en genieten we van het schitterende uitzicht. Terug in de haven nemen we een verkoelende duik bij het zwarte lavazandstrand van Playa de Los Gigantes.
Na een dagje aan het zwembad bij ons appartement te hebben geluierd hebben we toch weer zin om er op uit te trekken. Tegen de avond voor het eten lopen we onze vaste wandelroute. Deze route kijkt uit op het schitterende rotswaterbad van Crab Island.
Voorzichtig dalen we de stenen trap af. De rotsen zijn nog lekker warm van de zon die er de hele dag op heeft geschenen. We leggen ons handdoeken, slippers en fototoestel op de rotsen en glibberen dan onelegant het warme bad in. Het water is aangenaam warm en hier en daar zwemmen een paar visjes en ook hier lopen weer die mooie rood gekleurde krabben.
Bij helder weer zie je het eiland La Gomera liggen en als je optijd bent kun je hier genieten van de zonsondergang. Een rode vlag!
Genietend van de warme ochtend zon slenteren we door de straten van Puerto Santiago. We schrikken op van een hoop kabaal en voor het eerst deze vakantie zien we deze drie herrieschoppers. Nieuwsgierig kijken er drie paar kraaloogjes ons aan.
Leuk om te weten: er zijn meerdere verhalen waarom de Canarische eilanden de Canarische eilanden heten. Een ding is zeker de eilanden zijn niet vernoemd naar de kanarie. Het is andersom: de vogel is vernoemd naar de eilandengroep. De kanaries leven hier in het wild.
Als we langs het pad richting Playa La Arena lopen (ook dit is een zwart lavazandstrand) zien we de golven bizar hoog tegen de rotsen aan slaan en langs de waterlijn wappert vrolijk een rode vlag. Wat een pech op ons laatste dag mogen we de zee niet in. De zee is vandaag te onstuimig. Het is snoeiheet en puffend liggen we op ons strandbedjes verlangend naar het water te kijken. Toeristen die toch eigenwijs zijn en het water in lopen worden onverbiddelijk terug gefloten door de kustwacht. Indrukwekkend om die meters hoge golven tegen de rotsen te zien slaan.
We hadden de El Teide nog willen beklimmen, fietsen willen huren, een wandeling met een gids willen maken in de Barranco kloof van Masca en ik had graag de oudste drakenbloedboom willen zien in het noordelijke wijndorp van Tenerife, maar helaas zoals de meeste vakanties was ook deze veels te kort. Wij kijken er naar uit om nog eens terug te mogen keren naar dit warme en vriendelijke eiland.
Geschreven door Mieke Dragt