Weekend bij een vriendin in Madrid
Na weken van plannen, ruilen met diensten en sparen voor een ticket was het dan eindelijk zo ver:...
Bekijk verhaal
Bestemming:
A. Menorca
(Spanje)
Periode: juni 2016
Vervoer: vliegtuig, huurauto
Accommodatie: appartement
Organisatie: Neckermann
Na een aantal vakanties waarin sportieve activiteiten centraal stonden, wilden we wel weer eens een culturele vakantie. Ons oog viel op het eiland Menorca in de Middellandse zee. Een bestemming die bij veel mensen in onze omgeving niet bekend bleek te zijn. Ze dachten dat we een grapje maakten: “Dat is een bestemming in de categorie Tuinesië en Balkonië?” Nee, Menorca is het kleine zusje van Mallorca. Dat is misschien ook wel de USP van Menorca: het is niet bekend bij het grote publiek. Er zijn geen hordes toeristen, geen feestgangers, geen hoogbouw en geen grote resorts. Er zijn bijna alleen maar witte huisjes en huizen, waarvan het toegangshek van de tuin of het landgoed overal hetzelfde is.
Het eiland staat sinds 2006 in zijn geheel op de UNESCO Werelderfgoedlijst, categorie biosfeerreservaat. Het is er prachtig, verzorgd, natuurlijk, authentiek, ‘uitgebalanceerd’, groen, onaangetast, rustgevend, fruitig, kleinschalig en nóg veel meer in diezelfde categorie positieve associaties.
Naar Menorca reis je bijvoorbeeld af voor:
Lange wandelingen. Er is een kustpad dat wandelaars rond het hele eiland brengt. Oorspronkelijk had dit kustpad een functie in de verdediging van het eiland en het heet dan ook ‘Cami de Cavalls’ – militairen te paard maakten gebruik van het kustpad. Het langeafstandswandelpad is ruim 180 kilometer en draagt nummer GR223.
Een wandeling naar de ruïne van Castell de Santa Agueda (270 m). Het pad naar de top is helemaal verhard en het is daardoor zeker geen klim maar een mooie wandeling.
Een tocht op de rug van een paard.
Het ‘spotten’ van bijvoorbeeld bloemen en vogels.
Een wandeling door de twee steden, Maó (Mahon) en Ciutadella. Bij een bezoek aan Ciutadella mag een bezoek aan de kathedraal en Museo Diocesà (in een voormalig klooster) zeker niet ontbreken.
Een bezoek én wandeling door het enorme fort met tientallen, zo niet honderden gangen: Fortaleza de la Mola. Neem de tijd voor het bezoeken van het totale fort en trek goede wandelschoenen aan. Hoewel het ook mogelijk is een ‘golfkarretje’ te huren, brengt wandelen je op de mooiste (ondergrondse) plekken!
Het bewonderen van de vele archeologische overblijfselen. De Navetas (‘piramiden’ die als woning of graftombe gefungeerd hebben), Talayotten (stenen bouwwerken die misschien woning, graftombe of ontmoetingsplaats zijn geweest), Taules (een enorme ‘T’ van steen dat als offerplaats of als dakdrager gefungeerd heeft) en grotten waar de doden in bijgezet werden. Wie een bezoek brengt aan een van de vele archeologische sites, wordt nooit teleurgesteld: er is nog heel veel te zien én er is altijd een informatiepaneel (of folder verkrijgbaar) met een duidelijke uitleg. Toegang is soms gratis en soms ‘een habbekrats’.
En natuurlijk zijn er op Menorca ook hele mooie stranden met kraakhelder water. Er zijn stranden met horecavoorzieningen en verhuur van bijvoorbeeld kajaks, maar er zijn nog véél meer baaien en stranden waar ‘niets’ is behalve rust en een paar andere strand-, water- en zonliefhebbers.
Bovenstaande staat allemaal vermeld in reisgidsen en op websites. Ondanks dat Menorca geen massatoerisme trekt, is er voldoende informatie over het eiland te vinden. Maar wat staat niet in de boekjes over Menorca?
Slechts in een bijzin op een website die we nu al niet meer kunnen vinden, stond iets geschreven over een voormalig ziekenhuis op een eiland in de haven van Maó (Mahon). In de twee reisgidsen die we mee hadden stond deze bezienswaardigheid niet vermeld. En toch is er wel degelijk twee keer per week de mogelijkheid, dit bijzondere eiland te bezoeken. De rondvaart met glasbodemboot maakt dan een stop op het eiland waar het gezelschap ontvangen wordt door een gids die de groep door het voormalige ziekenhuis leidt. In de vele kamers waar vroeger de patiënten lagen én behandeld werden, is een heus museum ingericht. Er wordt, aan de hand van veel voorwerpen en foto’s, verteld over de geschiedenis van het ziekenhuis én over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in de haven van Maó (Mahon).
Het ziekenhuis is ruim 300 jaar oud. Nadat het in de jaren ’60 vorige eeuw leeg kwam te staan, werd het volledig geplunderd. Dankzij een groep enthousiaste vrijwilligers is het voormalige quarantaineziekenhuis nu opgeknapt, ingericht als ‘ziekenhuismuseum’ én is een prachtige botanische tuin aangelegd rond het ziekenhuis. Het is werkelijk fantastisch wat de vrijwilligers samen herbouwd en heringericht hebben. De rondleiding eindigt met een hapje en een drankje waarvoor een ieder een bedrag in een pot doet: wat hij of zij maar over heeft voor de rondleiding en de gezellige afsluiting. Wij hebben de rondvaart met bezoek aan het ziekenhuiseiland gemaakt met Yellow Catamarans, en dat is ons goed bevallen. De rondleiding door het voormalige ziekenhuis had zelfs nog wel iets langer mogen duren!
Op Menorca kun je een frisse ‘duik’ nemen in de Middellandse Zee in een afgelegen baai, maar je kunt óók kiezen voor een strandje in een kustplaatsje. Na Macaret in het noordoosten is zo’n pareltje waar je de auto op het dorpsplein parkeert, luncht in een van de twee restaurants en vervolgens 50 meter doorloopt naar het strandje midden in het dorp.
Ons eerste bezoek aan dit strandje werd ‘opgeschrikt’ door een overenthousiaste Ameriaanse dame. Het strandje bleek een paradijs te zijn voor sea glass-verzamelaars! Dat deze plek niet als dusdanig vermeld stond, kirde ze. Wij hadden werkelijk géén idee waar deze dame zo ‘overstuur’ van werd. Onze accommodatie op Menorca was voorzien van gratis wifi en zo konden we ’s avonds surfen naar ‘sea glass’. Er ging een hele nieuwe wereld voor ons open.
Natuurlijk hadden we de rond gepolijste stukjes glas al heel vaak gezien op stranden: meestal waren onze juttersvondsten groen. Sea glass, of gewoon ‘zeeglas’, ziet er mooi uit: een gekleurd, glazen glimmertje! Toch is de oorsprong helemaal niet zo mooi: het is glas dat als afval in de zee terecht is gekomen. En dat over het algemeen niet per ongeluk, maar moedwillig gedumpt. Hoe dan ook: door het zout en het rollen tussen stenen en zandkorrels, wordt de scherpe glasscherp gepolijst tot een mooie ronde of ovalen siersteen. De stenen worden veel verwerkt in sieraden. En wat voor ons de openbaring was: er zijn mensen die dit héél serieus verzamelen én er zijn allerlei sites waarop zij hun ervaringen delen. Zo wordt bijvoorbeeld informatie over stranden waar veel sea glass aanspoelt, met elkaar uitgewisseld. En ook aan een stukje sea glass is een label ‘gewoon’, ‘bijzonder’ of ‘erg bijzonder’ te hangen. Zo is zwart zeeglas erg bijzonder omdat zwart glas vrijwel niet meer gemaakt wordt. Een stukje aangespoeld zwart sea glass zou zomaar uit de 17e eeuw kunnen komen. Sea glass schijnt steeds zeldzamer te worden. Niet zozeer omdat de mensen hun afval niet meer in zee dumpen, maar omdat glas vaak vervangen wordt door plastic…
Ondanks dat wij niet door het zeeglaszoekvirus besmet geraakt zijn, kijken we sinds de vakantie op Menorca toch anders naar deze ‘juwelen van de zee’.
Geschreven door Forina van der Zee